Wanhoop niet aan de Barmhartigheid van Allah

Allah is al-Ghafoer (de Vergevensgezinde), ar-Rah’iem (de Meest Genadevolle).

Wanhoop nietZie ook Een boodschap aan iemand die dreigt te verdrinken!

Alle lof is voor Allah, de Heer der werelden. Allahs zegeningen en vrede zijn met de profeet Moh’ammed, zijn familie en metgezellen en iedereen die hun voetstappen volgt tot aan de Laatste Dag. Voorts:

Allah Soebh’aanahoe wa Ta’aalaa (Glorieus en Verheven is Hij) zegt (Nederlandstalige interpretatie): “Zeg (O Moh’ammed): ‘(Allah zegt:) ‘O Mijn dienaren, degenen die buitensporig zijn geweest jegens zichzelf! Wanhoop niet aan de Barmhartigheid van Allah! Waarlijk, Allah vergeeft alle zonden. Waarlijk, Hij is het Die al-Ghafoer (de Vergevensgezinde), ar-Rah’iem (de Meest Genadevolle) is. En keer berouwvol tot jullie Heer en onderwerp jullie aan Hem alvorens de kwelling tot jullie komt waarna jullie niet geholpen zullen worden. En volg het beste wat tot jullie neergezonden is van jullie Heer alvorens de kwelling plotseling tot jullie komt terwijl jullie het niet beseffen!’’ Opdat een persoon niet zal zeggen (op de Dag des Oordeels): ‘O wat heb ik een spijt dat ik tekort ben geschoten jegens Allah en ik behoorde waarlijk tot de bespotters.’ Of opdat hij niet zal zeggen: ‘Als Allah mij geleid had, zou ik zeker tot de moettaqien [vromen (#1)] behoord hebben.’ Of opdat hij niet zal zeggen, wanneer hij de kwelling ziet: ‘Als er voor mij een terugkeer (naar de wereld) zou zijn, dan zou ik tot de weldoeners behoren.’ (Allah zal antwoorden:) ‘Nee! Mijn aayaat (bewijzen, tekenen, verzen) kwamen werkelijk tot jou waarna jij deze loochende en jij hoogmoedig was (#2) en behoorde tot de ongelovigen.’” [Soerat az-Zoemar (39), aayah 53-59.]

<<< (#1) Al-Moettaqoen of moettaqien: degenen met taqwaa (godsvrees). Het wordt vaak vertaald als ‘godvrezenden’, maar dit geeft niet de volledige betekenis weer. Het beduidt meer de vrome gelovigen in het islamitische monotheïsme die Allah veel vrezen (en daardoor alle soorten zonden en slechte daden die Hij heeft verboden of waar Hij een afkeer van heeft mijden) en veel van Allah houden (en daardoor alle soorten goede daden verrichten die Hij heeft opgedragen of waar Hij van houdt).>>>

<<< (#2) Hoewel veel mensen wel geloven in Allah, in God, is dit (naast onwetendheid, begeerten, misleiding etc.) de voornaamste reden waarom zij zich toch niet overgeven aan Hem. Ze denken het zelf beter te weten en zien de leiding van Allah als iets onnodigs: ze doen immers niemand kwaad. Doch zij beseffen niet dat zij Allah, Hun Schepper en Onderhouder, ‘kwaad doen’ door de allergrootste zonde te begaan, namelijk shirk (afgoderij), want zij verkiezen hun eigen wil boven de Wil van Allah de Verhevene waardoor zij hun eigen begeerten als hun god nemen (zie aayah 25:43 en 45:23).>>>

In zijn commentaar (tefsier) zei Ibn Kethier: “Deze glorieuze verzen zijn een oproep voor elke zondaar, moslim of geen moslim, om berouw te tonen en terug te keren naar Allah de Verhevene. Het is ook een mededeling dat Allah de Verhevene alle zonden vergeeft als men (oprecht) berouw toont en er afstand van neemt, hoe talrijk ze ook zijn. Dit (het vergeven van zonden) kan niet worden verkregen zonder het tonen van berouw, aangezien ongeloof niet vergeven kan worden van degene die er geen berouw voor heeft getoond.” (Klik op onderstaande afbeelding om het vergroot weer te geven. Gebruik de afbeelding voor da’wah.)

 

Berouw tawbah

 

Oprecht berouw wist de zonde uit. Aldus is er geen reden voor Allah at-Tawwaab (de Berouwaanvaardende) om “Zijn enige zoon” te offeren. Waar berouw dient oprecht omwille van Allah de Verhevene te zijn. Men dient zich tot Allah te richten met een oprecht gevoel van schuld en spijt en een serieuze vastbeslotenheid om de zonde niet te herhalen. Allah ‘Azza wa Djel (de Almachtige en Majesteitelijke) zegt (Nederlandstalige interpretatie): “En waarlijk, Ik ben Meest Vergevensgezind jegens degene die berouw toont en gelooft en rechtschapen daden verricht en vervolgens de leiding blijft volgen.” [Soerat Taa Haa (20), aayah 82.]

Bovendien dient de zondaar meer goede daden te verrichten zodat Allah de Verhevene daarmee het kwaad dat hij heeft aangericht zal uitwissen. Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “…Waarlijk, de goede daden verwijderen de slechte daden (d.w.z. kleine zonden). Dat is een vermaning voor degenen die zich laten vermanen.” [Soerat Hoed (11), aayah 114.]

In deze aayah verwijst “goede daden” voornamelijk naar gebeden, maar het omvat alle soorten goede woorden, daden en intenties. (A. Yusuf Ali Quran Commentary, de herziene versie.) (Zie het artikel Het gebed van berouw – salaat at-tawbah.)

Onderdeel van oprecht berouw is ook dat als men anderen onrecht heeft aangedaan, men dat recht herstelt door b.v. gestolen goederen terug te geven en vergeving te vragen aan degenen waarover men geroddeld heeft etc. De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei eens tegen zijn metgezellen (Nederlandstalige interpretatie): “Weten jullie wie moeflis (failliet/blut) is?” Zij zeiden: “Onder ons, degene die failliet is, is degene die geen dirhams (geld) en geen goederen heeft.” Hij zei: “Degene die failliet is onder mijn oemmah (gemeenschap) is degene die op de Dag der Opstanding komt met het gebed, vasten en zakaah, maar hij zal komen terwijl hij die-en-die beledigd heeft, die-en-die belasterd heeft, de eigendommen van die-en-die (onrechtmatig) verbruikt heeft, het bloed van die-en-die heeft doen vloeien en die-en-die geslagen heeft. Ieder van hen zal wat van zijn h’asanaat (goede daden) gegeven worden, en als zijn h’asanaat opraken voordat de rekening vereffend is, zullen wat van hun sayyie-aat (zonden) genomen worden en op hem geworpen worden, vervolgens zal hij in de Hel geworpen worden.” (Overgeleverd door Moeslim.)

Er is overgeleverd op gezag van Ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden zijn met hem), dat er onder de polytheïsten enkele personen waren die een groot aantal moorden gepleegd hadden en die zich overdadig schuldig hadden gemaakt aan ontucht. Toen kwamen zij bij de profeet Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) en zeiden: “Alles wat u beweert en waar u naar oproept is inderdaad goed. Maar als u ons informeert dat er een boetedoening is voor onze voorgaande daden (dan zullen wij de Islaam omarmen).” Toen werd de volgende aayah geopenbaard (Nederlandstalige interpretatie): ‘Zeg (O Moh’ammed): ‘(Allah zegt:) ‘O Mijn dienaren, degenen die buitensporig zijn geweest jegens zichzelf! Wanhoop niet aan de Barmhartigheid van Allah!…’’.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie, Moeslim en Aboe Daawoed.)

Op gezag van Thawbaan, de slaaf van ‘Oethmaan, die ook zei: “De hele wereld en al wat er in is, heb ik niet meer lief dan de volgende aayah (Nederlandstalige interpretatie): “Zeg (O Moh’ammed): ‘(Allah zegt:) ‘O Mijn dienaren, degenen die buitensporig zijn geweest jegens zichzelf! Wanhoop niet aan de Barmhartigheid van Allah!…’’.” (Overgeleverd door imaam Ah’mad, op gezag van Thawbaan.)

Op gezag van ‘Amr ibn ‘Anbasah (moge Allah tevreden met hem zijn) die zei: “Een oude man kwam bij de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem), leunend op een staf en zei: “O boodschapper van Allah! Ik heb vele grote zonden begaan. Zullen mijn zonden vergeven worden?” De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei (Nederlandstalige interpretatie): “Getuig jij dat er geen god is dan Allah?” De man antwoordde: “Ja, en ik getuig dat u de boodschapper van Allah bent.” De boodschapper (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei: “Nu, jouw zonden zijn vergeven.” (Overgeleverd door alleen Ah’mad, van de h’adieth van ‘Amr ibn ‘Oenayzah.)

Imaam Ah’mad leverde ook over op gezag van Asmaa-e, de dochter van Yazied (moge Allah tevreden zijn met haar) die zei: “Ik hoorde de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) reciteren (Nederlandstalige interpretatie): “Voorwaar, het is geen rechtschapen daad…” Daarop hoorde ik hem zeggen: “Zeg (O Moh’ammed): ‘(Allah zegt:) ‘O Mijn dienaren, degenen die buitensporig zijn geweest jegens zichzelf! Wanhoop niet aan de Barmhartigheid van Allah! Waarlijk, Allah vergeeft alle zonden. Waarlijk, Hij is het Die al-Ghafoer (de Vergevensgezinde), ar-Rah’iem (de Meest Genadevolle) is.’’” (Overgeleverd door Ah’mad, Aboe Daawoed en at-Tirmidzie.)

De hierboven genoemde ah’aadieth tonen aan dat alle soorten zonden vergeven worden door het tonen van berouw. Niemand hoeft dus te wanhopen aan de Barmhartigheid van Allah de Almachtige, hoe groot en talrijk zijn/haar zonden ook zijn. Inderdaad, de poort van berouw en genade is zeer wijd. Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “En Hij is Degene Die het berouw van Zijn dienaren accepteert…” [Soerat as-Shoeraa (42), aayah 25.]

Hij zegt ook (Nederlandstalige interpretatie): “En wie slecht doet of zichzelf onrecht aandoet en vervolgens Allah om vergeving vraagt (oprecht berouw toont), zal Allah Vergevensgezind, Barmhartig bevinden.” [Soerat an-Nisaa-e (4), aayah 110.]

Allah de Barmhartige zegt over de hypocrieten (Nederlandstalige interpretatie): “Waarlijk, de hypocrieten zullen in de laagste diepte van het Vuur zijn (#3) en jij zult nooit een helper (redder) voor hen vinden. Behalve degenen die berouw hebben getoond en (hun daden) hebben verbeterd (waaruit blijkt dat hun berouw oprecht is)…” [Soerat an-Nisaa-e (4), aayah 145-146.]

<<< (#3) Ibn Abie H’aatim leverde over dat toen Ibn Mas’oed (moge Allah tevreden zijn met hem) gevraagd werd over de hypocrieten, hij zei: “Zij zullen in kisten gemaakt van vuur geplaatst worden en zij zullen daarin opgesloten worden in de laagste diepte van het Vuur (de Hel).”>>> (Klik op onderstaande afbeelding om het vergroot weer te geven. Gebruik de afbeelding voor da’wah.)

 

De Genade van Allah

 

Er is overgeleverd in de Sah’ieh’ (authentieke overleveringen) dat Aboe Sa’ied al-Khoedrie verhaald heeft van Allahs boodschapper (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem), dat hij gezegd heeft (Nederlandstalige interpretatie): “Er was een persoon vóór jullie die 99 mensen had vermoord en die onderzoek ging doen bij ontwikkelde mensen van de wereld (die hem de weg konden wijzen naar verlossing). Hij werd verwezen naar een monnik. Hij kwam bij hem en vertelde hem dat hij 99 mensen had vermoord en vroeg hem of hij kans had dat zijn berouw aanvaard zou worden. Hij zei: ‘Nee.’ Hij vermoordde hem ook en maakte dus de honderd vol. Hij vroeg toen naar de ontwikkelde mensen op de aarde en hij werd verwezen naar een geleerde en vertelde hem dat hij honderd mensen had vermoord en vroeg hem of hij enige kans had dat zijn berouw aanvaard zou worden. Hij antwoordde: ‘Ja, wat staat er tussen jou en jouw berouw? Het is beter voor je om te gaan naar dat en dat land, daar zijn mensen die toegewijd zijn aan gebed en aanbidding en jij dient samen met hen te aanbidden en kom niet terug naar jouw land, aangezien het een slecht land (voor jou) is.’ Hij ging dus weg en hij had nauwelijks de helft van zijn reis voltooid of de dood kwam tot hem. Er was een geschil tussen de engelen van genade en de engelen van de bestraffing. De engelen van genade zeiden: ‘Deze man is gekomen als berouwvolle en is berouwvol tegenover Allah.’ De engelen van de bestraffing zeiden: ‘Hij heeft helemaal niets goeds gedaan.’ Toen kwam er een andere engel in de vorm van een mens, om tussen hen te beslissen. Hij zei: ‘Jullie meten het land waar hij het dichtst bij was.’ Zij maten het en zagen dat hij dichter bij het land was waar hij van plan was om naar toe te gaan (het land van vroomheid), en de engelen van genade namen hem in bezit.’”

In een andere overlevering staat (Nederlandstalige interpretatie): “Hij werd gevonden dichter bij het dorp waar vrome mensen leefden, gelijk aan de lengte van een span, en werd aldus tot hen berekend.” Weer een andere overlevering geeft aan (Nederlandstalige interpretatie): “Allah beval de aarde (van waar) hij weg wilde gaan, om zichzelf verder van hem te verwijderen en de andere aarde (waar hij naar toe wilde gaan) om dichterbij te komen.” In een andere overlevering zegt Qataadah dat al-H’asan hem vertelde: “Er is ons verteld dat toen hij bijna stierf, hij op zijn buik kroop (en erin slaagde om) in het land van genade te komen.”

De leider der gelovigen ‘Oemar ibn al-Khattaab (moge Allah tevreden zijn met hem) verhaalde dat de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) een vrouw onder de krijgsgevangenen haar kind zag optillen om hem te zogen. De boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei (Nederlandstalige interpretatie): “Denken jullie dat deze vrouw haar kind in het vuur zal gooien ook al is ze (lichamelijk) in staat dat te doen?” Zij zeiden: “Nee.” De boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei: “Bij Allah, Allah is genadevoller jegens Zijn dienaren dan deze vrouw is jegens haar kind.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie.)

Ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden zijn met hem) heeft gezegd: “Eenieder die de dienaren van Allah aan berouw laat wanhopen, heeft Allahs Boek ontkend. Maar het berouw van enig persoon is bepaald door Allahs Toestemming.” (Klik op onderstaande afbeelding om het vergroot weer te geven. Gebruik de afbeelding voor da’wah.)

 

 

Relevante artikelen:

De liefde van Allah

De boetedoening voor zonden is berouw (tawbah)

Berouw tonen… en weer zondigen (Regelgeving aangaande tawbah – berouw tonen)

Vergiffenis van Allah

Een boodschap aan iemand die dreigt te verdrinken!

Het gebed van berouw – salaat at-tawbah

 

 

 

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Salamualeykum! Meld je aan voor onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van de laatste updates.

DJazaak Allahu ghairan