Het Permanente Comité voor Islamitisch Onderzoek en Fataawaa werd het volgende gevraagd:
Vraag: ik zou graag willen vragen over het voeden (van een arme) voor degene die niet kan vasten tijdens Ramadhaan, zoals de oude man en vrouw, de zieke persoon die niet beter kan worden, de zwangere vrouw en zij die borstvoeding geeft. Want als zij (die borstvoeding geeft) vast, dan zal haar melk opdrogen voor haar zoon.
Antwoord: alle lof is voor Allah.
Ten eerste: degene (man of vrouw) die niet kan vasten vanwege zijn oude leeftijd, of degene waarvoor het zeer zwaar is om te vasten, voor hem is het toegestaan om niet te vasten.
Hij dient dan verplicht voor iedere (gemiste) dag een arm persoon te voeden. De hoeveelheid (die hij dient te geven) is een halve saa’ (#1) aan dadels, rijst of iets anders waarmee hij zijn gezin (normaal gesproken ook mee) voedt.
<<< (#1) Opmerking vertaler: (een halve saa’ is) gelijk aan ongeveer anderhalf kilo.>>>
Zo ook de zieke die niet in staat is om te vasten, en er geen hoop is op zijn genezing. Dit volgens de Uitspraak van Allah de Verhevene (Nederlandstalige interpretatie): ‟Allah belast niemand behalve volgens zijn vermogen…” [Soerat al-Baqarah (2), aayah 286.]
En Zijn Uitspraak (Nederlandstalige interpretatie): ‟… en Hij maakte voor jullie in de religie geen enkele moeilijkheid (#2)…” [Soerat al-H’adj (22), aayah 78.]
<<< (#2) Opmerking uwkeuze.net: moeilijkheid en hinder – Allah de Verhevene heeft de religie gemakkelijk gemaakt. Allah Ta’aalaa beval slechts hetgeen door de mensen gemakkelijk na te komen is en hetgeen ze niet belast. Wanneer aanleidingen voorkomen voor verlichting, verleent Hij verlichting door het volledig op te heffen, of door een deel daarvan op te heffen. Uit dit vers wordt de regel afgeleid: “Hinder brengt gemak met zich mee.” En “noodgevallen maken verboden zaken toegestaan.” Hieronder vallen een aantal afgeleide oordelen die bekend zijn in boeken die wetsoordelen bevatten. (Teysier al-Kariem ar-Rah’maan fie tefsier kalaam al-Mannaan van sheikh ‘Abdoer-Rah’maan ibn as-Sa’die.)>>>
En Zijn Uitspraak (Nederlandstalige interpretatie): ‟…En wat betreft degenen die slechts met grote moeite kunnen vasten, zij hebben (een keuze om te vasten of) fidyah (boetedoening): het voeden van een arme (voor elke verzuimde vastendag)…” [Soerat al-Baqarah (2), aayah 184.]
Ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden zijn met hen) heeft over deze aayah gezegd: ‟Het is neergedaald als een permissie voor de oude man of vrouw die niet in staat zijn om te vasten. Zij verbreken hun vasten en voor iedere (gemiste) dag dienen zij een arme te voeden.” [Overgeleverd door al-Boekhaarie met soortgelijke woorden (5/155) en Aboe Daawoed (2/738, nr. 2318).]
Degenen die te ziek zijn om te vasten, of het is te zwaar voor hem, die neemt dezelfde regelgeving aan als de oude persoon die geen kracht heeft om te vasten.
<<< Opmerking vertaler: wat betreft de zieke die medicatie inneemt, daar zegt sheikh al-‘Oethaymien (moge Allah hem genadig zijn) het volgende over: ‟Als het gaat om injecties, dan dient hij deze te gebruiken, want deze zijn niet schadelijk en verbreken het vasten niet. Echter als deze medicatie wordt genomen door middel van eten of drinken en de ziekte die je hebt blijvend is en er geen hoop is op genezing, dan neem je de regelgeving over van een oud persoon die het niet aankan om te vasten. Het is dan voor jou verplicht om voor iedere (gemiste) dag een arm persoon te voeden. En je hoeft niet te vasten!” (Zie fiqh al-‘ibaadaat, blz. 224.)>>>
Ten tweede: wanneer de zwangere vrouw en degene die borstvoeding geeft vrezen dat zij zichzelf of hun baby zullen schaden, dan dienen zij alleen maar de dagen in te halen die zij niet gevast hebben. (Dezelfde regelgeving) zoals bij de zieke (waarbij wel hoop op genezing is) die niet vast.
En bij Allah ligt al het succes. En moge Allahs zegeningen en vrede op Moh’ammed zijn, alsook op zijn familie en al zijn metgezellen.
Het Permanente Comité voor Islamitisch Onderzoek en Fataawaa
Voorzitter: sheikh ‘Abdoel-‘Aziez ibn Baaz
Vervangend voorzitter: sheikh ‘Abdoer-Razzaaq ‘Afiefie
Lid: sheikh ‘Abdoellaah ibn Ghoedayaan
Lid: sheikh ‘Abdoellaah ibn Qoe’oed
Bron: fataawaa al-ladjnah ad-daa’imah lil-boehoeth al-‘ilmiyyah wal-iftaa, deel 10, blz. 160-161, nr. 2772.
Vertaling: Youssef Aboe Safiyyah
Gepubliceerd op: www.ahloelhadieth.com.
Relevante artikelen:
Vasten en de maand Ramadhaan (diverse artikelen)