Waarom ben ik lelijk?

Een mooi of minder mooi uiterlijk behoort tot
de testen van Allah Ta’aalaa.

Van Islam Q&A. Vertaald door Youssef El Bakiouli.

Een vrouw klaagt dat zij ‘lelijk’ is en vraagt:

Allah is mooi en houdt van mooiheid. Met een donkere huidskleur, een huid die vatbaar is voor acne, scheve tanden en een gemiddelde lengte, beschouw ik mijzelf als lelijk. Betekent dit dat Allah een hekel aan mij heeft? Ik heb voor een lange tijd beledigende woorden moeten aanhoren over mijn uiterlijk. Door mijn uiterlijk heb ik vaak onder sociale druk gestaan en ben daarom de meeste tijd depressief. Sommigen hebben zelfs schaamteloos hun zorgen uitgesproken over mijn eventuele toekomstige huwelijksplannen. Hoe is mijn positie nu, aangezien de islam de mannen juist aanmoedigt om mooie vrouwen te trouwen? #1 Ik kan de anderen het niet echt kwalijk nemen dat zij zorgen uiten, want op de een of andere manier citeren zij eigenlijk letterlijk de woorden van de Koran. Aan de andere kant vraag ik me dan af wat ik fout heb gedaan? Ik heb er niet voor gekozen om lelijk te zijn. En hoe kun je rechtvaardigen dat iemand sociaal wordt verstoten, of voor een baan wordt afgewezen, of voor huwelijksaanzoeken wordt geweigerd, alleen maar omdat een persoon er niet goed genoeg uitziet? Waar is de Rechtvaardigheid van Allah in dit verhaal, aangezien Hij ons allemaal gelijk heeft geschapen?

[#1 Noot van uwkeuze.net: een vrouw/man kan wellicht een mooi uiterlijk hebben of een bepaald vermogen hebben waar een man/vrouw voor valt, maar trouwen met iemand vanwege diens standvastigheid in zijn/haar geloof is vele malen beter. Onze geliefde profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft hierover gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Een vrouw kan gehuwd worden omwille van vier dingen: haar bezittingen, haar afkomst, haar schoonheid en haar religieuze toewijding. Zoek degene die religieus toegewijd is! Moge jullie handen met stof gewreven worden (d.w.z. moge jullie slagen).” [Overgeleverd door al-Boekhaarie (4802) en Moeslim (1466).] – Einde noot.]

Antwoord:

Alle lof zij aan Allah.

Beste vragenstelster, weet dat de hele schepping van Allah goed is. Maar Allah kan Zijn dienaren testen met een ziekte of een afwijking of er minder goed uitzien, vanwege een wijsheid die alleen bij Allah bekend is en vanwege een voordeel die Hij jou wenst te laten behalen.

Schoonheid en lelijkheid zijn te vergelijken met ziekte en gezondheid, rijkdom en armoede en succes en falen. Allah heeft al Zijn voorzieningen verdeeld over Zijn dienaren volgens Zijn grootse Wijsheid, Perfecte Barmhartigheid en Zijn rijkelijke gunsten die Hij schenkt aan Zijn dienaren. Het schenken van deze gunsten is geen indicatie voor de liefde van Allah aan deze persoon. Evenmin is het onthouden van deze gunsten een teken voor Zijn ontevredenheid tegenover de persoon die tekort wordt gedaan. Allah zegt (Nederlandstalige interpretatie): “Wat betreft de mens, wanneer zijn Heer hem op de proef stelt door hem te eren (met bijvoorbeeld macht) en hem te begunstigen (met bijvoorbeeld bezit), dan zegt hij (verwaand): ‘Mijn Heer heeft mij geëerd.’ Maar wanneer Hij hem op de proef stelt door zijn levensonderhoud te beperken, dan zegt hij (wanhopig): ‘Mijn Heer heeft mij vernederd.’ Nee (beide beweringen zijn onjuist #2)! Jullie zijn niet goed voor de wezen. Noch sporen jullie elkaar aan tot het voeden van de armen. En jullie verbruiken hebzuchtig het erfdeel. En jullie houden buitensporig van bezittingen.” [Soerat al-Fajr (89), aayah 15-20.]

[#2 Noot van uwkeuze.net: als Allah Ta’aalaa (Verheven is Hij) iemand macht of bezittingen schenkt, of dat weer van hem wegneemt, is dat niet omdat Hij hem eert of wil vernederen, maar om hem te toetsen hoe hij met die macht en bezittingen, of het verlies ervan, omgaat. (Naar Tefsier Ibn Kethier.) – Einde noot.]

Sheikh as-Sa’adie (moge Allah hem genadig zijn) heeft gezegd: “Allah, de Verhevene, informeert ons over de aard van de mens zoals hij is. Dat hij onwetend en onrechtvaardig is en geen kennis heeft over de uitkomsten van zaken. Hij is in de veronderstelling dat de conditie waarin hij zich bevindt altijd zo zal blijven en dat hij nooit zal vergaan. Hij gaat ervan uit dat het eerbetoon en de bevoorrechting die hij ontvangt van Allah in dit wereldse leven, een teken is voor zijn eer en nabijheid tot Hem. Echter, wanneer Hij hem test en hem in zijn gunsten beperkt, zoals het enkel bezitten van de primaire voorzieningen zonder extra’s, dan beschouwt hij dit als een belediging van Allah. Dus beantwoordt Allah zijn zienswijze door te zeggen (met de strekking): ‘Nee! Niet iedereen die Ik bevoorrecht heb met gunsten in deze wereld wordt geëerbiedigd door Mij. En niet iedereen die beperkt wordt in zijn gunsten is laag in Mijn ogen.’ Rijkdom, armoede, overvloed en beperkingen zijn enkel testen van Allah en beproevingen die Zijn dienaren moeten ondergaan. Zo kan Hij oordelen wie dankbaar en geduldig zullen zijn, om hen uiteindelijk groots te belonen. Daartegenover ondergaan anderen die dit niet laten zien, een pijnlijke bestraffing. Alsook: de ambitie van een dienaar zal misschien niet verder gaan dan zichzelf, wegens zwakte in ijver. Aldus berispt Allah hen voor het zich niet bekommeren over de zaken van de behoeftige schepselen…” (Einde citaat uit het boek Tefsier as-Sa’adie.)

Als de mensen jouw voorbeeld zouden opvolgen in de manier van jouw spreken en denken over en ontevredenheid met de Wil van jouw Heer en Zijn lotsbestemming voor jou – moge Allah het jou vergeven – dan zouden er enkel klagende en ontevreden mensen bestaan op deze aarde.

De zieke zal zeggen: “Waarom heeft U mij ziek gemaakt en de andere ontzien?” De arme zal zeggen: “Waarom heeft U mij arm gemaakt en de andere mensen rijk?” De beproefde personen zullen zeggen: “Waarom word ik beproefd en worden anderen met rust gelaten?”

Een gelovige toont tevredenheid, heeft geduld en verwacht beloning, terwijl anderen geïrriteerd raken en over hun Heer gaan klagen. (Zie het artikel Word niet boos wanneer je beproefd wordt.)

Besef je wel dat je twee ogen hebt waarmee je kan zien, terwijl miljoenen andere dit niet kunnen!?

Zie je niet dat jij in staat bent om te lopen op jouw eigen benen en kunt gaan en staan waar je wil, terwijl oneindig veel mensen verlamd en gehandicapt zijn!?

Stel dat jij dit allemaal kwijt raakt; besef je niet dat Allah jou begunstigd heeft met de islam en dat Hij jou heeft verkozen voor deze geweldige gunst (die niet te vergelijken is met alle andere gunsten op deze aarde) boven vele andere schepselen die niet in Allah geloven? Op de Dag van Wederopstanding zal Allah, de Verhevene, zeggen (vrij vertaald): “O Adam!” Waarop hij zal reageren: “Hier ben ik, en gezegend door U, en al het goede is in Uw handen.” Dan zal Hij zeggen: “Verwijder de delegatie van het vuur!” Hij zal zeggen: “En wat is de delegatie van het vuur?” Hij zal zeggen: “Van iedere duizend, negenhonderd en negenennegentig.” [Overgeleverd door al-Boekhaarie (3099) en Moeslim (327).]

(Lees verder onder de afbeelding.)

 

Denk eens na over het volgende verhaal, o dienares van Allah:

Al-Awzaa’ie leverde over van ‘Abdoellaah ibn Moh’ammed, die zei:

“Ik ging naar de kust als bewaker en mijn post was in die tijd in ‘Ariesh Misr. Toen ik bij de kust aankwam, zag ik op een open terrein een tent staan. Daarin zat een man die geen handen en benen had. Hij was hardhorend en slechtziend. Zijn ledematen konden hem niet tot nut zijn. Het was enkel zijn tong die hem niet in de steek had gelaten. Hij was aan het zeggen: ‘O Allah! Stel mij in staat om U te prijzen, zodat ik U voldoende kan bedanken voor de gunsten die U mij heeft gegeven, waarmee U mij enorm heeft bevoorrecht boven vele anderen die U heeft geschapen.’”

Al-Awzaa’ie zei: “Abdoellaah zei: ‘Bij Allah, ik zal zeker naar deze man gaan en hem vragen naar zijn toespraak. Ik wil erachter komen en ook begrijpen wat hem zo inspireert.

Dus ben ik naar de man gegaan, begroette hem en zei tegen hem: ‘Ik heb jou horen zeggen: ‘O Allah! Stel mij in staat om U te prijzen, zodat ik U voldoende kan bedanken voor de gunsten die U mij heeft gegeven, waarmee U mij heeft bevoorrecht boven anderen.’ Kun je mij vertellen voor welke gunsten je Hem aan het bedanken bent? En op welke manier heeft Hij jou boven anderen bevoorrecht, waardoor je Hem moet bedanken?’ Hij zei: ‘Zie je dan niet wat mijn Heer heeft gedaan? Bij Allah, als Hij de hemel als vuur op mij zou afsturen die mij zou verbranden, of als Hij de bergen de opdracht gegeven zou hebben om mij te vermorzelen, of de oceanen om mij te laten verdrinken, of de aarde om mij op te slokken, dan zou dit alleen maar ervoor zorgen dat ik mijn Heer nog meer dankbaar zal zijn voor het feit dat ik de tong als gunst van Hem heb gekregen.

O dienaar van Allah! Nu je toch naar mij bent gekomen, ik heb jou nodig! Waarschijnlijk is het je opgevallen in welke staat ik verkeer. Ik kan mezelf niet schaden noch tot nut zijn. Ik heb een jonge zoon die bij ieder gebed mij gewoonlijk kwam helpen om mijn wassing te verrichten. En als ik honger had, gaf hij mij eten. En wanneer ik dorst had, gaf hij mij te drinken. De afgelopen drie dagen is hij niet komen opdagen. Kun je hem alsjeblieft namens mij gaan zoeken? Moge Allah barmhartig zijn over jouw ziel.’

Ik zei: ‘Bij Allah, geen enkel schepsel kan de behoefte van een ander vervullen die een grotere beloning waard is bij Allah dan een behoefte vergelijkbaar met die van jou.’ Dus begon ik te zoeken naar de jongen. Ik was nog niet ver gekomen of ik kwam bij een zandheuvel. En ziedaar, ik vond de jongen, die gedood was door een roofdier. Ik verrichtte istirdjaa’ (door te zeggen: voorwaar, wij behoren tot Allah en tot Hem is onze terugkeer) en zei: ‘Hoe kan ik deze man nog onder ogen komen met een vriendelijk gezicht!?’

Terwijl ik richting hem liep, schoot de dzikr (woorden om Allah te gedenken) van de profeet Ayyoeb (vrede zij met hem) door mijn hoofd. Ik begroette de man die mij teruggroette en hij vroeg: ‘Ben jij niet mijn metgezel?’ Ik zei: ‘Ja!’ Hij vroeg: ‘Wat heb je aan mijn behoefte gedaan?’ Ik zei: ‘Ben jij meer rechtschapen bij Allah, of was dat de profeet Ayyoeb?’ Hij zei: ‘Zonder twijfel de profeet Ayyoeb.’ Ik zei: ‘Weet jij wat zijn Heer met hem heeft gedaan? Heeft Hij hem niet beproefd in zijn rijkdom, zijn familie en zijn kinderen?’ Hij zei: ‘Ja.’ Ik zei: ‘In wat voor toestand verkeerde hij?’ Hij zei: ‘Hij was geduldig, dankbaar en eerbiedigend.’ Ik zei: ‘Was Hij niet pas tevreden met hem totdat zijn familieleden en zijn geliefden hem verlaten hadden?’ Hij zei: ‘Ja.’ Ik zei: ‘In wat voor toestand verkeerde hij?’ Hij zei: ‘Hij was geduldig, dankbaar en eerbiedigend. Houd het kort, moge Allah jou genadig zijn.’ Ik zei tegen hem: ‘De jongen die ik van jou moest zoeken, heb ik gevonden op een zandheuvel gedood door een roofdier. Moge Allah jouw beloning vermeerderen en jou inspireren met geduld.’

[Zie het artikel De profeet Job, het boegbeeld van geduld en standvastigheid.]

De beproefde man zei: ‘Lof is voor Allah, Die geen nakomelingen van mij heeft geschapen die Hem ongehoorzaam zijn, om ze vervolgens te straffen met het vuur.’ Hij verrichtte toen een smeekbede, haalde diep adem en stierf.

Ik zei: ‘Waarlijk, tot Allah behoren wij en tot Hem is onze terugkeer. Wat een ramp; als ik een man zoals deze achterlaat, dan zullen de beesten hem opeten. En als ik blijf, dan zal ik hem niet kunnen schaden noch tot nut kunnen zijn.’ Dus ik bedekte hem met een dekmantel die hij over zich had en ging huilend bij zijn hoofd zitten.

Terwijl ik daar zat, liepen vier mannen naar mij toe en vroegen: ‘O dienaar van Allah! Wat is er aan de hand?’ Ik vertelde hen mijn verhaal en die van hem. Zij zeiden tegen mij: ‘Ontbloot zijn gezicht voor ons, misschien herkennen wij hem.’ Bij het ontbloten van zijn gezicht, stortten de mannen zich op hem neer en begonnen om de beurt zijn ogen en handen te kussen, terwijl zij zeiden: ‘Moge onze vader opgeofferd worden. Hoe lang waren zijn ogen neergeslagen voor de verboden zaken van Allah. Moge onze vader opgeofferd worden. Hoe lang stond dit lichaam in aanbidding voor Allah, terwijl de mensen aan het slapen waren.’

Ik vroeg: ‘Wie is hij? Moge Allah jullie genadig zijn.’ Zij zeiden: ‘Dit is Aboe Qilabah al-Djoermie, de metgezel van Ibn ‘Abbaas. Hij had een enorme liefde voor Allah en de profeet van Allah (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem)!’

Wij wasten hem, bedekte zijn lichaam met kleren die wij bij ons hadden, verrichten het gebed voor hem en begroeven hem. De mannen gingen weg en ik ging terug naar mijn post. Toen de nacht viel, ging ik slapen en zag ik hem in een droom. Hij zat in een van de tuinen van het Paradijs met twee kledingstukken uit het Paradijs. Hij was een vers aan het reciteren (Nederlandstalige interpretatie): ‘Vrede zij met jullie omdat jullie geduldig waren. En voortreffelijk is het goede einde.’ [Soerat ar-Ra’d (13), aayah 24.)

Ik vroeg: ‘Ben jij niet mijn metgezel?’ Hij zei: ‘Ja.’ Ik vroeg: ‘Hoe heb je dit ontvangen!?’ Hij zei: ‘Waarlijk, er zijn bij Allah niveaus die alleen te bereiken zijn door geduld te tonen tijdens momenten van beproevingen en door dankbaar te zijn tijdens momenten van voorspoed, samen met vrees voor Allah, de Almachtige en de Majesteitelijke, zowel privé als in het openbaar.’” [Einde citaat uit ath-Thiqaat geschreven door Ibn H’ibbaan (5:3-5).]

Heb je de toestand van deze dienaar gezien, o dienares van Allah!? Heb je zijn verering van en tevredenheid met Allah gezien? Heb je gezien hoe hij de gunst van het geloven in Allah prefereerde boven datgene hij niet heeft gekregen? Heb je gezien dat jij en de anderen Allah nog steeds kunnen prijzen en bedanken voor de vele andere dingen die jullie wel hebben gekregen? Ze zijn ontelbaar. Alleen het feit dat je Allah fatsoenlijk kan bedanken is al een grote gunst.

[Noot van uwkeuze.net: het is overgeleverd dat de profeet David (vrede zij met hem) gewoon was om te zeggen in zijn smeekbeden: “O Heer! Hoe kan ik U naar behoren bedanken, wanneer zelfs mijn dankbetuiging aan U behoort tot Uw gunsten aan mij.” Allah de Verhevene antwoordde hem: “Nu heb je Mij toereikend bedankt, o David.” Oftewel, als je toegeeft dat je nooit in staat bent om de Begunstiger terdege te bedanken. (Tefsier Ibn Kethier bij vers 14:34.) – Einde noot.]

Dus, o dienares van Allah, beroof jezelf niet van die verheven posities door gefrustreerd te zijn over de Wil van Allah, of dat je slecht over Hem gaat denken, of dat je jouw tong toestaat om te stoppen met het gedenken van Allah en Hem te prijzen en te bedanken. En uiteindelijk ga je Allah de schuld geven en ga je slecht over Hem denken.

(Lees verder onder de afbeelding.)

 

Als schoonheid jou niet geschonken is, wat moet een niet-moslim vrouw zeggen die wel begunstigd is met schoonheid maar die niet geleid is naar het pad van Allah, terwijl jij wel begunstigd bent met de islam? Wat zou haar lot zijn, als zij komt te overlijden? (Zie het artikel De dood.) En waar zal zij morgen zijn als ze zou sterven als een ongelovige? Zal haar schoonheid haar tot nut kunnen zijn op de Dag dat rijkdom noch kinderen tot nut kunnen zijn, behalve degenen die bij Allah komen met zuivere harten?

Zul je dan echt tevreden zijn met dit alternatief!? Dat jij wordt begunstigd met schoonheid en ontnomen wordt van het islamitische geloof? En zij begunstigd wordt met de islam en ontnomen wordt van haar schoonheid?

Er zijn meerdere vragen die jij jezelf kunt afvragen om deze vervolgens te beantwoorden op een manier die jouw Heer tevreden zal stellen.

Allah, de Almachtige, de Majesteitelijke, zegt (Nederlandstalige interpretatie): “Kijk zeker niet verlangend naar hetgeen waarmee Wij groepen van hen (de ongelovigen) hebben laten genieten – (oftewel) de pracht van het wereldse leven – zodat Wij hen daarmee beproeven, terwijl de voorziening van jouw Heer beter is en blijvender.” [Soerat Taa Haa (20), aayah 131.]

Sheikh as-Sa’adi (moge Allah hem genadig zijn) heeft gezegd: “Open jouw ogen niet van verbazing en kijk niet steeds goedkeurend naar datgene waarvan de mensen aan het genieten zijn van de wereldse winsten, zoals het lekkere eten en drinken, elegante kleding, opgesierde huizen en opgemaakte vrouwen. Dit hoort allemaal bij de prachten van dit wereldse leven waar de bedrogen zielen van genieten, de achteloze ogen verbluft door worden en de overtreders van genieten – zonder na te denken over het Hiernamaals. Dit gaat allemaal snel voorbij, dan verdwijnt het, doodt degenen die het adoreren en krijgen zij spijt op een moment dat het geen nut meer heeft. Wanneer zij naar voren moeten komen op de Dag van Wederopstanding, zullen zij erachter komen dat de staat waarin zij zich bevonden louter een beproeving was geweest van Allah om te achterhalen wie zich zou laten verleiden en wie er beter van zou worden. Zonder twijfel zoals de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): ‘Waarlijk, Wij maakten wat op aarde is als een versiering daarvoor, om hen (de mensen) te beproeven wie van hen de beste daden verricht. #3 En waarlijk, Wij zullen zeker wat daarop (de aarde) is in kale grond veranderen.’ [Soerat al-Kahf (18), aayah 7.]

[#3 Noot van uwkeuze.net: degenen die goede daden verrichten op de meest perfecte manier; ze verrichten daden volledig omwille van Allah met ikhlaas (oprechtheid, zuivere intentie) en in overeenstemming met de Soennah (wettige manieren van de profeet Moh’ammed – vrede en zegeningen van Allah zijn met hem). Zie de artikelen De voorwaarden voor acceptabele ‘ibaadah (aanbidding) en Op zoek naar al ikhlas (oprechtheid). – Einde noot.]

De directe voorzieningen van jouw Heer zoals kennis, geloof en de realiteit van rechtschapen daden en de uitgestelde voorzieningen van de eeuwige voorzieningen en een goed leven in de buurt van jouw Heer, de Meest Genadevolle, zijn veel beter (in essentie en beschrijving) dan hetgeen Wij aan sommigen hebben geschonken. En het is duurzamer, want het houdt nooit op. Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): ‘Jullie prefereren echter het wereldse leven. Hoewel het Hiernamaals beter en blijvender is.’ [Soerat al-‘Alaa (87), aayah 16-17.]

[Noot van uwkeuze.net: hoe kan een verstandig persoon hetgeen vergankelijk is verkiezen boven hetgeen eeuwig is!? Hoe kan hij al zijn aandacht schenken aan dat wat kortstondig is, en dat wat blijvend en eeuwig is negeren!? Imam Ah’med leverde over van Aboe Moesaa al-Ash’arie (moge Allah tevreden over hem zijn) dat de boodschapper van Allah (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) gezegd heeft (Nederlandstalige interpretatie): “Wie zijn wereldse leven liefheeft, benadeelt zichzelf in het Hiernamaals; en wie zijn Hiernamaals liefheeft, benadeelt zichzelf in het wereldse leven. Verkies daarom dat wat eeuwig is boven dat wat tijdelijk is.” (Tefsier Ibn Kethier.) – Einde noot.]

Dit vers is een signaal (!!) voor een dienaar die ziet dat hij neigt naar de schoonheid van deze wereld en erdoor wordt aangetrokken, dat hij zichzelf moet herinneren aan de voorzieningen die hij nog gaat krijgen van Zijn Heer en dat hij een balans moet vinden tussen beide voorzieningen, zowel die van het wereldse als die van het Hiernamaals.” [Einde citaat uit Tefsier as-Sa’adie (blz. 516).]

Jouw geluk ligt zonder twijfel in het hebben van een goede mening over jouw Heer – en jouw Heer is zoals jij hoopt. Hij is Waardiger dan het krijgen van schoonheid en Hij is het waard om te vrezen. Het past bij Hem om Zijn Vergeving te schenken.

Jouw geluk schuilt in het tevreden zijn met de keuze van Allah die Hij voor jou heeft gemaakt, wetende dat die altijd beter is dan jouw keuze. Jouw geluk schuilt ook in het vragen van de giften van Allah, wetende dat Hij Waarderend, Alwetend, Alwijs en Vergevingsgezind is.

Dus dienares van Allah, haast je en toon berouw bij jouw Heer voor alles wat de duivel in jouw hart heeft geworpen. Dit heeft er voor gezorgd dat jouw ongenoegen met het decreet van Allah, het ongenoegen jegens de verdeling van Allah en het hebben van een slechte mening over Allah (Glorierijk is Hij), zichtbaar is geworden met jouw pen en met jouw tong. En weet dat de gunsten die Allah jou en anderen heeft gegeven onmogelijk zijn om op te sommen. Allah, de Verhevene, zegt (Nederlandstalige interpretatie): “…En als jullie de gunsten van Allah zouden willen opsommen, zouden jullie deze niet kunnen tellen. Waarlijk, de mens is zeker zeer onrechtvaardig, ondankbaar.” [Soerat Ibraahiem (14), aayah 34.]

En Hij, de Verhevene, zegt (Nederlandstalige interpretatie): “En als jullie de gunsten van Allah zouden willen opsommen, zouden jullie deze niet kunnen tellen. Waarlijk, Allah is zeker Vergevensgezind, Barmhartig.” [Soerat an-Nah’l (16), aayah 18.]

En Allah, de Verhevene, weet het beste.

Bron: https://islamqa.info/en/178673 (Engels) – https://islamqa.info/ar/178673 (Arabisch)

 

Relevante artikelen:

Wees tevreden met het Besluit van Allah

Word niet boos wanneer je beproefd wordt

De belangrijkheid van akhlaaq – goed gedrag

Investeer in jezelf

De houding van de gelovige jegens moeilijkheden

De profeet Job, het boegbeeld van geduld en standvastigheid

Omgaan met teleurstellingen

Taqwaa (Godvrezendheid), dat moet je hebben

Een hand vol zout

 

 

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Salamualeykum! Meld je aan voor onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van de laatste updates.

DJazaak Allahu ghairan