God bestaat!
Deel 1 – Evolutie of schepping?
Deel 2 – De kloof
Deel 3 – Wonderen in ons en rondom ons
Vertaald en samengesteld door Aboe Yoesoef ‘Abdoellaah.
Allah de Verhevene zegt in de Koran (Nederlandstalige interpretatie): “Wij hebben jullie geschapen (O mens)! Waarom geloven jullie dan niet!?” [Soerat al-Waaqi’ah (56), aayah 57.] En Hij zegt ook (Nederlandstalige interpretatie): “Wij zullen hen Onze tekenen aan de horizonten (in het universum) en in henzelf tonen…” [Soerat Fossilat (41), aayah 53.]
Hoofdstukken
Wonderen in ons lichaam:
Het leger binnen in de mens
Het spijsverteringsstelsel
Een half ontwikkeld oog kan niet zien
Hoe herkennen cellen elkaar?
Het oor: nutteloze en onlogische veranderingen
Wonderen rondom ons:
Termietenheuvels
Van rups tot vlinder
De symmetrie in vlindervleugels
Het dier met de langste nek: de giraffe
Zeeschildpadden
De bombardeerkever
Het spijsverteringsstelsel van de koe
Camouflage
Valse ogen
Waterlelies
Conclusie
Wetenschappers bevestigen de tekenen van God
Inleiding
We hebben wetenschap niet nodig om het bestaan van God te bewijzen, noch kan het gebruikt worden om het bestaan van God te ontkennen. Wetenschap dient haar juiste plek gegeven te worden; het is zeer nuttig om wereldse zaken te verduidelijken waardoor we ze beter begrijpen en tot nut kunnen maken. De Qor-aan (Koran) spoort dit juist aan, omdat wetenschap in feite een poging is om Gods schepping te begrijpen en dus God te leren kennen.
Stelt u zich eens voor, dat u een grote stad bouwt van miljoenen Legoblokjes. In deze stad bouwt u wolkenkrabbers, kronkelende wegen, treinstations, vliegvelden, winkelcomplexen, een metro en ook rivieren, meren, bossen en een strand. U laat er ook duizenden mensen leven, wandelend in de straten, zittend in hun huizen en werkend in hun kantoren. Schenk aandacht aan elk detail. Zelfs aan de verkeerslichten, brievenbussen en de borden op het busstation.
Al deze Legoblokjes van deze stad, heeft u met grote zorg geplaatst, tot in het kleinste detail en elk blokje heeft u met pijn en moeite zo gerangschikt, dat er een mooie levensechte stad is ontstaan. Als er iemand naar u toe zou komen en zou zeggen dat al deze Legoblokjes van deze stad, per toeval samen zijn gekomen en zo de stad hebben gevormd, wat zou u dan denken over de geestelijke toestand van deze persoon?
Ga nu eens terug naar de stad die u heeft gebouwd en denk na over het feit dat de hele stad met de grond gelijk wordt gemaakt omdat u één enkel Legoblokje bent vergeten te plaatsen, of dat het van plaats is veranderd. Kunt u zich voorstellen wat voor een groot evenwicht en orde u had moeten bewerkstelligen?
Het geschetste voorbeeld laat zien dat het leven in de wereld waarin wij leven, ook mogelijk is gemaakt door de opeenhoping van zo’n groot aantal details, onbegrijpelijk voor het menselijk verstand. De afwezigheid van slechts één detail kan het einde van het leven op aarde betekenen.
Alles, elk detail van het atoom, het kleinste deeltje van materie, tot de melkwegen die biljoenen sterren bevatten, van de maan (een onlosmakelijk aanhangsel van de aarde), tot het zonnestelsel, alles werkt in een perfecte harmonie. Dit goed georganiseerd systeem verloopt vlekkeloos, net als een horloge, maar dan complexer. We weten dat het horloge een ‘maker’ heeft en toch schrijven we het bestaan van het vele malen complexere universum, met al zijn elementen, toe aan louter toeval! Mensen zijn zo vertrouwd dat dit biljoenen jaren oude systeem doorgaat met functioneren zonder een enkel detail achterwege te laten, dat zij vrij plannen maken over iets dat zij denken te realiseren in de volgende tien jaar. Niemand maakt zich zorgen of de zon morgen wel eens niet opkomt. De grote meerderheid van de mensen denkt niet na over dat “de aarde wel eens los zou geraken van de zwaartekracht van de zon en dat de aarde zich gaat bewegen richting het pikdonkere onbekende”; of vragen, “wat weerhoud dit ervan te gebeuren?”
Op dezelfde manier, wanneer mensen gaan slapen, zijn zij overtuigd dat hun hart of ademhalingssysteem niet gaat rusten zoals hun hersenen dat doen. Zelfs een stop van slechts enkele seconden in één van deze twee vitale systemen, is genoeg om de dood tot gevolg te hebben.
Wanneer de ‘dingen van vertrouwdheid’, welke het hele leven omvatten en die bepaalde gebeurtenissen veroorzaken alsof het de normaalste zaak van de wereld is, weggenomen worden, dan zien we dat alles gecreëerd is met zulk onderlinge afhankelijkheid, uiterst nauwgezet en dat het een super evenwichtig systeem is, alsof ons leven hangt aan een zijden draadje, of zelfs nog dunner dan dat. We zullen een voortreffelijke orde opmerken, heersend in elke plaats, waar we ook kijken. Zeker, er is een grote Kracht Die zo’n orde en harmonie creëert. De bezitter van zo’n grote kracht is Allah, Die alles gecreëerd heeft uit het niets. In een aayah (vers) van de Qor-aan (Koran) staat (Nederlandstalige interpretatie): “…Je ziet in de schepping van ar-Rah’maan (de Meest Barmhartige – Allah) geen ongelijkheid (inconsistentie, wanorde). Kijk dan nog een keer! Zie jij enige scheur (defect)? (#1) Kijk vervolgens nog eens twee keer! Het gezichtsvermogen zal geïmponeerd (#2) tot jou terugkeren en het (gezichtsvermogen) is uitgeput (#3).” [Soerat al-Moelk (67), aayah 3-4.]
<<< (#1) Dit vers beduidt dat het hele universum zo perfect in elkaar zit en dat alles, van het stofdeeltje op de aarde (dat nodig is voor regenvorming) tot aan de enorme sterrenstelsels, zo goed coherent is dat de continuïteit van het systeem van het universum nergens lijkt te breken.>>>
<<< (#2) Letterlijk “verveeld”, omdat men niet in staat is een afwijking/defect in de schepping te zien. In deze context heeft het de gevoelswaarde van onder de indruk, nederig.>>>
<<< (#3) Uitgeput door de inspanningen om de mysteries van het universum te bevatten. De meest nabije hemel bevat nog vele vraagtekens, om over de overige zes hemelen, die zelfs met de meest ingewikkelde telescopen nog niet gezien zijn, nog maar te zwijgen.>>> (Klik op onderstaande afbeelding om het vergroot weer te geven. Gebruik de afbeelding voor da’wah.)
Als we kijken naar de levende wezens in de hemelen, op aarde en alles wat daar tussen is, zien we dat zij allen het bestaan bewijzen van hun Schepper. In de volgende hoofdstukken zullen we stilstaan bij enkele natuurlijke verschijnselen en levende wezens die iedereen kan zien, maar slechts weinigen denken na hoe zij tot bestaan zijn gekomen en hoe zij doorgaan met hun bestaan. Als we alle tekenen van Allah de Verhevene zouden opschrijven, dan zouden zij vele duizenden delen van een encyclopedie vullen. Daarom gaan we in deze aflevering alleen enkele onderwerpen in het kort bespreken, die het verdienen om er zeer lang over na te denken. Zelfs deze in het kort besproken onderwerpen, zullen helpen u te overtuigen van het belangrijkste feit in uw leven, of ten minste helpen het u nogmaals te herinneren: dat God bestaat. Voor Hem is alle eer voor het ontstaan van de hemelen en de aarde en u kunt Hem kennen door te redeneren.
Wonderen in ons lichaam
Het leger binnen in de mens
Elke dag wordt er bij u ongemerkt een strijd uitgevochten in de binnenste delen van uw lichaam. Aan de ene kant staan de virussen en bacteriën met het doel uw lichaam binnen te dringen en de controle over te nemen. Aan de andere kant staan de immuniteitscellen van ons afweersysteem die ons lichaam beschermen tegen deze vijanden.
De vijanden wachten in een offensieve positie om hun weg te banen naar de plek die zij als doel hebben en zij verplaatsen zich naar dat doel zodra zij de kans schoon zien. De sterke, goed georganiseerde en gedisciplineerde soldaten die de vijandige indringers opslokken en neutraliseren (de fagocyten) arriveren op het slagveld en geven zich niet zo snel gewonnen.
(1.) Aanhechting (attachment) van de fagocyt aan het deeltje dat gefagocyteerd wordt, wat een ziektekiem (b.v. een bacterie) kan zijn, een dode of beschadigde gastheercel, of een stukje celweefsel. (2.) Opname (ingestion) doordat het membraan het deeltje omgeeft, waarna er een fagosoom (holte) in de cel gevormd wordt. (3.) Doding (killing): als het opgenomen deeltje een levende cel of een ziektekiem (b.v. een bacterie) is, zal de fagocyt de cel normaal gesproken doden door middel van een aantal technieken. (4.) Vertering (degradation): het gefagocyteerde deeltje, hetzij een dode cel of een stukje weefsel, wordt door enzymen afgebroken in de fagosoom.
Soms is de strijd heviger dan deze soldaten aankunnen. In dit geval worden andere hulptroepen (macrofagen) opgeroepen. Hun betrokkenheid veroorzaakt alarm in het doelgebied en weer andere strijders (T-cellen) worden ook ten strijde geroepen.
Deze soldaten zijn welbekend met het lokale volk. Snel onderscheiden zij hun eigen leger van dat van de vijand. Zij activeren onmiddellijk de soldaten die aangesteld zijn voor de wapenproductie (B-cellen). Deze soldaten hebben buitengewone bekwaamheden. Ofschoon zij de vijand nog nooit hebben gezien, kunnen zij wapens maken welke de vijand veranderen in iets incapabels. Bovendien dragen zij de wapens die zij produceren zo ver als nodig is. Tijdens deze reis slagen zij erin de moeilijke taak te volbrengen om geen schade te veroorzaken aan zichzelf, noch aan hun bondgenoten. Daarna slaan de aanvalteams toe (dodende T-cellen). Zij storten de giftige stoffen die zij bij zich dragen over de meest vitale plek van de vijand. In geval van een overwinning, arriveert een andere groep soldaten op het slagveld (onderdrukkende T-cellen), die alle strijders terugstuurt naar hun kamp. De soldaten die als laatste op het slagveld aantreden, zijn de geheugencellen, die alle relevante informatie over de vijand opslaan, zodat deze gebruikt kan worden bij een vergelijkbare invasie in de toekomst.
Het voortreffelijke leger dat hierboven beschreven wordt, is het afweersysteem in het menselijk lichaam. Alles wat hierboven wordt uitgelegd, gebeurt door microscopisch kleine cellen, onzichtbaar voor het blote oog. Hoeveel mensen zijn zich ervan bewust, dat zij zo’n georganiseerd, gedisciplineerd en perfect ‘leger’ in hun eigen lichaam hebben? Hoeveel van hen zijn zich ervan bewust dat zij van alle kanten omgeven zijn door microben die, als zij niet gehinderd worden, ernstige ziekten kunnen veroorzaken met soms de dood tot gevolg? Inderdaad, er zijn vele gevaarlijke microben in de lucht die we inademen, in het water dat we drinken, in het voedsel dat we eten, op het oppervlak dat we aanraken. Terwijl wij er niet van bewust zijn wat er allemaal gaande is, leveren de cellen in ons lichaam een enorme inspanning om ons lichaam te redden van en te beschermen tegen ziektes, waaraan iemand zelfs kan sterven.
De mogelijkheid van alle immuniteitscellen om onderscheid te maken tussen vijandige cellen en lichaamseigen cellen; de mogelijkheid van B-cellen om wapens te maken om de vijand te neutraliseren terwijl zij de vijand nog nooit hebben gezien; hun mogelijkheid om deze mee te nemen zo ver als nodig is, zonder schade toe te brengen aan lichaamscellen; de signaal-ontvangende cellen die hun plicht vervullen zonder enig bezwaar, elk van hen wetende wat te doen; de terugkeer naar hun plaats zonder problemen nadat zij klaar zijn met hun werk, en de mogelijkheid van de geheugencellen: dit zijn slechts enkele van de kenmerkende karakters van dit wonderbaarlijke systeem.
Vanwege al deze redenen is het verhaal van de vorming van het afweersysteem nooit besproken door geen één evolutionistische schrijver.
Het is buitengewoon moeilijk voor een persoon om zonder immuunsysteem te overleven, aangezien hij blootgesteld zal worden aan alle microben en virussen in de wereld om hem heen. Vandaag de dag kunnen zulke personen slechts overleven in een speciaal ontworpen, afgesloten en geconditioneerde ruimte, die deze mensen volledig afsluiten van de buitenwereld. Daarom is het onmogelijk voor een persoon zonder een immuunsysteem, te overleven in een primitieve omgeving. Dit leidt ons naar het feit dat een buitengewoon complex systeem, zoals het afweersysteem, alleen maar kan bestaan door in één keer te zijn gecreëerd met al zijn elementen.
Het spijsverteringsstelsel
Ademhalen, eten, wandelen etc. zijn heel normale menselijke functies. Maar de meeste mensen denken niet na over hoe deze basisacties plaatsvinden. Bijvoorbeeld; wanneer een persoon fruit eet, denkt hij niet na over hoe het bruikbaar gemaakt wordt voor het lichaam. Het enige waar hij aan denkt, is het eten van een gezonde maaltijd; op hetzelfde moment is zijn lichaam verwikkeld in een onvoorstelbaar gedetailleerd proces, dat deze maaltijd omzet in een gezondheid gevend iets. Het is werkelijk een systeem ontworpen tot in het kleinste detail.
Het spijsverteringsstelsel, waar deze gedetailleerde processen plaats vinden, begint te functioneren zodra een stukje voedsel in de mond komt. Betrokken in het systeem, meteen in het begin, is het speeksel, dat het voedsel bevochtigt en zo het vermalen door de tanden vergemakkelijkt, waarna het door de slokdarm naar beneden glijdt. De slokdarm transporteert het voedsel naar de maag, waar een perfect evenwicht aanwezig is. Hier worden eiwitten afgebroken door pepsine, die dat alleen kunnen doen door het in de maag aanwezige zoutzuur dat helpt het voedsel zacht te maken. Dit zuur is zo sterk dat het niet alleen het voedsel kan oplossen, maar ook de maagwand. Natuurlijk is zo’n gebrek niet veroorloofd in dit perfecte systeem. De cellen van de maagwand worden beschermd door de voortdurende vorming van een laagje kleverig slijm. Dit slijm beschermt de maagwand tegen het vernietigende effect van het zoutzuur. Zo is de maagwand beschermd om te voorkomen dat het zichzelf vernietigt.
De rest van het spijsverteringssysteem is net zo ontworpen. De bruikbare en waardevolle voedingsstoffen worden afgebroken als resultaat van een doelmatige enzymordening in het spijsverteringssysteem en door de efficiënte wijze waarop de darmwand ze uit de darmholte absorbeert. De binnenkant van de darmwand is geplooid (plooien van Kerckring) om het oppervlak te vergroten en de darmwand is bedekt met uiterst kleine vingervormige uitsteeksels (villi) waardoor het oppervlak nog meer vergroot wordt. Boven op de cellen, boven aan de villi, zijn microscopisch kleine uitstulpingen, microvilli genaamd. Deze uitstulpingen functioneren als pompjes om de voedingsstoffen te absorberen. De door de ‘pompjes’ geabsorbeerde voedingsstoffen worden opgenomen in de omliggende bloedsomloop, wat op zich ook een zeer complex en wonderbaarlijk geheel is.
Het punt dat hier de aandacht verdiend, is dat de evolutie dit systeem, hierboven in het kort uitgelegd, op geen manier kan verklaren. Evolutie beweert dat de complexe organismen van hedendaags, zich ontwikkeld hebben van primitieve wezens, ten gevolge van geleidelijke opeenstapeling van kleine structurele veranderingen. Maar, zoals al eerder verklaard, kan het systeem in de maag in geen geval stap voor stap gevormd zijn. De afwezigheid van zelfs één factor, heeft de dood van het organisme tot gevolg.
Wanneer het voedsel aankomt in de maag, verwerven de maagsappen zich de mogelijkheid om het af te breken als resultaat van enkele chemische veranderingen. Nu, stelt u zich eens een levend wezen voor, in het zogenaamde evolutieproces, dat niet in staat is om zo’n geplande chemische omzetting te laten plaatsvinden. Dit levend wezen is niet in staat om het voedsel wat het gegeten heeft te verteren, en het zal sterven van de honger met een hoeveelheid onverteerd voedsel in zijn maag.
Bovendien, tijdens de afscheiding van dit oplossend zuur, moet de maagwand gelijktijdig het slijm produceren om de maagwand tegen dit zuur te beschermen. Anders zal het zuur in de maag, de maag vernietigen. Daarom, om het leven te laten voortduren, moet de maag beide vloeistoffen (zuur en slijm) op hetzelfde moment afscheiden. Dit toont aan dat het niet stap voor stap – toevallig – ontwikkeld is, maar dat een bewuste schepping, met alle systeembenodigdheden om het systeem goed te laten verlopen, heeft plaatsgevonden.
Wat dit allemaal aantoont is dat het menselijk lichaam lijkt op een gigantische fabriek, opgebouwd uit vele kleine machines die samenwerken in perfecte harmonie. Net zoals elke fabriek een ontwerper, een technicus en bouwers heeft, heeft ook het menselijk lichaam een Verheven Schepper.
Een half ontwikkeld oog kan niet zien
Wat komt er als eerste in u op, als u het woord ‘oog’ hoort? Bent u zich ervan bewust dat de mogelijkheid om te zien, één van de meest cruciale dingen in het leven is? Zelfs als u zich ervan bewust bent, heeft u er al eens over nagedacht welke tekenen uw ogen nog meer vertonen? Het oog lijkt te zijn ontworpen en wel op zo’n manier die geen telescoopbouwer zou kunnen verbeteren. Een oog voert zo’n 10 miljard berekeningen per seconde uit.
Het oog is één van de meest duidelijke stukjes bewijs dat levende wezens zijn geschapen. Alle organen om te zien, ook de dierlijke en menselijke ogen, zijn uitermate opvallende voorbeelden van een perfect ontwerp. Dit buitengewone orgaan is zo overweldigend complex, dat het zelfs het meest ontwikkelde apparaat ter wereld overtreft.
Als alle onderdelen van het oog samen aanwezig zijn, en samenwerken in harmonie, dan pas kan het oog zien. Bijvoorbeeld, als een oog zijn ooglid zou missen, maar verder zijn alle andere onderdelen wel aanwezig, zoals de lens, het hoornvlies, pupil, bindvlies, netvlies, iris, kanaal van Cloquet, ciliairspieren, traanklieren en nog enkele andere onderdelen meer, dan nog zou het oog zwaar beschadigd zijn en het oog zal snel zijn mogelijkheid tot zien verliezen. Of, als alle organellen aanwezig zouden zijn, maar de traanproductie zou stoppen: het oog zou in dit geval snel uitdrogen en blind worden. Ook het feit dat er ‘plotseling en per toeval’ twee gaten in de schedel zijn gekomen om plaats te maken voor de ‘in de toekomst’ te ontwikkelen ogen, en dat er langzaam ‘stap voor stap’ draadjes zijn gaan groeien van de hersenen naar de ogen, en dat die gaten symmetrisch aan de voorkant van het hoofd zijn ontstaan en niet asymmetrisch boven en achter op ons hoofd onder onze haren, is zelfs met veel fantasie niet voor te stellen.
De ‘serie van toevalligheden’, verondersteld door de evolutionisten, verliest al zijn inhoud tegen de complexe structuur van het oog. Het is onmogelijk het bestaan van het oog uit te leggen, anders dan een kwestie van een speciale schepping. Het oog bestaat uit gecompliceerde, afzonderlijke segmenten, die samen een complex systeem vormen en, zoals hierboven besproken, moeten alle individuele segmenten op hetzelfde moment tot bestaan zijn gekomen. Het is onmogelijk voor een half ontwikkeld oog, om te functioneren op ‘halve capaciteit’.
In zo’n situatie kan de handeling ‘zien’ niet plaatsvinden. Een evolutionistische wetenschapper geeft toe, naar aanleiding van deze waarheid: “De gemeenschappelijke eigenschap van ogen en vleugels is dat zij alleen kunnen functioneren als zij volledig zijn ontwikkeld. Met andere woorden, een half ontwikkeld oog kan niet zien; een vogel met half gevormde vleugels kan niet vliegen.” [Bilim ve Teknik Magazine (Science and Technology Magazine), vol. 203, p. 25.] In dit geval zien we alweer de heel belangrijke vraag: wie schiep alle segmenten van het oog in één keer? De bezitter van ogen, is duidelijk niet degene die de beslissing neemt hoe de ogen gevormd moeten worden. Het is uiteraard onmogelijk voor een wezen, dat aan het begin staat van de ‘evolutie’, dat geen kennis heeft van wat zien is en verstoken is van het verlangen naar een orgaan om te zien, om iets aan zijn lichaam toe te voegen. Kortom, we dienen het bestaan van een Bezitter van superieure Kennis te accepteren, Die levende wezens geschapen heeft met zintuigen zoals zien, horen enz. Een andere bewering is dat onbewuste cellen functies verkregen die bewustzijn behoeftig zijn, zoals zien en horen. Ze zouden deze functies door hun eigen behoefte en moeite verkregen hebben. Het is duidelijk dat dit onmogelijk is. In de Qor-aan staat vermeld dat de mogelijkheid tot het ‘zien’ aan levende wezens geschonken is door Allah de Verhevene (Nederlandstalige interpretatie): “Zeg: ‘Hij (Allah) is Degene Die jullie geschapen heeft en voor jullie het gehoor en het gezichtsvermogen en de harten (gevoel, intellect) gemaakt heeft. Zelden zijn jullie dankbaar (voor de zegeningen die Allah jullie geschonken heeft)!’” [Soerat al-Moelk (67), aayah 23.] (Klik op onderstaande afbeelding om het vergroot weer te geven. Tip: gebruik de afbeelding voor da’wah.)
Hoe herkennen cellen elkaar?
Tijdens het voortgezet onderwijs leren we allemaal over de vorming van het menselijk lichaam. We weten dus allemaal dat het embryo, wat in eerste instantie slechts een stukje vlees is, na een bepaalde tijd verandert in een lichaam. Tijdens dit proces beginnen de cellen zich te onderscheiden. Sommige vormen armen, andere inwendige organen en weer andere vormen ogen. Elke cel weet waar hij naartoe moet, welk orgaan het zal vormen, hoeveel het zich moet vermenigvuldigen en wanneer het moet stoppen. Hoe dan ook, het onderstaande informeert ons over een ander ontzagwekkend aspect van de ontwikkeling van het embryo.
Als we van een embryo de cellen, die behoren tot verschillende organen, scheiden – onder voorwaarde dat we in de omgeving de hoeveelheid calcium verminderen – en deze verschillende cellen grondig mixen in een geschikt milieu, dan zullen de cellen, als zij elkaar tegenkomen, WETEN welke cel wat is en de cellen van hetzelfde orgaan zullen afzonderlijke groepen vormen. (Prof. Dr. Ahmet Noyan, Physiology in Life and In the Field of Medicine, Meteksan Publishing, Ankara, 1998, Edition 10, p. 40.)
Met andere woorden; als we eerst de cellen van elkaar scheiden en dan weer bij elkaar brengen, zullen de cellen die hetzelfde orgaan vormen elkaar herkennen en zich herenigen. Hoe kunnen deze cellen, ongeacht of zij van de hersenen, zenuwstelsel, ogen of oren zijn, elkaar herkennen? Hoe kunnen deze schepseltjes zonder bewustzijn of kennis, die slechts verzamelingen zijn van moleculen, díe cellen selecteren die dezelfde eigenschappen hebben?
Hoe weten zij dat zij later zullen samenkomen en samen hetzelfde orgaan zullen vormen? Wat is de bron van dit grote bewustzijn van onbewuste moleculen?
De bron van dit bewustzijn is God, de Heer van alle werelden, Die het gehele universum geschapen heeft uit niets.
Het oor: nutteloze en onlogische veranderingen
We hebben nu slechts vier wonderbaarlijke voorbeelden op eenvoudige wijze uiteengezet. In feite zijn de genoemde voorbeelden veel gecompliceerder en vinden er veel meer complexe processen plaats. Maar ze tonen alle vier aan dat ze niet stapsgewijs, maar in één keer moeten zijn ontstaan.
Laten we tot slot een vluchtige blik werpen op het menselijk oor. Als we kijken naar het oor, zien we dat het oor bestaat uit vele onderdelen, zoals het trommelvlies, de hamer, het aambeeld, de stijgbeugel en het orgaan van Corti (een verzameling van zo’n 15.000 gespecialiseerde zintuigcellen). Wat is het nut om ‘per toeval’ een onderdeel te vormen dat alleen niet werkt, dat op zichzelf geen nut heeft!? Het is zeer onlogisch dat er een trommelvlies wordt gevormd, zonder dat bijvoorbeeld het orgaan van Corti aanwezig is. Zonder één van deze segmenten werkt het oor niet, het is nutteloos. Het gehoor werkt pas wanneer alle onderdelen volledig ontwikkeld zijn. Is het dan een opeenhoping van vele op zichzelf nutteloze, onlogische en toevallige veranderingen? Of is het een volmaakte schepping in één keer van Allah de Almachtige?
Wat was er het eerst, de kip of het ei? Zonder kip, geen ei. Is er geen ei, dan is er ook geen kip. Of zijn de kip en het ei een volmaakte schepping van Allah, de Alwetende, de Alwijze?
“U laat de nacht overgaan in de dag en U laat de dag overgaan in de nacht, en U brengt het levende voort uit het dode en U brengt het dode voort uit het levende…” [Soerat Aal ‘Imraan (3), aayah 27.]
Aldus schept Hij de plant uit het zaad en het zaad uit de plant; Hij schept het ei uit de kip en de kip uit het ei; Hij schept de mens uit het sperma en het sperma uit de mens… enzovoort. (Tefsier Ibn Kethier.)
Wonderen rondom ons
Hiervoor is gewezen op het feit dat de voorgaande hoofdstukken op vrij eenvoudig wijze zijn uiteengezet, terwijl deze processen vele malen complexer zijn. Hetgeen volgt in de volgende hoofdstukken is zelfs nog gecompliceerder. Er zijn werkelijk te veel wonderen om ons heen om op te noemen. Het was dan ook heel moeilijk om een keuze te maken welke we moesten noemen in dit boek. Miljoenen soorten planten en dieren die aanwezig zijn in deze wereld, dienen als bewijs voor het bestaan en de macht van onze Schepper, Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle.
Al deze schepselen, waarvan er enkele in dit artikel worden beschreven, verdienen het om individueel nader onderzocht te worden. Zij hebben allen een andere lichaamsbouw, unieke manieren van voeden, verschillende verdedigingssystemen en interessante methoden om zich voort te planten. Jammer genoeg is het niet mogelijk om al deze levende wezens met al hun kenmerken te beschrijven in één boek. Een encyclopedie van vele delen is zelfs niet voldoende voor deze taak.
Hoe dan ook, zelfs de enkele voorbeelden die wij zullen bespreken zullen voldoende zijn om te bewijzen dat leven op aarde in geen geval verklaard kan worden door toevalligheden of het samenvallen van verschillende onafhankelijke gebeurtenissen.
Termietenheuvels
Iedereen zal verbaasd zijn bij het zien van een termietenheuvel, opgericht vanuit de grond door termieten. Deze nesten zijn wonderbaarlijke bouwkundige hoogstandjes, met een hoogte van wel 5 tot 6 meter. Als men de grootte van de termiet vergelijkt met de grootte van zijn nest, zal men zien dat de termiet succesvol erin geslaagd is een bouwwerk te bouwen dat vele malen groter is dan zichzelf. Maar wat nog meer verbijsterend is, is dat termieten blind zijn.
Iemand die nog nooit de enorme nesten van de termieten gezien heeft, zal waarschijnlijk denken dat ze gemaakt zijn van op elkaar gestapelde zandhopen. Een termietennest bewijst dat het een prachtig ontwerp is, niet vatbaar voor het menselijk verstand: het nest bevat elkaar kruisende tunnels, gangen, ventilatiesystemen, speciale schimmelkweekvelden en vluchtwegen. Als men duizend blinde mensen zou verzamelen en ze zouden beschikken over technisch gereedschap, dan nog zouden ze niet in staat zijn een soortgelijk bouwwerk te bouwen als een termietenkolonie. Denk eens na: hoe kan een termiet met een lengte van zo’n 1 á 2 cm de architectuur en technische informatie opgedaan hebben om zo’n subtiel ontwerp te maken? Hoe kunnen duizenden blinde termieten het voor elkaar krijgen om in harmonie samen te werken; om samen een constructie te bouwen dat een artistiek wonder is? Als u een termietenheuvel door midden zou delen tijdens de eerste fasen om tot zo’n subtiel ontwerp te komen, en dan weer bij elkaar brengt, dan zult u zien dat alle gangen, kanalen en wegen precies op elkaar passen. Hoe kan dit wonderbaarlijke feit verklaard worden?
De conclusie die men dient te trekken uit dit voorbeeld is dat Allah (Verheven en Glorieus is Hij) alle levende wezens in hun unieke vorm gecreëerd heeft, zonder voorafgaand voorbeeld. Zelfs één termietenheuvel is genoeg voor een persoon die nadenkt, om het bestaan van Allah de Verhevene te bevatten en te geloven dat Hij Degene is Die alles geschapen heeft.
Van rups tot vlinder
Als u 450 tot 500 eitjes zou hebben en u zou ze moeten bewaren, wat zou u dan doen? Het verstandigste voor u zou zijn om maatregelen te treffen om te voorkomen dat ze overal verspreid zouden raken, door bijvoorbeeld de wind of andere omgevingsinvloeden. Behorende tot de schepsels die het grootste aantal eieren legt in één keer (450-500), gebruikt de zijderups een heel intelligente manier om haar eitjes te beschermen: zij verbinden de eieren met een viskeuze substantie (draad) die zij uitscheiden en zo voorkomen zij dat de eieren overal verspreid raken. De rupsen die uit hun eitjes komen, gaan als eerste op zoek naar een veilige tak voor zichzelf en dan binden zij zich vast aan die tak met dezelfde draad. Zij spinnen hierna een cocon om zichzelf heen met de draad die zij afscheiden, om hun eigen ontwikkeling te bevorderen. Het duurt voor een rups, die recentelijk zijn ogen geopend heeft, 3 tot 4 dagen om dit proces te voltooien. Tijdens deze periode maakt de rups duizenden omwentelingen en produceert het een draad met een gemiddelde lengte van 900 tot 1500 meter lang. (Larousse Dictionary and Encyclopedia, Vol. II, p. 5734.) Aan het eind van dit proces, begint het aan een nieuwe taak, waardoor het een metamorfose ondergaat en verandert in een sierlijke vlinder. Noch de actie van de moeder zijderups om haar eieren te beschermen, noch het gedrag van een kleine rups verstoken van enig bewustzijn, opleiding of kennis, kan verklaard worden door de evolutietheorie. Ten eerste is de mogelijkheid van de moeder om de draad te produceren, die ze gebruikt om de eitjes te beschermen, wonderbaarlijk. Dat de pasgeboren rupsjes de meest geschikte omgeving weten te vinden voor zichzelf, dat ze vervolgens een cocon spinnen, een metamorfose ondergaan en dat ze door deze metamorfose komen zonder problemen, dit valt buiten het menselijke bevattingsvermogen.
Het is om deze reden dat wij simpelweg kunnen zeggen, dat ze in deze wereld worden geboren met voorkennis over wat te doen om te overleven, wat betekent dat al deze dingen al onderwezen zijn voordat ze geboren zijn. (Klik op onderstaande afbeelding om het vergroot weer te geven.)
Laat ons dit verduidelijken met een voorbeeld. Wat zou u denken als u een pasgeboren baby zou zien, die een paar uur na zijn geboorte op zou staan en een aantal attributen verzamelt (zoals een dekbed, kussen en het matras), en vervolgens zijn bed opmaakt om er daarna in te gaan liggen? Nadat u bijgekomen bent van de shock, zult u waarschijnlijk denken dat de baby dit op een buitengewone manier onderwezen is in de buik van zijn moeder zodat hij in staat was een dergelijke handeling te verrichten. Het geval van de rupsen is niet anders dan dat van de baby in dit voorbeeld.
Dit leidt ons naar dezelfde conclusie: deze levende wezens komen tot leven, gedragen zich en leven volgens de manier zoals dat vastgesteld is door Allah de Almachtige, Die hen geschapen heeft.
Het vers uit de Koran waarin wordt verklaard dat Allah de Verhevene de honingbij geïnspireerd heeft en hem bevolen heeft om honing te maken, levert een voorbeeld van het grote geheim van de wereld van de levende wezens. Dit geheim is dat alle levende wezens zich hebben neergelegd bij de Wil van Allah en dat zij de levenswijze praktiseren zoals deze door Allah (Glorieus en Verheven is Hij) bepaald is. Dit is waarom de honingbij honing maakt en de zijderups zijde produceert. “En jouw Heer inspireerde (#4) de bij: ‘Neem (bouw) huizen in de bergen en in de bomen en in wat zij (de mensen) bouwen. Eet vervolgens van al de vruchten en volg de onderworpen wegen van jouw Heer (d.w.z. die Hij voor jou bepaalde, vergemakkelijkte).’ Uit hun buiken komt een drank tevoorschijn, verschillend van kleur (afhankelijk van wat de bij eet); daarin is een genezing voor de mensen. Waarlijk, daarin is zeker een aayah (bewijs, teken) voor een nadenkend volk.” [Soerat an-Nah’l (16), aayah 68-69.]
<<< (#4) Dit beduidt het dierlijke instinct waar elk schepsel mee begiftigd is.>>>
De symmetrie in vlindervleugels
Als we kijken naar de vleugels van vlinders, dan zien we een perfecte symmetrie in de vleugels. Deze op kantwerk lijkende vleugels zijn zo versierd met patronen, vlekken en kleuren dat elk van hen lijkt op een kunstwerk.
Als je kijkt naar de vleugels van deze vlinders, zal het je opvallen dat de patronen en kleuren aan beide kanten volledig identiek zijn, hoe complex ze soms ook lijken. Zelfs het kleinste vlekje is aanwezig op beide vleugels, daardoor is het een vlekkeloze orde en symmetrie.
Bovendien, geen van deze kleuren op de dunne vleugels lopen door elkaar, elke kleur wordt scherp gescheiden. Feitelijk worden deze kleuren gevormd door de opstapeling van hele kleine schilfertjes, gegroepeerd op elkaar. Is dit geen wonder hoe deze kleine ‘dakpannetjes’, die heel gemakkelijk verspreid kunnen worden door de lichtste aanraking van uw handen, zo gerangschikt zijn op beide vleugels zonder enige fout in hun ordening zodat zij exact dezelfde patronen produceren? Zelfs de verplaatsing van een enkele schilfer zou de symmetrie in de vleugels vernietigen en hun schoonheid schaden. U zult nooit een warboel zien op de vleugels van welke vlinder op aarde dan ook. Zij zijn zo sierlijk en elegant dat het lijkt alsof ze gemaakt zijn door een kunstenaar. En zij zijn inderdaad gemaakt door een Verheven Schepper.
Het dier met de langste nek: de giraffe
De giraffe heeft meerdere verbazingwekkende kenmerken. Een van deze kenmerken is dat de zeer lange nek van de giraffe op slechts zeven wervels staat, net als bij alle andere zoogdieren. Een ander bijzonder feit over de giraffen is dat zij geen enkel probleem hebben om het bloed omhoog te pompen naar hun hersenen, boven aan hun lange nek. Als u hier even over nadenkt, moet het u opvallen hoe moeilijk het moet zijn om het bloed zo hoog te pompen. Maar de giraffe heeft hier geen enkel probleem mee; zijn hart is zo gevormd, dat het het bloed zo hoog als nodig is kan pompen. Dit stelt hem in staat om zonder moeite met zijn leven door te gaan.
Toch kampen zij met één probleem tijdens het drinken van water; in wezen zou de giraffe elke keer als hij naar beneden buigt om water te drinken, moeten sterven door te hoge bloeddruk. Maar het perfecte systeem in hun nekken sluit elk risico volledig uit: als zij buigen, worden de kleppen in hun nekvaten gesloten, waardoor er wordt voorkomen dat er een overschot bloed naar hun hersenen stroomt.
Er bestaat geen twijfel over het feit dat de giraffe deze kenmerken niet heeft verworven door ze te plannen in overeenstemming met zijn behoefte. Het is zelfs nog onaannemelijker dat deze vitale kenmerken door de tijd heen gevormd zijn, door middel van een geleidelijk ontwikkelingsproces. Een pompsysteem om het bloed naar de hersenen te transporteren én een kleppensysteem om hoge bloeddruk te voorkomen tijdens het bukken om water te drinken, zijn van wezenlijk belang voor de giraffe om te blijven leven. Als één van deze kenmerken afwezig zou zijn, of niet naar behoren zou werken, dan zou het voor de giraffe onmogelijk zijn te overleven.
De enige conclusie waartoe wij kunnen komen uit dit alles, is dat de diersoort ‘giraffe’ in deze wereld geboren is met alle essentiële eigenschappen om te leven. Het is onmogelijk voor een niet-bestaand wezen de vorming van zijn lichaam te beheersen en bewust de noodzakelijke eigenschappen te verwerven. Aldus bewijzen de giraffen onomstotelijk dat zij geschapen zijn als een bewuste schepping van Allah de Verhevene.
Zeeschildpadden
De in de oceaan levende zeeschildpadden zoeken al schommelend in de drukke menigte een weg naar het strand wanneer het tijd is om zich voort te planten. Het is niet zomaar een strand. Het strand waar zij aankomen om zich voort te planten, moet het strand zijn waar zij zelf zijn geboren. (Maurice Burton, C.B.P.C. Publishing Limited, Encyclopedia of Animals, Reptiles, p. 120.) Soms moet een zeeschildpad een afstand afleggen van meer dan 800 kilometer om de plek van bestemming te bereiken. Een lange en moeilijke reis verandert de situatie niet. Zij zullen hoe dan ook het strand waar zij zijn geboren en waar ze nu zelf het leven zullen schenken aan hun nakomelingen, bereiken, inshaa-a Allaah (als God het wil).
Het is onverklaarbaar hoe een levend wezen zijn weg terug kan vinden naar hetzelfde strand waar het 20 tot 25 jaar geleden zelf van vertrokken is. (Ibid, p. 120.) Het is al helemaal buitengewoon hoe de zeeschildpad de weg kan vinden in de diepte van de oceaan waar heel weinig licht doordringt en dan het juiste strand herkent uit de talrijke vergelijkbare stranden.
Tenslotte zullen duizenden reizigers zonder kompas elkaar ontmoeten op hetzelfde strand, op hetzelfde tijdstip. Aanvankelijk een mysterie; de redenen die ten grondslag liggen aan deze vasthoudende ontmoeting waren een grote verassing toen ze uiteindelijk bekend werden. Aangezien schildpadden weten dat hun nakomelingen niet zullen overleven in de zee, begraven zij hun eieren onder het zand op het strand. Maar waarom gaan zij allen op dezelfde tijd naar hetzelfde strand? Zullen de pas uitgekomen jongen niet overleven als ze hetzelfde zouden doen op verschillende tijden en op verschillende stranden? Diegene die onderzoek hebben gedaan naar dit onderwerp, werden geconfronteerd met een hele interessante situatie. De duizenden nakomelingen onder het zand dienen namelijk een aantal indrukwekkende obstakels te overwinnen nadat zij hun ei gebroken hebben met de harde bult op hun kop. De pas uitgekomen jongen, met een gemiddeld gewicht van 31 gram, kunnen het zand boven hen niet weggraven in hun eentje en allen helpen elkaar. Wanneer op het strand de duizenden pas uitgekomen jongen beginnen te graven, komen zij tot het zandoppervlak in enkele dagen. Maar, voordat zij op het zandoppervlak te voorschijn komen, wachten zij een tijdje, tot het vallen van de avond. Dit omdat er overdag gevaar dreigt en zij ten prooi kunnen vallen aan roofdieren. Bovendien zou het behoorlijk moeilijk voor hen zijn om over het door de zon verzengende zand te kruipen. Wanneer de nacht valt, komen zij, na het graafproces beëindigd te hebben, van onder het zand tevoorschijn. Ofschoon het donker is, haasten zij zich naar de zee en vertrekken zij van het strand om daar weer zo’n 20 – 25 jaar later terug te keren.
Het is onmogelijk voor deze pas uitgekomen jongen, te weten dat zij hun weg naar boven moeten graven, nadat zij uit hun ei zijn gekropen en dat ze vervolgens moeten wachten op een bepaalde afstand van de zee. Het is in geen geval mogelijk voor hen te weten, terwijl zij onder het zand begraven zijn, of het nu dag of nacht is; dat er roofdieren bestaan; dat zij aan hen ten prooi kunnen vallen; dat het zand ontzettend heet is vanwege de zon; dat deze hitte hen kan schade en dat zij zich naar de zee moeten haasten. Hoe kan dit welbewuste gedrag zijn ontstaan?
Het enige antwoord op deze vraag is dat deze pas uitgekomen jongen op de één of andere manier zijn ‘geprogrammeerd’ om zich op deze manier te gedragen, wat betekent dat hun Schepper een instinct in hen heeft doen ontstaan dat hen helpt hun leven te beschermen.
“Waarlijk, in de hemelen en de aarde zijn zeker aayaat (bewijzen, tekenen) voor de gelovigen. En in jullie schepping (jullie lichamen) en wat Hij aan (levende) wezens verspreid heeft (op aarde) zijn aayaat (bewijzen, tekenen) voor een overtuigd volk.” [Soerat al-Djaathiyah (45), aayah 3-4.]
De bombardeerkever
De bombardeerkever is een insect waar enorm veel onderzoek naar verricht is. De eigenschap die dit insect zo populair maakt, is dat het gebruik maakt van chemische stoffen om zichzelf te beschermen tegen zijn vijanden.
Tijdens momenten van gevaar spuit deze kever waterstofperoxide en hydrochinon, wat opgeslagen is in zijn lichaam, naar zijn vijand om zo zichzelf te beschermen. Voorafgaand aan het gevecht maken gespecialiseerde klieren, de zogenaamde afscheidingskwabben, een heel geconcentreerd mengsel van deze twee chemicaliën. Dit mengsel is opgeslagen in een apart blaasje, de opslagkamer genaamd. Dit blaasje staat in verbinding met een tweede ruimte, de explosiekamer. De twee ruimtes worden van elkaar gescheiden gehouden door een sluitspier. Op het moment dat het insect in gevaar is, knijpt het de spieren, die om de opslagkamer liggen samen, terwijl op hetzelfde moment de sluitspier wordt ontspannen. Het chemische mengsel wordt vanuit de opslagkamer overgebracht naar de explosiekamer. Een grote hoeveelheid warmte komt vrij en een verdamping vindt plaats. De vrijgekomen damp en het waterstofgas oefenen een druk uit op de wanden van de explosiekamer en het chemische mengsel wordt naar de vijand gespoten door een kanaaltje dat het chemische mengsel uit het lichaam van de kever leidt. (Michael J. Behe, Darwin’s Black Box, New York: Free Press, 1996, p. 232-233.)
Het is nog altijd een mysterie voor onderzoekers hoe een insect zo’n krachtig systeem kan dragen in zichzelf, dat sterk genoeg is om een chemische reactie teweeg te brengen dat gemakkelijk enorme schade kan aanrichten en dat dit systeem in deze kever zo geïsoleerd is, waardoor de kever veilig is voor het effect van dit systeem. Er bestaat geen twijfel over het feit dat het bestaan en de werking van dit systeem te gecompliceerd is om door het insect zelf te zijn verkregen. Het is nog steeds een onderwerp van discussie hoe de bombardeerkever zo’n systeem laat werken in zijn ongeveer 2 cm. kleine lichaam, terwijl menselijke experts dit alleen voor elkaar krijgen in enorme laboratoria.
De enige duidelijke waarheid is dat dit insect een concreet voorbeeld is van het weerleggen van de evolutietheorie, omdat het onmogelijk is dat dit complexe chemische systeem gevormd is door een serie van toevallige variaties en toevallige veranderingen die doorgegeven zijn aan toekomstige generaties. Zelfs een klein gebrek of foutje in dit systeem maakt het kleine kevertje defensieloos, zodat het óf wordt opgegeten door een vijand, óf het blaast zichzelf op. Daarom is de enige verklaring dat dit chemische wapen in het insectenlichaampje tot bestaan is gekomen, met al zijn onderdelen, in één keer en zonder mankement.
Het spijsverteringsstelsel van de koe
Koeien eten moeilijk verteerbaar voedsel (plantaardig materiaal, zoals gras). Om het goed te kunnen verteren bestaat hun maag uit vier onderdelen. Na het kauwen gaat het voedsel via de slokdarm naar het spijsverteringsstelsel. Dit bestaat bij koeien (en bij andere herkauwers) uit vier onderdelen: het voedsel komt eerst in de pens (de eerste voormaag), vervolgens in de netmaag (de tweede voormaag), dan weer in de bek om te herkauwen, waarna dezelfde cyclus nogmaals wordt doorlopen; de volgende maagafdeling is de boekmaag (de derde voormaag) en de vierde is de lebmaag. Deze laatste is met de enkelvoudige maag van andere dieren te vergelijken. Daarna gaat de brij naar de darmen. Het darmstelsel bestaat uit twee onderdelen en wel de dunne darm en de dikke darm.
De pens
De pens is de eerste voormaag van herkauwers waarin het voedsel, afkomstig uit de slokdarm, door bacteriën en eencelligen wordt aangetast (vooral afbraak van cellulose). De pens geeft het voedsel door aan de netmaag en daarna wordt het voedsel nogmaals in de bek gebracht en vermalen. Vervolgens komt het voor een tweede keer in de pens terecht.
De netmaag
Dit is de tweede voormaag van herkauwers. Het ontvangt voedsel vanuit de pens, kneedt en verdeelt de voedselbrij in balletjes. Deze worden via de slokdarm teruggevoerd naar de bek om te worden herkauwd. Is het voedsel fijn genoeg, dan vloeit het via de slokdarmgleuf naar de boekmaag.
De boekmaag
De laatste van de drie voormagen van herkauwers staat via de slokdarmgleuf in verbinding met de netmaag (de tweede voormaag). Het onttrekt water aan de spijsbrij en brengt het voedsel in de lebmaag.
De lebmaag
De lebmaag is het laatste deel van de maag van herkauwers en is te vergelijken met de maag van andere zoogdieren. Het produceert maagsap dat enzymen bevat voor voedselvertering (vooral van eiwitten en vetten).
De darmen
Deze maken deel uit van het spijsverteringskanaal, bestaande uit een dunne en een dikke darm. De functie van de dunne darm is de vertering van het voedsel met behulp van sappen, enzymen en andere hulpstoffen afkomstig van de darmwand, alvleesklier en de galblaas. Verder vindt er opname van verteringsproducten, vitaminen en mineralen door de darmwand plaats. Al deze stoffen worden opgenomen in het bloed die het door het hele lichaam transporteert. In de dikke darm vindt opname van water plaats waardoor de spijsbrij steeds verder wordt ingedikt. De onverteerde voedselresten blijven opgeslagen in de dikke darm tot ze uit het lichaam worden verwijderd (mest).
Toeval?
Het is een zeer vreemde gedachte dat dit spijsverteringsstelsel per toeval is ontstaan. Want wat at de koe voordat het vier magen had? Waarom vier magen en niet één supermaag? Als de koe eerst voedsel at wat door één maag verteerd kon worden, waarom is het voedsel gaan eten dat niet door één maag verteerd kon worden? Als de koe gedwongen zou zijn om zijn dieet aan te passen, hoe heeft hij de periode overleefd tot de vier magen ‘klaar’ waren?
“En waarlijk, in het vee is zeker een les voor jullie…” [Soerat an-Nah’l (16), aayah 66.]
Camouflage
Een van de verdedigingsstrategieën van dieren is camouflage. Sommige dieren hebben de bijzondere bescherming door hun lichaamsstructuur en kleuring, die volledig zijn aangepast aan hun natuurlijke omgeving.
De lichamen van deze levende wezens zijn zo in harmonie met hun omgeving, dat wanneer je hen ziet je niet kunt zeggen of het een plant of dier is, noch kan je hen onderscheiden van hun omgeving. Bijvoorbeeld de ongelofelijke gelijkenis van een insect op een blad, helpt hem bijvoorbeeld te ontsnappen aan de waarneming door zijn vijand. Het is duidelijk dat dit kleine diertje zijn lichaam niet zelf heeft doen lijken op een blad. Misschien is hij zichzelf niet eens bewust dat hij wordt beschermd doordat hij lijkt op een blad. Hoe dan ook, de camouflage is zo handig dat het gemakkelijk gezien wordt als een tactische, speciaal geplande bescherming die geschapen is.
Valse ogen
Er zijn enkele ongelofelijke, onvoorstelbare en interessante verdedigingsmethoden in het dierenrijk. Een van deze methoden is die van de valse ogen. Verschillende vlinders, rupsen en vissoorten overtuigen hun vijanden met deze valse ogen dat zij ‘gevaarlijk’ zijn. De vlinders openen hun vleugels zodra zij gevaar bespeuren en zij tonen hun vleugels met daarop een paar valse ogen, welke behoorlijk dreigend overkomen op hun vijanden.
Laten we even onze tijd nemen om hierover na te denken: kunnen deze buitengewoon overtuigende ogen het resultaat zijn van toeval? Hoe weet de vlinder dat een paar schrikaanjagende ogen tevoorschijn komt als het zijn vleugels opent en dat dit uiterlijk zijn vijand beangstigt? Heeft de vlinder toevallig dit patroon op zijn vleugels gezien en is hij er zelf door geschrokken, waarna hij heeft besloten dat dit patroon beangstigend is en dat hij dit kan gebruiken in momenten van gevaar? Zo’n overtuigend patroon kan alleen het resultaat zijn van een bewust ontwerp, niet van toeval. Bovendien is het in geen geval mogelijk te denken dat de vlinder zich bewust is van de patronen op zijn vleugels en deze verdedigingstactiek zelf ontdekt heeft. Het is duidelijk dat Allah de Almachtige, Die de vlinder geschapen heeft, zo’n patroon op het lichaam van de vlinder geplaatst heeft aan de vlinder en het dier heeft doen ontstaan met het instinct om deze gave te gebruiken tijdens momenten van gevaar.
Waterlelies
De bloemen op aarde worden door de meeste mensen beschouwd als een alledaags iets, ondanks hun perfectie. Omdat men gewoon is om ze elke dag en overal te zien, weerhoudt de gewoonte de mensen ervan om de wonderen der schepping te begrijpen in deze bloemen. Daarom worden bloemen die groeien op een totaal andere plaats, in totaal andere maten en onder totaal andere omstandigheden beoordeeld zonder de ‘kijk der gewoonte’ en helpen zij ons om het bestaan van Allah de Almachtige te begrijpen.
De Victoria amazonica (Amazonewaterlelie), die groeit in de modderige bodem van de rivier de Amazone, is interessant genoeg om het begrip ‘gewoon’ bij de mensen weg te nemen, omdat zij niet leven op de manier die mensen gewend zijn en die ze elke dag kunnen waarnemen.
Deze planten beginnen te groeien in de modder op de bodem van de rivier (de Amazone) en vervolgens groeien zij uit naar het oppervlak van deze rivier. Het bereiken van het zonlicht is hun doel, wat essentieel is voor hun bestaan. Wanneer zij tenslotte het wateroppervlak bereikt hebben, stoppen zij met groeien en ontwikkelen zij stekelige, ronde knoppen. Deze knoppen ontwikkelen zich in gigantische bladeren die een doorsnede kunnen halen van wel 2 meter in de korte tijd van een paar uur. Deze bladeren hebben een omgekrulde rand waardoor de grote bladeren niet zinken. Zij ‘weten’ dat hoe meer zij het wateroppervlak van de rivier bedekken met hun overvloedige bladeren, des te meer zij gebruik kunnen maken van het zonlicht waardoor zij ruimschoots fotosynthese kunnen uitoefenen. Zij ‘weten’ dat zij het daar op de bodem anders niet zullen overleven, in verband met het tekort aan licht. Het is behoorlijk geniaal voor een plant om zo’n intelligente strategie te gebruiken. Zonlicht alleen is echter niet voldoende voor deze waterlelie. Zij hebben ook zuurstof nodig, en het zal wel duidelijk zijn dat er geen zuurstof aanwezig is in de modderige grond waar hun wortels zich bevinden. Dat is de reden waarom de waterlelie stengels ontwikkelt vanuit haar wortels, omhoog reikend naar het wateroppervlak waar haar bladeren drijven. Soms groeien deze stengels tot een lengte van 11 meter. Zij zijn verbonden aan de bladeren en functioneren als zuurstoftransportbuisjes tussen de bladeren en de wortels. (David Attenborough, The Private Life of Plants, Princeton University Press, 1995, p. 291.)
Hoe kan een knop, die in de diepte van een rivier bezig is aan zijn ontwikkelfase, weten dat hij zuurstof en zonlicht nodig heeft om te overleven, en dat hij met de afwezigheid van beide zal uitsterven en dat alles wat hij nodig heeft aanwezig is aan het wateroppervlak? Een wezen dat pas tot leven is gekomen, is zich noch bewust dat het water een einde heeft, noch van het bestaan van de zon en zuurstof.
Als het tot stand komen van de waterlelie plaatsgevonden zou hebben volgens het standpunt van de evolutionisten, dan zou deze plant al lang verloren zijn gegaan door de ongunstige omgevingsomstandigheden. Niettemin, waterlelies zijn nog steeds aanwezig heden ten dagen in hun volle perfectie. De ongelooflijke moeite die een waterlelie dient te doen om te overleven gaat door na het bereiken van het wateroppervlak, waar zij eindelijk de nodige zuurstof en het belangrijke zonlicht tot hun beschikking hebben. Zij kunnen doorgaan met leven met deze voorzorgsmaatregelen, toch ‘weten’ zij ook dat dit niet voldoende is voor hun voortplanting. Zij hebben een levend wezen nodig die hun stuifmeel naar een andere waterlelie draagt en dit levende wezen is een kever (coleoptrerans) welke geschapen is met een voorliefde voor de kleur wit. Zij geven de voorkeur aan deze witte waterlelies boven alle andere aantrekkelijke bloemen langs de Amazone rivier. Wanneer een waterlelie bezocht wordt door een kevertje, dan sluit het zijn bloemblaadjes en sluit de kever op en biedt hem overvloedig zijn stuifmeel aan. Na een nacht laat hij de kever weer vrij en de bloem verandert dan van kleur zodat dezelfde kever de bloem niet nog eens bezoekt en hetzelfde stuifmeel weer naar hem terugbrengt. De eens schitterende, puur witte waterlelie gaat hierna, maar dan in het paars, verder met het versieren van de Amazone rivier. Kan zo’n vlekkeloos en voortreffelijk systeem het werk zijn van een onwetende knop? Natuurlijk niet. Het is het werk van de Wijsheid van Allah, Die alles geschapen heeft. Alle details die hier zijn samengevat laten zien dat planten, net zoals alle andere levende wezens in het heelal, tot bestaan zijn gekomen met alle nodige en handige systemen reeds aanwezig en dat ze dit te danken hebben aan hun Schepper.
Al deze levensvormen bewijzen met de bovenvermelde eigenschappen dat zij zijn ‘geschapen’. Als zij door toevalligheden zouden zijn ontwikkeld, zoals de evolutietheorie beweert, dan zouden zij al lang gestorven zijn voordat zij deze buitengewone, samenhangende eigenschappen verworven hadden. Kortom, zij zijn geschapen door Allah de Almachtige met een speciaal ‘ontwerp’, aangepast aan hun levensomgeving en allen begonnen hun leven met alle vitale eigenschappen in zich. Hoeveel voorbeelden heeft de mens nodig om te beseffen dat ook zij zijn geschapen door Allah, de Heer der werelden?
Nogmaals: “En werkelijk, Wij schiepen velen van de djinn (#5) en de mensen voor de Hel. Zij hebben harten waarmee zij niet begrijpen, en zij hebben ogen waarmee zij niet zien, en zij hebben oren waarmee zij niet horen. (#6) Zij zijn zoals het vee. (#7) Nee! Zij dwalen nog meer. Zij zijn het die de onachtzamen zijn (#8).” [Soerat al-A’raaf (7), aayah 179.]
<<< (#5) Djinn: schepsels geschapen van rookloos vuur die in deze wereld ook moeten kiezen tussen goed en slecht, geloof en ongeloof etc. Zie het artikel De wereld van de djinn.>>>
<<< (#6) Hoewel mensen en djinn ogenschijnlijk alle vermogens hebben om na te denken en waar te nemen, hebben zij ze dermate verzwakt (door o.a. de voorkeur te geven aan begeerten) dat deze vermogens niet goed werken, en zij gaan aldus met het hoofd voorover de Hel in. Zij zijn, als het ware, gemaakt of geschapen voor de Hel.>>>
<<< (#7) Wanneer het vee tot iets wordt opgeroepen, voert het een bepaalde opdracht uit, zonder te weten wat de woorden van de oproeper precies inhouden (zij horen immers slechts onbegrijpelijke geluiden). Als men het vee zou oproepen om elkaar b.v. te waarschuwen voor iemand die het naar het slachthuis wil drijven, zou het toch geen gehoor geven. Het vee dat verstandloos is begrijpt die woorden immers niet.>>>
<<< (#8) D.w.z. dat zij geen voordeel halen uit deze zintuigen die Allah de Verhevene maakte voor hen als middelen om leiding te verwerven.>>>
“Waarlijk, degenen die ongelovig zijn, het is voor hen hetzelfde of jij (O Moh’ammed) hen waarschuwt of jij hen niet waarschuwt, zij zullen niet geloven. Allah heeft hun harten en hun gehoor verzegeld en over hun ogen is een bedekking (waardoor zij onontvankelijk worden voor de waarheid). En voor hen is er een geweldige kwelling.” [Soerat al-Baqarah (2), aayah 6-7.]
“Waarlijk, degenen die niet geloven in het Hiernamaals, Wij maakten hun daden schoonschijnend voor hen waarna zij zich blindelings overgeven (aan werelds en materialistisch gewin).” [Soerat an-Naml (27), aayah 4.]
Conclusie
Kan de wind per toeval een vliegtuig vormen? Sir Fred Hoyle (een Brits astronoom en kosmoloog) gaf een opvallend commentaar over het ontstaan van het leven. In zijn boek The Intelligent Universe schreef hij: “De kans dat hogere levensvormen door toeval zijn ontstaan, is te vergelijken met de kans dat een tornado, die over een schroothoop waait, een Boeiing 747 in elkaar zet van de materialen van die schroothoop.” (Nature, 12 November, 1981.) Deze vergelijking van Hoyle is behoorlijk inspirerend. De voorbeelden die we tot nu hebben besproken, wijzen ook uit dat het bestaan van leven en de perfectie van de aanwezige systemen ons ertoe dwingt te kijken naar de grote kracht die hen heeft doen ontstaan. Net zo als een orkaan geen vliegtuig kan produceren door toevalligheden, kan ook het universum niet zijn ontstaan als resultaat van vooruitlopende gebeurtenissen en het bevatten van de extreem complexe structuren daarin. Het is een feit dat het heelal is voorzien van een groot aantal systemen met een oneindig grotere complexiteit dan die van een vliegtuig. (Klik op onderstaande afbeelding om het vergroot weer te geven.)
Alles wat we tot nu toe besproken hebben, confronteert ons met het bewijs van de onberispelijke planning, niet alleen in onze directe omgeving, maar ook in de diepte van de ruimte. Degene die deze tekenen kan bevatten, welke zo zichtbaar en duidelijk zijn dat ze onbetwistbaar zijn voor zowel redenatie als bewustzijn, kan maar tot één conclusie komen; het heelal is geschapen met alle details erin. En Allah de Verhevene, de Schepper van dit vlekkeloze systeem, is Degene Die onbegrensde Macht en Kennis heeft.
“Kijken zij dan niet naar hetgeen voor hen en achter hen is van de hemel en de aarde!? Als Wij willen, laten Wij de aarde met hen wegzakken, of stukken uit de hemel op hen vallen. Waarlijk, daarin is zeker een teken voor elke berouwvolle dienaar.” [Soerat Saba-e (34), aayah 9.]
<<<D.w.z.: wanneer zij (verstandelijk) zouden kijken, zouden zij de hemel voor hen en achter hen zien; en hetzelfde als zij naar de aarde zouden kijken, dan zouden zij het voor hen en achter hen zien. De hemel en de aarde omringen hen. Allah de Almachtige is in staat om wat Hij wil aan kwelling op hen te doen neerdalen vanwege hun ongeloof en loochening van Zijn boodschapper (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) en hun ontkenning van de wederopstanding. (Tefsier H’adaa-ieq ar-Rawh’ wa ar-Rayh’aan fie Rawaabie ‘Oeloemie al-Qor-aan.)>>>
Wetenschappers bevestigen de tekenen van God
Wat we tot nu toe besproken hebben, bewijst ons het bestaan van God, met behulp van de door de moderne wetenschap ontdekte eigenschappen van het heelal etc. Wetenschap leidt ons naar de conclusie dat het heelal een Schepper heeft en deze Schepper is volmaakt in macht, wijsheid en kennis. Door religie kunnen wij God leren kennen. We kunnen daarom zeggen dat wetenschap een methode is om de feiten en werkelijkheden die door de religie behandeld worden, beter te zien, te begrijpen en beter te onderzoeken. Niettemin, vandaag de dag nemen sommige wetenschappers een geheel ander standpunt in. Hun mening is dat uit wetenschappelijke ontdekkingen niet blijkt dat God alles geschapen heeft. Integendeel, zij hebben aan de wetenschap een atheïstische interpretatie gegeven door te zeggen dat je God niet kunt bereiken door wetenschappelijke gegevens. Zij beweren dat wetenschap en religie twee tegenstrijdige begrippen zijn. Feitelijk gezien is deze atheïstische interpretatie zeer recent. Tot een paar eeuwen geleden waren wetenschap en religie onlosmakelijk met elkaar verbonden en dacht men niet dat deze twee begrippen met elkaar in conflict konden komen. Wetenschap werd geaccepteerd als een methode om het bestaan van God te bewijzen. De zogenaamde atheïstische interpretatie van wetenschap floreerde slechts nadat de materialisten en de positivistische filosofie door de wetenschappelijke wereld van de 18de en de 19de eeuw raasden.
In het bijzonder nadat Charles Darwin de evolutietheorie postuleerde in 1859 en zonder bewijs als waarheid aannam. Bepaalde groepen mensen met een materialistische manier van leven begonnen deze theorie ideologisch te verdedigen, welke zij zagen als een alternatief voor religie. De evolutietheorie bepleitte dat het universum niet geschapen was door een Schepper, maar dat alles ontstaan is per toeval – met als resultaat dat men beweerde dat religie in conflict was met wetenschap. De Engelse onderzoekers Michael Baigent, Richard Leigh en Henry Lincoln zeiden over deze kwestie, dat anderhalve eeuw voor Darwin wetenschap nog niet gescheiden was van religie en het in feite een onderdeel van religie was, met als ultieme doel de religie te dienen. Na Darwin kwam de wetenschap los te staan van religie en de wetenschap werd een ‘rivaal’ en ‘alternatief’ van religie. Deze drie onderzoekers concludeerden tenslotte dat de mensheid van toen af aan gedwongen was een keuze te maken tussen die twee. (Michael Baigent, Richard Leigh, Henry Lincoln, The Messianic Legacy, Gorgi Books, London: 1991, p. 177-178.)
Zoals we hierboven verklaard hebben, was de zogenaamde splitsing van wetenschap en religie totaal ideologisch. Sommige wetenschappers die serieus geloofden in materialisme, weidden hun leven aan het bewijzen dat het universum geen schepper heeft en zij kwamen met verschillende theorieën in deze context. De evolutietheorie was de meest bekende en de meest belangrijke van deze theorieën. Ook op het gebied van astronomie werden enkele theorieën ontwikkeld zoals de Steady State-theorie (#9) of de Chaos-theorie (#10). Hoe dan ook, al deze theorieën die de schepping ontkenden, werden door de wetenschap zelf vernietigd zoals we in de voorgaande hoofdstukken duidelijk hebben kunnen zien.
<<< (#9) De Steady State-theorie is een kosmologische theorie die stelt dat het heelal er altijd was en altijd zal blijven uitdijen. Deze theorie is in maart 1948 onafhankelijk van elkaar door zowel Hermann Bondi en Thomas Gold als Fred Hoyle opgesteld als tegenhanger van de Big Bang-theorie uit onvrede met het feit dat er in die theorie een begin (een “scheppingsmoment”) wordt aangenomen.>>>
<<< (#10) Volgens sommige interpretaties zou ‘ons’ universum een bel zijn die (samen met oneindige aantallen andere ‘universa-bellen’) in een multidimensionale ‘chaos’ zweeft.>>>
Evolutionisten steunen niet op de wetenschap, maar op materialistische filosofie en zij verdraaien de wetenschap om het te laten kloppen met deze filosofie. De Amerikaanse evolutiebioloog, geneticus en onmiskenbare evolutionist van de Harvard Universiteit, Richard Lewontin (1929), geeft deze waarheid toe: “Het is niet dat de methoden en wetenschappelijke instituten ons op de één of andere manier dwingen een materiële uitleg van de fenomenale wereld te accepteren. Maar, in tegendeel, dat wij worden gedwongen door onze prioritaire aanhankelijkheid van materiële motieven om onderzoeksapparaten en een reeks van ideeën te creëren waardoor er materiële verklaringen ontstaan, om het even hoe tegenstrijdig, en het maakt niet uit hoe verwarrend het is voor de leek. Bovendien is materialisme absoluut, dus we kunnen een ‘goddelijke voet’ in de deur niet toestaan.” (Richard Lewontin, Billions and Billions of Demons, New York Review of Books, January 9, 1997, p. 28.)
Aan de andere kant zijn er vandaag de dag ook, net als in de geschiedenis, wetenschappers die tegenover de dogmatische materialistische groep staan en die het bestaan van God bevestigen. Zij beschouwen wetenschap als een manier om God te kennen. Sommige trends ontwikkelen zich in de USA, zoals “Creationisme” of “Intelligent Ontwerp”, die met behulp van wetenschappelijke feiten bewijzen dat alle levende dingen zijn geschapen door God.
Dit laat ons zien dat wetenschap en religie geen strijdige bronnen van informatie zijn, maar dat het tegengestelde waar is en dat wetenschap een methode is die de absolute waarheden bevestigt die door religie voorzien zijn. De tegenstrijdigheid van religie en wetenschap kan als waarheid worden beschouwd voor die enkele religies die bijgelovige elementen samenvoegen met goddelijke bronnen. Hoe dan ook, dit geldt zeker niet voor de Islam die totaal vertrouwt op de pure openbaring van God. Bovendien is de Islam dé religie die voorstander is van wetenschappelijk onderzoek en aankondigt dat onderzoek van het universum een methode is om de schepping van Allah de Verhevene te ontdekken. Het volgende vers van de Koran zegt over dit onderwerp (Nederlandstalige interpretatie): “Kijken zij dan niet naar de hemel boven hen, hoe Wij die gebouwd en versierd hebben (met sterren en planeten) en er geen enkele scheur in is? En de aarde! Wij hebben haar uitgebreid (groot gemaakt) en daarop stevige bergen geplaatst en daarop allerlei heerlijke gewassen voortgebracht? (Het nadenken over de schepping) verschaft inzicht en een herinnering voor elke berouwvolle dienaar.” [Soerat Qaaf (50), aayah 6-8.]
Zoals uit o.a. het bovenstaande vers blijkt, spoort de Koran de mensen altijd aan om te denken, te redeneren en alles in de wereld waarin zij leven te onderzoeken. Dit is omdat wetenschap de religie ondersteunt, het individu beschermt tegen onwetendheid en tot gevolg heeft dat hij bewuster nadenkt; het opent zijn gedachtewereld zeer ver en helpt hem de tekenen van God te begrijpen. De vooraanstaande Duitse natuurkundige Max Planck (#11) zei: “Iedereen die, ongeacht zijn specialiteit, serieus de wetenschap bestudeert, is in staat de volgende uitdrukking boven de deur van de tempel van de wetenschap te lezen: ‘Heb geloof’.” Volgens hem is geloof een essentiële eigenschap van een wetenschapper. (Max Planck, Where Is Science Going?, Allen & Unwin, 1933, p. 214.)
<<< (#11) Max Karl Ernst Ludwig Planck (1858–1947): een Duits natuurkundige. Voor zijn ontwikkeling van de kwantumtheorie ontving hij in 1918 de Nobelprijs voor de Natuurkunde.>>>
Alle kwesties die we tot nu toe hebben behandeld, zeggen ons dat het bestaan van het universum en alle levende wezens niet als toevalligheden kunnen worden uitgelegd. Vele wetenschappers die hun stempel gedrukt hebben op de wereld van de wetenschap, hebben deze geweldige realiteit bevestigd en blijven het bevestigen. Hoe meer de mensen leren over het universum, des te meer bewondering men krijgt voor de vlekkeloze orde. Elk nieuw ontdekt detail steunt de schepping op een onbetwistbare manier.
Nu we de 21ste eeuw zijn binnengestapt, accepteert de grote meerderheid van de moderne natuurkundigen het feit van de schepping. De Engelse astronoom David Darling (1953) beweert ook dat tijd, noch ruimte, materie, energie, zelfs een kleine vlek of holte bestond in het allereerste begin. Een geringe gevoelige beweging en een bescheiden trilling en fluctuatie deed zich voor. Darling eindigt door te zeggen, dat wanneer het deksel van deze kosmische doos open zou zijn, de ranken van het wonder van de schepping van onder het deksel zichtbaar zouden zijn. (David Darling, Deep Time, Bantam Press, 1989.)
Bovendien is het al bekend dat bijna alle grondleggers van de diverse wetenschappelijke sectoren geloven in God en Zijn goddelijke Boeken. De grootste natuurkundigen in de geschiedenis, Newton, Faraday, Kelvin en Maxwell zijn een paar voorbeelden van zulke wetenschappers. In de tijd van Isaac Newton (1643–1727), de grote natuurkundige, geloofden wetenschappers dat de bewegingen van de hemellichamen en planeten uitgelegd konden worden door verschillende wetten. Niettemin, Newton geloofde dat de Schepper van de aarde en de ruimte dezelfde was en daarom moest dit uitgelegd worden door dezelfde wetten. Hij weidde deze kijk uit in zijn boek door te verklaren dat het perfecte systeem van de zon en planeten alleen kon overleven door de controle en overheersing van een machtig en wijs ‘wezen’. (Newton, Principia, 2nd edition; J. De Vries, Essentials of Physical Science, B. Eerdmans Pub.Co., Grand Rapids, SD, 1958, p. 15.)
Klaarblijkelijk zijn duizenden wetenschappers, die onderzoek hebben verricht op het terrein van natuurkunde, wiskunde en astronomie sinds de Middeleeuwen, het met elkaar eens over het idee dat het universum geschapen is door één enkele Schepper en zij concentreren zich op hetzelfde punt. De grondlegger van de natuurkundige astronomie, Johannes Kepler (een Duits astronoom, astroloog en wis- en natuurkundige), verklaarde in één van zijn boeken zijn sterk geloof in God, waarin hij uiteenzette dat wij, als behoeftigen, onbeholpen dienaren van God, de grootheid van Gods Wijsheid en Macht moeten zien en dat wij ons moeten overgeven aan Hem. (Henry M. Morris, Men of Science Men of God, Master Books, 1992, p. 13.)
De grote natuurkundige, William Thompson – Lord Kelvin – (1824–1907), die de thermodynamica uitvond, geloofde ook in God. Hij had zich sterk verzet tegen de evolutietheorie van Darwin en verwierp deze theorie volledig. Hij verklaarde kort voor zijn dood dat als je kijkt naar de oorsprong van leven, de wetenschap met zekerheid het bestaan van die Grote Kracht bevestigt. (Henry M. Morris, Men of Science Men of God, Master Books, 1992, p. 66.)
Een van de professoren van natuurkunde aan de Oxford Universiteit, Robert Mattheus, verklaarde hetzelfde feit in zijn in 1992 gepubliceerde boek, waarin hij uitlegt dat DNA moleculen zijn geschapen door God. Mattheus zegt dat al deze fasen plaatsvinden in een perfecte harmonie van een enkele cel tot een levende baby, dan tot een klein kind en uiteindelijk tot een volwassene. Al deze gebeurtenissen kunnen slechts worden uitgelegd door een wonder, net als in alle andere fasen in de biologie. Mattheus vraagt zich af hoe zo’n perfect en complex organisme kan verschijnen uit zo’n relatief simpele en kleine cel en hoe prachtig de mens is gecreëerd uit een cel die kleiner is dan de punt in de letter i. Hij concludeert tenslotte dat dit niets is dan een wonder. (Robert Matthews, Unraveling The Mind of God, p. 8.)
Hoe vaak lezen we in de Koran (Nederlandstalige interpretatie): “Waarlijk, daarin is zeker een aayah (bewijs, teken) voor een nadenkend volk” [bijvoorbeeld soerat an-Nah’l (16), aayah 68-69], maar wie denkt er werkelijk na? En hoe vaak lezen we in de Koran: “Waarlijk, daarin zijn aayaat (bewijzen, tekenen, lessen) voor een volk dat begrijpt” [bijvoorbeeld soerat an-Nah’l (16), aayah 12], maar wie begrijpt deze tekenen werkelijk? Wie slaat zijn ogen werkelijk nederig neer bij het zien van de tekenen van Allah de Almachtige, de Alwijze, zoals Hij zegt in Zijn Koran (Nederlandstalige interpretatie): “…Het gezichtsvermogen zal geïmponeerd tot jou terugkeren en het (gezichtsvermogen) is uitgeput.” [Soerat al-Moelk (67), aayah 3-4.] Wie neemt deze tekenen werkelijk serieus en zet zijn begeerten naar het vergankelijke opzij en geeft zich volledig over aan God? Wie? U?
“Hij (Allah) zal zeggen: ‘Aldus kwamen Onze aayaat (bewijzen, verzen, tekenen) tot jou waarna jij ze vergat (negeerde) en zo wordt jij vandaag vergeten (genegeerd).’” [Soerat Taa-e Haa-e (20), aayah 126.]
“Nee! Zij (de ongelovigen) hebben geen kennis over het Hiernamaals! Nee! Zij verkeren in twijfel daarover! Nee! Zij zijn zelfs blind daaromtrent!” [Soerat an-Naml (27), aayah 66.]
Ongelovigen zijn over het algemeen materialisten die niet verder kunnen kijken dan die zaken die hun zintuiglijke vermogens (#12) kunnen waarnemen. Aldus zijn zij blind jegens (en hebben zij geen oog voor) de logische noodzakelijkheid voor een Hiernamaals in het Plan van God aangaande de schepping. Omdat zij niet serieus over deze zaak nadenken, heeft hun achteloosheid jegens het Hiernamaals een volslagen onverantwoordelijke houding in hen ontwikkeld. Hun denkbeelden en/of geconditioneerde denkreflexen, ook wel denkramen genoemd, zijn beelden die hen fixeren op iets wat in hun denkhersenen ligt opgeslagen. Denkramen zijn als ramen in een muur, waardoor men een beeld van de buitenwereld ziet; het beeld is beperkt. De gelovige daarentegen bevindt zich niet binnen, maar buiten, en kennis over de religie is zijn licht: des te meer kennis hij heeft, des te duidelijker hij de wereld/realiteit ziet.
<<< (#12) Onze zintuigen hebben vele beperkingen, bijvoorbeeld: bepaalde geluiden, geuren en trillingen kunnen we niet waarnemen en bepaald licht (b.v. UV en röntgenstralen) kunnen we niet zien. De werelden van de djinn en de engelen kunnen we ook niet waarnemen, terwijl je de djinn wel kunt oproepen [wat h’araam (verboden) is in de Islaam]. Zo is het voor de mens niet voor te stellen dat het universum een einde heeft, een soort dak waarachter niets meer is. Maar ook een oneindig heelal is niet voor te stellen. Bovendien kunnen onze zintuigen misleid worden (door illusie’s en optisch bedrog). Ondanks dit alles vertrouwen veel mensen toch op hun zintuigen, dus zullen zij bedrogen uitkomen.>>>
Deel 1 – Evolutie of schepping?
Deel 2 – De kloof
Deel 3 – Wonderen in ons en rondom ons
Relevante artikelen:
De ziel – maak kennis met je ware zelf
God bestaat (diverse artikelen)
Atheïsme (diverse artikelen)