Wetenschappelijke feiten in de Koran.
Vertaald en samengesteld door Aboe Yoesoef ‘Abdoellaah (met o.a. het boek Een Introductie tot de Wetenschappen Betreffende de Qor-aan van Aboe Ammaar Yaasir Qaadhi als bron – zie onze webshop).
Lees ook het artikel De wonderbaarlijkheid van de Koran – al-i’djaaz al-Qor-aan.
Alle lof is voor Allah, en moge Zijn zegeningen en vrede neerdalen op Zijn boodschapper Moh’ammed, zijn familie, metgezellen en eenieder die hun voorbeeld volgt.
Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “En zij zeggen: ‘Waarom zijn er geen aayaat (tekenen, wonderen) van zijn Heer tot hem neergezonden?’ (#1) Zeg: ‘Waarlijk, de aayaat zijn slechts afkomstig van Allah. (#2) En waarlijk, ik ben slechts een duidelijke waarschuwer.’ Is het niet voldoende voor hen dat Wij het Boek (de Qor-aan) naar jou hebben neergezonden, dat aan hen wordt gereciteerd? (#3) Waarlijk, daarin is barmhartigheid en een vermaning voor een volk dat gelooft.” [Soerat al-‘Ankaboet (29), aayah 50-51.]
<<< (#1) De polytheïsten zeiden: “Waarom zijn er geen bewijzen en argumenten neergezonden op Moh’ammed van zijn Heer, die wij kunnen aanschouwen, zoals de kameel van Saalih’ en de staf van Moesaa?” (At-Tefsieroe al-Moeyassar.)>>>
<<< (#2) D.w.z.: “De kwestie rust bij Allah, en Hij weet dat jullie daardoor toch niet geleid worden. Anders had Hij wel gehoor gegeven aan jullie verzoek, want dat is heel gemakkelijk voor Hem om te doen. Doch Hij weet dat jullie slechts koppig zijn en mij op de proef stellen, dus zal Hij niet op jullie reageren.” (Tefsier Ibn Kethier.)>>>
<<< (#3) De Qor-aan is het wonder van de profeet Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem). Hem werd dit wonder gegeven als het ultieme bewijs van zijn profeetschap. Toen de ongelovigen vroegen om wonderen van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem), openbaarde Allah de Almachtige dat de Qor-aan Zelf voldoende is als een wonder, want het bevat talrijke tekenen die overtuigend zijn voor alle eerlijke harten. Maar toch vragen de ongelovigen om tekenen! Alles is mogelijk voor Allah de Almachtige, maar Hij zal niet tegemoetkomen aan de ondoordachte grillen van de mens of luisteren naar hun onoprechte eisen. Hij heeft een boodschapper gezonden om Zijn tekenen duidelijk uit te leggen, en om hen te waarschuwen tegen de gevolgen van verwerping. Is dat niet voldoende?>>>
Hoofdstukken:
De wonderbaarlijke aard van de Koran – i’djaaz al-Qor-aan
De geboorte van een mens
De vorming van regen
De bestuivende winden
Een kijk op het universum door middel van de Qor-aan
Beschrijving van banen (van planeten etc.) in de Qor-aan
De zon en de maan
Het goed beschermende dak
De relativiteit van tijd
De rondheid van de aarde
De functie van bergen
Melkvorming bij het vee
Duisternis in de zeeën en interne golven
De identiteit in de vingerafdruk
De scheiding tussen zoet en zout water
De Romeinen zullen zegevieren
Conclusie: de Koran is het Woord van Allah
De wonderbaarlijke aard van de Koran – i’djaaz al-Qor-aan
Onderdeel van de Soennah (Handelswijze) van Allah is dat telkens wanneer Hij een profeet stuurt, Hij die profeet bepaalde wonderen en tekenen schenkt om zijn profeetschap aan zijn volk te bewijzen. De wonderen van Moesaa (Mozes – vrede zij met hem), ‘Iesaa (Jezus – vrede zij met hem) en de andere profeten zijn algemeen bekend voor alle moslims.
De Koran (Arabisch: al-Qor-aan) is niet het enige wonder maar wel het wonder van de profeet Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem). Hem werd dit wonder gegeven als het ultieme bewijs van zijn profeetschap. Toen de ongelovigen vroegen om wonderen van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem), openbaarde Allah de Verhevene dat de Qor-aan zelf voldoende is als een wonder (zie aayah 29:50-51 hierboven).
De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) maakte ook toespelingen op de status van het wonder van de Qor-aan toen hij zei (Nederlandstalige interpretatie): “Er is geen enkele profeet geweest of Allah gaf hem wonderen waardoor mensen in hem geloofden. Mij is de Inspiratie (d.w.z. de Qor-aan) gegeven (als mijn wonder) die Allah openbaarde aan mij. Ik hoop daarom dat ik het grootste aantal volgelingen zal hebben op de Dag des Oordeels.” (Al-Boekhaarie.)
Het feit dat de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei dat hij hoopte dat hij het grootste aantal volgelingen zal hebben op de Dag des Oordeels, toont aan dat zijn wonder, die van de Qor-aan, groter is dan enig ander wonder dat aan enige andere profeet gegeven was.
Waarom is deze Qor-aan onnavolgbaar en weergaloos? Met andere woorden, welk aspect van de Qor-aan maakt het zo wonderbaarlijk? De geleerden van ‘oeloem al-Qor-aan, die de wonderbaarlijke aard van de Qor-aan – i’djaaz al-Qor-aan – bestudeerden, gaven talrijke antwoorden en verschillende opsommingen. Bijvoorbeeld, de geleerde Moh’ammed ibn Djoezay al-Kalbie (overleden 741 H.) verdeelde de i’djaaz van de Qor-aan in tien categorieën (vrij weergegeven van Darwish, p. 56):
1.) De welbespraaktheid van de Qor-aan boven die van enige menselijke spraak.
2.) De unieke ordening en structuur van de aayaat (verzen) en soewar (hoofdstukken), alsook de manier waarop de woorden zijn gerangschikt.
3.) Het onvermogen om iets vergelijkbaars voort te brengen door de ongelovigen in de tijd van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) en degenen na hen.
4.) De verhalen en verslagen over de vroegere volkeren en profeten, omdat de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) geen kennis had over zulke informatie.
5.) De voorspellingen die in de Qor-aan voorkomen en die later uitkwamen.
6.) De Namen en Eigenschappen van Allah – alle lof is voor Hem – en de eigenschappen van al hetgeen dat bij Hem past, en de ontkenning van alles wat niet bij Hem past, en de oproep van de Schepper aan de schepping om Hem (alleen) te aanbidden [met andere woorden, de perfecte ‘aqiedah (geloofsleer)]. Dit alles is voor een mens onmogelijk om voort te brengen, tenzij hij geïnspireerd werd door Allah.
7.) De wetten en de sharie’ah (wetgeving) waar de Qor-aan mee kwam, en de principes en het gedrag waar het toe oproept. Dit alles leidt naar de verbetering van het leven in deze wereld en in het Hiernamaals. De perfectie van een set wetten welke toegepast kunnen worden in elke samenleving en in elke tijd en op elke plaats, is menselijk onmogelijk, en de sharie’ah is het enige voorbeeld van zo’n set wetten.
8.) Het feit dat het beschermd en onveranderd is gebleven gedurende zo’n lange periode, ondanks het feit dat alle andere religieuze boeken veranderd zijn.
9.) Het gemak waarmee het uit het hoofd geleerd wordt, en dit wordt geweten door ervaring en waarneming. Dit is in contrast met alle andere religieuze boeken, want niet één van hen is gememoriseerd zoals de Qor-aan.
10.) De diepe betekenissen die er in aanwezig zijn, en het feit dat een lezer nooit vermoeid of verveeld raakt van het lezen van de Qor-aan, ongeacht het aantal keren dat hij het gehoord of gelezen heeft. Dit is in contrast met enig ander boek, aangezien een persoon het niet meer dan enkele keren kan lezen zonder dat het eentonig en afgezaagd wordt.
De i’djaaz van de Qor-aan kan echter niet beperkt worden tot één lijst. Er zijn andere aspecten van de i’djaaz van de Qor-aan die niet genoemd zijn in deze lijst, waaronder het feit dat de Qor-aan wetenschappelijke feiten aangeeft die niet bekend waren in de tijd van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem). En over dit aspect gaat dit artikel.
Een van de populairdere aspecten van de i’djaaz van de Qor-aan in deze tijd zijn opmerkingen over wetenschappelijke aspecten waarover de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) en zijn mensen geen kennis gehad konden hebben. Men dient echter voor ogen te houden dat de Qor-aan niet bedoeld is als een boek voornamelijk toegewijd aan een ‘wetenschappelijke’ discussie, maar eerder als een boek dat bedoeld is voor de leiding van de mensheid. Als zodanig zijn de verwijzingen naar onderwerpen van wetenschappelijke aard kenmerkend beknopt en niet echt beschrijvend. De i’djaaz verschijnt echter in het feit dat de Koran zelfs met deze beperkte omschrijvingen exact in overeenstemming is met de moderne wetenschap en het verschaft kennis die onbekend was in de tijd van de profeet Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem).
Een laatste opmerking aangaande het concept van wetenschap als een i’djaaz van de Qor-aan: er kan nooit een echte tegenstrijdigheid zijn tussen de Qor-aan en de Wetten van Allah betreffende de schepping (d.w.z. feitelijke wetenschap). De Qor-aan is het Boek van Allah de Verhevene, en omdat het van Allah is, is het een Boek “…waar geen twijfel aan is [dat het geopenbaard is door Allah (#4)]…” [Soerat al-Baqarah (2), aayah 2.]
<<<(#4) Zie het 204 pagina’s tellende boek Logische argumenten voor het bevestigen van de waarheid van de beste der mensen: Moh’ammed, hoofdstuk 2: “De bevestiging dat de Qor-aan niet afkomstig is van de profeet Moh’ammed”, van dr. Abdulmuhsen Almutairi, vertaald door Abdelkader Aboe Ayman, uitgegeven door Uitgeverij Momtazah. Te bestellen via onze webshop, en met uw aankoop steunt u de da’wah van www.uwkeuze.net.>>>
Evenzo zijn de wetten die de schepping besturen (‘natuurwetten’) ook van Allah de Verhevene. Wat bestudeerd wordt als ‘wetenschap’, is in feite de poging van de mens om de schepping en wetten van Allah te begrijpen. Daarom is het mogelijk dat een wetenschappelijke veronderstelling onjuist is, en dit wordt duidelijk aangetoond door de historische wetenschappelijke ‘feiten’ zoals dat de aarde plat is, of het draaien van de zon rondom de aarde. Er werd zo sterk in deze concepten geloofd door de ‘wetenschappers’ in die tijd, dat soms degenen die het met hen oneens waren achtervolgd en zelfs gedood werden. Doch ontdekten latere wetenschappers de onnauwkeurigheid van deze concepten.
Daarom, indien er een conflict is tussen de betekenis van een duidelijk, expliciet vers (d.w.z. qat’ie ad-dalaalah) van de Qor-aan en ‘moderne’ wetenschap, moet een moslim het vers van de Qor-aan nemen – zonder enige twijfel – boven enig ‘wetenschappelijk’ feit. Een verwerping van een dergelijk vers, of zelfs de duidelijke betekenis van zo’n vers, komt neer op een verwerping van Allahs Kennis. Bijvoorbeeld, de theorie van evolutie wordt, voor het grootste deel, geaccepteerd door de meerderheid van niet-moslim geleerden. Of er nu sterk bewijs is om deze theorie te steunen of niet, is niet relevant – de Qor-aan is duidelijk dat Allah de Almachtige Aadam (vrede zij met hem) schiep met Zijn Eigen Handen. Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “…Hij schiep hem (Adam) van aarde (#5), vervolgens zei Hij tot hem: ‘Wees!’ – waarna hij was.” [Soerat Aal ‘Imraan (3), aayah 59.]
<<< (#5) “Geschapen van aarde” wil zeggen uit levenloze onbewuste substanties die gevonden worden in hun elementaire vormen op en in de aarde, zoals koolstof, calcium, natrium en enkele andere vergelijkbare elementen. Door verbindingen van deze elementen is er een wonderbaarlijk wezen voortgebracht, de mens, en in hem zijn enorme vermogens geplaatst, zoals gevoelens, bewustzijn, fantasie, een geweten… Het verwijst ook naar de voortdurende transmutatie van deze substanties – door middel van inname van uit de grond voortkomend en in de grond groeiend voedsel – in reproductieve cellen. Hiermee wordt de nederige oorsprong van de mens benadrukt en dat de mens vandaar dank verschuldigd is aan God omdat Hij hem begiftigd heeft met een denkende ziel. (Uit The Message of the Qur’aan, Moh’ammed Asad.)>>>
Daarom kan een moslim nooit geloven in de theorie dat de mens afstamt van apen (of aapachtigen), ongeacht welk ‘bewijs’ er lijkt te bestaan. (Zie de rubriek God/Allah voor verschillende artikelen over de evolutietheorie.) Noch is het toegestaan, zoals sommige moslimrationalisten gedaan hebben, om te proberen om de duidelijke Koranische teksten (op een zodanige manier) te interpreteren zodat ze passen bij de moderne theorieën. Na het bovenstaande voorbeeld; het proberen om het verhaal van de schepping van Adam en Eva te interpreteren als zijnde de schepping van een of andere neanderthaler of neohumanistische soort, is haast even godslasterlijk als het verwerpen van het vers in de eerste plaats!
Het is echter mogelijk dat er een ogenschijnlijk conflict is tussen een aayah en een wetenschappelijk feit, terwijl zulke conflicten niet bestaan. Dit vindt plaats wanneer sommige geleerden één van de mogelijke taalkundige betekenissen van een aayah nemen zodat deze betekenis zich schikt met het vers, maar het is niet de enige betekenis die ervan afgeleid kan worden (eigenlijk, het vers is dhzannie ad-dalaalah).
Ook is het essentieel dat men geen wetenschappelijke feiten interpreteert terwijl ze niet bestaan. Helaas is dit een algemeen voorkomende trend geworden onder ‘moderne’ moslims die zich gespecialiseerd hebben in wetenschap, maar die niet bekend zijn met het interpreteren van de Qor-aan. Zulke mensen voelen dat, om de geloofwaardigheid van de Qor-aan te bewijzen, zij moeten bewijzen dat alles waar de wetenschap over spreekt, reeds besproken moet zijn in de Qor-aan. Maar de wonderbaarlijke aard van de Qor-aan heeft helemaal geen behoefte aan zo’n eigenaardige bevestiging.
Nogmaals, de Qor-aan “…is een boek van leiding… en niet een boek van wetenschap, noch een bron van cryptische hints naar wetenschappelijke feiten.” (Von Denffer, p. 157.) Met andere woorden, er liggen geen wetenschappelijke zinspelingen begraven onder elk derde vers in de Qor-aan, wachtend om opgegraven te worden door een over ijverige, zeer fantasierijke moslim!
Tot besluit, hoewel het wetenschappelijke aspect van de Qor-aan één van de aspecten van zijn i’djaaz is, men dient het te plaatsen op de plaats die het toekomt en een passende methodologie dient gevolgd te worden om uit zulke verzen voorbeelden te halen. Het schaadt meer dan dat het baat wanneer bepaalde verzen in de Qor-aan worden ‘gekneed en geboetseerd’ – bij wijze van spreken – om te proberen te bewijzen dat zij bepaalde wetenschappelijke feiten bevatten. Als men werken leest waarin deze methodologie (van ‘kneden en boetseren’) werd gevolgd, zal men onmiddellijk zien hoe bespottelijk de conclusies zijn. [Bijvoorbeeld, Moh’ammed Rashied Ridhaa (overleden 1935), één van de stichters van de ‘modernisten’ beweging, beweerde dat de djinn waar de Qor-aan naar verwijst, eigenlijk zinspeelde op de ontdekking van ziektedragend micro-organisme! (Zie het artikel De wereld van de djinn.)] Wanneer zulke feiten duidelijk en expliciet zijn van het vers, dan dienen zij vermeld te worden; maar wanneer zij tegen de bedoeling en betekenis van het vers in gaan, dienen zij verlaten te worden. (Dit onderwerp wordt gedetailleerd besproken in het boek Een Introductie tot de Wetenschappen Betreffende de Qor-aan, hoofdstuk 15, onder ‘Wetenschappelijke Tefsier’.)
Lees ook eens het artikel De wonderbaarlijkheid van de Koran – al-i’djaaz al-Qor-aan.
Voor meer details over alle aspecten van i’djaaz al-Qor-aan – de wonderbaarlijke aard van de Qor-aan – kan met het volgende boek raadplegen: Een Introductie tot de Wetenschappen Betreffende de Qor-aan, geschreven door Aboe Ammaar Yaasir Qaadhi, vertaald door Aboe Yoesoef ‘Abdoellaah, uitgegeven door Uitgeverij Momtazah, binnenkort te bestellen via onze webshop, in shaa-a Allaah.
Na deze uitgebreide maar zeer belangrijke inleiding, zullen we nu enkele in de Qor-aan genoemde wetenschappelijke feiten behandelen. (Klik op onderstaande afbeelding om het vergroot weer te geven.)
De geboorte van een mens
Vele verschillende onderwerpen worden genoemd in de Qor-aan als een manier om mensen uit te nodigen naar de Islam. Soms de hemelen, soms dieren en soms planten worden door God getoond als bewijs voor de mensen. In vele verzen wordt de mens opgeroepen om naar zichzelf te kijken. Zij worden er vaak aan herinnerd hoe de mensheid tot leven kwam, welke stadia zij doorlopen hebben en wat zijn essentie is. Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “Wij hebben jullie geschapen (O mens)! Waarom geloven jullie dan niet!? (#5) Hebben jullie (ooit) nagedacht over (het zaad) wat jullie leveren!? (#7) Schiepen jullie het of zijn Wij de Scheppers!?” [Soerat al-Waaqi’ah (56), aayah 57-59.]
<<< (#6) Laat de atheïst die zijn bestaan wijt aan een reeks toevalligheden eens nadenken over zijn ogen: een half ontwikkeld oog kan niet zien! De ‘serie van toevalligheden’, verondersteld door de evolutionisten, verliest al zijn inhoud tegen de complexe structuur van het oog. Het oog bestaat uit complexe, afzonderlijke segmenten die samen een ziend oog vormen. Het is onmogelijk voor een half ontwikkeld oog om te functioneren op ‘halve capaciteit’. In zo’n situatie kan de handeling ‘zien’ niet plaatsvinden. Zullen de oogzenuwen, lens, hoornvlies, pupil, bindvlies, netvlies, iris, kanaal van Cloquet, ciliairspieren, traanklieren etc. en de openingen (alsook hun plaatsen) in zijn schedel dan echt per toeval en afzonderlijk en in eerste instantie zonder reden zijn ontstaan en ontwikkeld zodat zij later samen ‘per toeval’ niet één maar twee werkende ogen vormen?>>>
<<< (#7) Dit verwijst naar zowel de mannelijke zaadcel als de vrouwelijke eicel (die slechts gezien kunnen worden met een sterke microscoop), en dus, bij implicatie, naar het ontzagwekkende, complexe fenomeen van voortplanting als zodanig. (The Message of the Qur’aan, Moh’ammed Asad.)
De schepping van de mens en het wonderbaarlijke aspect hiervan, wordt in vele andere verzen benadrukt. Enkele onderdelen van de informatie in die verzen zijn zo gedetailleerd, dat het onmogelijk was voor wie dan ook die leefde in de 7de eeuw, om dit te weten. Enkele punten zijn:
– De mens is niet geschapen van de totale hoeveelheid sperma, maar van het essentiële deel daarvan.
– Sperma is niet één soort vloeistof, maar een mengsel van verschillende vloeistoffen.
– Het menselijke embryo hecht zich aan de baarmoeder als een bloedzuiger.
– De verschillende stadia van de ontwikkeling van de mens.
– De schepping in drie duisternissen.
Mensen die leefden toen de Qor-aan geopenbaard werd, wisten dat de basissubstantie voor voortplanting in verband stond met het sperma van de man dat uitgestort wordt tijdens geslachtsgemeenschap. En het feit dat de baby geboren wordt na een periode van negen maanden was een duidelijk waarneembare gebeurtenis dat geen verder onderzoek nodig heeft. Echter, de punten die we zojuist hebben opgenoemd zijn ver boven het niveau van de mensen die in die tijd leefden. Deze zijn nu bevestigd door de wetenschap van de 20ste eeuw. Laten we ze nu één voor één bekijken.
De essentie van sperma
Tijdens geslachtsgemeenschap worden er door de man in één keer zo’n 250 miljoen spermacellen uitgestort, zwemmend in een mengsel van vocht; namelijk verschillende afscheidingsproducten (secreten) van de testikels, zaadcellen, prostaat en andere klieren. De spermacellen ondernemen een zware reis in het lichaam van de vrouw, totdat zij de eicel bereiken. Slechts zo’n duizend van de 250 miljoen spermacellen slagen er in om de eicel te bereiken. Uiteindelijk zal de eicel slechts één spermacel doorlaten. Dit betekent dat niet de totale hoeveelheid van het sperma van de man nodig is voor bevruchting, maar slechts een klein deel daarvan. Dit is uitgelegd in de Qor-aan (Nederlandstalige interpretatie): “Degene Die alles schiep op de beste manier. En Hij begon de schepping van de mens uit klei. Vervolgens maakte Hij zijn nakomelingen van de essentie van geminacht vocht.” [Soerat as-Sadjdah (32), aayah 7-8.]
Het Arabische woord soelaalah, hier vertaald als “essentie”, betekent het essentiële of beste deel van iets. De essentie van dit geminacht vocht (sperma) zijn de spermacellen, zwemmend in een mengsel van vocht; want de overige bestanddelen van sperma doen slechts dienst om de spermacellen de eicel te laten bereiken, maar hebben op zich geen aandeel in de bevruchting zelf. Dit beduidt dat de mens niet geschapen is van de totale hoeveelheid sperma, maar van slechts een deel daarvan. Dit is een feit dat pas door de moderne wetenschap ontdekt is.
Dit laat zien dat de Qor-aan het Woord is van een Wil Die de schepping van de mens kent tot in het kleinste detail. Deze Wil is God, Allah, de Schepper van de mens.
Zoals we kunnen zien, informeert de Qor-aan ons over het feit dat de mens niet gemaakt is van de totale hoeveelheid sperma, maar van slechts een klein deel daarvan. Het feit dat deze verklaring een gegeven benadrukt dat pas ontdekt is door de moderne wetenschap, is een bewijs dat de verklaring van goddelijke oorsprong is.
Het mengsel in het sperma
De vloeistof met de naam sperma, welke de spermacellen bevat, bestaat niet alleen maar uit spermacellen. Integendeel, het bestaat uit een mengsel van verschillende vloeistoffen. Deze vloeistoffen hebben verschillende functies, zoals het bevatten van suikers die nodig zijn om de spermacellen te voorzien van energie ten behoeve van de voortbeweging, het neutraliseren van de zuren bij de ingang van de baarmoeder en het verzorgen van een glibberige omgeving zodat de spermacellen gemakkelijker kunnen bewegen. Het is zeer interessant dat als sperma genoemd is in de Qor-aan, dat dit bovengenoemde feit – dat pas door de moderne wetenschap is ontdekt – ook genoemd is en dat sperma gedefinieerd is als een mengsel van vocht. Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “Waarlijk, Wij schiepen de mens van een gemengde noetfah (mengsel van vocht) om hem te testen, dus maakten Wij hem horend (en) ziend (d.w.z. zinnig en intelligent) (#8).” [Soerat al-Insaan (76), aayah 2.]
<<< (#8) Dit toont de ware positie van de mens in de wereld aan, alsook de positie van de wereld voor de mens. Hij is niet als de bomen en de dieren wier doel van hun schepping vervuld zal worden op de aarde zelf, waarna hij dient te sterven nadat hij zijn toegewezen rol gespeeld heeft volgens de wetten der natuur (die van Allah de Almachtige afkomstig zijn). Daarnaast is deze wereld niet een plaats van bestraffing voor hem, zoals de monniken denken; noch een plaats van beloning, zoals de gelovigen in de wet van zielsverhuizing denken; noch een plaats van vermaak en genieting, zoals de materialisten denken; noch een strijdtoneel, zoals de volgelingen van Darwin en Marx denken. Het is in feite een plaats van beproeving en een test voor hem. Dat wat hij beschouwt als zijn leeftijd, is in feite de tijd die aan hem gegeven is voor deze test, waarvan het resultaat niet in deze wereld bekend zal zijn, maar in het Hiernamaals. (Tefhiem al-Qor-aan, Sayyid Aboe al-A’laa Mawdoedie.)>>>
De klonter die kleeft aan de baarmoeder
Als we de informatie over de vorming van mensen, die ons in de Qor-aan is aangekondigd, blijven onderzoeken, worden we opnieuw geconfronteerd met zeer belangrijke wetenschappelijke wonderen.
Als het sperma van de man zich verenigt met de eicel van de vrouw, is de essentie van de geboorte van een baby gevormd. Deze enkele cel, bekend als “zygote” in de biologie, zal onmiddellijk beginnen met voortplanten door deling en uiteindelijk een “stukje vlees” worden, wat men embryo noemt. Natuurlijk kan dit door de mens alleen gezien worden met de hulp van een microscoop.
Het embryo brengt zijn periode van ontwikkeling niet in een leegte door. Het kleeft aan de baarmoeder als wortels die stevig op de grond zijn vast gemaakt door hun ranken. Door middel van deze verbintenis kan de embryo de substanties die essentieel zijn voor zijn ontwikkeling van het lichaam van de moeder verkrijgen. (Moore, Keith L., E. Marshall Johnson, T.V.N. Persaud, Gerald C. Goeringer, ‘Abdoel-Madjied A. Zindani en Moestafa A. Ah’med, 1992, Human Development as Described in the Qur’an and Sunnah, Makkah, Commission on Scientific Signs of the Qur’an and Sunnah, p. 36.)
Hier wordt een zeer belangrijk wonder van de Qor-aan onthuld. Tijdens het verwijzen naar de ontwikkeling van het embryo in de baarmoeder, gebruikt God het woord ‘alaqah in de Qor-aan (Nederlandstalige interpretatie): “O mensheid! Als jullie de Opstanding in twijfel trekken (#9), dan waarlijk, Wij schiepen jullie uit aarde, vervolgens uit noetfah (mengsel van vocht), vervolgens uit ‘alaqah (een klonter die gehecht zit)…” [Soerat al-H’adj (22), aayah 5.]
<<< (#9) De hele voortplanting van de mens is een wonderbaarlijk proces. Heeft Allah, Die dit allemaal schiep en mogelijk maakte, dan niet de Macht om de doden weer tot leven te wekken d.m.v. een tweede schepping?>>>
Het woord ‘alaqah in Arabisch betekent “bloedklonter” en “iets dat kleeft aan iets”. Het woord wordt literair gebruikt om bloedzuigers mee te omschrijven die kleven aan een lichaam om bloed te zuigen. Het gebruik van zo’n toepasselijk woord voor het ontwikkelende embryo in de baarmoeder, bewijst ongetwijfeld alweer dat de Qor-aan een openbaring van God, de Heer der werelden (#10), is.
<<< (#10) De werelden (al-‘aalamien) is alles behalve Allah de Verhevene: de wereld der mensen, de wereld der engelen, de wereld van de djinn, de wereld der zielen (zowel vóór als na hun wereldse leven) en alles wat bestaat – bezield en onbezield.>>>
De ontwikkeling van de mens in stadia
Een ander belangrijk aspect van de informatie die gegeven wordt door de verzen in de Qor-aan, zijn de ontwikkelingsstadia van de mens in de baarmoeder. Er wordt verklaard dat in de baarmoeder als eerste een embryo gevormd wordt dat lijkt op een bloedklonter (‘alaqah). Dit door de relatief hoge hoeveelheden bloed.
Het volgende stadium is dat van een “stukje vlees”, aangegeven in de Qor-aan door het woord moedghah, dat “lijkend op een gekauwde substantie” betekent. Daarna worden eerst de beenderen gevormd en daarna worden pas de spieren rondom de botten gewikkeld: “Vervolgens maakten Wij van noetfah (mengsel van vocht) ‘alaqah (een klonter die gehecht zit), daarna maakten Wij van ‘alaqah moedhghah (vleesklomp), daarna maakten Wij van moedhghah botten, daarna bekleedden Wij de botten met vlees…” [Soerat al-Moe-eminoen (23), aayah 14.]
Embryologie is de tak van wetenschap die de ontwikkeling van het embryo in de baarmoeder bestudeert. Tot voor kort namen embryologen aan, dat de beenderen en spieren zich tegelijkertijd ontwikkelen. Om deze reden beweerden sommige mensen voor lange tijd dat deze verzen in tegenstelling waren met de wetenschap. Maar geavanceerd microscopisch onderzoek leidde naar de onthulling dat de Qor-aan woord voor woord correct is.
Professor Keith Moore (voormalig president van de Canadese Vereniging van Anatomen, afdeling van anatomie en celbiologie, Universiteit van Toronto) zei in zijn boek The Developing Human: “Het is duidelijk voor mij dat deze uitspraken (de feiten in de Koran aangaande de menselijke embryologie) tot Moh’ammed gekomen moeten zijn van God, of Allah, omdat het merendeel van deze kennis pas vele eeuwen later ontdekt werd. Dit bewijst mij dat Moh’ammed een boodschapper van God, of Allah, geweest moet zijn.”
Deze waarnemingen op microscopisch niveau lieten de ontwikkeling binnen in de baarmoeder zien, die precies plaatsvindt op de manier zoals beschreven is in de verzen. Eerst verhardt het kraakbeenweefsel van de embryo, dan komen de spiercellen die geselecteerd zijn rondom de beenderen samen en wikkelen zich om de botten.
Moore zei hierover: “Tijdens de zevende week begint het skelet zich uit te spreiden door het lichaam en de beenderen nemen hun bekende vormen aan. Op het eind van de zevende week en in het begin van de achtste week, nemen de spieren hun plaatsen om de vormen van de botten in.” (Moore, The Developing Human, 6th edition, 1998.)
Kortom, de ontwikkelingsstadia van de mens volgens de Koran komen precies overeen met de bevindingen van de moderne embryologie. Kortom, een teken van God dat de Qor-aan van Hem komt.
Drie duisternissen
Tijdens de schepping van het embryo wordt zijn veilige plaats nog eens extra beveiligd door drie sluiers van duisternissen. Deze drie lagen bieden extra veiligheid en zijn van groot belang voor de groei van de foetus. Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “…Hij schept jullie in de buiken van jullie moeders, schepping na schepping (fase na fase), in drie duisternissen…” [Soerat az-Zoemar (39), aayah 6.]
Dit beduidt de duisternis van de buikwand, baarmoederwand en het placenta. Dit was de mening van Ibn ‘Abbaas (een metgezel – moge Allah tevreden zijn met hem), Moedjaahid, ‘Ikrimah, Aboe Maalik, ad-Dhahh’aak, Qataadah, as-Soeddie en Ibn Zayd. (Zie Tefsier Ibn Kethier.)
De vorming van regen
De vorming van regen is heel lang een mysterie gebleven. Pas na de uitvinding van de meteorologische radar was het mogelijk om de stadia van regenvorming te ontdekken.
Volgens deze ontdekkingen vindt de vorming van regen plaats in drie fases. Eerst stijgt de “grondstof” van regen op in de lucht met de wind. Daarna worden er wolken gevormd en tenslotte verschijnen er regendruppels.
De beschrijving in de Qor-aan over de vorming van regen, verwijst precies naar dit proces. In een vers is de vorming als volgt omschreven (Nederlandstalige interpretatie): “Allah is Degene Die de winden zendt, die dan wolken doen bewegen. Daarna verspreidt Hij deze in de hemel hoe Hij wil en Hij verdeelt ze in stukken (#11), waarna je de regen te midden ervan tevoorschijn ziet komen. Wanneer Hij dan daarmee treft wie Hij wil van Zijn dienaren, verheugen zij zich gelijk.” [Soerat ar-Roem (30), aayah 48.]
<<< (#11) Moedjaahid, Aboe ‘Amr ibn al-‘Alaa-e, Matar al-Warraaq en Qataadah zeiden: “Dit betekent in stukken.” Anderen, zoals ad-Dhahh’aak, zeiden dat dit betekent: “Opgestapeld.” Anderen zeiden dat het betekent zwart, omdat zij zo veel water bevatten. (Tefsier Ibn Kethier.)>>>
Laten we nu eens technologisch naar die drie fases kijken die in dit vers geschetst zijn.
De eerste fase: “Allah is Degene Die de winden zendt…”
Ontelbare luchtbelletjes, die worden gevormd door het schuimen van de zee, barsten en maken dat waterdeeltjes in de lucht worden geworpen. Deze deeltjes, die rijk zijn aan zout, worden door de winden omhoog gevoerd in de atmosfeer. Deze deeltjes, die aerosol worden genoemd [aerosol: een gas waarin kleine deeltjes (van 0,0002 tot 20 µm) vloeistof of vaste stof zweven], functioneren als watervangers (condensatiekernen) en vormen wolkdruppeltjes door rond het water zelf damp te verzamelen, welke omhoog stijgt vanuit de zeeën als kleine druppeltjes.
De tweede fase: “…die dan wolken doen bewegen. Daarna verspreidt Hij deze in de hemel (#12) hoe Hij wil en Hij verdeelt ze in stukken…”
<<< (#12) De hemel dient men niet te verwarren met het Paradijs. Er zijn zeven hemelen (kosmische systemen) die het hele universum vormen; daarboven bevindt zich de Troon van Allah. De laagste hemel omvat de aarde.>>>
Wolken worden gevormd door waterdamp dat condenseert rond de zoutkristallen of stofdeeltjes in de lucht. Omdat deze waterdruppeltjes zeer klein zijn (met een diameter tussen 0,01 en 0,02 mm), zweven zij in de lucht en verspreiden zich door de lucht. Dus de lucht is bedekt met wolken.
De derde fase: “…waarna je de regen te midden ervan tevoorschijn ziet komen…”
De waterdeeltjes die de zoutkristallen en stof omringen, worden groter en vormen regendruppels. Vervolgens verlaten de druppels die zwaarder worden dan de lucht, de wolken en vallen naar beneden als regen.
Zoals we hebben gezien, is elke fase van de vorming van regen bericht in de verzen van de Qor-aan. Bovendien zijn deze fases precies op de juiste volgorde uitgelegd. Net zoals met diverse andere natuurlijke verschijnselen op aarde, geeft Allah de Alwetende ook hier de meest correcte uitleg van dit verschijnsel en maakte het eeuwen voordat het ontdekt werd, bekend bij de mensen door middel van de Qor-aan.
In een ander vers is de volgende informatie gegeven over de vorming van regen (Nederlandstalige interpretatie): “Zie jij niet dat Allah de wolken voortdrijft? Vervolgens verzamelt Hij deze bijeen, vervolgens stapelt Hij deze op, waarna je de regen daaruit tevoorschijn ziet komen. En Hij zendt uit een deel van de bergen (wolken) in de hemel hagel neer waarna Hij daarmee treft wie Hij wil en Hij wendt het af van wie Hij wil. De flits van de bliksem neemt haast het gezichtsvermogen weg.” [Soerat an-Noer (24), aayah 43.]
Wetenschappers die typen wolken bestudeerden, kwamen tot een verrassende ontdekking betreffende de vorming van regenwolken. Regenwolken ontstaan en worden gevormd volgens bepaalde methodes en fases. De vormingsstadia van cumulonimbus, een soort regenwolk, zijn de volgende:
1.) Voortgedreven worden: wolken worden door de wind voortgedreven.
2.) Samenkomen: dan worden kleine wolken (stapelwolken) door de wind samen gedreven en vormen samen een grotere wolk.
3.) Opstapelen: wanneer de kleine wolken samenkomen, neemt de luchtstroom naar boven toe. De luchtstromingen zijn bij de kern van de wolk sterker dan bij de randen. Deze luchtstromingen veroorzaken een verticale groei van de wolk, dus de wolk stapelt zich op. Deze verticale groei zorgt ervoor dat de wolk in een koudere omgeving van de atmosfeer komt, waar druppels water en hagel gevormd worden en beginnen te groeien. Wanneer deze druppels water en hagel te zwaar worden voor de opwaartse luchtstromingen, vallen zij uit de wolk als regen, hagel etc. naar beneden.
We moeten bedenken dat meteorologen pas recentelijk deze details over wolkvorming, samenstelling en functie te weten zijn gekomen, door gebruik te maken van geavanceerde apparatuur zoals vliegtuigen, satellieten, computers etc. Het is duidelijk dat Allah de Verhevene ons een stukje informatie gegeven heeft dat 1400 jaar geleden nog niet bekend was.
De bestuivende winden
In een vers van de Qor-aan is de “bestuivende” eigenschap van winden met de vorming van regen als resultaat genoemd (Nederlandstalige interpretatie): “En Wij zonden de winden die bevruchten, vervolgens zonden Wij uit de hemel water (regen) neer, waarna Wij jullie het te drinken gaven; en jullie zijn niet de bewaarders daarvan (#13).” [Soerat al-H’idjr (15), aayah 22.]
<<< (#13) Het is Allah de Verhevene Die het water neerzendt en Hij waakt daarover en Hij maakt daar bronnen en rivieren van. En als de Verhevene wenst om het weg te nemen, dan neemt Hij het weg. Maar door Zijn Barmhartigheid heeft Hij het doen neerdalen en heeft Hij het zoet gemaakt en in bronnen, putten en rivieren bewaard zodat de mensen daarvan drinken en hun vee daarvan te drinken geven en daarvan hun gewassen irrigeren. (Tefsier Ibn Kethier.)>>>
In dit vers wordt naar voren gebracht dat wind het eerste stadium in de vorming van regen is. Tot het begin van de 20ste eeuw was het enige verband dat bekend was tussen wind en regen, dat de wind de wolken voortbewoog. Moderne meteorologische ontdekkingen hebben de “bestuivende” rol van winden met betrekking tot de vorming van regen aangetoond.
Deze bestuivende functie van winden werkt als volgt: op de oppervlakte van de oceanen en zeeën worden ontelbare luchtbelletjes gevormd door het schuimen van het water. Op het moment dat deze belletjes barsten, worden duizenden uiterst kleine deeltjes, met een diameter van slechts een honderdste van een millimeter, in de lucht gelanceerd. Deze deeltjes, de eerder genoemde “aerosol”, mengen met het stof dat door de wind van het land wordt meegevoerd en worden naar de bovenste lagen van de atmosfeer gebracht. Deze deeltjes die door winden tot grote hoogte worden meegevoerd, komen in contact met waterdamp die daar aanwezig is. De waterdamp condenseert rond deze deeltjes en worden druppeltjes. Deze waterdruppeltjes komen eerst samen en vormen wolken en vallen dan naar beneden in de vorm van regen.
Zoals we hebben gezien, “bestuiven” winden de in de lucht zwevende waterdamp met de deeltjes die zij meedragen van de zee en uiteindelijk helpen zij de vorming van regenwolken. Als de winden deze eigenschap niet zouden bezitten, dan zouden er geen waterdruppeltjes gevormd worden boven in de atmosfeer en zou er geen regen zijn geweest. Het belangrijkste punt hier is dat deze cruciale rol van de wind bij de vorming van regen, eeuwen geleden verklaard is in een vers van de Qor-aan, in een tijd dat de mensen slechts zeer weinig kennis hadden over natuurlijke verschijnselen…
Een kijk op het universum door middel van de Qor-aan
Door de gegevens die verkregen zijn in de 20ste eeuw, heeft men ontdekt dat het universum plotseling ontstaan is, terwijl het daarvoor niets was. Deze theorie is bekend als de Big Bang-theorie en deze theorie zegt dat het begin van het universum begon met deze grote explosie – de oerknal. (Klik op onderstaande afbeelding om het vergroot weer te geven.)
We hebben deze theorie reeds bekeken in zijn historische context, bij de wetenschappelijke bewijzen, onder de titel “Van niets tot iets” in het artikel Evolutie of schepping?. Hier zullen we zien hoe Allah de Verhevene ons enkele wetenschappelijke feiten verklaard heeft in de Qor-aan over de schepping van het universum. Vergeet niet dat de Qor-aan ruim 1400 jaar geleden geopenbaard is!
Er zijn heel sterke bewijzen die de Big Bang-theorie ondersteunen. De uitzetting van het universum is er één van en de belangrijkste bewijzen zijn het van elkaar bewegen van de melkwegstelsels en de hemellichamen. Met andere woorden, het universum kan gezien worden als de oppervlakte van een ballon die opgeblazen wordt. Net zoals de punten op de oppervlakte van de ballon van elkaar bewegen als de ballon wordt opgeblazen, zo bewegen ook de voorwerpen in de ruimte van elkaar als het universum blijft uitzetten. Laten we nu eens kijken naar een relevant vers in de Qor-aan over dit onderwerp. In een aayah wordt het volgende verklaard over de schepping van het universum (Nederlandstalige interpretatie): “En met Handen (enorme Macht) bouwden Wij de hemel (het universum). En waarlijk, Wij zijn zeker Degenen die het gestaag doen uitdijen.” [Soerat ad-Dzaariyaat (51), aayah 47.]
Het Arabische inna la-moesi’oen in deze aayah zinspeelt duidelijk op het moderne concept van het “uitdijende universum”. (The Message of the Qur’aan, Moh’ammed Asad.)
In een andere aayah, die verwijst naar de hemelen, wordt gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Weten degenen die ongelovig zijn niet dat de hemelen en de aarde verenigd waren, waarna Wij hen kliefden? En Wij maakten uit het water elk levend ding. Geloven zij dan niet!?” [Soerat al-Anbiyaa-e (21), aayah 30.]
Het originele woord ratq, wat hier is vertaald als “verenigd”, betekent volgens de Arabische woordenboeken “alles dicht, vast, ondoordringbaar, verenigd in een vaste massa”. Dit woord wordt gebruikt voor twee verschillende dingen die een eenheid vormen. De verklaring “Wij kliefden hen” is het werkwoord fatq in het Arabisch en het betekent het splitsen van een voorwerp in de vorm van ratq. Bijvoorbeeld het ontspruiten van het zaad en het ontstaan van zijn scheuten op de aarde, dat wordt uitgedrukt door dit werkwoord.
Laten we nu weer eens kijken naar de aayah die verwijst naar de vorm waarin de hemelen en de aarde in de vorm zijn van ratq. Dan worden deze twee van elkaar gesplitst, volgens de betekenis van het werkwoord fatq. Dat betekent, de een breekt door de ander heen en zoekt zijn weg naar buiten. Inderdaad, wanneer we naar het eerste moment van de Big Bang – of de oerknal – kijken, dan zien we dat er een punt was dat alle materie van het universum bevatte; men noemt dit een singulariteit. Alles, zelfs de ‘hemelen en de aarde’ die nog niet geschapen waren, zat samen in dit ene punt in de vorm van ratq. Daarna explodeerde de singulariteit, waarna alle materie fatq werd. Wanneer we de uitdrukkingen in de verzen vergelijken met de wetenschappelijke ontdekkingen, zien we dat zij in perfecte overeenstemming zijn met elkaar. Interessant genoeg is dat deze ontdekkingen pas in de 20ste eeuw gedaan werden.
Beschrijving van banen (van planeten etc.) in de Qor-aan
Steven Weinberg (een Amerikaans natuurkundige en in 1979 winnaar van de Nobelprijs voor de Natuurkunde), de auteur van het boek The First Three Minutes: A Modern View of the Origin of the Universe (1977), merkte eens op dat een vluchtige blik in de lucht, een persoon wellicht het gevoel kan geven van een nadrukkelijk ‘niet veranderend universum’. Wolken drijven voor de maan voorbij, het blauwe gewelf van de hemel draait rond de Poolster, de maan zelf neemt toe en neemt af over een langere tijdsperiode en de maan en planeten bewegen door een vlak dat afgetekend wordt door de sterren. Wij weten dat dit alles lokale gebeurtenissen zijn, die veroorzaakt worden door de bewegingen binnen ons zonnestelsel. Weinberg voegt er aan toe dat naast de planeten, ook de sterren bewegingloos lijken.
Inderdaad, een vluchtige blik in de lucht kan iemand het gevoel geven dat alles heel stabiel en vast is. Maar dat is niet het geval. Er is een grote activiteit in het heelal en dit feit, dat voor het blote oog onopgemerkt plaatsvindt, werd 14 eeuwen geleden al bericht in de Qor-aan. Laten we nu eens kijken naar een prachtige eigenschap van de hemellichamen, namelijk hun beweging in de ruimte. Want deze bewegingen zijn volledig gecontroleerd en alle lichamen bewegen in een berekende baan. In de Qor-aan zijn er bepaalde verzen die verwijzen naar de baan van de zon en de maan, zoals (Nederlandstalige interpretatie): “De zon en de maan (bewegen) volgens berekeningen (nauwkeurige banen).” [Soerat ar-Rah’maan (55), aayah 5.]
Door deze nauwkeurige banen kan men tijd berekenen. Een andere uiting van deze nauwkeurige banen is een zonsverduistering. Hoewel deze twee hemellichamen een totaal verschillende grootte hebben en zo’n 150 miljoen kilometer van elkaar staan, toch passen zij precies op elkaar waardoor er iets fantastisch te zien is. Vele mensen ondernemen een reis om dit goed te kunnen zien, maar slechts weinigen die er een les uit trekken! Het is de verordening van Allah de Verhevene, een teken om over na te denken.
“Het is niet mogelijk voor de zon om de maan te bereiken, noch zal de nacht de dag inhalen, en elk zweeft in een baan.” [Soerat Yaa-e Sien (36), aayah 40.]
Deze verzen zijn niet (alleen) bedoeld om astronomische realiteiten te omschrijven, maar om de mens te laten begrijpen dat als hij om zich heen kijkt, zich er voor open stelt en zijn gezonde verstand gebruikt, hij dan ontelbare bewijzen zal zien voor het bestaan van God en Zijn eenheid, en hij zal geen enkel bewijs tegenkomen voor atheïsme en polytheïsme. (Uit Tefhiem al-Qor-aan, Sayyid Aboe al-A’laa Mawdoedie.)
“En Hij is Degene Die de nacht en de dag en de zon en de maan schiep, elk zweeft in een baan.” [Soerat al-Anbiyaa-e (21), aayah 33.]
Volgens een recentelijk geaccepteerde theorie oefenen zware en omvangrijke lichamen in het universum, een zwaartekracht uit op kleinere lichamen. Bijvoorbeeld, de maan maakt een baan om de aarde, welke een groter volume heeft. De aarde en de andere planeten in het zonnestelsel bewegen in een baan rond de zon. Er bestaat nog een groter systeem waar het zonnestelsel weer in een baan rond omheen draait. Het meest kritieke punt in al deze details, is dat noch de sterren, noch de planeten of andere lichamen in de ruimte, een ongecontroleerde beweging maken, elkaars baan afsnijden of elkaar raken. De Qor-aan maakt de harmonieuze bewegingen van hemellichamen als volgt duidelijk (Nederlandstalige interpretatie): “Bij de hemel, bezitter van al-h’oeboek (schoonheid en complexiteit).” [Soerat ad-Dzaariyaat (51), aayah 7.]
Ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden zijn met hem) zei over al-h’oeboek: “Vol schoonheid, pracht en perfectie.” Moedjaahid, ‘Ikrimah, Sa’ied ibn Djoebayr, Aboe Maalik, Aboe Saalih’, as-Soeddie, Qatadah, ‘Atiyah al-‘Awfie, ar-Rabi’ ibn Anas en anderen zeiden hetzelfde. Ad-Dhahh’aak, al-Minhal ibn ‘Amr en anderen zeiden: “Het kronkelen van water, zand en planten wanneer de wind over hen passeert, die paden in hen vormt, dat is de h’oeboek.” Dit alles komt op hetzelfde neer: schoonheid en complexiteit. (Uit Tefsier Ibn Kethier.)
De meest gevorderde astronomie en wiskunde bereiken maar een schijntje van de magnifieke en uiterst complexe kosmos, met al zijn sterren, planeten en kometen met hun banen, zwarte gaten en vele andere kosmologische activiteiten van hoog technische aard. Dus denk eens aan de Schepper van dit prachtige en complexe universum, Allah, Die groter is dan dit alles, en uw verantwoordelijkheid tegenover Hem.
De zon, één van de biljoen sterren in het universum, reist meer dan 17 miljoen kilometer per dag in de ruimte. Allah de Almachtige verwijst naar deze reis van de zon in de Qor-aan als volgt (Nederlandstalige interpretatie): “En de zon: zij beweegt zich snel voort in een voor haar vastgestelde baan, dat is de verordening van al-‘Aziez (de Almachtige), al-‘Aliem (de Alwetende).” [Soerat Yaa-e Sien (36), aayah 38.]
Ruimte mag dan gezien worden als een enorme holte: een oneindig grote holte, een holte die sterren bevat, planeten en lichamen in beweging, maar de ruimte is geen holte alleen. Het is een ‘systeem’ dat ontelbare sterrenstelsels bevat, planetenstelsels, satellieten en kometen. Het werd reeds in de Qor-aan al verklaard dat de lucht en ruimte vlekkeloos geschapen zijn binnen in een ‘grote orde’ (Nederlandstalige interpretatie): “Kijken zij dan niet naar de hemel boven hen, hoe Wij die gebouwd en versierd hebben (met sterren en planeten) en er geen enkele scheur in is?” [Soerat Qaaf (50), ayaah 6.]
Dit vers kan beter begrepen worden door het volgende voorbeeld. Hedendaagse radioastronomen hebben een galactisch systeem waargenomen dat zij Source 3c 295 genoemd hebben. Zij denken dat de stralingen ervan, die ons nu bereiken, het zo’n vierduizend miljoen jaar geleden verlaten hebben. De vraag is: hoe is het mogelijk dat de stralingen van zo’n verafgelegen bron de aarde bereiken indien de continuïteit en samenhang van het universum tussen de aarde en de desbetreffende Melkweg ergens onderbroken zou zijn en de opbouw op het een of andere punt gescheurd? Allah de Verhevene zinspeelt in feite op deze realiteit. (Uit Tefhiem al-Qor-aan, Sayyid Aboe al-A’laa Mawdoedie.)
De grootste filosofen hebben hun hoofd gebroken over het concept “schepping” en tijdens hun poging hun sceptische houding hier tegenover te verdedigen, toen zij nadachten over het wonder en mysterie van de hemel met de ontelbare sterren en planeten, het licht, de wetten en orde, en het vraagstuk of het universum een einde of geen einde heeft. Kan stom toeval dit alles tot stand brengen?
Zie ook het artikel De Hemelen, een uitnodiging om na te denken.
De zon en de maan
Er zijn vele verzen in de Qor-aan die gaan over de zon en de maan. Toen hun Arabische naamgeving onderzocht werd, werd er een belangrijke eigenschap geopenbaard. In de verzen worden de woorden sieraadj (lamp) en wahhaadj (helder brandend) gebruikt voor de zon. Voor de maan wordt het woord moenier (glanzend, verlicht) gebruikt. Inderdaad, terwijl de zon een enorme hoeveelheid hitte en licht produceert als resultaat van de nucleaire reacties binnenin, reflecteert de maan slechts het licht dat het ontvangt van de zon. De verzen verwijzen naar dit verschil als volgt (Nederlandstalige interpretatie): “Zien jullie niet hoe Allah zeven hemelen (kosmische systemen) harmonieus (samenhangend, gestapeld) geschapen heeft? En Hij daarin de maan plaatste als een licht en de zon plaatste als een lamp?” [Soerat Noeh’ (71), aayah 15-16.]
“En Wij bouwden boven jullie zeven sterke hemelen. En Wij maakten (daarin) een stralende lamp [de zon (#14) – sieraadjan wahhaadjan].” [Soerat an-Naba-e (78), aayah 12-13.]
<<< (#14) Die niet te ver weg is zodat het te koud is, noch te dichtbij zodat het te heet is.>>>
“Gezegend is Degene Die in de hemel sterrenstelsels geplaatst heeft en Die daarin een lamp (de zon, sieraadjan) plaatste en een verlichtende (moenier) maan.” [Soerat al-Foerqaan (25), aayah 61.]
Het verschil tussen de zon en de maan is erg duidelijk in de verzen. De één wordt beschreven als een bron van licht, terwijl de ander een licht reflecterend object is. Het is onmogelijk dat dit detail bekend was in de tijd dat de Qor-aan geopenbaard werd. Het was pas eeuwen later dat men deze kennis in bezit kreeg. Het feit dat deze informatie al gegeven werd in de Edele Koran is daarom één van de bewijzen dat de Koran een openbaring van God is.
Het goed beschermende dak
“En Wij maakten de hemel als een beschermend dak en zij (de ongelovigen) wenden zich af van haar tekenen.” [Soerat al-Anbiyaa-e (21), aayah 32.]
Vrijwel iedereen heeft foto’s gezien van het maanoppervlak. De structuur van het oppervlak is zeer ongelijk door de ontelbare meteorieten die erop zijn gevallen. De grote aantallen kraters die gevormd zijn door deze meteorieten, is één van de meest bijzondere eigenschappen van de maan. Elk ruimtestation dat op het maanoppervlak gevestigd wordt zonder speciaal schild, zal spoedig met de grond gelijk gemaakt worden. De enige manier om dit te voorkomen is het op een bepaalde manier te beschermen. De aarde is voorzien van zo’n bescherming op een heel natuurlijke manier, terwijl we er bijna nooit aan denken. Daarom hoeven de mensen geen extra voorzieningen te treffen om te overleven. De atmosfeer van de aarde vernietigt alle meteorieten, groot en klein, die de aarde naderen. Maar de atmosfeer filtert ook de schadelijke stralingen uit de ruimte en is dus een onmisbaar proces om het menselijk leven op aarde mogelijk te maken.
Vele schadelijke en zelfs dodelijk stralingen bereiken de aarde vanaf de zon en andere sterren. De energie-explosies, de zogenaamde ‘zonnevlammen’ die plaatsvinden op de zon, de dichtstbijzijnde ster van de aarde, vormen de belangrijkste bron van schadelijke stoffen. Bij een zonnevlam worden grote hoeveelheden radiostraling en röntgenstraling geproduceerd. Tijdens deze zonnevlammen wordt er een plasmawolk de ruimte ingeworpen, met een gemiddelde snelheid van 1500 km/sec. De plasmawolk, bestaande uit positief geladen protonen en negatief geladen elektronen, is elektrisch geleidend. Terwijl de wolk de aarde nadert met een snelheid van bijna 5,5 miljoen kilometer per uur, begint het een elektrische stroom te produceren onder het effect van het magnetisch veld dat om de aarde aanwezig is. Aan de andere kant oefent het magnetische veld een duwende kracht uit op de plasmawolk die een stromende vloeiing er doorheen heeft. Deze kracht stopt de beweging van de wolk en houdt het op een bepaalde afstand.
Hoewel de plasmawolk tegengehouden is door het magnetische veld van de aarde, zijn de effecten nog steeds waarneembaar vanaf de aarde. Na sterke flitsen kunnen transformators in kabels met hoge voltage exploderen, communicatienetwerken kunnen beschadigd raken en zekeringen in een elektrisch netwerk kunnen eruit slaan. Bij een zonnevlekexplosie komt er energie vrij, die volgens berekeningen gelijkwaardig is aan 100 biljoen keer de atoombom die Amerika heeft laten vallen op Hiroshima. Vijfentachtig uur na de flits werd er extreme activiteit waargenomen op de naald van het kompas en de temperatuur op 250 kilometer boven de atmosfeer schoot omhoog naar 25.000 graden Celsius.
Maar ook andere kosmische stralingen worden verspreid van de zon met een relatief lagere snelheid, ongeveer 400 km/sec. Dit wordt “zonnewind” genoemd. Zonnewinden worden onder controle gehouden door een laag met geladen deeltjes (protonen en elektronen), ook wel Van Allengordels genoemd (een stralingsgordel vernoemd naar James Alfred Van Allen), welke gevormd is onder invloed van het magnetisch veld van de aarde en daardoor veroorzaken ze geen schade aan de aarde. De vorming van deze gordels wordt mogelijk gemaakt door de eigenschappen van de kern van de aarde. De kern bevat magnetische metalen, zoals ijzer en nikkel. Wat nog belangrijker is, is dat de kern bestaat uit twee structuren. De binnenste kern is vast en de buitenste kern is vloeibaar. Deze twee lagen van de kern bewegen om elkaar heen. Deze beweging zorgt voor magnetische effecten in metalen, welke leiden naar de vorming van een magnetisch veld. De Van Allengordels zijn een verlenging van dit magnetisch veld, dat zich uitstrekt tot de buitenste gebieden van de atmosfeer. Dit magnetisch veld beschermt de aarde tegen de gevaren uit de ruimte. Zonnewinden kunnen de Van Allengordels niet passeren, dit op een afstand van zo’n 64.000 kilometer van de aarde. Als zij in de vorm van elektrisch geladen deeltjes dit magnetisch veld bereiken, worden zij ontbonden en zweven rondom de gordel.
De aarde wordt net als door de Van Allengordels ook door zijn atmosfeer beschermd tegen de vernietigende invloeden uit de ruimte. We hebben al genoemd dat de atmosfeer de aarde beschermt tegen meteorieten. Dit is echter niet de enige eigenschap van de atmosfeer. Een temperatuur van –273 graden Celsius in de ruimte, wat het “absolute nulpunt” wordt genoemd, zal een fataal effect hebben op de mensen, ware het niet dat de temperatuur in de atmosfeer van de aarde constant hoger is.
Wat nog interessanter is, is dat de atmosfeer alleen ongevaarlijke stralingen, radiogolven en zichtbaar licht doorlaat, omdat deze onmisbare elementen voor leven zijn. Is dit niet wonderbaarlijk? De ultraviolette stralingen, welke slechts gedeeltelijk worden doorgelaten door de atmosfeer, zijn heel belangrijk voor de fotosynthese van planten en voor het overleven van alle levende wezens. Deze straling, die door de zon met enorme hoeveelheden wordt uitgestraald naar de aarde, wordt gefilterd door de ozonlaag van de atmosfeer en slechts een beperkte en noodzakelijke hoeveelheid bereikt de aarde. Zonnestralen zijn één van de meest noodzakelijke benodigdheden voor leven.
Kortom, er is op aarde een voortreffelijk systeem aan het werk, dat de aarde beschermt tegen uitwendige gevaren maar toch de noodzakelijke factoren doorlaat. Het feit dat de aarde een beschermend dak of schild heeft, is dus in de Qor-aan bekend gemaakt in het volgende vers (Nederlandstalige interpretatie): “En Wij maakten de hemel als een beschermend dak en zij (de ongelovigen) wenden zich af van haar tekenen.” [Soerat al-Anbiyaa-e (21), aayah 32.]
Er is geen twijfel dat het in de 7de eeuw onmogelijk was om enig idee te hebben over de beschermende eigenschappen van de atmosfeer, noch van de aanwezigheid van de Van Allengordels. De uitdrukking “een beschermend dak” legt de beschermende middelen rondom de aarde, die pas recentelijk zijn ontdekt met moderne apparatuur, perfect uit. Het bovenstaande vers, dat dus verwijst naar de hemel (lucht) als een goed beschermend dak, geeft aan dat de Qor-aan neergezonden is door een Schepper Die over alles kennis heeft.
De relativiteit van tijd
De betrekkelijkheid van tijd is tegenwoordig een bewezen feit. Echter, toen Einstein het begin vorige eeuw als “relativiteitstheorie” opstelde, geloofde niemand dat tijd betrekkelijk en afhankelijk kon zijn van snelheid en massa. Er was echter één uitzondering! De Qor-aan bood namelijk informatie over de betrekkelijkheid van tijd! Er zijn drie verzen die hier betrekking op hebben:
1.) “En zij vragen jou de kwelling te bespoedigen, terwijl Allah Zijn belofte nooit verbreekt! En waarlijk, één dag bij jouw Heer is als duizend jaar volgens hoe jullie berekenen.” [Soerat al-H’adjj (22), aayah 47.]
D.w.z. dat Allah de Verhevene Zich niet haast en niet hoeft te haasten: Zijn Bestaan is absoluut en Hij is onafhankelijk van tijd en plaats. Het verstrijken van de tijd heeft geen invloed op Zijn Geheugen, Bestaan, Beloften etc. Dit vers toont ook de relativiteit van tijd aan. Zoals alles in de kosmos logaritmisch verloopt, zo is dit ook met de factor tijd die de mens tot lineaire maakte door zijn rechtlijnig denken.
2.) “Hij bepaalt de ordening (van alle zaken) vanuit de hemel naar de aarde. Vervolgens gaat het omhoog naar Hem op een dag waarvan de duur duizend jaar is volgens hoe jullie tellen.” [Soerat as-Sadjdah (32), aayah 5.]
3.) “De engelen en ar-roeh’ (de geest – de aartsengel Gabriël) stijgen naar Hem op in een Dag (de Dag der Opstanding) waarvan de maat vijftigduizend jaar (#15) is.” [Soerat al-Ma’aaridj (70), aayah 4.]
<<< (#15) In dit vers wordt aangegeven dat het een dag betreft waarvan de maat vijftigduizend jaar is. In de vorige twee verzen wordt aangegeven dat een dag bij Allah duizend jaar is zoals wij rekenen. Sheikh Moh’ammed al-Amien as-Shanqietie zei in zijn boek Daf’ Ayhaam al-Idtiraab ‘an Aayaat al-Kitaab (p. 158) dat er twee manieren zijn om deze aayaat in overeenstemming te brengen: (1) Ibn Abie H’aatim leverde over via Sammaak van ‘Ikrimah van Ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden zijn met hem): “De dag van duizend jaar genoemd in soerat al-H’adj (22:47) is één van de zes dagen waarin Allah de hemelen en de aarde schiep; de dag van duizend jaar genoemd in soerat as-Sadjdah (32:5) is de tijd waar een kwestie overdoet om naar Allah op te stijgen; en de dag van vijftigduizend jaar is de Dag der Opstanding.” (2) Zij allen verwijzen naar de Dag der Opstanding en het verschil in tijd hangt af of een persoon een gelovige (moe-emin) of een ongelovige (kaafir) is. Dit wordt aangeduid door de aayah (Nederlandstalige interpretatie): “Echt, die Dag is een moeilijke Dag. Voor de ongelovigen niet gemakkelijk.” [Soerat al-Moeddaththir (74), aayah 9-10.] Deze twee suggesties zijn genoemd door de auteur van al-Itqaan (d.w.z. al-Itqaan fie ‘Oeloem al-Qor-aan, een van de klassiekers en standaard naslagwerken over ‘oeloem al-Qor-aan – de wetenschappen betreffende de Koran – van as-Soeyoetie). En Allah weet het beste. We dienen voor ogen te houden dat het concept “tijd” zonder betekenis is met betrekking tot God, Die los staat van tijd en plaats.>>>
De openbaring van de Qor-aan begon in het jaar 610 n.Chr. Toch bevat het zeer duidelijke verwijzingen naar de relativiteit van tijd, een ander bewijs dat het een goddelijk Boek is.
De rondheid van de aarde
Arabisch, de taal waarin de Qor-aan is geopenbaard, is een zeer rijke en ontwikkelde taal. De uitdrukkingsvormen zijn zeer talrijk en woorden hebben vele variaties. Om deze reden kunnen sommige Arabische werkwoorden niet met één enkel woord vertaald worden in sommige andere talen. Bijvoorbeeld, het werkwoord ghaashiya betekent “vrees met ontzag” (andere woorden worden gebruikt voor andere soorten angst). Het woord qaari’ah wordt gebruikt als verwijzing naar “een tegenspoed, dat wat indruk maakt”, dat is de Dag der Opstanding.
Eén van die werkwoorden is ook tekwier, dat in de volgende aayah wordt gebruikt (Nederlandstalige interpretatie): “Hij schiep de hemelen en de aarde volgens de waarheid (met een betekenis en een doel). Hij laat de nacht overgaan in de dag en Hij laat de dag overgaan in de nacht…” [Soerat az-Zoemar (39), aayah 5.]
Yoekawwiroe (hier vertaald als “overgaan”) betekent in feite “ronddraaien” (de infinitief is tekwier, hetgeen betekent: het omringen van iets in een ronde vorm), zoals in het gezegde: “De akwaar (ev. kawr) van de tulband,” hetgeen de draaiingen van de tulband op het hoofd betekent. We weten dat de dag en de nacht elkaar opvolgen, in elkaar overgaan, elkaar overlappen. Dit houdt in dat de aarde bolvormig is (en ronddraait), omdat iets niet in een ronde vorm rondgedraaid kan worden behalve op iets wat bolvormig is. [Uit het boek Uitleg van Aayatoel-Koersie van sheikh Moh’ammed ibn Saalih’ al-‘Oethaymien, uitgegeven door en verkrijgbaar bij Uitgeverij Momtazah (www.momtazah.net).] Zie ook het artikel Is de aarde plat? Op deze website.
De informatie in dit vers over de dag en de nacht die in elkaar overgaan, bevat nauwkeurige informatie over de vorm van de aarde. Dit betekent dat in de Qor-aan aanwijzingen staan van de rondheid van de aarde.
Echter, het begrip van de astronomie in die tijd zag de wereld heel anders. Men dacht toen dat de wereld een plat vlak was en alle wetenschappelijke berekeningen waren gebaseerd op dit idee. Aangezien de Qor-aan het Woord van Allah de Alwetende is, zijn de meest correcte woorden erin gebruikt daar waar het universum beschreven wordt.
De functie van bergen
Volgens geologische ontdekkingen zijn bergen ontstaan door het bewegen en botsen van enorme platen die de korst van de aarde vormen. Deze platen zijn enorm groot en dragen alle continenten. Als twee platen botsen, schuift normaal gesproken de één onder de ander en de brokstukken ertussen worden omhoog gedrukt. De grote bogen in de samengeperste brokstukken vormen de bergen doordat ze hoger dan hun omgeving opgeheven worden. Tegelijkertijd vindt het uitpuilen, dat de bergen vormt, ook onder de grond plaats. Dit betekent dat bergen een gedeelte hebben dat zich naar beneden uitstrekt, zo groot als het zichtbare gedeelte, met soms nog langere “wortels”. Deze delen van bergen onder de grond voorkomen dat de korst van de aarde gaat schuiven over de magmalaag (vloeibare massa in de aarde) of tussen zijn eigen lagen.
Zoals deze uitleg duidelijk maakt, is de vorming van bergen op de verbindingspunten van de platen van de aarde, één van de meest belangrijke eigenschappen van bergen; platen die dicht tegen elkaar gedrukt worden als zij dicht bij elkaar komen en de bergen “maken ze vast” aan elkaar. We kunnen bergen vergelijken met spijkers die houten planken bij elkaar houden.
Bovendien voorkomt de druk, die bergen door hun enorme massa uitoefenen op de aardkorst, dat de bewegingen van het magma binnen in de aarde, de oppervlakte van de aarde bereiken en de aardkorst vernietigen. De binnenste laag van de aarde, kern genaamd, is een gebied bestaande uit gesmolten substanties met temperaturen die op kunnen lopen tot duizenden graden. Bewegingen in de kern veroorzaken gescheiden delen die gevormd worden tussen de platen die de aarde vormen. De bergen die gevormd worden in deze gebieden belemmeren de opwaartse bewegingen en beschermen de wereld tegen vernietigende aardbevingen.
Het is heel interessant om te zien dat deze technische feiten door de moderne geologie in onze tijd zijn ontdekt, terwijl ze eeuwen geleden al in de Qor-aan geopenbaard zijn. In een vers over bergen, is in de Qor-aan verklaard (Nederlandstalige interpretatie): “Hij schiep de hemelen zonder pilaren die jullie zien. En Hij plaatste op aarde bergen zodat deze niet met jullie schokt…” [Soerat Loeqmaan (31), aayah 10.]
Met dit vers ontkende de Qor-aan een bijgeloof dat algemeen geaccepteerd werd in die tijd. Zoals vele volkeren in die tijd een primitieve kennis van astronomie hadden, dachten de Arabieren ook dat de hemelen hoog boven de bergen opgeheven werden. (Dit was een traditioneel geloof welke nadien is toegevoegd aan de uitleg van het universum in het Oude Testament.) Dit geloof hield in dat er hoge bergen waren op de twee einden van de platte aarde. Deze waren de “steunpilaren” van de hemelen. Hen werd geleerd dat deze pilaren de hemelen boven op hun plaats hielden. Het bovenstaande vers weerlegde dit en stelde dat de hemelen “zonder steunpilaren” waren. Tevens werd de ware geologische functie van de bergen bekend gemaakt: het voorkomen van aardbevingen. Een ander vers benadrukt dit zelfde punt (Nederlandstalige interpretatie): “En Wij maakten stevige bergen op de aarde opdat zij niet met hen schokt. En Wij maakten daarin bergpassen als wegen opdat zij geleid zullen worden (#16).” [Soerat al Anbiyaa-e (21), aayah 31.]
<<< (#16) In zowel letterlijke als figuurlijke zin. Letterlijk leiden deze bergpassen mensen naar andere plekken waar zij heen willen gaan. Figuurlijk dienen deze wonderbaarlijke voorbeelden van Allahs Voorzienigheid de gedachten van de mensen te leiden naar de ware leiding van Allah de Verhevene in het leven. (A. Yusuf Ali Quran Commentary, de herziene versie.)>>>
En het volgende vers (Nederlandstalige interpretatie): “En Hij plaatste stevige bergen op de aarde zodat zij niet met jullie schokt, en rivieren en wegen opdat jullie je laten leiden (naar de juiste richting).” [Soerat an-Nah’l (16), aayah 15.]
Melkvorming bij het vee
In de uier stroomt het bloed door een heel fijn vertakt stelsel van aderen en adertjes. Dit bloedvatenstelsel leidt het bloed, dat zorgt voor de aanvoer van bouwstoffen afkomstig uit de dunne darm, langs de zogenaamde klierkwabjes. Deze bestaan uit (zo’n 8 miljoen) melkblaasjes. De wanden van de blaasjes bestaan uit melkcellen (ongeveer 700 per blaasje). Hierin vindt de eigenlijke vorming van melk plaats. Dat gaat het hele etmaal door. De melkcellen onttrekken de bestanddelen voor de vorming van de melk uit het bloed. Sommige stoffen worden onveranderd uit het bloed opgenomen, zoals mineralen en vitamines. Andere melkbestanddelen moeten in de melkcellen opgebouwd worden uit de stoffen die het bloed aandraagt. Dat is het geval met eiwitdeeltjes en melksuiker die terechtkomen in de vacuolen (holten in de cel) die zich richting de celwand begeven. Als de vacuolen met de celwand in contact komen, openen zij zich en de cel deponeert deze stoffen in het inwendige van het melkblaasje. Het water (wat voornamelijk door de dikke darm uit de verteerde massa wordt onttrokken) en de kleine moleculen kunnen door osmose de celwand passeren. Kort samengevat kun je zeggen dat de voedingstoffen komen uit het bloed en het water uit de verteerde brij in de dikke darm dat als mest wordt uitgescheiden.
Inderdaad, ook dit feit kunnen we terug vinden in de Qor-aan. De vorming van melk tussen mest en bloed wordt als volgt in de Qor-aan weergegeven (Nederlandstalige interpretatie): “En waarlijk, in het vee is zeker een lering voor jullie: Wij geven jullie van wat er in hun buiken is – tussen spijsbrij en bloed – pure melk te drinken; smakelijk voor de drinkers.” [Soerat an-Nah’l (16), aayah 66.]
Verder is de hele melkvorming een wonderbaarlijk proces. De volgende informatie willen wij u dan ook niet onthouden. De vetbolletjes die in de melk zweven, worden ook in de melkcellen gemaakt. Door uitstulping en afsnoering maken de vetbolletjes zich van de celwand los. Daardoor worden ze omgeven door een eiwitlaagje dat afkomstig is van de celwand. Dit eiwitlaagje zorgt er voor dat het vetbolletje in het water geëmulgeerd (“opgelost”) wordt en dat de vetbolletjes niet op het water gaan drijven, want vet is immers lichter dan water. De melk wordt zo druppel voor druppel gemaakt en vult geleidelijk aan de melkblaasjes en de melkgangen die erdoor opzwellen. Daarin kan heel veel melk worden opgeslagen. Er moet zo’n 400 liter bloed door de uier stromen voor het maken van 1 liter melk.
De melkcellen zullen in de loop van de tijd de melkblaasjes vullen met melk. Wanneer deze vol zijn, zal de melk doorstromen naar de melkkanaaltjes en melkgangen. Bij hogere productie vult ook de melkboezem zich. Wanneer de uier heel erg vol is, ontstaat er in de melkblaasjes veel tegendruk, waardoor de melkvorming wordt geremd. (Klik op onderstaande afbeelding om het vergroot weer te geven.)
Duisternis in de zeeën en interne golven
“Of (de daden van de ongelovige zijn) als de duisternissen (#17) in een peilloze zee bedolven door golven met daarboven golven (#18) met daarboven wolken – duisternissen boven elkaar; als hij zijn hand uitsteekt, kan hij die nauwelijks zien. En aan wie Allah geen licht toekent, voor hem is er dan geen licht!” [Soerat an-Noer (24), aayah 40.]
(#17) Het is zeer interessant dat Allah de Verhevene hier aangeeft dat er duisternis in de zee heerst, want de duisternis in water bevindt zich op een diepte van zo’n 150 meter en dieper. Het is zonder twijfel één van de wonderen van de Qor-aan dat dit feit gegeven werd in een tijd waarin de mens geen hulpmiddelen had om naar die diepte te duiken. (Zie o.a. Elder, Danny; and John Pernetta, 1991, Oceans, London, Mitchell Beazley Publishers, p. 27.)
(#18) Wetenschappers hebben onlangs ontdekt dat er interne golven zijn, die “zich voordoen op grensvlakken tussen lagen met verschillende dichtheden.” Interne golven kunnen met het blote oog niet gezien worden, maar zij kunnen waargenomen worden door op bepaalde locaties de verandering van temperatuur en het zoutgehalte te bestuderen. (Gross, M. Grant; 1993, Oceanography, a View of the Earth, 6th edition, Englewood Cliffs, Prentice-Hall Inc., p. 205.)
In at-Tefsieroe al-Moeyassar lezen we over deze aayah: “De bodem van de diepe zee is zeer duister vanwege de bedekking van de grote hoeveelheid water. Wanneer de golven elkaar opvolgen zal de duisternis vermeerderen. Wanneer er dan wolken zijn boven de golven, wordt het toppunt van de duisternis bereikt. De vergelijking die hier gemaakt wordt is dat Allah de Verhevene drie soorten duisternissen heeft genoemd; de duisternis van de zee, de duisternis van de golven en de duisternis van de wolken. Zo is het ook met de ongelovige die drie duisternissen heeft; de duisternis van de geloofsovertuiging, de duisternis van zijn spraak en de duisternis van zijn daden. (Loebaaboe at-Ta-ewiel fie Ma’aaniey at-Tenziel van al-Khaazin.) En wie Allah geen licht toekent van Zijn Boek en de Soennah van Zijn profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem), waarmee hij geleid kan worden, dan zal hij geen gids hebben.” (Einde citaat.)
De verklaring in de Qor-aan komt volledig overeen met de bovenstaande uitleg, en dit zonder onderzoek en terwijl men alleen de golven aan het oppervlakte van de zee kon zien. In die tijd was het onmogelijk om te weten dat er interne golven zijn in de zee. Doch trekt God in soerat an-Noer onze aandacht voor een andere soort golf die zich voordoet in de diepte van de oceanen. Zeker, dit feit, welke wetenschappers pas hebben ontdekt, laat wederom zien dat de Qor-aan het Woord is van God.
De identiteit in de vingerafdruk
Daar waar in de Koran wordt verklaard dat het gemakkelijk is voor God om de mens weer tot leven te wekken na zijn dood, wordt de vingertop van mensen in het bijzonder benadrukt. Allah Soebh’aanahoe wa Ta’aalaa (Glorieus en Verheven is Hij) zegt in Zijn Nobele Koran (Nederlandstalige interpretatie): “Denkt de mens dat Wij zijn botten (na zijn dood) niet zullen verzamelen? Welzeker! Wij zijn in staat om zijn vingertoppen te reconstrueren.” [Soerat al-Qiyaamah (75), aayah 3-4.]
De nadruk op vingertoppen heeft een speciale betekenis. Elk mens heeft zijn of haar unieke vingerafdrukken die niet lijken op die van iemand anders. Dit is echter pas laat in de 19de eeuw ontdekt. Hoewel men vingerafdrukken daarvoor zag als gewone lijntjes zonder enige specifieke betekenis of belangrijkheid, wijst God in de Qor-aan naar de vingertoppen om aan te geven dat Hij Alwetend is en zelfs op de hoogte is van ieders vingerafdrukken. (Klik op onderstaande afbeelding om het vergroot weer te geven.)
De scheiding tussen zoet en zout water
In de Qor-aan vinden we aanwijzingen over een “onoverbrugbare afscheiding” tussen zoet en zout water. Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “En Hij is Degene Die de twee zeeën vrij heeft laten stromen (d.w.z. zij mengen niet met elkaar); deze is aangenaam en zoet, en deze is zout en bitter. En Hij maakte tussen hen beide een barrière en een volledige afscheiding.” [Soerat al-Foerqaan (25), aayah 53.]
Hoewel zoetwater (zo’n 3%) en zoutwater (zo’n 97%) voortdurend met elkaar in verbinding staan, blijft elk soort water zijn eigenschappen behouden. In riviermonden is namelijk een zone (brakwater) met een gemarkeerde dichtheidsonderbreking die de twee lagen water (zoet- en zoutwater) scheidt. (Zie Oceanography, Gross, p. 242; Introductory Oceanography, Thurman, p. 300-301.) Allah de Verhevene vertelt ons hier over de realiteit zodat Zijn dienaren Zijn zegeningen zullen beseffen en Hem dankbaar zijn daarvoor.
Deze informatie is pas recentelijk ontdekt, gebruik makend van geavanceerde apparatuur om temperatuur, zoutheid, dichtheid, zuurstof oplosbaarheid etc. te meten. Het menselijk oog kan het verschil niet zien tussen de twee zeeën die elkaar ontmoeten en niet mengen, alsook de scheiding van water in riviermonden in drie soorten: zoet water, zout water en de afscheiding (zone van scheiding – brakwater).
De Romeinen zullen zegevieren
Het is geen wetenschappelijk feit, maar wel een van de diverse voorspellingen in de Koran die ik graag in dit artikel wil opnemen. Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “De Romeinen zijn verslagen (door de Perzen). (#19) In het meest nabije land. En zij zullen na hun nederlaag zegevieren. In drie tot negen jaren…” [Soerat ar-Roem (30), aayah 2-4.]
<<< (#19) De heidense Qoeraysh van Mekkah waren zeer blij met de nederlaag van de Romeinen door toedoen van de Perzen, aangezien zij ook afgodenaanbidders waren, en in hun hart hoopten zij dat de ontluikende stroming van de Islaam – die op dat moment, vanuit een werelds perspectief, zeer zwak en hulpeloos was – ook zou ineenstorten onder hun vervolging. (A. Yusuf Ali Quran Commentary, de herziene versie)>>>
Ook dit is één van de wonderen in de Qor-aan, waar Allah de Verhevene een toekomstig feit te kennen geeft, namelijk dat de Romeinen, die grote nederlagen leden tegen de Perzen en wier totale vernietiging op handen zijnd leek, weer zouden zegevieren. De periode tussen het verlies van Jeruzalem (in 614-615 n.C., de periode waarin dit vers geopenbaard werd) door de Romeinen en hun eerste overwinning daarna bij Issus (in 622 n.C.), dat het getijde deed keren en het begin was van een reeks overwinningen, was ongeveer zeven jaar, waardoor de profetie uitkwam.
Deze profetie wordt vaak aangevallen door tegenstanders van de Qor-aan. Sommigen beweren dat dit vers verwijst naar de beslissende slag bij Nineve in 627 n.C., of naar het moment dat de vredesonderhandelingen afgerond werden in 629 n.C., of naar de pelgrimstocht van Heraclius naar Jeruzalem in 630 n.C., wat de beslissende aard van de Romeinse overwinning zou markeren. Volgens hen kwam de Romeinse overwinning pas na 12-16 jaar in plaats van tussen de 3 en 9 jaar zoals dat in de Qor-aan aangegeven is. Maar dit vers verwijst niet naar hetgeen zij denken, maar naar het simpele feit dat de Romeinen weer zullen zegevieren na hun nederlaag, wat destijds zeer onwaarschijnlijk leek.
Anderen maken wijselijk geen bezwaar op het aantal jaren, maar stellen dat dit vers niet eens als een profetie gezien kan worden. Zij volgen de wetenschappelijke “Methode van Einstein” en volgens een van diens zeven richtlijnen dienen de woorden van een profetie op papier vastgelegd te zijn voordat de gebeurtenis plaatsvindt. Volgens hen was de “officiële” Qor-aan pas in 653 n.C. op papier vastgelegd, of op zijn vroegst in 634 n.C. Maar, zeggen zij, de gebeurtenis vond plaats in 627 n.C., dus 26 jaar vóór het opschrijven van de profetie! Zelfs in het gunstigste geval (634 n.C.) betekent dit 7 jaar na de gebeurtenis. Vervolgens vragen zij zichzelf af: “Is het niet mogelijk dat de profetie na de gebeurtenis aangepast werd zodat het in overeenstemming was met hetgeen daadwerkelijk plaatsvond?” Alsof een schriftelijke vastlegging nooit meer veranderd kan worden! Aangezien de Qor-aan pas opgeschreven werd nadat de gebeurtenis plaatsvond, zeggen zij, staat de wetenschappelijke methode dit vers niet toe als een ware profetie. Maar deze mensen – die wetenschap als een god genomen hebben – zijn zo bevooroordeeld dat zij niet weten, of niet willen weten, dat destijds duizenden mensen de Qor-aan volledig of gedeeltelijk gememoriseerd hadden. En dit is van veel meer waarde dan een schriftelijke vastlegging. Als duizenden mensen overeen zouden zijn gekomen om deze gememoriseerde profetie te veranderen, hadden zij ook overeen kunnen komen om een geschreven manuscript aan te passen en het oude manuscript te vernietigen. Ook al was de Qor-aan in die tijd niet in één boek verzameld, delen ervan werden zeker opgeschreven voor persoonlijk gebruik. (Zie het artikel De verzameling van de Koran.) Er is dus sprake van memorisatie op grote schaal en schriftelijke vastlegging, en de Qor-aan is moetawaatir (#20). Bovendien zouden de vijanden van de Islam destijds wel bezwaar gemaakt hebben indien er geknoeid zou zijn met deze profetie. Maar dit is niet het geval!
<<< (#20) Moetawaatir betekent dat het op een zodanige manier en door zo veel mensen in elke generatie is doorgegeven dat het onmogelijk is dat er een fout is gemaakt of dat zij allemaal overeenkwamen om het te vervalsen.>>>
Conclusie: de Koran is het Woord van Allah
Dit is wat ik voor u verzameld heb om u hopelijk een klein beetje te laten proeven van de schoonheid van de Koran en te laten inzien dat de Koran geen menselijke auteur kan hebben, maar dat het een neerzending is van uw Schepper, een openbaring van God. Dit is echter slechts een klein aspect van de wonderbaarlijke aard van de Koran (i’djaaz al-Qor-aan), zoals u in het begin heeft kunnen lezen.
De Koran (Arabisch: al-Qor-aan): de Arabische Spraak (Kalaam) van Allaah (de Enige Ware God), welke Hij openbaarde aan Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) in bewoording en betekenis, en welke bewaard is gebleven in de masaah’ief (geschriften) en ons bereikt heeft door middel van moetawaatir overleveringen, en een uitdaging is voor de mensheid om iets vergelijkbaars voort te brengen.
“…Waarlijk, het (de Qor-aan) is een vermaning. Dus laat wie wil dit (deze vermaning) ter harte nemen.” [Soerat ‘Abasa (80), aayah 11-12.]
“Overpeinzen zij de Qor-aan (Koran) dan niet? En als het van iemand anders dan Allah geweest zou zijn, dan zouden zij daarin veel tegenstrijdigheden vinden.” [Soerat an-Nisaa-e (4), aayah 82.]
“En zeg (O Moh’ammed): ‘De waarheid is van jullie Heer.’ Dus eenieder die wil, laat hem dan geloven; en eenieder die wil, laat hem dan ongelovig zijn (eenieder is verantwoordelijk voor zijn keuze). Waarlijk, Wij hebben voor de onrechtplegers een Vuur (de Hel) voorbereid wiens muren hen zullen omringen. En als zij om hulp (verlichting, water tegen de dorst) vragen, worden zij geholpen met water als al-moehl (#21) dat de gezichten roostert. Verschrikkelijk is de drank en een slechte verblijfplaats!” [Soerat al-Kahf (18), aayah 29.]
<<< (#21) Al-Moehl stinkt, is zwart, dik en zeer heet. Wanneer de ongelovige het wil drinken en het dicht bij zijn gezicht brengt, zal het zijn gezicht verbranden zodat de huid van zijn gezicht valt. (Tefsier Ibn Kethier.)>>>
Door onze beperkte vrije wil kunnen we kiezen, wat een overeenkomstige persoonlijke verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Keer op keer wordt de waarheid onder onze aandacht gebracht. Indien we het weigeren, dienen we alle verschrikkelijke consequenties – zoals die voorgesteld zijn door het Vuur van de Hel – te aanvaarden.
Aangezien de Islaam (overgave aan God) de waarheid is welke alle profeten verkondigden (#22), zijn alle andere religies (in de wijdste zin van de term) die hier van afwijken eo ipso (vanzelf) onjuist: “En zeg: ‘De waarheid is gekomen en de valsheid is ten onder gegaan. Waarlijk, de valsheid gaat altijd ten onder.’” [Soerat al-Israa-e (17), aayah 81.]
<<< (#22) Jezus (vrede zij met hem) zou gezegd hebben: “Onderwerp je dus aan God (= Islaam) en weersta de duivel (die oproept tot dwaling)…” (Jakobus 4:7.) Jezus (vrede zij met hem) riep dus ook op tot Islaam.>>>
En tot Allah keren wij allemaal terug.
Relevante artikelen:
De wonderbaarlijkheid van de Koran – al-i’djaaz al-Qor-aan
Artikelen over de Koran (diverse artikelen)