Het schepsel denkt het beter te weten dan zijn Schepper!
Deze verhandeling is opgenomen in het gratis e-boek Waarom moslims niet geloven in democratie. Klik hier om dit e-boek (PDF-document – 1,02 mb) te lezen en te downloaden.
“Of zeggen zij (Qoeraysh) dat hij (Moh’ammed) krankzinnig is geworden!? Nee! Hij bracht hen de waarheid, maar de meeste van hen zijn afkerig jegens de waarheid. En als de waarheid zou overeenkomen met hun begeerten, dan zouden de hemelen en de aarde en eenieder daarin te gronde gaan! (#1) Nee! Wij brachten hen hun vermaning (de Qor-aan), waarna zij zich afwenden van hun vermaning.” [Soerat al-Moe-eminoen (23), aayah 71-72.]
<<< (#1) Als schepsels (met al hun beperkingen) de wereld zouden leiden in overeenstemming met de begeerten in hun harten, dan zou het een vreselijke wereld zijn vol verwarring en ontaarding (wat nu in feite het geval is). (A. Yusuf Ali Quran Commentary, de herziene versie.)>>>
“Hij (de satan) belooft hen (valse beloften) en laat hen begeren (hetgeen verboden is); en wat de satan (de duivel) hen belooft (en rooskleurig voorschotelt) is slechts misleiding.” [Soerat an-Nisaa-e (4), aayah 120.]
“En de satan (de duivel, Iblies) zegt wanneer de zaak besloten is: ‘Waarlijk, Allah beloofde jullie de ware belofte en ik beloofde jullie, maar ik bedroog jullie. En ik had geen macht over jullie, behalve dat ik jullie uitnodigde (door influisteringen) waarop jullie aan mij gehoor gaven. Dus verwijt mij niet, maar verwijt jullie zelf. Ik kan jullie niet helpen (uit jullie lijden), noch kunnen jullie mij helpen (uit mijn lijden). Waarlijk, ik verwerp dat jullie mij vroeger als deelgenoot hebben toegekend aan Allah (door gehoorzaam aan mij te zijn i.p.v. Allah). Waarlijk, voor de onrechtplegers is er een pijnlijke bestraffing.’” [Soerat Ibraahiem (14), aayah 22.]
Pas op! De suggesties van Iblies (de satan) zijn altijd sluw: ze zijn vals en tegelijkertijd plausibel.
Een moslim die voor democratie pleit, is als een miljonair die zijn diamanten wil ruilen tegen glazen knikkers, en als de bezitter van een oase die zijn grond verruild heeft voor een stuk dorre woestijn.
Waarom moslims niet geloven in democratie
Hoofdstukken:
Deel 1: Democratie, gebakken lucht! (Aboe Yoesoef ‘Abdoellaah)
Het is het einde van de beschaving zoals we dat kennen
Wat is democratie eigenlijk?
Waar komt democratie vandaan?
Het probleem van democratie
Conclusie
Het grote gevaar van democratie
Een voorbeeld om te volgen
Deel 2: Islam en democratie (Abdul-Jabbar vd Ven)
Waarom democratie koefr (ongeloof) is.
Deel 3: De gevolgen van democratie (Aboe Yoesoef ‘Abdoellaah)
Terug naar al-Djaahielieyyah (de periode van onwetendheid)!
Deel 1: Democratie, gebakken lucht!
Samengesteld door Aboe Yoesoef ‘Abdoellaah.
Het is het einde van de beschaving zoals we dat kennen
Wij moslims geloven niet in democratie, maar onderzoeken het wel. We moeten weten waarom er in de Islaam geen plaats is voor democratie, waarom dit systeem niet werkt en wat de gevaren er van zijn. Kent u de films van “The Terminator” of “The Matrix”? In deze films worden de macht en heerschappij overgenomen door computers en robots, die met een ‘eigen wil’ regeren. Deze films tonen de angst aan van vele mensen over de toekomst, met betrekking tot de ontwikkeling van robots met kunstmatige intelligentie. De mensen zijn bang dat deze robots/computers een eigen ‘wil’ krijgen door de hoge intelligentie die ze door mensen krijgen geprogrammeerd. Men is werkelijk bang dat deze kunstmatige intelligentie intelligenter wordt dan de mensen en dat de robots/computers de macht overnemen en over de mensheid zullen heersen. Robots/computers, die door mensen zijn ‘gecreëerd’, bepalen zelf wat te doen, bepalen zelf wat goed is en wat slecht. Daar is men bang voor. Tenslotte, wie kan beter bepalen hoe een gecreëerd iets moet functioneren, de creatie of de maker? Nee, controle van robots/computers over de mensheid: “It’s the end of civilisation as we know it!”
Democratie is net zo. De Schepper van de hemelen en de aarde en alles wat daar tussen is, dus ook de mensheid, is God, Allah, de Meest Barmhartige en de Meest Genadevolle. Hij is Degene Die de natuurwetten in werking heeft gesteld. Hij is Degene Die de mensheid daar voordeel van laat hebben. Hij is Degene Die de wetten voor het gedrag van de mensen heeft bepaald. Het is Allah (Verheven en Geprezen is Hij) Die bepaalt tot hoe ver de mensen mogen gaan, wat goed is en wat slecht, wat toegestaan is en wat verboden. In tegenstelling tot waar de robots/computers mogelijk toe in staat zijn, kan de mensheid de ‘macht’ nooit overnemen. Laa h’awla walaa qoewata iellah biellaah – er is geen macht noch kracht behalve bij Allah. De mensen doen met het systeem van democratie alleen zichzelf onrecht aan. Democratie zorgt voor problemen, omdat de schepping zelf wil bepalen wat goed is en wat slecht. Het schepsel denkt het beter te weten dan zijn Schepper. Daarom komt de evolutietheorie goed van pas. Zo kan men zijn Schepper ontkennen en wordt het gemakkelijker om zelf keuzes te maken. Maar zoals de evolutietheorie een theorie is waardoor mensen misleid worden (zie God/Allah), wordt ook in democratie geloofd hoewel het een misleiding is. Het is zo gemakkelijk om in deze twee theorieën te geloven omdat het past bij de begeerten.
Op dit moment is men zo ver verwijderd van de realiteit, dat het moeilijk is om terug te keren. In de tijd van de profeet Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zal men over deze hedendaagse tijd ook wel gedacht hebben, dat is sciencefiction: “It’s the end of civilisation as we know it!”
Wat is democratie eigenlijk?
Als we kijken in een woordenboek, dan lezen we het volgende:
– Staat waarin het volk regeert (dit is directe democratie).
– Staatsvorm waarbij het volk wordt geregeerd door gekozen vertegenwoordigers uit eigen gelederen (dit is indirecte democratie).
Als we er een encyclopedie op naslaan, dan lezen we:
– Democratie: bestuursvorm, gebaseerd op zelfbestuur door de individuele burgers.
– Directe democratie: bestuur op democratische grondslag, direct door de leden van een gemeenschap.
– Indirecte democratie (representatieve democratie): bestuur van een gemeenschap door vertegenwoordigers van de burgers. Deze vertegenwoordigers kunnen ter verantwoording worden geroepen en worden vervangen indien de kiezers niet tevreden zijn.
De hedendaagse democratie is dus eigenlijk een indirecte democratie, en wel heel erg indirect. Maar er is een term die de hedendaagse situatie nog beter beschrijft: oligarchie.
– oligarchie: regering van slechts weinig personen die behoren tot de bevoorrechte klasse.
– regering door weinigen; politieke structuur waarin de macht in handen is van een kleine, gesloten groep. In de Griekse Oudheid zag men het als een gedegenereerde vorm van aristocratie of democratie. In dit systeem overheerst onvermijdelijk een kleine actieve minderheid en zijn democratische constructies niet in staat deze machtsconcentratie teniet te doen.
We leven dus feitelijk in een oligarchie en niet in een democratie. We zitten vier jaar vast aan een regering en tijdens deze periode is de invloed van het volk zeer gering, al dan niet afwezig. Ook als de regering geen goed werk doet, worden zij pas na die vier jaar er op afgerekend, doordat men niet herkozen wordt.
Waar komt democratie vandaan?
Het klassieke Athene, in het oude Griekenland, was vanaf de democratische revolutie en de hervormingen van Kleisthenes van 508 v.C. tot de vernietiging van het politieke bestel door de Macedoniërs in 322 v.C. een directe democratie (185 jaar). Toen de Macedoniërs oprukten naar Athene en op enkele dagen afstand van de stad gesignaleerd waren, werd snel de Volksvergadering bijeengeroepen en werd er beraadslaagd en besloten of men zou onderhandelen of vechten.
Dit is wel een heel groot verschil met de manier waarop men tegenwoordig dergelijke beslissingen overlaat aan een klein clubje politici, die op grond van geheime informatie besluiten dat er bommen op vijandige doelen (in Irak, Kosovo, Afghanistan etc.) worden gegooid, waarna de volksvertegenwoordigers er zonder veel kritiek in mee gaan.
De Volksvergadering was het belangrijkste wetgevende orgaan in de democratie van Athene, via welke de soevereiniteit en de wil van het volk tot uiting werden gebracht. Deze vorm van directe democratie wordt daarom ook wel “Volksvergadering-Democratie” (Assembly Democracy) genoemd. In de bijeenkomsten van de Volksvergadering waren alle volwassen, autochtone, vrije mannen (circa 30.000 burgers) zo’n 40 keer per jaar welkom. Dus democratie was hier ook slechts beperkt. Vrouwen, allochtonen en slaven bijvoorbeeld werd niets gevraagd. Voordat we de Atheners bekritiseren, omdat zij slavernij kenden en slaven, vrouwen en ‘allochtonen’ geen burgerrechten verleenden, moeten we niet vergeten dat in die tijd alle maatschappijen slavernij kenden en dat men in Europa en de Verenigde Staten tot in de 19de eeuw slavernij gekend hebben. Bovendien is het goed te bedenken dat het censuskiesrecht (stemrecht beperkt tot mensen die een bepaalde hoeveelheid belasting betaalden, dus mensen met geld) hier tot in de 19de eeuw nog van kracht was en dat vrouwenkiesrecht pas iets van de vorige eeuw is. In de Verenigde Staten wordt het grote delen van de zwarte bevolking nog steeds onnodig moeilijk gemaakt om hun stem uit te brengen en in Nederland mogen buitenlanders pas na een (legaal) verblijf van 5 jaar voor het nationale parlement stemmen.
Het probleem van democratie
Het democratisch ideaal van de Atheners was een politiek stelsel waarin gewone burgers als politiek mondig werden beschouwd. Om een politiek oordeel te vellen en over wetsvoorstellen te stemmen, hoefde je geen vakman (beroepspoliticus) te zijn. Dat is nou een van de vele problemen van de hedendaagse democratie.
Iedere burger, geleerd of niet, rijk of arm had gelijk recht van spreken (isègoria) als het om de publieke zaak ging. Isègoria werd beschouwd als de hoeksteen van de democratie. Deze hoeksteen ontbreekt in de hedendaagse democratie. Slechts een klein geselecteerd groepje neemt de beslissingen. Ook is het onmogelijk om iedere burger te betrekken bij het maken van de beslissingen. Elke burger zou zich dus bezig moeten houden met alle politieke vraagstukken, waarvan de meesten zeer complex en moeilijk zijn in deze grote, diverse en complexe samenleving. De hoeveelheid tijd die mensen ter beschikking hebben om informatie te verwerken is simpelweg beperkt. Wie bakt er dan nog het brood? Ook is het onmogelijk dat alle burgers op de hoogte zijn van alle feiten en informatie om tot een juiste keuze te komen; niet alleen qua tijd, maar ook qua intellect en capaciteiten om bepaalde zaken te onderzoeken of te begrijpen. Daarnaast staan niet alleen de hoeveelheid, maar ook de kwaliteit van de informatie die men tot zijn beschikking heeft regelmatig ter discussie. Wie bepaalt nou welke informatie betrouwbaar is en welke niet? Welke bron is goed en welke niet?
Het terugbrengen van de onbegrensde hoeveelheid informatie tot voor iedereen te verwerken proporties is een vraagstuk op zich. Terugbrengen vraagt om filteren en filteren is per definitie subjectief. Filteren kan ‘voor’ of ‘door’ een persoon plaatsvinden. In beide gevallen wordt de beeldvorming beperkt. Het verschil tussen ‘voor’ en ‘door’ filteren is dat als informatie door een persoon wordt gefilterd, deze persoon in staat is om te allen tijde meer informatie over een voor hem of haar interessant onderwerp te verzamelen. Filteren ‘voor’ een persoon doet al gauw aan censuur denken.
Tegenwoordig kiest men vertegenwoordigers (regeringspartij) op basis van een partijprogramma waar men zich meestal maar gedeeltelijk in kan vinden. In het oude Athene konden zij de ene keer een voorstel van een bepaalde spreker aannemen en een andere keer een voorstel van dezelfde spreker afwijzen. Een ander probleem van de democratie is dat die partijprogramma’s vaak worden aangepast na de verkiezingen. Er wordt behoorlijk wat “water bij de wijn” gedaan. Er wordt veel beloofd, maar er komt vaak niet veel van terecht.
De steeds verder afnemende belangstelling voor de politiek in Nederland, zich uitend in lage opkomstcijfers bij verkiezingen en steeds lager wordende ledentallen van de politieke partijen, doet vragen rijzen bij de legitimiteit van het representatief vermogen van de overheid.
De grondvesten van de moderne liberale democratie werden in 1848 gelegd met de grondwet van Thorbecke. In dit systeem kunnen burgers alleen hun vertegenwoordigers in de Tweede Kamer, gemeenteraad en provinciale staten kiezen. Bestuurders (b.v. ministers) worden gekozen door de politieke lichamen. De directe invloed van de burger op het bestuur is daarmee zeer gering.
De Nederlandse overheid ziet vanuit haar perspectief een steeds complexer wordende samenleving. Door de toenemende differentiatie, variëteit en vaak conflicterende belangen van populaties, regio’s, steden, leeftijdsgroepen, rassen, religies, lobbyisten, klassen, sectoren en beroepsgroepen, neemt de controleerbaarheid en stuurbaarheid van de samenleving af. Als reactie daarop probeert de overheid de variëteit van haar beleids- en controle-instrumenten evenredig te laten toenemen. Dit is paradoxaal, aangezien de overheid als ‘subsysteem’ nooit dezelfde complexiteit kan hebben als het ‘systeem Nederland’ zelf. Als we daarnaast de landsgrenzen loslaten blijkt dat de overheid ook zelf weer een speler is in bijvoorbeeld de Europese Unie. De ‘postmoderne’ burger, die zich steeds mondiger opstelt en die zich verder emancipeert, vindt zich steeds minder in dit systeem. De legitimiteit van de overheid staat hierdoor ter discussie.
Wie de consequentie van de klassieke democratische doctrine aanvaardt, dat besluiten worden genomen op basis van het grootste aantal stemmen, moet geraakt worden door het feit dat keuzes door een eenvoudige meerderheid de democratie verstoren in plaats van effectueren. De wil van de meerderheid is die van ‘de meerderheid’ en niet die van ‘alle mensen’. Je blijft dus altijd een groep houden die het niet eens is met de beslissing, maar die zich er bij neer moet leggen. In deze democratie kan daarmee principieel geen sprake zijn van de wil van alle mensen. De minderheid kan het slachtoffer worden van de fouten of hebzucht van de meerderheid. De Wetten van Allah (Verheven en Geprezen is Hij) zijn daarentegen voor iedereen. Niemand die zich er voordeel mee kan doen, ten nadele van een ander. Iedereen is gelijk en blijft gelijk, terwijl men in een democratie zich met een meerderheid kan verrijken ten koste van de minderheid.
In de Nederlandse samenleving zijn er meer signalen dat de overheid ‘moet veranderen’ en dat er iets moet gebeuren om een eind te maken aan het hardnekkig disfunctioneren van de overheid. Verkokering, vriendjespolitiek en desinteresse worden genoemd als oorzaken van de kloof tussen de ‘papieren werkelijkheid’ (met veel zorg opgestelde wetten en regels) en de realiteit.
Inspraak, referenda en interactieve beleidsvorming veranderen de democratie op één dimensie – mate van directheid – maar verder niet. Het is een vernieuwde wisselwerking tussen twee gescheiden entiteiten, ‘overheid’ en ‘burger’. Sprake van een dynamisch geheel van omstandigheden is er niet; de spreekwoordelijke afstand tussen burger en overheid blijft onaangetast. De spelregels veranderen, maar de democratie blijft kritisch bezien functioneren als voorheen.
De overheid (zelf een steeds complexer wordende cluster van instanties, mensen, sectoren etc.) probeert steeds meer burgers te betrekken bij het vormen van beleid, onder de noemer ‘interactieve beleidsvorming’. Wat gebeurt er als er meer mensen in het netwerk betrokken worden? Hoe moet de interactie er dan uit zien? Leidt dit tot orde, chaos of zelforganisatie? Stelt u zich eens voor, een debat van alle Nederlandse burgers, met alle voor- en tegen argumenten. Dit leidt uiteraard tot chaos en een zeer tijdrovende bezigheid.
Democratie is alleen positief voor de meerderheid, maar een verlies voor de minderheid. Het westen is zo trots op hun democratie, terwijl er eigenlijk geen democratie is. Denk bijvoorbeeld aan de VN, waarin 5 landen een vetorecht hebben, dit is geen democratie. (Klik op onderstaande afbeelding om het vergroot weer te geven.)
Het koningshuis in Nederland is geen democratie. Als de regering met een probleem zit, wordt er even een wetswijziging doorgevoerd zonder de bevolking te laten meebeslissen, is geen democratie. Het onder druk zetten van hun eigen generaals door Amerika, omdat zij de aanvallen op Irak niet zagen zitten, is geen democratie. Men zegt dat Israël democratie in het gebied heeft gebracht. Maar was het niet zo dat toen er ministers tegen de bezuinigingsplannen van Sharon waren, dat zij toen ontslagen werden? En was het niet zo, dat toen de meeste landen het internationale gerechtshof in Den Haag erkende, Amerika deze landen bedreigde met opzegging van militaire steun of zelfs militaire acties tegen Nederland? Nee, democratie is niet fijn als het tegen je gebruikt wordt. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van zogenaamde democratische landen die zelf democratie verwerpen en neigen naar een dictatuur.
Conclusie
Democratie is niet meer dan gebakken lucht, het werkt niet en veroorzaakt alleen maar problemen. Voor al deze problemen is er een oplossing; de Islaam. Waarom opnieuw het wiel uitvinden? Allah (Verheven en Geprezen is Hij) zegt ons in de Qor-aan (Nederlandstalige interpretatie): “En wanneer er tot hen gezegd wordt: ‘Veroorzaak geen verdorvenheid (#2) op de aarde,’ dan zeggen zij: ‘Wij zijn slechts (deugdzame) verbeteraars.’ Welnee (integendeel)! Waarlijk, zij zijn de verderfzaaiers, maar zij beseffen dit niet.” [Soerat al-Baqarah (2), aayah 11-12.]
<<< (#2) D.w.z. ongeloof en daden van ongehoorzaamheid. Aboe Dja’far zei dat ar-Rabi’ ibn Anas zei dat Aboe al-‘Aliyah zei dat Allahs Uitspraak “veroorzaak geen verdorvenheid op aarde” betekent: “Bega geen daden van ongehoorzaamheid op aarde. Hun verdorvenheid is het niet gehoorzamen van Allah, omdat eenieder die Allah niet gehoorzaam is op aarde, of beveelt dat Allah niet gehoorzaamd mag worden, verdorvenheid begaan heeft op aarde. Goedheid zal zowel op aarde als in de hemel verwezenlijkt worden d.m.v. gehoorzaamheid (jegens Allah).”>>>
Het grote gevaar van democratie
Wat gisteren ondenkbaar was, is vandaag gek en morgen normaal en overmorgen ouderwets ; en wat vandaag verboden is kan morgen toegestaan zijn en vice versa. Dit is eigenlijk het grootste gevaar en de kern van het probleem van democratie. Zoals wij moslims weten, is shaytaan (satan) onze vijand. Door toe te geven aan zijn influisteringen (slechte suggesties die hij rooskleurig voorschotelt) verrichten mensen de vreemdste handelingen. Dit gaat stap voor stap. Steeds een stapje dichter naar de afgrond. Wij moslims weten dat bijna alle problemen in de wereld ontstaan door gedrag dat tegen de islamitische sharie’ah ingaat. Als er een probleem is, dan heeft de Islaam daar een oplossing voor. Misschien lijkt die oplossing in eerste opzicht niet prettig, omdat het tegen onze begeerten ingaat, maar uiteindelijk zal dit het probleem oplossen. Als men ziek is moet er misschien gesneden worden.
Door afstand te doen van de Islaam en het volgen van andere systemen zoals democratie, komen er problemen. Waarden en normen vervagen. Stap voor stap. Wat gisteren ondenkbaar was, is vandaag gek en morgen normaal en overmorgen ouderwets ; en wat vandaag verboden is kan morgen toegestaan zijn en vice versa. De mens wordt steeds gekker en vertoont steeds vreemder en extremer gedrag. De onveiligheid en bizarre gebeurtenissen nemen toe. Wie had 50 jaar geleden kunnen denken dat er bloot te zien is op de tv. Nu kijken zelfs kleuters naar schaars geklede vrouwen, tijdens bijvoorbeeld reclames en men vindt het heel normaal. Op straat wordt iemand met een hoofddoek nagekeken en men vindt dat zij bevrijd moet worden van de onderdrukking. Dit terwijl 50 jaar geleden de hedendaagse klederdracht als abnormaal en zeer onzedelijk betiteld zou worden. Waarden en normen vervagen. Of wie had er 100 jaar geleden kunnen denken dat alcohol en prostitutie gelegaliseerd zouden worden en dat het verkrijgbaar is op bijna elke hoek van de straat?
Door democratie kunnen er vreemde wetten ingesteld worden of goede wetten afgeschaft, als de meerderheid er maar voor kiest. Hoelang nog voordat pedofilie gelegaliseerd wordt? Hoelang duurt het nog voordat kinderporno in de supermarkt ligt? 10 jaar? 50 jaar? Als de meerderheid er maar mee instemt, omdat zij zelf een ziekte in hun hart hebben, dan gebeurt het. Moge Allah de Almachtige ons hiertegen beschermen. Dit klinkt allemaal overdreven en vergezocht, maar we zien nu al vele aspecten die we als normaal zijn gaan zien, die een tijdje geleden nog abnormaal waren. Wat gisteren ondenkbaar was, is vandaag gek en morgen normaal en overmorgen ouderwets ; en wat vandaag verboden is kan morgen toegestaan zijn en vice versa.
Een voorbeeld om te volgen
Een termietennest is een complex bouwwerk. Machtige structuren worden opgebouwd door een leger aan individueel opererende termieten. Eén termiet kan in tien dagen niet hetzelfde bereiken als tien termieten op één dag. Het collectief van termieten vormt een netwerk met een grotere intelligentie dan de wiskundige som van de individuele intelligentie doet vermoeden. Het complexe gedrag dat ontstaat door het toepassen van eenvoudige spelregels in een heterogeen systeem creëert orde uit chaos. Het eenvoudige gedrag van elke afzonderlijke en individueel opererende termiet die bouwstenen bij elkaar brengt, resulteert in zeer complexe bouwwerken.
Allah de Verhevene zegt in de Koran (Nederlandstalige interpretatie): “En jouw Heer inspireerde de bij: ‘Maak huizen in de bergen en in de bomen en in wat zij (de mensen) bouwen.’” [Soerat an-Nah’l (16), aayah 68.]
Inspiratie betekent normaliter de boodschap die door Allah wordt geplaatst in de geest of het hart. In dit vers wordt er verwezen naar het instinct van de bij. (A. Yusuf Ali Quran Commentary, de herziene versie.)
Termieten kunnen middels eenvoudige spelregels (het instinct) complexe problemen oplossen. De spelregels van termieten laten toe dat een nest op verschillende plekken kan ontstaan, maar niet dat het collectief besluit om een nest niet te bouwen, zij hebben immers geen vrije wil. De termiet beschikt niet over de wil om ‘nee’ te zeggen tegen de bouw van een nest. De termieten zijn niet in staat om hun spelregels, die leiden tot het bouwen van een nest, ter discussie te stellen. Dit kunnen mensen wel, want zij hebben een beperkte vrije wil. Daarom gaat het bij mensen juist vaak fout.
Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “En zeg (O Moh’ammed): ‘De waarheid is van jullie Heer.’ Dus eenieder die wil, laat hem dan geloven; en eenieder die wil, laat hem dan ongelovig zijn (eenieder is verantwoordelijk voor zijn keuze). Waarlijk, Wij hebben voor de onrechtplegers een Vuur (de Hel) voorbereid wiens muren hen zullen omringen. En als zij om hulp (verlichting, water tegen de dorst) vragen, worden zij geholpen met water als al-moehl (#3) dat de gezichten roostert. Verschrikkelijk is de drank en een slechte verblijfplaats!” [Soerat al-Kahf (18), aayah 29.]
<<< (#3) Al-Moehl stinkt, is zwart, dik en zeer heet. Wanneer de ongelovige het wil drinken en het dicht bij zijn gezicht brengt, zal het zijn gezicht verbranden zodat de huid van zijn gezicht valt. (Tefsier Ibn Kethier.)>>>
Door onze beperkte vrije wil kunnen we kiezen, wat een overeenkomstige persoonlijke verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Keer op keer wordt de waarheid onder onze aandacht gebracht. Indien we het weigeren, dienen we alle verschrikkelijke consequenties – zoals die voorgesteld zijn door het Vuur van de Hel – te aanvaarden.
De Schepper weet beter hoe het schepsel dient te leven. Zodra het schepsel denkt het beter te weten, dan gaat het fout. De spelregels (de islamitische sharie’ah) zijn er niet voor niets en dienen nageleefd te worden. Waarom zijn de blinde termieten in staat om wonderbaarlijke bouwwerken te bouwen, terwijl zij blind zijn? Zij volgen de spelregels (instinctief). Omdat mensen dit niet doen (vrije keuze) veroorzaken ze vele problemen? Zij schuiven de spelregels aan de kant en denken het beter te weten; het ronde wiel wordt vervormd en gaat dus hobbelen, wat men vervolgens weer probeert bij te schaven – maar het hobbelen wordt niet verholpen. De termieten volgen hun instinct en samen bouwen ze iets op. De mensen volgen hun eigen wil (o.a. democratie) en breken alleen maar af.
Imaam Ibn al-Qayyiem al-Djawziyyah schreef in zijn boek ‘Oeddat oes-Saabirien wa Dzakhirat oes-Shaakirien: “Allah heeft engelen geschapen met verstand en geen begeertes, dieren met begeertes en geen verstand, en de mens (alsook de djinn) met zowel verstand als begeertes. Dus als het verstand van een persoon sterker is dan zijn begeertes, is hij (bij wijze van spreken) beter dan een engel. En als zijn begeertes sterker zijn dan zijn verstand, dan is hij (bij wijze van spreken) erger dan een dier…”
Gedroegen de mensen zich maar zoals de termieten, samen één collectief, met de Qor-aan als hun “instinct”. Allah de Alwetende zegt (Nederlandstalige interpretatie): “O mensen! Vrees jullie Heer en ducht de Dag waarop een ouder zijn kind niet van nut kan zijn, noch kan een kind zijn ouder iets van nut zijn! (#4) Waarlijk, de belofte van Allah is waar! Dus laat het wereldse leven jullie niet misleiden, en laat de misleider (#5) jullie niet misleiden aangaande Allah.” [Soerat Loeqmaan (31), aayah 33.]
<<< (#4) Ook al zou een ouder zich voor zijn kind willen opofferen, het zal niet geaccepteerd worden van hem. Hetzelfde geldt voor het kind wanneer hij zich zou willen opofferen omwille van zijn ouder, het zal niet van hem geaccepteerd worden. (Tefsier Ibn Kethier.)>>>
<<< (#5) Al-Gharoor (de misleider) kan de satan zijn, of een persoon, of een groep, of zelfs je eigen ego, of iets anders. De reden voor het gebruik van een dergelijk veelomvattend en betekenisvol woord in zijn onvoorwaardelijke vorm zonder iemand of iets te identificeren, is omdat er voor verschillende mensen verschillende manieren zijn die misleiding voor hen veroorzaken. Elk specifiek middel of oorzaak dat een persoon misleidt tot afdwaling van de correcte weg naar de verkeerde weg zal in zijn specifieke geval al-gharoor zijn. (Tefhiem al-Qor-aan, Sayyid Aboe al-A’laa Mawdoedie.)>>>
Deel 2: Islam en democratie
Door Abdul-Jabbar vd Ven.
Waarom democratie koefr (ongeloof) is
In het vorige deel over democratie hebben we reeds de onpraktische kanten gezien van het democratische systeem, zonder verder in te gaan op de vraag in welke mate het systeem van democratie te verenigen valt met de shari’ah (wetten) van Allah. Dat is het punt waar we nu naar gaan kijken, namelijk: valt de democratie wel te verenigen met de islamitische wetgeving (as-sharie’ah)?
Zoals de titel boven dit artikel reeds aangeeft is het antwoord op deze vraag duidelijk “nee”! Wanneer ik dit zeg in discussies met ongelovigen en afgedwaalde moslims, begrijpt men uit deze opmerking vaak meteen dat ik “dus voor dictatuur en onderdrukking ben”, want dat is waar men aan denkt wanneer iemand zegt tegen democratie te zijn. Deze reactie toont aan hoezeer deze personen reeds geïndoctrineerd zijn met het idee dat democratie gelijk staat aan vrijheid, blijheid en gerechtigheid, en alles dat daar van afwijkt gelijk moet staan aan dictatuur en onderdrukking. Het mag dan ook geen wonder heten dat veel van deze mensen onnadenkend met de Amerikaanse kudde mee rennen wanneer die weer eens een land platbombarderen om “de democratie te verdedigen”, zoals ze dat deden in Vietnam, Afghanistan en vele andere derde wereldlanden. Dat ze ondertussen hierin radicaler en meer fundamentalistisch zijn geworden dan veel van hun tegenstanders, zien ze over het hoofd, want een democraat kan immers niet radicaal en fundamentalistisch zijn; dat zijn alleen de moslims.
Wanneer ik zeg dat democratie niet valt te verenigen met de islamitische wetgeving, moet ik er in één adem aan toevoegen dat socialisme, fascisme, communisme, zionisme, Boeddhisme, of welke andere menselijke ideologie dan ook, evenmin te verenigen is met de shari’ah van Allah (Verheven en Geprezen is Hij). Meestal krijg ik echter de kans niet meer om dit er aan toe te voegen, nadat die “verschrikkelijke” uitspraak over democratie reeds uit mijn mond is gekomen. Wat men ook niet wil horen, is dat de islamitische shari’ah beter en completer is dan al deze ideologieën, en dat de democratie juist een armzalig systeem is in vergelijking met de islamitische shari’ah. Dat een afwijzing van democratie automatisch een afwijzing van mensenrechten en gerechtigheid zou zijn, is een dus een hele slechte grap, of anders een uitspraak van een onwetend persoon.
Niet alleen is het h’araam (verboden) voor een moslim om een ander systeem te verkiezen boven de islamitische shari’ah; het is zelfs een daad die hem buiten de Islaam kan sluiten en hem tot kaafir (ongelovige) kan maken, en de bewijzen hiervoor uit de islamitische bronnen zijn zelfs te veel om op deze paar pagina’s te vermelden. Onze geliefde profeet Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft samen met zijn sah’aabah (metgezellen) zijn bloed, zweet en tranen gegeven voor het vestigen van een islamitische staat op het Arabische schiereiland, maar deze onwetende mensen pleiten voor een scheiding van religie en staat, terwijl ze nog beweren moslims te zijn. Eenieder die de Qor-aan en de Soennah een beetje kent, weet dat er talloze wetten in staan vermeld die we toe behoren te passen in ons dagelijkse leven. Veel van die wetten slaan op onze persoonlijke privésfeer, zoals de omgang met onze buren en echtgenotes, of hoe we een toilet zouden moeten bezoeken. Maar andere wetten slaan op de staat, en moeten door de staat voltrokken worden. Een voorbeeld hiervan is aayah 38 uit soerat al-Maa-idah (5), waarin Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “En (wat betreft) de dief en de dievegge, hak hun (rechter) handen (vanaf het polsgewricht) af als een vergelding voor wat zij begingen, een bestraffing als voorbeeld van Allah (om anderen af te schrikken). En Allah is Almachtig, Alwijs.”
Alleen al in deze aayah zien we een BEVEL van Allah om hun hand af te zetten, wat betekent dat er dus een bepaalde autoriteit moet zijn die deze straf voltrekt. Het zou belachelijk zijn om te denken dat deze aayah voor de dief zelf bedoeld is, dus dat hij uit zichzelf een mes zou pakken om zijn eigen hand te amputeren, en vele andere voorbeelden hiervan kunnen genoemd worden in dit geval. Moet de overspelige echtgenoot zichzelf stenigen, en moet de dronkaard zichzelf slaag geven? Natuurlijk moet hiervoor een autoriteit zijn, die deze straf voltrekt nadat de persoon in kwestie schuldig is bevonden na een eerlijke rechtszaak. Alleen dit feit is al genoeg om het idee van scheiding van religie en staat te ontwrichten, maar daarbuiten zijn er nog vele bewijzen die aantonen dat het regeren met iets anders dan de islamitische shari’ah zonder twijfel h’araam is.
Alleen al in soerat al-Maa-idah (5) kunnen we tientallen aayaat aanhalen die dit punt overduidelijk naar voren brengen. Zo zegt Allah de Verhevene in aayah 44 van deze Nobele soerah (Nederlandstalige interpretatie): “…En wie niet oordeelt met wat Allah neergezonden heeft, zij zijn dan de ongelovigen.”
<<< Toevoeging van uwkeuze.net. ‘Aliy ibn Abie Talh’ah gaf aan dat Ibn ‘Abbaas (een metgezel – moge Allah tevreden zijn met hem) opmerkte: “Eenieder die verwerpt wat Allah geopenbaard heeft, heeft koefr begaan, en eenieder die accepteert wat Allah geopenbaard heeft, maar hier niet mee regeert (terwijl hij de verplichting om er mee te regeren niet ontkent), is een onrechtvaardige en een faasiq (verdorvene, opstandige, grote zondaar, maar treedt niet buiten de oevers van de Islaam).” Echter, als men de verplichting om te regeren met hetgeen Allah de Verhevene heeft neergezonden ontkent, treed men wel buiten de oevers van de Islaam. Sheikh Ibn Taymiyyah heeft gezegd: “Er bestaat geen twijfel over het feit dat degene die niet gelooft dat het verplicht is om te oordelen volgens hetgeen Allah aan Zijn boodschapper heeft geopenbaard, een ongelovige is.” (Zie Minhaadj as-Soennah, volume 5, p. 130.)>>>
Vandaag de dag is er een grote groep misleide moslims die bij het horen van deze aayah (5:44) meteen opspringen uit hun stoel, om aan te komen met de bekende uitspraak van de metgezel Ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden met hem zijn) bij deze aayah, waarin hij zei dat het regeren met andere wetten dan die van Allah “kleine koefr” (klein ongeloof) is, die een persoon nog niet tot ongelovige maakt (“koefr doena koefr”). Aangezien deze uitspraak vaak verkeerd wordt begrepen en uit zijn context wordt gehaald, lijkt het me verstandig om hier even dieper op in te gaan. Ten eerste is het bekend onder de geleerden dat er een zwakte zit in de keten van overleveraars van deze uitspraak, maar om daar nu op in te gaan is niet het juiste moment. Ten tweede moet men weten, dat als men deze uitspraak toch wil gebruiken als bewijs, er nog enkele grote obstakels overblijven. Ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden met hem zijn) deed deze bekende uitspraak in een bepaalde periode en omstandigheid, en kan zeker niet als een algemene uitspraak worden gebruikt voor het verdedigen van leiders van vandaag de dag. Hij deed deze uitspraak in de rumoerige periode waarin er onenigheid was ontstaan tussen Moe’aawiyah en ‘Aliy ibn Abie Taalib (moge Allah tevreden met hen zijn) over wie er recht had op het khalifaat. Om het geschil op te lossen hadden beide sah’aabah een scheidsrechter naar voren geschoven; Aboe Moesaa al-Ash’arie voor ‘Aliy en ‘Amr ibn al-‘Aas voor Moe’aawiyah (moge Allah tevreden met hen zijn). Toen deze twee scheidsrechters een beslissing velden die enkele opstandelingen niet aanstond, haalden deze opstandelingen bovengenoemde aayah aan en verklaarden daarmee Aboe Moesaa al-Ash’arie en ‘Amr ibn al-‘Aas (moge Allah tevreden met hem zijn) tot ongelovigen. Als antwoord op deze verkeerde interpretatie van de aayah deed Ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden met hem zijn) zijn uitspraak over “kleine koefr”, ter verdediging van Aboe Moesaa en ‘Amr ibn al-‘Aas (moge Allah tevreden met hen zijn).
De situatie waarin deze uitspraak tot stand kwam was dus heel anders dan die we vandaag de dag bij de leiders van onze landen aantreffen. Deze sahaabah zetten niet de shari’ah aan de kant en zij veranderden haar wetten niet. Het is zelfs zo dat er een andere uitspraak van deze zelfde Ibn ‘Abbaas bestaat (moge Allah tevreden met hem zijn), bij dezelfde aayah, waarin hij zegt dat het “genoeg koefr” is wanneer iemand niet rechtspreekt met wat Allah de Verhevene geopenbaard heeft. “Genoeg koefr” betekent hier grote koefr, dat een persoon buiten de Islaam sluit, en de bewijzen hiervoor zijn veelvuldig. Zo is het bijvoorbeeld een bekend feit bij de geleerden dat de uitspraak van één, of enkele metgezellen, niet genoeg is om een algemene aayah specifiek te maken, tenzij er een andere, bevestigende aayah bestaat die zijn uitspraak ondersteunt, of een betrouwbare h’adieth (overlevering), of overeenstemming van de geleerden (idjmaa’). Aangezien dit niet het geval is met bovengenoemde aayah (in tegendeel), kunnen we dus niet zeggen dat één uitspraak van een metgezel de algemene en duidelijke betekenis van de desbetreffende aayah kan veranderen.
Deze regel noemen we “laa yasloeh’ moekhasisan liel-Qor’aan”. Dit betekent niet dat de uitspraak van Ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden met hem zijn) fout hoeft te zijn, maar hij en de andere metgezellen (moge Allah tevreden met hen zijn) begrepen de betekenis ervan in zijn juiste context in de omstandigheden en tijd waarin de uitspraak is gedaan. Die omstandigheden vallen geenszins te vergelijken met die van vandaag de dag, waarin we onze misdadige leiders zien regeren met andere wetten dan die van Allah (Glorieus en Geprezen is Hij) en Zijn boodschapper (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem), en een deel van de shari’ah vervangen door wetten die zijn genomen uit de Franse, Zwitserse of Britse wet, of uit het socialisme, of hun eigen influisteringen. Wie dit doet is zonder twijfel een kaafir (ongelovige), zoals we dadelijk nog zullen zien uit de uitspraken van verschillende grote geleerden.
Ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden zijn met hem) is ver verwijderd van diegenen die vandaag de dag zijn woorden gebruiken om de ongelovige leiders te beschermen. Toen Ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden met hem zijn) met enkele andere metgezellen van mening verschilde over het offeren van een lam, haalde hij aayaat uit de Qor-aan aan en uitspraken van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem). De andere metgezellen zeiden daarop: “Aboe Bakr en ‘Oemar hebben het nooit gezegd of het verplicht genoemd.” Ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden met hem zijn) sprak daarop zijn beroemde uitspraak uit: “Ik vertel jullie: ‘Allah en de boodschapper hebben gezegd’, maar jullie zeggen: ‘Aboe Bakr en ‘Oemar hebben gezegd’. Zijn jullie niet bang dat de hemelen op jullie hoofd neer zullen storten?!” (Dit is een betrouwbare overlevering.) Zou deze zelfde Ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden met hem zijn) dan blij zijn om te zien dat zijn naam vandaag de dag gebruikt wordt tegen beslissende en duidelijke aayaat van de Qor-aan in?!
Aangehaalde aayah (5:44) is echter lang niet de enige aayah die ons aanspoort tot het rechtspreken met de islamitische shari’ah alleen. Ook in de volgende aayah (5:45) zegt Allah de Verhevene om het verbod nog eens te benadrukken (Nederlandstalige interpretatie): “…En wie niet oordeelt met wat Allah neergezonden heeft, zij zijn dan de onrechtvaardigen.” Alsof deze woorden nog niet duidelijk genoeg zijn, zegt Allah de Verhevene slechts twee aayaat verder (5:47) (Nederlandstalige interpretatie): “…En wie niet oordeelt met hetgeen Allah neergezonden heeft, zij zijn dan de faasiqoen (zondaren, goddelozen, opstandig en ongehoorzaam jegens Allah).” Wederom twee aayaat verder (5:49) geeft Allah de Verhevene Zijn boodschapper (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) het duidelijke bevel om te regeren met de islamitische shari’ah, wanneer Hij zegt (Nederlandstalige interpretatie): “En dat je oordeelt (O Moh’ammed) tussen hen met hetgeen Allah neergezonden heeft en volg hun begeerten niet…” In de aayah die daarop volgt (5:50), lezen we dat Allah de Almachtige zegt (Nederlandstalige interpretatie): “Wensen zij dan het oordeel (regels en gewoonten) van de (dagen van) djaahiliyyah [onwetendheid (#6) (#7)]!? En wie is er beter dan Allah in het oordelen voor een volk dat met zekerheid gelooft?”
<<< Toevoeging van uwkeuze.net. (#6) Djaahiliyyah: onwetendheid. De term djaahiliyyah verwijst naar de periode van morele onwetendheid van een volk of beschaving, de periode tussen het verdwijnen van het profetisch onderricht en de komst van een andere; en, in het bijzonder, naar de periode van het Arabische heidendom vóór de komst van de profeet Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem). De term beschrijft, los van deze historische gevoelswaarden, de toestand van morele onwetendheid of onachtzaamheid in algemene zin, ongeacht de tijd of maatschappelijke omgeving. Djaahiliyyah duidt ook op daden en uitspraken die bestonden in of die geërfd werden uit de periode vóór de komst van de profeet Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) en die tegen de islamitische wetgeving indruisen. Ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden zijn met hem) verhaalde: “De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft gezegd: ‘De meest gehate personen bij Allah zijn drie: (1) een persoon die afwijkt van de waarheid en rechtvaardigheid in al-H’aram (de Heilige Moskee in Mekkah); (2) een persoon die wil dat de tradities van de pre-islamitische periode van onwetendheid (djaahiliyyah) behouden blijven in de Islaam; (3) een persoon die het bloed van iemand wil vergieten zonder enig recht.’” (Overgeleverd door al-Boekhaarie.)>>>
<<< Toevoeging van uwkeuze.net. (#7) De Dagen van Onwetendheid waren dagen van stamcultuur, vetes en zelfzuchtige benadrukking van verschillen in de mens. Die dagen zijn werkelijk nog niet voorbij (nationalisme, racisme, hebzucht etc.). Het is de missie van de Islaam om ons weg te leiden van deze incorrecte mentale houding, richting de ware houding van eenheid. Als ons geloof met overtuiging is (en niet alleen een kwestie van woorden), dan zal Allah ons leiden naar die eenheid. (A. Yusuf Ali Quran Commentary, de herziene versie.)>>>
De grote, vroegere geleerde al-H’assan al-Basrie zei hierover: “Wie rechtspreekt met iets anders dan de shari’ah van Allah, wenst de rechtspraak van de djaahiliyyah.” De grote tafsier-geleerde Ibn Kethier, zegt in zijn commentaar op deze aayah: “Hij, de Verhevene, verwerpt degene die de rechtspraak van Allah in de steek laat, die alles omvat wat goed is, en alles verbiedt wat slecht is, en die zijn toevlucht zoekt bij alles wat daar van afwijkt, met (eigen) meningen, verlangens en terminologieën die mensen hebben verzonnen zonder basis daarvoor te hebben in de shari’ah van Allah. Zoals de mensen in de djaahiliyyah rechtspraken met afdwalingen en onwetendheid, van waaruit ze verzonnen met hun (eigen) meningen en verlangens, en waarmee de Tataren rechtspreken met hun koninklijke politieke ideeën die genomen zijn van hun koning Djengis Khaan, die voor hun “al-Yaasiq” bedacht heeft. Dat is een benaming voor een boek dat samengesteld is van verschillende wetboeken; de joodse en de christelijke en de islamitische religie, en andere dan deze (drie). Er staan tevens veel wetten in die hij genomen heeft van zijn eigen inzichten en influisteringen. Het werd een rechtspraak die gevolgd werd door zijn nakomelingen, die ze prefereren boven de rechtspraak van het Boek van Allah en de Soennah van Zijn boodschapper (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem). Wie dit doet is een kaafir (ongelovige), en het is verplicht (waadjib) om hem te bestrijden tot hij terugkeert naar de rechtspraak van Allah de Verhevene en Zijn boodschapper (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem), en dat hij niet rechtspreekt met iets anders dan dat; of het nu weinig is of veel.”
Deze fatwa slaat ook op de leiders van onze landen vandaag de dag, al proberen sommigen dit feit te weerleggen met enkele zwakke argumenten. Helaas is de ruimte hier te beperkt om verder op die argumenten in te gaan, maar de woorden van deze grote geleerde, Ibn Kethier, zeggen genoeg. Bovendien is dit niet de enige fatwa die deze sheikh heeft uitgesproken over dit vraagstuk, en zijn er vele andere te vinden die onze beweringen ondersteunen. Als we bijvoorbeeld naar de woorden van Allah kijken in aayah 121 van soerah al-An’aam (6) (Nederlandstalige interpretatie): “…En als jullie hen gehoorzamen, dan zullen jullie zeker afgodenaanbidders zijn.” Ibn Kethier schrijft in zijn uitleg bij deze aayah: “Als jullie het gebod van Allah aan jullie en Zijn Wetgeving in de steek laten voor de uitspraak van iemand anders dan Hem, en jullie verkiezen iets anders buiten Hem, dan is dit de werkelijke shirk (afgoderij), zoals de woorden van Allah (Nederlandstalige interpretatie): “Zij (joden en christenen) hebben hun rabbijnen en hun monniken tot heren naast Allah genomen…” [Soerat at-Tawbah (9), aayah 31.] En at-Tirmidzie heeft overgeleverd van ‘Adi ibn Haatim (moge Allah tevreden met hem zijn) in zijn tafsier van deze aayah dat hij heeft gezegd: “O boodschapper van Allah! Zij aanbaden hen niet!” Daarop zei Allahs boodschapper (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) (Nederlandstalige interpretatie): “Dat deden zij zeker wel. Ze hebben datgene wat h’araam (of haraam, verboden) was h’alaal (of halal, toegestaan) voor hen gemaakt en datgene wat h’alaal was h’araam voor hen gemaakt, en zij volgden hen daarin. Dat is hun aanbidding van hen.” Voor zover de uitleg van Ibn Kethier bij deze aayah.
Men zou kunnen stellen dat hij de enige geleerde was die van mening was dat degene die niet rechtspreekt met de shari’ah een kaafir is, maar dit is zeker niet het geval. Er zijn tientallen overduidelijke fatwa’s aan te halen van grote geleerden van vroeger en vandaag de dag, die zijn mening onderschrijven. Zo heeft de grote geleerde, Moeh’ammed al-Amien ash-Shanqietie gezegd in zijn bekende tafsier-werk “Adwaa-oel-Baayahan”: “Het toekennen van deelgenoten aan Allah in Zijn h’oekm (rechtspraak), is als het toekennen van deelgenoten aan Hem in aanbidding (‘ibaada).” Voor zover de woorden van ash-Shanqietie, en ook zijn duidelijke uitspraken over dit onderwerp zijn er veel.
In soerat al-Baqarah (2) aayah 278-279, lezen we de volgende Woorden van Allah de Verhevene (Nederlandstalige interpretatie): “O degenen die geloven! Vrees Allah en neem afstand van wat overblijft van ar-ribaa (de rente) (#8) indien jullie (werkelijk) gelovigen zijn. Als jullie dat dan niet doen, verwacht dan zeker een oorlog van Allah en Zijn boodschapper (Moh’ammed)…”
<<< (#8) D.w.z.: neem na het horen van deze waarschuwing afstand van ar-ribaa welke de mensen jou nog verschuldigd zijn.>>>
De grote geleerde Ibn Taymiyyah zegt in zijn fataawa (deel 28, pag. 544) bij deze aayah: “En deze aayah was neer gezonden aangaande de mensen van Taa-if, toen ze de Islaam omhelsden en hun gebeden en vasten onderhielden, maar weigerden om de rente af te schaffen. Aldus verklaarde Allah dat zij vijanden waren van Allah en Zijn boodschapper (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem). Als het waadjib (verplicht) was om djihaad te voeren tegen al deze vijanden van Allah de Verhevene en Zijn boodschapper (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem), wat denk je dan van diegenen die veel van de wetten van de Islaam achterwege laten, of de meeste wetten ervan, zoals de Tataren?” Voor zover de fatwa van deze grote geleerde.
Vandaag de dag weigeren de leiders van onze landen niet alleen om de rente af te schaffen; ze worden er zelfs rijk aan. Zelfs in Medinah en Mekkah zul je talloze Europese en Amerikaanse banken aantreffen die met rente werken. En dat niet alleen: er bestaan zelfs wetten in enkele landen van de moslims waarmee de overheid deze rentebanken bescherming biedt tegen de opkomende islamitische banken en hen een voorkeurspositie geeft ten opzichte van deze islamitische banken! Als rente het enige probleem was van deze oemmah (gemeenschap), dan viel het nog wel mee, maar buiten dat zijn er nog tientallen wetten in elk land die recht tegen de sharie’ah van Allah de Verhevene ingaan. Zo mogen onze zusters in Tunesië of Turkije bijvoorbeeld niet eens met hoofddoek op naar school, en worden zij zelfs gestraft als ze dat wel doen! En als een man een tweede vrouw trouwt, kan hij in sommige landen een fikse gevangenisstraf tegemoet zien, terwijl overspel in datzelfde land ongestraft blijft. Deze duivels ontwerpen zijn niet alleen wetten die tegen de wetten van Allah de Almachtige ingaan, maar dwingen de mensen zelfs met kracht om deze wetten te volgen.
De grote geleerde en voormalig moeftie van Saoedi-Arabië, Moeh’ammed ibn Ibraahiem aal-Ash-Sheikh (moge Allah hem genadig zijn), heeft hierover gezegd in zijn bekende fatwa over “koefr doewna koefr” (kleine koefr – zie boven): “Dat wat is omschreven als kleine koefr, is als iemand een geschilpunt verwijst naar iets anders dan het Boek van Allah, terwijl hij weet dat hij Allah ongehoorzaam is door dit te doen, en dat de wetten van Allah waarheid zijn, en hij doet dit eenmalig. Zo’n persoon begaat geen grote koefr. Maar wat betreft degenen die wetten maken en deze aan anderen opleggen: dit is ongeloof, zelfs als ze toegeven dat ze een fout hebben begaan en dat de wetten van Allah de Almachtige rechtvaardiger zijn; en zo’n geval wordt beschouwd als een vorm van ongeloof die iemand tot afvallige maakt.”
Er zijn enkele afgedwaalde moslims geweest die geprobeerd hebben deze bekende fatwa een andere betekenis te geven en haar woorden te verdraaien, maar hun valse leugens en afdwalingen zijn blootgelegd door de grote ‘oelemaa-e (geleerden), omdat Allah Zijn Dien zal blijven beschermen en behouden via deze erfgenamen van de profeten.
Er zijn nog vele pagina’s te vullen met aayaat, ah’aadieth en fatwa’s van de grote ‘oelemaa-e, om te bewijzen dat het regeren met iets anders dan de islamitische sharie’ah h’araam is, maar helaas is de ruimte hiervoor te beperkt. Ik zal afsluiten met nog 2 fatwa‘s, waarvan de eerste is van de geleerde ‘Abdoer-Rah’maan as-Sa’die, uit zijn boek al-qawl as-sadied ‘ala kietaab it-tawhied: “En het is een plicht voor elk individu, dat hij buiten Allah geen rechter neemt, en dat hij datgene waar de mensen over van mening verschillen, verwijst naar Allah en Zijn boodschapper (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem). En op die manier zal de godsdienst van de dienaar volledig voor Allah zijn, en zijn tawh’ied [het toeschrijven (van Allah) aan Eenheid] oprecht voor het welbehagen van Allah. En eenieder die zijn oordeel zoekt in iets anders dan de rechtspraak van Allah en Zijn boodschapper (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem), heeft zijn oordeel gezocht bij de taaghoet (afgoden). En als hij beweert dat hij een moe-emin (gelovige) is dan liegt hij, omdat imaan (geloof) niet correct en compleet is behalve door de rechtspraak van Allah en Zijn boodschapper (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) aangaande de fundamenten van het geloof en de bijzaken… Dus wie zijn oordeel zoekt bij een ander dan Allah en Zijn boodschapper (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem), heeft dat tot zijn heer genomen en heeft zijn oordeel gezocht bij de taaghoet.”
Deze woorden van waarheid worden vandaag de dag als “radicalisme” gezien door velen, zelfs door personen die beweren moslim te zijn. Zij zijn het die schreeuwen om democratie, en tegelijkertijd elke aanhanger van de sharie’ah als achterlijk en ouderwets bestempelen. Voor hen en voor ons allemaal sluit ik dit betoog af met de beste Woorden die een mens kan gebruiken in zijn betoog, en dat zijn de Woorden van Allah de Verhevene. Onze Heer heeft gezworen bij Zichzelf toen Hij zei (Nederlandstalige interpretatie): “Maar nee, bij jouw Heer, zij geloven niet totdat zij jou (o Moh’ammed) laten oordelen over alle onenigheden tussen hen en vervolgens geen weerstand in zichzelf ondervinden tegen wat jij oordeelde, en zij onderwerpen zich met volledige overgave (#9).” [Soerat an-Nisaa-a (4), aayah 65.]
<<< Toevoeging van uwkeuze.net. (#9) Waar geloof is niet louter een lippendienst, maar gaat gepaard met volledige overgave aan de oordelen van de profeet Moh’ammed (d.w.z. zijn Soennah) (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem).>>>
De grote, vroegere geleerde, Ibn Hazm, heeft op grond van deze aayah (4:65) eenieder tot kaafir verklaard die bij meningsverschillen niet oordeelt met de Qor-aan en Soennah, maar met andere meningen dan dat. Zo zegt hij in al-Ih’kaam fie oesoel al-ah’kaam: “…laat hem weten dat Allah de Verhevene heeft gezworen, en Zijn Uitspraak is de Waarheid; hij is geen gelovige, en Allah de Verhevene had gelijk. En als hij geen gelovige is, dan is hij een kaafir, en er is geen mogelijkheid voor een derde onderverdeling.”
Dit zijn duidelijke bewijzen uit de Woorden van Allah de Verhevene en Zijn boodschapper (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem), en de woorden van de grote geleerden van deze oemmah. We zouden nog pagina’s door kunnen gaan met het aanhalen van deze bewijzen, maar de boodschap blijft dezelfde: regeren met iets anders dan de islamitische sharie’ah is een grote zonde voor een moslim, en het kan hem zelfs tot ongelovige maken. Stel jezelf tot slot eens deze simpele vraag: hoe kan een moslim in een parlement gaan zitten om te stemmen over zaken waar Allah reeds over gestemd heeft?!
Waarlijk, zij die dit beweren zijn ver afgedwaald…
Een moslim die voor democratie pleit, is als een miljonair die zijn diamanten wil ruilen tegen glazen knikkers, en als de bezitter van een oase die zijn grond verruild heeft voor een stuk dorre woestijn.
Deel 3: De gevolgen van democratie
Door Aboe Yoesoef ‘Abdoellaah
Terug naar al-djaahielieyyah (de periode van onwetendheid)!
Werkelijk, we zijn weer terug in de tijd van de onwetendheid. Of nog erger dan dat, want we hebben nu meer geschiedenis, meer informatie, meer ervaringen, en het belangrijkste moeten we niet vergeten; we hebben de Qor-aan en de Soennah. Soebh’aan-Allaah, de huidige toestand van morele onwetendheid en onachtzaamheid wordt in de Qor-aan als volgt aangegeven (Nederlandstalige interpretatie): “En wanneer er tot hen gezegd wordt: ‘Veroorzaak geen verdorvenheid (#10) op de aarde,’ dan zeggen zij: ‘Wij zijn slechts (deugdzame) verbeteraars.’ Welnee (integendeel)! Waarlijk, zij zijn de verderfzaaiers, maar zij beseffen dit niet.” [Soerat al-Baqarah (2), aayah 11-12.]
<<< (#10) D.w.z. ongeloof en daden van ongehoorzaamheid. Aboe Dja’far zei dat ar-Rabi’ ibn Anas zei dat Aboe al-‘Aliyah zei dat Allahs Uitspraak “veroorzaak geen verdorvenheid op aarde” betekent: “Bega geen daden van ongehoorzaamheid op aarde. Hun verdorvenheid is het niet gehoorzamen van Allah, omdat eenieder die Allah niet gehoorzaam is op aarde, of beveelt dat Allah niet gehoorzaamd mag worden, verdorvenheid begaan heeft op aarde. Goedheid zal zowel op aarde als in de hemel verwezenlijkt worden d.m.v. gehoorzaamheid (jegens Allah).”>>>
In de voorgaande twee delen hebben we kunnen lezen dat democratie een zeer onpraktisch systeem is en dat het niet te verenigen is met de Islaam. In dit deel zullen we enkele gevolgen van democratie bespreken. Dit laat duidelijk zien waarom de aanhangers van dit systeem de werkelijke verderfzaaiers zijn. De wetten van Allah (Verheven en Geprezen is Hij) zijn er niet voor niets. Ze zijn er o.a. om de mensen in deze wereld ordelijk te laten samenleven. Ze zijn er om de zwakkere tegen de sterkere te beschermen, en de sterkere te beschermen tegen de zwakkere. Maar ook om hen tegen zichzelf te beschermen.
“En de satan (de duivel, Iblies) zegt wanneer de zaak besloten is: ‘Waarlijk, Allah beloofde jullie de ware belofte en ik beloofde jullie, maar ik bedroog jullie. En ik had geen macht over jullie, behalve dat ik jullie uitnodigde (door influisteringen) waarop jullie aan mij gehoor gaven. Dus verwijt mij niet, maar verwijt jullie zelf. Ik kan jullie niet helpen (uit jullie lijden), noch kunnen jullie mij helpen (uit mijn lijden). Waarlijk, ik verwerp dat jullie mij vroeger als deelgenoot hebben toegekend aan Allah (door gehoorzaam aan mij te zijn i.p.v. Allah). Waarlijk, voor de onrechtplegers is er een pijnlijke bestraffing.’” [Soerat Ibraahiem (14), aayah 22.]
Democratie schuift de wetten van Allah de Almachtige zonder pardon aan de kant. Het schepsel denkt het beter te weten dan de Schepper. Zo is democratie verantwoordelijk voor het toestaan van alcohol. En welke ellende dat veroorzaakt in de wereld, is alom bekend: de vernielingen, het ‘zinloos’ geweld, relatieproblemen, het onzedelijke gedrag, gezondheidsproblemen etc. Er zijn vele ah’aadieth en verslagen die aangeven dat alcohol nadrukkelijk verboden is en dat het de moeder van alle kwaadaardigheden is; eenieder die in deze zonde valt, het zal hem leiden naar andere slechte daden. Er werd eens aan Aboe Bakr (moge Allah tevreden zijn met hem) gevraagd: “Dronk u alcohol tijdens de pre-islamitische dagen van onwetendheid?” Daarop antwoordde hij: “Ik zoek toevlucht bij Allah (d.w.z. nee)!” Toen hem gevraagd werd waarom niet, zei hij: “Ik koesterde het idee om mijn eer en waardigheid te behoeden en ik realiseerde me dat een persoon die alcohol drinkt, zijn eer en waardigheid opgeeft (door wellustige en verachtelijke dingen te doen wanneer hij dronken is).” (Sierah wa-H’ayaat as-Siddeeq, van Madjdie Fath’ie, p. 34.)
De mensen die door de vrijheid om alcohol te drinken zijn gestorven, hadden niet op deze manier hoeven sterven als men de Islaam maar had gevolgd. Is dit de prijs die de ouders en andere nabestaanden willen betalen voor de vrijheid om alcohol te drinken? Wilt u deze prijs betalen? Een geliefde in ruil voor de vrijheid om alcohol te drinken? Als men een geliefde verloren heeft, zal men heus niet zeggen: “Jammer, maar dit is de prijs die ik wil betalen, want de vrijheid om alcohol te drinken is belangrijker.” Democratie is mede verantwoordelijk voor deze slachtoffers. Als u op een zondagmorgen uw autospiegel op de straat vindt, hoopt u dan dat degene die hem van uw auto geschopt heeft een gezellige avond heeft gehad, of hoopt u dat u hem in uw handen krijgt!? (Zie het artikel Kun jij de verleiding van C2H5OH weerstaan?)
Bijvoorbeeld AIDS, wat voornamelijk het gevolg is van onzedelijk gedrag. Men spendeert miljoenen Euro’s en miljoenen Dollars aan onderzoek, voorlichting en bestrijding van deze dodelijke ziekte, terwijl de oplossing er al is, gratis en voor niets. Volg de Islaam en AIDS zal spoedig tot het verleden behoren, in shaa-a Allaah. Niet alleen AIDS, maar ook het hoge aantal scheidingen en ontwrichte gezinnen. Maar nee, democratie laat deze daden van onzedelijk gedrag met alle gevolgen van dien onbestraft. Hoeveel mensen laat de democratie nog sterven? (Zie de artikelen Zinaa, een gruweldaad en een slechte weg en Overspel en steniging – Waarom legt de Islam zulke harde bestraffingen op voor seks buiten het huwelijk?)
Door democratie wordt er heel veel geld uitgegeven aan o.a. ruimtevaart, terwijl men de strijd tegen armoede (gebrek aan schoon water, voedsel en medicijnen), waar jaarlijks enkele miljoenen mensen aan overlijden, aan het verliezen is. Helaas, maar er moeten prioriteiten gesteld worden en door democratische beslissingen krijgt materialistisch extremisme de prioriteit.
Hoeveel mensen hebben zich in het verlies gestort door te gaan gokken? Hoge schulden, alles kwijt, relatieproblemen, criminaliteit, zelfmoord… Maar het is toch zo gezellig en de regering verdient er goed aan.
Zo zijn er nog vele voorbeelden te noemen. Bijna alle problemen en ellende zijn toe te schrijven aan ongeloof en het regeren/leven volgens wetten anders dan de islamitische sharie’ah. Mensen met verstand, die niet blind en doof zijn, wier harten niet verzegeld zijn en die sterker zijn dan de shaytaan (satan), zien dit: “Hij (Iblies, de satan) zei: ‘(Ik zweer) dan, bij Uw Macht, ik zal hen zeker tezamen verleiden (tot de dwaling). Behalve Uw dienaren onder hen, de oprechten.’” [Soerat Saad (38), aayah 82-83.]
Bijna alle ellende in de wereld wordt veroorzaakt door onislamitisch gedrag. Bij vele problemen kun je denken: “Hadden ze de Islaam maar gevolgd.” We leven in een vreemde wereld. Men wil spelen met vuur, zonder zich te branden. En als je zegt dat men niet met vuur moet spelen, dan ben je achterlijk, dan ben je een onderdrukker en beroof je hen van de vrijheid om met vuur te spelen. En als men zich dan brandt, als men dan het slachtoffer wordt, dan begint men met klagen en vraagt men zich af: “Waarom? Waarom ik? Waarom grijpt God niet in?” Ja, dan geeft men God de schuld.
Dit geldt natuurlijk ook voor moslims die zich niet aan de islamitische regels houden. Jamaal al-Din M. Zarabozo zei: “Moslims kunnen niet toestaan dat zij door hun emoties overmand worden. Dit is wat hen leidt naar het verrichten van vele daden die, op zijn minst, twijfelachtig zijn in het licht van de sharie’ah. Voorzeker, van hen wordt geëist dat zij handelen in overeenstemming met de sharie’ah en omwille van Allah de Verhevene en niet in overeenstemming met hun begeerten en omwille van het zoeken van wraak, persoonlijke haat enzovoort.” (Zie Stop terrorisme.)
Men weet dat roken slecht is voor de gezondheid en dat je er uiteindelijk ook dood aan kunt gaan. Toch rookt men. Waarom? Men weet dat alcohol veel ellende veroorzaakt en dat er doden door vallen. Toch is alcohol de normaalste zaak van de wereld en toegestaan. Waarom? Men weet dat onzedelijk gedrag en buitenechtelijke relaties vele problemen veroorzaken en dat men er ziek van kan worden en uiteindelijk er ook aan kan sterven. Het aantal echtscheidingen en ontwrichte gezinnen is zeer hoog. Toch vertoont men veel onzedelijk gedrag. Waarom? We kunnen talrijke voorbeelden noemen.
Vanaf Adam (vrede zij met hem) is er strijd gaande tussen waarheid en valsheid en deze strijd zal blijven voortduren tot aan de Dag des Oordeels. Goddelijke en satanische partijen zijn er altijd al geweest en zullen blijven bestaan tot aan de Dag der Opstanding. Deze onophoudelijke strijd tussen goed en kwaad, licht en duisternis, bepaalt de beloning en bestraffing die men zal ontvangen in het Hiernamaals.
“Hij (de satan, de duivel) belooft hen (valse beloften) en laat hen begeren (hetgeen verboden is); en wat de satan hen belooft (en rooskleurig voorschotelt) is slechts misleiding.” [Soerat an-Nisaa-e (4), aayah 120.]
Het is duidelijk, democratie eist levens en veroorzaakt veel ellende. Democraten weten dit diep in hun hart ook wel en geloven eigenlijk ook niet in democratie. Daarom hebben ze een nooduitgang bedacht: het veto. Toch streven velen dit systeem van de shaytaan na! Het is duidelijk, er zijn genoeg tekenen en bewijzen om ons heen die de waarheid van de Islaam laten zien, maar toch geloven vele mensen er niet in!
“En bij Allah, Wij schiepen werkelijk velen van de djinn (#11) en de mensen voor de Hel. Zij hebben harten waarmee zij niet begrijpen en zij hebben ogen waarmee zij niet zien en zij hebben oren waarmee zij niet horen. (#12) Zij zijn zoals het vee. (#13) Nee! Zij dwalen nog meer. Zij zijn het die de onachtzamen zijn (#14).” [Soerat al-A’raaf (7), aayah 179.]
<<< (#11) Djinn: schepsels geschapen van rookloos vuur. Zie het artikel De wereld van de djinn.>>>
<<< (#12) Hoewel mensen en djinn ogenschijnlijk alle vermogens hebben om na te denken en waar te nemen, hebben zij ze dermate verzwakt (door o.a. de voorkeur te geven aan begeerten) dat deze vermogens niet goed werken, en zij gaan aldus met het hoofd voorover de Hel in. Zij zijn, als het ware, gemaakt of geschapen voor de Hel.>>>
<<< (#13) Zie aayah 2:171 hieronder.
<<< (#14) D.w.z. dat zij geen voordeel halen uit deze zintuigen die Allah de Verhevene maakte voor hen als middelen om leiding te verwerven.>>>
“En de gelijkenis van degenen die ongelovig zijn (wanneer zij tot de waarheid worden uitgenodigd) is als de gelijkenis van degene (een herder) die schreeuwt tot (zijn vee) wat niets hoort behalve geroep en geschreeuw (zonder te begrijpen wat er tegen hen gezegd wordt). (Zij zijn) doof (aangezien zij de waarheid niet horen), stom (aangezien zij het niet uiten) en blind (aangezien zij hun weg niet zien of herkennen), dus zij begrijpen niet.” [Soerat al-Baqarah (2), aayah 171.]
Dit is een perfecte gelijkenis voor hen die (bijvoorbeeld) hun vaders blindelings volgen zonder hun verstand te gebruiken om onderscheid te maken tussen goed en kwaad. Wanneer het vee tot iets wordt opgeroepen, voert het een bepaalde opdracht uit, zonder te weten wat de woorden van de oproeper precies inhouden (zij horen immers slechts onbegrijpelijke geluiden). Als men het vee zou oproepen om elkaar b.v. te waarschuwen voor iemand die het naar het slachthuis wil drijven, zou het toch geen gehoor geven. Het vee dat verstandloos is begrijpt die woorden immers niet.
En tot Allah keren wij allemaal terug.
Relevante artikelen:
Democratie (diverse artikelen)