Vraag: waarom is de Qor-aan waarheid en de Bijbel niet?
Antwoord: alle lof is voor Allah.
Hartelijk dank voor uw e-mail. We zijn blij dat u op zoek bent naar kennis. Moge God u leiden naar de waarheid.
Ten eerste willen wij verduidelijken dat wij niet zeggen dat de hele Bijbel vals is. Moslims dienen te geloven in alle voorgaande geopenbaarde Boeken van God, waaronder at-Tawraat (de Thora) en al-Indjiel (het Evangelie). Allah de Verhevene zegt in de Qor-aan (Nederlandstalige interpretatie): “En degenen die geloven in hetgeen neergezonden is aan jou (O Moh’ammed) (d.w.z. de Qor-aan en Soennah) en in hetgeen neergezonden is vóór jou [aan openbaringen, zoals at-Tawraat (de Thora) en al-Indjiel (het Evangelie) etc.] en die met zekerheid geloven in het Hiernamaals (d.w.z. de Opstanding, beloning en bestraffing, het Paradijs en de Hel etc.). Zij bevinden zich op de leiding van hun Heer en zij zijn de succesvollen.” [Soerat al-Baqarah (2), aayah 4-5.]
Allah de Verhevene zegt ook (Nederlandstalige interpretatie): “Hij zond het Boek (de Qor-aan) met de waarheid tot jou neer (O Moh’ammed), een bevestiging van hetgeen ervoor (geopenbaard werd). En Hij zond at-Tawraat (de Thora) en al-Indjiel (het Evangelie) neer. (#1) Voorheen, als leiding voor de mensen (in hun tijd). En Hij zond de Onderscheider (#2) (deze Qor-aan) neer…” [Soerat Aal ‘Imraan (3), aayah 3-4.]
<<< (#1) Er is een gangbaar misverstand over de Thora (at-Tawraat) en het Evangelie (al-Indjiel), want mensen beschouwen over het algemeen de Pentateuch (de eerste vijf boeken van het Oude Testament) als de Thora, en de Evangeliën (de eerste vier boeken van het Nieuwe Testament) als de Indjiel. Maar de Thora die de Qor-aan bevestigt is niet de Pentateuch, maar ligt daarin vervat; en de Indjiel is niet “de vier Evangeliën” maar de naam van die geïnspireerde dialogen en uitspraken die Jezus (vrede zij met hem) uitte als profeet tijdens de laatste jaren van zijn leven. (Tefhiem al-Qor-aan, Sayyid Aboe al-A’laa Mawdoedie.)>>>
<<< (#2) Al-Foerqaan: de Onderscheider (het Criterium), waarmee men het goede (of de waarheid) van het slechte (of de valsheid) kan onderscheiden.>>>
We dienen dus te geloven dat de oorspronkelijke “Bijbel” door God geopenbaard is. Maar wij moslims zeggen dat die originele teksten veranderd en aangepast zijn, dus niet meer betrouwbaar, en wij moslims zijn niet de enige die dit beweren. De Bijbel zegt dit zelf ook! In Jeremia 8:8-9 lezen we: “Hoe durven jullie te zeggen: ‘Wij zijn wijs, en de wet van Jehovah is bij ons’? Waarlijk, zie, de valse pen van de schrijvers hebben valselijk geschreven. De wijzen zijn beschaamd gemaakt, zij zijn met wanhoop vervuld en verward: zie, ze hebben het woord van Jehovah verworpen; en wat voor wijsheid is er in hen?”
Hier wordt nadrukkelijk aangegeven dat de Joden mensen waren die knoeiden met het Heilige Schrift, de goddelijke Openbaring! Men knoeide niet alleen met het Heilige Schrift, ook is niet alles bewaard gebleven. Bijvoorbeeld, in Numeri 21:14 wordt verwezen naar “het Boek van de Oorlogen van Jehovah” dat verloren is geraakt.
Vele geschriften raakten verloren tijdens de gevangenschap van de Joden in Babylon, na de dood van de profeet Salomo (vrede zij met hem). Ezra (‘Oezayr), een rechtschapen man (schriftgeleerde, hervormer) onder Banie Israa-iel (de Israëlieten) – herstelde en herschreef het Oude Testament en voerde de wet opnieuw in. Hierdoor werd hij beschouwd als een tweede Mozes (vrede zij met hem) en ook wel ‘de vader van het Jodendom’ genoemd (d.w.z. de specifieke vorm die de joodse religie kreeg na het Babylonische ballingschap). (The New Encyclopedia of Judaism en Encyclopædia Britannica.)
In het Nieuwe Testament lezen we dat Paulus zelf toegaf dat hij loog om zieltjes te winnen: “Want als door mijn leugen Gods waarheid overvloediger is geworden en dus (bijdraagt aan) Zijn Glorie, waarom dan word ik nog als een zondaar beschouwd?” (Romeinen 3:7.)
Ook nam Paulus expliciet afstand van de leer van Jezus (vrede zij met hem): “Aldus verlaten we de principes van de leer van Christus, laat ons doorgaan tot volmaaktheid; en niet wederom het fundament van berouw van dode werken neerleggen, en van geloof in God.” (Hebreeën 6:1.)
Paulus geeft ook aan dat hij zich gedroeg als een hypocriet: “Want hoewel ik vrij ben ten opzichte van iedereen, heb ik mijzelf een dienaar gemaakt voor iedereen, opdat ik des te meer (zieltjes) win. En voor de Joden ben ik als een Jood geworden, opdat ik de Joden mag winnen; voor hen die onder de wet zijn (ben ik iemand) als onder de wet, opdat ik hen die onder de wet staan mag winnen; voor hen die zonder wet zijn (ben ik iemand) als zonder wet, opdat ik hen die zonder wet zijn mag winnen.” (I Korintiërs 9:19-21.)
Zie o.a. het artikel Paulus over de Bijbel: is 100% van de Bijbel geïnspireerd door God?.
Aldus is Paulus de werkelijke stichter van het Christendom, niet Jezus (vrede zij met hem). Zie Islam en Christendom in de Bijbel.
De Bijbel staat boordevol tegenstrijdigheden. We zullen er een drietal noemen:
1.) Exodus 33:20 geeft aan: “Jij (O Mozes) kunt Mijn Aangezicht niet zien; want geen mens zal Mij zien en leven…” Terwijl we in Genesis 32:30 lezen: “En Jakob gaf de plaats de naam Peniël (het Gezicht van God): want, [zei hij], ik heb God gezien, van aangezicht tot aangezicht, en mijn leven is behouden gebleven…”
2.) De schrijvers van de boeken “Kronieken” en “Samuël” vertellen ons hetzelfde verhaal over David (vrede zij met hem) die een volkstelling houdt onder de Joden. Waar vandaan kreeg David (vrede zij met hem) zijn “inspiratie” om deze ongebruikelijke daad te verrichten? De schrijver van 2 Samuël 24:1 zegt dat het Jehovah (de Heer – God) was Die David (vrede zij met hem) hiertoe bewoog, maar de schrijver van 1 Kronieken 21:1 zegt dat het “satan” was die David (vrede zij met hem) prikkelde om dit te doen!
3.) 2 Samuël 24:13 zegt: “Aldus kwam Gad bij David, en vertelde hem, en zei tegen hem: ‘Zal er zeven jaar hongersnood tot u komen in uw land?…” Deze woorden worden woord voor woord herhaald in 1 Kronieken 21:11, behalve dan dat het overtollige “en vertelde hem” is verwijderd! Maar terwijl de onbruikbare bewoording werd bijgeknipt, heeft de auteur ook de tijdsfactor gesnoeid van “zeven” jaar tot “drie” jaar.
Zie De vuurproef in Is de Bijbel Gods Woord?, alsook het bekeringsverhaal van ‘Abdoel-Maalik LeBlanc – De Bijbel leidde me naar de Islam – voor meer voorbeelden.
De tekst en woorden van de Qor-aan komen daarentegen werkelijk van Allah (God). Dit wordt op verschillende manieren bewezen, waaronder:
1.
Mensen en djinn (voor de mens onzichtbare schepsels geschapen door Allah van rookloos vuur – zie het artikel De wereld van de djinn) worden uitgedaagd om iets gelijkwaardigs aan de Qor-aan voort te brengen. Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “Zeg (O Moh’ammed): ‘Bij Allah! Als de mensen en de djinn samen zouden komen om het gelijke van deze Qor-aan (Koran) voort te brengen, dan kunnen zij het gelijke daarvan niet voortbrengen, zelfs al zouden zij elkaar helpen.’” [Soerat al-Israa-e (17), aayah 88.]
In feite daagt de Qor-aan hen uit om slechts één soerah of “hoofdstuk” voort te brengen gelijkwaardig aan één van zijn hoofdstukken. Geen mens is in staat geweest om dit te doen, hoewel de Arabieren grote taalkundige vaardigheden hadden en de aanwezigheid van een sterke vijandigheid wat hen zou moeten aanzetten om dat te doen.
2.
De profeet Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) was analfabeet en wist niet hoe te lezen of schrijven. Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “En jij (O Moh’ammed) hebt daarvoor geen enkel boek gelezen, noch heb jij met jouw rechterhand geschreven (#3). In dat geval zouden de volgers van valsheid getwijfeld hebben (#4).” [Soerat al-‘Ankaboet (29), aayah 48.]
<<< (#3) Jij, O Moh’ammed, leefde onder jouw volk voordat de Qor-aan aan jou gegeven werd in een periode waarin jij niet kon lezen en schrijven. Eenieder onder jouw volk en anderen waren hiervan op de hoogte. Dit is ook hoe hij (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) omschreven was in de voorgaande Geschriften, zoals Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “Degenen die de boodschapper volgen, de profeet die niet kan lezen noch schrijven (d.w.z. Moh’ammed), degene die zij beschreven vinden bij hen in at-Tawraat (de Thora) en al-Indjiel (het Evangelie): hij gebiedt hen al-ma’roef (het goede) en verbiedt hen al-moenkar (het verwerpelijke)…” [Soerat al-A’raaf (7), aayah 157.] (Tefsier Ibn Kethier.) Met de ongeletterdheid van de profeet Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) werd een profetie uit die vroegere Heilige Geschriften vervuld: “En het boek (de openbaring) wordt gepresenteerd aan hem die niet kan lezen, zeggende: ‘Lees dit’: waarop hij zegt: ‘Ik kan niet lezen.’” (Jesaja 29:12.)>>>
<<< (#4) Als jij deze (boeken) goed zou kennen, dan zou dit een aanleiding kunnen zijn voor sommige onwetenden om te twijfelen. Zij zouden gezegd hebben dat jij dit alles geleerd zou hebben van de voorgaande Boeken, waarvan het bekend is dat zij van de profeten zijn. En ze hebben dit daadwerkelijk gezegd, ook al wisten zij dat hij ongeletterd was en niet kon schrijven. (Tefsier Ibn Kethier.)>>>
Het feit dat hij ongeletterd was toont aan dat degenen die beweren dat hij deze Qor-aan nam van voorgaande boeken, niets anders dan leugenaars zijn.
Bovendien was er geen Arabische versie van de Bijbel in de tijd van de profeet Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem). De eerste Arabische versie van het Oude Testament is die van R. Saadias Gaon uit 900 n.C., meer dan 250 jaar na het overlijden van Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem).
3.
De biografie van de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) bevestigt dat hij niets leerde van de mensen van het Boek, degenen die kennis hadden over hun profeten en mensen.
Oriëntalisten stellen dat de Qor-aan samengesteld is door of met de hulp van joden en christenen in de tijd van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem). Zij verschillen echter van mening wie deze duistere figuren waren. Sommigen beweren dat het Bah’ierah was, de monnik die de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) naar men beweert ontmoette in Syrië toen hij nog een tiener was. Dit was de bewering van Sir William Muir, Margoliouth en anderen. (Khalifa, p. 14.) Ook al vond deze gebeurtenis daadwerkelijk plaats, zou een ontmoeting van minder dan een paar uur – terwijl de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) nog maar een tiener was – hem de bekwaamheid geven om de Qor-aan samen te stellen?
Anderen, zoals Menzes en Gardner, beweren dat de Qor-aan aan de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) onderwezen was door Salmaan al-Farsie (moge Allah tevreden zijn met hem). Aangezien Salmaan (moge Allah tevreden zijn met hem)een zoroastrist was en zich tot het Christendom bekeerde voordat hij moslim werd, is het logisch, beweren zij, dat hij de fantasie van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) stimuleerde met verhalen over de joods-christelijke profeten. (Khalifa, p. 15.) Wij zeggen als antwoord hierop: van waar haalde de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) al deze informatie dan vandaan voordat Salmaan (moge Allah tevreden zijn met hem) ten tonele verscheen? Salmaan, zoals algemeen bekend is, kwam pas bij de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) jaren na de hidjrah (de emigratie van Mekkah naar al-Medienah), terwijl het grootste gedeelte van de Qor-aan vóór de hidjrah geopenbaard werd. In feite zijn bijna alle verhalen over de vroegere profeten geopenbaard in Mekkah, zelfs voordat Salmaan (moge Allah tevreden zijn met hem) de Islaam accepteerde of de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) ontmoette!
Andere beweringen zijn zelfs nog absurder. Zowel Bodly als Gibb beweerden dat de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) het Christendom onderwezen was door Qiss ibn Sa’iedah, een Arabische bisschop die gewoon was om het Christendom te prediken op de jaarlijkse Oekadhz markten. Het is betreurenswaardig dat zij allebei gemakshalve vergaten te vermelden dat dit individu meer dan een eeuw vóór de geboorte van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) overleed!
Moh’ammeds vijanden hielden hem nauwlettend in de gaten, in de hoop dat zij enig bewijs zouden ontdekken om hun bewering dat hij een leugenaar was te staven. Maar zij konden geen enkele gebeurtenis aanhalen waarbij de profeet Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) geheime ontmoetingen gehad kon hebben met joden of christenen. Het klopt dat Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) religieuze discussies had met joden en christenen, maar deze vonden in al-Medienah in het openbaar plaats, en de openbaring van de Qor-aan was al meer dan 13 jaar daarvoor aan de gang.
4.
In de Qor-aan staan verzen die de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) berispen [bijvoorbeeld soerat ‘Abasa (80), aayah 1-2]. Als de Qor-aan van hem zelf kwam en niet van Allah, dan had hij zichzelf zeker niet op zo’n manier berispt. De oriëntalist Leathner zei: “Soms openbaarde God een openbaring aan Moh’ammed waarin een strenge berisping zit, zoals de gebeurtenis waarin Moh’ammed zijn gezicht afwendde van de blinde arme om een rijke man met aanzien te spreken. Daarna heeft Moh’ammed deze openbaring openbaar gemaakt aan de mensen. Als Moh’ammed een leugenaar zou zijn, zoals achteloze christenen beweren, zou hij deze openbaring nooit openbaar hebben gemaakt.” (Zie het boek Dien al-Islaam, blz. 132.)
5.
Er zijn een aantal wonderbaarlijke aspecten bericht in de Qor-aan die aantonen dat het onmogelijk woorden van mensen kunnen zijn. (Zie het boek van Aboe Ammaar Yasir Qadhi, Een Introductie tot de Wetenschappen Betreffende de Qor-aan, hoofdstuk 14: “De Wonderbaarlijke Aard van de Qor-aan (i’djaaz al-Qor-aan)”, dat Uitgeverij Momtazah binnenkort zal uitgeven, in shaa-a Allaah.) De eloquentie of welsprekendheid van de Qor-aan wordt niet eens benaderd door de welsprekendheid van de mens. Het bevat ook informatie over toekomstige gebeurtenissen – ten opzichte van de tijd van hun openbaring. Het bevat ook wetenschappelijke wonderen; dat wil zeggen, het bevat informatie welke onbekend was bij de mensen in die tijd, zoals de stadia van de foetus in de baarmoeder van zijn moeder. (Zie Wonderen in de Koran op deze website.) Deze aspecten tonen allemaal aan dat de Qor-aan het Woord van Allah is en niet de spraak van een mens. Het is absoluut slechts van Allah, de Alwijze, de Alwetende.
6.
Er is ook het wonder betreffende het behoud van de Qor-aan in zijn bewoording. Vanaf de tijd van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) tot aan vandaag de dag, is de Qor-aan precies hetzelfde, zonder dat er één letter is veranderd of één woord verloren is geraakt. Als zo iets (een toevoeging of weglating) zou verschijnen in een kopie van de Qor-aan, dan zouden jonge kinderen het opmerken zelfs voordat het de Korandeskundigen en geleerden bereikt, aangezien velen de hele Qor-aan uit het hoofd kennen.
De Qor-aan heeft ons bereikt door middel van moetawaatir overleveringen, dat betekent dat het op een zodanige manier en door zo veel mensen in elke generatie is doorgegeven dat het onmogelijk is dat er een fout is gemaakt of dat zij allemaal overeenkwamen om het te vervalsen.
7.
Het is nog nooit aangetoond dat de Qor-aan van iemand anders komt dan van Allah, hoewel de vijanden van de Islaam tevergeefs hebben geprobeerd om enig bewijs te verkrijgen dat het de spraak van een mens is en zij hebben vele jaren en eeuwen gehad om deze taak uit te voeren. Deze onbekwaamheid bevestigt naast de hiervoor aangegeven bewijzen dat de Qor-aan het Woord is van Allah de Verhevene.
Een voorbeeld van de profeets oprechtheid: een van de voornaamste incidenten die de waarheidsgetrouwheid van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) aantoont, is wellicht het verhaal over het overlijden van de zoon van de profeet Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem). Ibraahiem (moge Allah tevreden zijn met hem), de laatste van de kinderen van de profeet, stierf toen hij nog geen twee jaar oud was. De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) was zichtbaar bedroefd hierdoor en zijn tranen rolden over zijn gezicht. Zelfs de metgezellen waren aangeslagen en verdrietig door het aanschouwen van de toestand van de profeet. Enkele uren na Ibraahiems overlijden, vond er een zonsverduistering plaats waardoor het stralende licht van de zon geblokkeerd werd. Onmiddellijk werd het gerucht onder de moslims verspreid: zelfs de zon en de maan zijn bedroefd door het verlies van de profeet! Is er een grotere kans dan dit!? Wat kan een bedrieger nog meer verlangen!? Een oplichter zou dit moment met beide handen aangegrepen hebben – deze gouden kans die voor generaties lang gehoord zal worden: zelfs de hemelen treuren met de profeet! Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) had de mensen van al-Medienah kunnen verzamelen om tegen hen te zeggen: “Ja! Zelfs de hemelen zijn aangedaan door mijn verlies!” In feite hoefde hij hen niet eens te roepen; hij hoefde alleen maar te zwijgen en het gerucht laten verspreiden. Heel Medienah was reeds onder de indruk van dit duidelijke ‘wonder’. Doch Moh’ammad (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem), de ware profeet die hij was, kon zijn volk niet misleiden of tegen hen liegen. Hij riep alle mensen van al-Medienah samen en wachtte totdat zij zich allemaal in de moskee verzameld hadden. Vervolgens stond hij voor hen op, verheerlijkte Allah de Verhevene en dankte Hem, en sprak de o zo krachtige woorden (Nederlandstalige interpretatie): “Waarlijk, de zon en de maan zijn twee van de tekenen en wonderen van de vele wonderen van Allah. Zij verduisteren niet vanwege de dood of geboorte van enig mens.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie en anderen.) Zo’n eenvoudige uitspraak, doch vol betekenis; zo’n onschuldige zin, doch zo krachtig in zijn implicaties. Kan er enige twijfel zijn over de oprechtheid van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem)?
Thomas Carlyle – een Schots schrijver en historicus, wiens werk grote invloed had in het Victoriaanse tijdperk (1837 tot 1901) – schreef in zijn Heroes, Hero-Worship and the Heroic in History: “Een bedrieglijke man stichtte een religie? Een bedrieglijke man kan niet eens een bakstenen huis bouwen! Als hij de juiste bestanddelen van specie, de juiste methode van metselen en alle overige eigenschappen van een huis niet weet, is het geen huis wat hij maakt, maar een waardeloze bouwval. Het zal geen twaalf (inmiddels veertien) eeuwen overeind blijven en 180 miljoen (inmiddels meer dan een miljard) mensen huisvesten; het zal onmiddellijk instorten. Een man dient zich te schikken naar de natuurlijke wetten, waarachtig zijn in de gemeenschap betreffende de natuur en de waarheid van dingen, of de natuur zal hem beantwoorden; nee, absoluut niet!!”
Zie o.a. Kent u deze man? voor meer uitspraken van niet-moslims.
Deze kwestie is dus compleet anders met betrekking tot de Bijbel. De christenen (althans de grote meerderheid van de Bijbelgeleerden) geven toe dat het Evangelie niet het letterlijke woord is van Allah.
Het lezen van deze vier evangeliën zal duidelijk maken dat het niet het woord van God is. In feite verklaart elke schrijver van de evangeliën op zijn eigen manier de overleveringen van de geschiedenis en wat er gebeurde met Jezus (vrede zij met hem), inclusief de beweerde overleveringen betreffende zijn (vermeende) kruisiging. (Zie Stierf Jezus aan het kruis?)
De Qor-aan werd in de tijd van de profeet Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) dus op een moetawaatir (zie hierboven) manier overgeleverd zodat het ondubbelzinnige kennis voortbracht. Vandaar dat er geen ruimte is voor enige twijfel over enig woord. Aan de andere kant kunnen de evangeliën, over het algemeen, niet teruggevoerd worden tot Jezus (vrede zij met hem). In feite kunnen zij niet eens teruggevoerd worden tot hun vier schrijvers. Hoewel zij tegenwoordig wijdverspreid zijn, brengt dit niet bevestigde kennis voort aangezien de bron van deze boeken zelf ofwel onbekend is of niet-bestaand.
Er is nog veel te zeggen, maar we willen het hier nu bij laten, in de hoop dat alles duidelijk is. Tot slot willen we het volgende nog even verduidelijken. Zaken die tegen de profeet Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) en de Islaam gebruikt worden, zijn veelal gebaseerd op verzonnen of zwakke overleveringen, of betrouwbare overleveringen in een verkeerde context. Prof. Norman Daniels, PhD, een Amerikaanse filosoof, ethicus en bio- ethicus op Harvard, schreef op p. 267 van zijn Islam and the West: “Het gebruik van bedrieglijk bewijs om de Islam aan te vallen was vrijwel algemeen…” Hoe gevat had Thomas Carlyle over zijn christelijke broeders gezegd: “De leugens die door welmenend ijver zijn opgehoopt rond deze man (Moh’ammed) zijn alleen een schande voor onszelf.” Zie voor voorbeelden de artikelen:
– Varkens, apen en ezels? (Een kritisch antwoord op Hans Jansen)
– Een antwoord op de leugen over ‘Oemar ibn al-Khattaab en Faatimah
– De islamitische en christelijke visie aangaande God/Allah
Moge Allah u leiden naar de waarheid en uw hart openen voor de Islaam: “Onderwerp je dus aan God (= Islaam) en weersta de duivel (die oproept tot dwaling)…” (Jakobus 4:7.)
Het www.uwkeuze.net team
Een aanrader is het boek Logische argumenten voor het bevestigen van de waarheid van de beste der mensen: Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem), met hoofdstuk 2 dat gaat over: “De bevestiging dat de Qor-aan niet afkomstig is van de profeet Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem)”, van dr. Abdulmuhsen Almutairi, uitgegeven door Uitgeverij Momtazah (te bestellen via onze webshop).
Relevante artikelen:
De Koran (al-Qor-aan) (diverse artikelen)