Vraag: wordt iemand die overlijdt terwijl hij/zij de boodschap van de Islam niet gehoord heeft, verantwoordelijk gehouden voor zijn/haar onwetendheid en daden van ongeloof? Waarom zal een persoon die geboren wordt in een niet-islamitisch gezin en die overlijdt als een niet-moslim, gestraft worden?
Antwoord: alle lof is voor Allah.
Moslims geloven in al-qadaa-e wa al-qadar (de goddelijke voorbeschikking, het lot), maar op de eerste plaats geloven we in de Perfectie en Rechtvaardigheid van Allah en dat Hij verheven is boven het onrechtvaardig zijn jegens Zijn dienaren. Allah zegt (Nederlandstalige interpretatie): “Waarlijk, Allah doet de mensen geen enkel onrecht aan (#1), maar de mensen doen zichzelf onrecht aan.” (Vers 10:44 van de Koran.) En er zijn vele vergelijkbare verzen.
<<< (#1) Hij zond immers diverse profeten, Boeken, tekenen en wonderen tot hen, maar zij bleven ongehoorzaam en ondankbaar jegens Allah en wendden zich af van Zijn tekenen en wonderen.>>>
We weten dat Allah Vriendelijk is en van vriendelijkheid houdt in alle dingen; Hij is de Meest Barmhartige, Meest Genadevolle, de Schenker van vergiffenis wat groter is dan Zijn Woede, zoals aangegeven wordt in de h’adieth (overlevering) van Aboe Hoerayrah (een metgezel – moge Allah tevreden zijn met hem) waarin de profeet Mohammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) gezegd heeft (Nederlandstalige interpretatie): “Allah schreef een besluit voordat Hij het universum schiep (zeggende): ‘Mijn Genade zal Mijn Woede overwinnen,’ en dit is geschreven bij Hem boven de Troon.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie, 7554.)
Hierdoor dient Hij Zijn dienaren uitstel te verlenen en geduldig met hen te zijn. De profeet Mohammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “…er is niemand voor wie waarschuwing meer betekent (waarde heeft) dan voor Allah, en daarom zond Hij (de profeten) met goed nieuws (over het Paradijs) en waarschuwingen (over de Hel).” (Overgeleverd door al-Boekhaarie, 7416.)
Nadat we dit wijze principe begrijpen, en zonder dit is geen enkel geloof correct, kan men hiernaar verwijzen telkens wanneer er een kwestie van verwarring ontstaat, veroorzaakt door onwetendheid of misleidende argumenten, en men zal merken dat de gemoedsrust snel terugkeert. We dienen te weten dat God, of Allah, Genadevoller is tegenover zijn dienaren dan een moeder jegens haar kind. ‘Oemar ibn al-Khattaab (moge Allah tevreden zijn met hem) verhaalde dat enkele gevangenen naar de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) gebracht werden, en er was een vrouw onder de gevangenen die iemand zocht. Toen zij een kleine jongen vond onder de gevangen, klemde zij hem tegen zich aan en begon hem borstvoeding te geven. De boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei tegen ons (Nederlandstalige interpretatie): “Denken jullie dat deze vrouw haar kind in het vuur zal werpen?” Wij zeiden: “Nee, bij Allah, zij zou dat nooit doen als zij in staat is om dat niet te doen.” De boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei: “Allah is genadevoller jegens Zijn dienaren dan deze vrouw is tegenover haar kind.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie, 7416; Moeslim, 2754.)
Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle, is barmhartig tegenover de persoon die geboren wordt in een niet-islamitisch gezin en die overlijdt als een niet-moslim, zelfs meer dan hijzelf. Als deze persoon de Barmhartigheid van Allah verdient, dan zal de Barmhartigheid van Allah hem ongetwijfeld omgeven; maar als deze persoon behoort tot degenen die koppig zijn en de boodschap verwerpen of veronachtzamen, op welk recht wil hij dan aanspraak maken?
We dienen op te merken dat Allah elk mens het vermogen gegeven heeft om het goede te onderscheiden van het slechte. Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “Er is geen dwang in de religie. (#2) Werkelijk, het rechte pad (van leiding) is duidelijk onderscheiden van het slechte pad (van dwaling)…” (Vers 2:256 van de Koran.)
<<< (#2) Dit betekent: dwing niemand om moslim te worden, want de Islam (Arabisch: Islaam) is eenvoudig en duidelijk en zijn tekenen zijn eenvoudig en duidelijk. Aldus is er geen behoefte om iemand te dwingen om de Islaam te aanvaarden. Integendeel, eenieder die Allah leidt naar de Islaam, wiens hart Hij er voor opent en wiens verstand Hij er voor verlicht, zal de Islaam omarmen met overtuiging. Eenieder van wie Allah diens hart verblindt en diens gehoor en gezichtsvermogen verzegelt, zal geen voordeel halen uit het gedwongen worden om de Islaam te accepteren. (Tefsier Ibn Kethier.)>>>
Allah de Verhevene zegt ook (Nederlandstalige interpretatie): “Hebben Wij niet twee ogen voor hem gemaakt (#3) (waarmee hij kennis kan vergaren)!?” (Vers 90:8 van de Koran.) D.w.z., twee ogen om mee te zien. “En een tong en twee lippen (zodat hij vragen kan stellen als hij iets niet begrijpt)!?” (Vers 90:9 van de Koran.) D.w.z., een tong en lippen om mee te spreken wat er in zijn hart is en om vragen te stellen. “En Wij wezen hem de twee wegen aan (van het goede en het slechte)!” (Vers 90:10 van de Koran.)
<<< (#3) Laat de atheïst die zijn bestaan wijt aan een reeks toevalligheden eens nadenken over zijn ogen: een half ontwikkeld oog kan niet zien! De ‘serie van toevalligheden’, verondersteld door de evolutionisten, verliest al zijn inhoud tegen de complexe structuur van het oog. Het oog bestaat uit complexe, afzonderlijke segmenten die samen een ziend oog vormen. Het is onmogelijk voor een half ontwikkeld oog om te functioneren op ‘halve capaciteit’. In zo’n situatie kan de handeling ‘zien’ niet plaatsvinden. Zullen de oogzenuwen, lens, hoornvlies, pupil, bindvlies, netvlies, iris, kanaal van Cloquet, ciliairspieren, traanklieren etc. en de openingen (alsook hun plaatsen) in zijn schedel dan echt per toeval en afzonderlijk en in eerste instantie zonder reden zijn ontstaan en ontwikkeld zodat zij later samen ‘per toeval’ niet één maar twee werkende ogen vormen? Zie o.a. Wonderen in ons en rondom ons.>>>
En Allah zegt (Nederlandstalige interpretatie): “Waarlijk, Wij schiepen de mens van een gemengde noetfah [mengsel van vocht (#4)] om hem te testen, dus maakten Wij hem horend (en) ziend (d.w.z. zinnig en intelligent). (#5) Waarlijk, Wij wezen hem de weg; of hij wordt dankbaar of hij wordt ondankbaar (#6)?” (Vers 76:2-3 van de Koran.)
<<< (#4) Verwijzend naar sperma, dat bestaat uit verschillende afscheidingsproducten (secreten) van de testikels, zaadcellen, prostaat en andere klieren.>>>
<<< (#5) Dit toont de ware positie van de mens in de wereld aan, alsook de positie van de wereld voor de mens. Hij is niet als de bomen en de dieren wier doel van hun schepping vervuld zal worden op de aarde zelf, waarna hij dient te sterven nadat hij zijn toegewezen rol gespeeld heeft volgens de wetten der natuur (die van Allah afkomstig zijn). Daarnaast is deze wereld niet een plaats van bestraffing voor hem, zoals de monniken denken; noch een plaats van beloning, zoals de gelovigen in de wet van zielsverhuizing denken; noch een plaats van vermaak en genieting, zoals de materialisten denken; noch een strijdtoneel, zoals de volgelingen van Darwin en Marx denken. Het is in feite een plaats van beproeving en een test voor hem. Dat wat hij beschouwt als zijn leeftijd, is in feite de tijd die aan hem gegeven is voor deze test, waarvan het resultaat niet in deze wereld bekend zal zijn, maar in het Hiernamaals. (Tefhiem al-Qor-aan, Sayyid Aboe al-A’laa Mawdoedie.)>>>
<<< (#6) Moeslim leverde over van Aboe Maalik al-Ash’arie (moge Allah tevreden zijn met hem) dat hij zei dat de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) gezegd heeft (Nederlandstalige interpretatie): “Elk mens wordt ‘s ochtends wakker als de koopman van zijn eigen ziel. Dus hij zet hem ofwel in de gevangenis, of hij laat hem vrij.”>>>
De mens is niet alleen begiftigd door Allah met de zintuigen, maar ook is aan hem de weg getoond d.m.v. openbaringen aan mannen van de hoogste spirituele status. Als hij dankbaar is, zal hij de leiding accepteren, rechtschapen zijn en genieten van het gezelschap van de gezegenden (in het Paradijs). Zo niet, dan plaatst hij ketenen om zich heen, aldus belast hij zichzelf met zonden en belandt uiteindelijk in het fel brandende Vuur van de Bestraffing (in de Hel). Zijn keuze rust op zijn wil.
Uit bovenstaande verzen blijkt duidelijk dat Allah de middelen en het vermogen aan de mens gegeven heeft om de wegen van goed en kwaad te ontdekken. Bovendien heeft Allah profeten en boodschappers gezonden met waarschuwingen en duidelijke leiding in de Openbaring die kwam uit de hemelen. Allah zegt (Nederlandstalige interpretatie): “Boodschappers als aankondigers van goed nieuws (betreffende het Paradijs) en als waarschuwers (betreffende de Hel) zodat de mensheid geen excuus tegenover Allah zal hebben na (het zenden van) de boodschappers. En Allah is Almachtig, Alwijs.” (Vers 4:165 van de Koran.)
“…En Wij straffen nooit voordat Wij een boodschapper gestuurd hebben (om te waarschuwen).” (Vers 17:15 van de Koran.)
Daarom berispt Allah de ongelovigen voor het in de wind slaan van de waarschuwingen en het geen aandacht schenken aan de leiding die Allah naar hen zond en het negeren van Zijn boodschappers en bewijzen. Hij zegt (Nederlandstalige interpretatie): “O gemeenschap van djinn en mensen (die niet geloven)! Kwamen er tot jullie geen boodschappers van onder jullie, die Mijn verzen aan jullie voordroegen en jullie waarschuwden voor de ontmoeting met deze Dag van jullie (de bestraffing)?…” (Vers 6:130 van de Koran.)
Ibn al-Qayyim (moge Allah hem genadig zijn) zei wat betreft degene die zijn vader volgde in koefr (ongeloof) en stierf als een kaafir (ongelovige): “Er wordt onderscheid gemaakt tussen degene die zijn voorvaders imiteerde terwijl hij de waarheid kent, en degene die zijn voorvaders imiteerde terwijl hij geen kans heeft gehad om de waarheid te kennen. Deze twee categorieën bestaan, dus degene die de waarheid kende en zich er van afwendde (of geen moeite deed om het te kennen) is achteloos en heeft geen excuus tegenover Allah. Wat betreft degenen die niet in staat waren om te vragen en te leren en die geen mogelijkheid hadden om de waarheid te kennen, ook zij vallen onder twee categorieën:
1.) Degenen die leiding wensten en het zochten, maar die niet in staat waren om het te vinden omdat er niemand was om hen te leiden. Zij vallen onder dezelfde regelgeving als degenen die leefden tussen de verschillende profeten en boodschappers en in tijden waarin de boodschap niet meer in de ware vorm aanwezig was (omdat mensen het verdraaiden) en degenen tot wie de boodschap niet is gekomen.
2.) Degenen die er geen aandacht aan schonken en de waarheid niet zochten, en het kwam nooit in hen op om een andere weg te volgen dan de weg die zij volgden.
De eerste categorie zegt: “O Heer! Als ik een religie ken die beter is dan wat ik nu volg, ik zal die volgen en hetgeen ik nu volg verlaten.” Maar de tweede categorie is tevreden met wat hij volgt en geeft niet de voorkeur aan iets anders of zoekt geen andere weg. Het maakt niet uit of zij in staat waren of niet, aangezien beide incapabel zijn. De eerstgenoemden zijn als degenen die de ware religie zochten tijdens de intervallen tussen de profeten maar die niet vonden, dus keerden zij zich er van af na diepgaande inspanningen om erachter te komen, vanwege onbekwaamheid en onwetendheid; terwijl de laatstgenoemden zijn als degenen die het nooit zochten, zij stierven in shirk (polytheïsme, afgoderij).” Einde citaat. (Tarieq al-Hidjratayn, 678.)
Ook al zocht hij er naar, hij kan het niet vinden, en er is een verschil tussen het onvermogen van iemand die zoekt en het onvermogen van iemand die er niets om geeft. Denk eens na over dit punt. Allah zal over Zijn dienaren oordelen op de Dag der Opstanding met Zijn Wijsheid en Rechtvaardigheid, en Hij zal niemand bestraffen behalve degenen tegen wie bewijs vastgesteld is door middel van de boodschappers.
Met betrekking tot degenen tot wie de oproep tot de Islaam niet kwam en tegen wie er geen bewijs vastgesteld is door middel van de boodschappers, volgens de meest correcte mening zullen zij getest worden op de Dag der Opstanding. Daar zal er een boodschapper naar hen gestuurd worden, en degenen die hem gehoorzamen zullen het Paradijs binnengaan, en degenen die hem ongehoorzaam zijn zullen de Hel binnengaan, zoals overgeleverd is in Moesnad al-Imaam Ah’mad (18566) en elders van de h’adieth van al-Aswad ibn Sarie’.
Het maakt deel uit van de absolute Rechtvaardigheid van Allah dat Hij niemand straft voordat Hij eerst een waarschuwing naar hen zendt en tenzij er bewijs tegen hen is. Allah behandelt geen enkele ziel onrechtvaardig. Allah zegt (Nederlandstalige interpretatie): “…En Wij straffen nooit voordat Wij een boodschapper gestuurd hebben (om te waarschuwen).” (Vers 17:15 van de Koran.)
Ibn Kethier zegt in zijn tefsier (uitleg) van dit vers: “Deze woorden berichten ons over de Rechtvaardigheid van Allah en dat Hij niemand straft voordat er bewijs tegen hem is door het zenden van een boodschapper naar hem. Dit is als het vers (Nederlandstalige interpretatie): “…Telkens wanneer een groep in haar (de Hel) wordt geworpen, vraagt haar bewaker aan hen (berispend): ‘Kwam er geen waarschuwer tot jullie!?’” (Vers 67:8 van de Koran) En: “En degenen die ongelovig waren zullen in groepen naar de Hel gedreven worden. Wanneer zij er arriveren, worden de poorten ervan geopend en de bewakers ervan zullen tegen hen zeggen: ‘Kwamen er geen boodschappers naar jullie uit jullie midden, die aan jullie de verzen van jullie Heer voordroegen en die jullie waarschuwden voor de ontmoeting van deze Dag van jullie!?’ Zij zullen zeggen: ‘Jawel,’ maar het woord van de kwelling is reeds bewaarheid voor de ongelovigen.” (Vers 39:71 van de Koran.)
Een persoon die nooit van de Islaam of de profeet Mohammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) gehoord heeft, en die nooit de boodschap (van welke profeet of boodschapper dan ook) in zijn correcte en ware vorm gehoord heeft, zal niet bestraft worden door Allah als hij sterft in een toestand van koefr (ongeloof). Als men vraagt wat zijn lot zal zijn, het antwoord is dat Allah hem zal testen op de Dag der Opstanding: als hij gehoorzaamt, zal hij het Paradijs binnengaan, en als hij ongehoorzaam is, zal hij het Hellevuur binnengaan. Het bewijs (daliel) hiervoor is de h’adieth van al-Aswad ibn Sarie’ die verhaalde dat de profeet Mohammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) gezegd heeft (Nederlandstalige interpretatie): ‘Er zijn er vier (die bezwaar zullen maken) jegens Allah op de Dag der Opstanding: de dove die nooit iets gehoord heeft, de krankzinnige, de zeer oude man, en de man die stierf tijdens de fatrah [de interval tussen de tijd van ‘Iesaa (Jezus – vrede zij met hem) en de tijd van Mohammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem)]. De dove man zal zeggen: ‘O Heer! De Islaam kwam maar ik hoorde nooit iets.’ De krankzinnige zal zeggen: ‘O Heer! De Islaam kwam maar de kinderen renden mij achterna en gooiden stenen naar me.’ De zeer oude man zal zeggen: ‘O Heer! De Islaam kwam maar ik begreep er niets van.’ De man (of vrouw) die stierf tijdens de fatrah zal zeggen: ‘O Heer! Er kwam geen boodschapper van U tot mij.’ Hij zal hun beloftes van gehoorzaamheid accepteren, vervolgens zal er tegen hen gezegd worden om het Vuur (de Hel) binnen te treden (als test). Bij Degene in Wiens Hand de ziel van Mohammed is, als zij er binnengaan, zal het koel en veilig zijn voor hen.’”
Volgens een andere overlevering, zei hij (Nederlandstalige interpretatie): “Eenieder die er binnengaat, het zal koel en veilig zijn voor hem, en eenieder die het niet binnentreedt, zal er binnengesleept worden.” [De h’adieth werd overgeleverd door imaam Ah’mad en Ibn Hibbaan, en als sah’ieh’ (authentiek) verklaard door sheikh al-Albaanie, Sah’ieh’ al-Djaami’, 881.]
Iedereen die de boodschap van de Islaam hoort in de juiste en betrouwbare vorm (en het verwerpt), zal bewijs tegen hem hebben. Eenieder die overlijdt zonder de boodschap gehoord te hebben, of die het gehoord heeft in een verdraaide vorm, zijn zaak zal dan in de Handen van Allah zijn. Allah weet het beste over Zijn schepping, en Hij zal nooit iemand onrechtvaardig behandelen. En Allah is de Alziende over Zijn dienaren.
Vraag: zullen goede daden een persoon van nut zijn als hij overlijdt als een ongelovige?
Antwoord: alle lof is voor Allah.
Om deze vraag goed te beantwoorden, dienen we eerst te kijken naar de definitie van “Islaam” en “moslim”. “Islaam” betekent “overgave/onderwerping aan God, of Allah”, “je wil in overeenstemming brengen met de Wil van Allah” en het betekent ook “vrede” wat bereikt zal worden door de eerste twee betekenissen van “Islaam”. De naam “moslim” wordt vaak gegeven aan alleen degenen die geloven in de Islaam en de profeet Mohammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem), maar in feite is dit niet juist. Dit wordt duidelijk als we kijken naar de betekenis van moslim. Een moslim is iemand die zich overgeeft aan God, aan Allah. Dus alle volgelingen van de Waarheid, zoals die door verschillende profeten en boodschappers is verkondigd, zijn moslims. Dus de profeet ‘Iesaa (Jezus) en zijn ware volgelingen zijn moslims, de profeet Moesaa (Mozes) en zijn ware volgelingen zijn moslims etc., en de religie/boodschap waar de profeten en boodschappers mee kwamen was altijd Islaam (overgave aan God). Alle profeten riepen de mensen op tot tawh’ied (de eenheid van God) en verwierpen shirk (polytheïsme, afgoderij). Bijvoorbeeld de naam jood (Jodendom) en christen (Christendom) zijn later onterecht door mensen (vaak door de ongelovigen en tegenstanders van de ware gelovigen) ingevoerd, en nu hebben zij ook de naam Mohammedaan (Mohammedanisme) voor moslims geïntroduceerd, wat verworpen dient te worden.
Als een persoon sterft terwijl hij een andere religie volgt dan de Islaam (d.w.z. de zuivere boodschap van alle profeten en boodschappers – namelijk het islamitische monotheïsme), dan zal het Paradijs verboden zijn voor hem, omdat Allah zegt (Nederlandstalige interpretatie): “…Waarlijk, wie deelgenoten toekent aan Allah, dan heeft Allah het Paradijs werkelijk voor hem verboden en zijn verblijfplaats zal het Vuur zijn…” (Vers 5:72 van de Koran.)
Goede daden verricht door een persoon die geen moslim is (let op de definitie van “moslim”), zullen hem misschien wel tot voordeel zijn in deze (tijdelijke) wereld, maar ze zuilen hem niet baten in het Hiernamaals, omdat Allah zegt (Nederlandstalige interpretatie): “En wie een andere religie dan de Islaam wenst, het zal nooit van hem aanvaard worden en in het Hiernamaals zal hij tot de verliezers behoren.” (Vers 3:85 van de Koran.)
De Islaam is de religie van Allah die door alle profeten en boodschappers verkondigd is, en geen andere religie wordt door Hem geaccepteerd, want alle andere religies zijn namelijk veranderde vormen van de oorspronkelijke religie, namelijk de Islaam: overgave aan Allah. Dit betekent echter niet dat het oorspronkelijke “Jodendom” en het oorspronkelijke “Christendom” volledig verworpen zullen worden en dat de vroegere “joden” en “christenen” allemaal naar de Hel gaan. Jodendom, Christendom, joden en christenen, zijn slechts door mensen verzonnen namen, want hun profeten, die ook de profeten van de Islaam zijn, waren allemaal moslims (degenen die zich overgeven aan Allah) en zij verkondigden ook de Islaam. Zij riepen hun mensen op tot tawh’ied (de Eenheid van Allah) en waarschuwden hen voor shirk (afgoderij).
Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “En Wij zullen Ons richten tot de (‘goede’) daden die zij (de ongelovigen) verrichtten, waarna Wij er rondzwevende stofdeeltjes (#7) van zullen maken.” (Vers 25:23 van de Koran.)
<<< (#7) Wij maakten de daden ongeldig en nietig, deze zullen geen enkel voordeel voor hen brengen zoals stofdeeltjes die verspreid zijn, en dit zijn de stofdeeltjes die men ziet in de stralen van de zon. Dit is omdat daden in het Hiernamaals geen voordeel brengen tenzij degene die het verricht voldoet aan: geloof in Allah, toewijding aan Hem en het volgen van Zijn boodschapper Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem). (At-Tefsieroe al-Moeyassar.)>>>
Allah zegt ook (Nederlandstalige interpretatie): “En degenen die Onze aayaat (bewijzen, verzen, tekenen) en de ontmoeting met hetgeen in het Hiernamaals is loochenen, hun daden gaan verloren! Worden zij vergolden met iets anders dan hetgeen zij gewoon waren te doen?” (Vers 7:147 van de Koran.)
‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden zijn met haar) vroeg de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) eens: “O boodschapper van Allah! Ibn Djoed’aan onderhield tijdens de Djaahiliyyah [periode van Onwetendheid (#8)] de familiebanden en hij voedde de armen. Zal hem dat enigszins baten?” Hij zei (Nederlandstalige interpretatie): “Nee, dat zal hem niet baten, want hij heeft nooit gezegd: ‘O Heer! Vergeef mij mijn zonden op de Dag des Oordeels.’” (Overgeleverd door imaam Moeslim in zijn Sah’ieh’, 214.)
<<< (#8) Djaahiliyyah: onwetendheid. De term djaahiliyyah verwijst naar de periode van morele onwetendheid van een volk of beschaving, de periode tussen het verdwijnen van het profetisch onderricht en de komst van een andere; en, in het bijzonder, naar de periode van het Arabische heidendom vóór de komst van de profeet Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem). De term beschrijft, los van deze historische gevoelswaarden, de toestand van morele onwetendheid of onachtzaamheid in algemene zin, ongeacht de tijd of maatschappelijke omgeving. Djaahiliyyah duidt ook op daden en uitspraken die bestonden in of die geërfd werden uit de periode vóór de komst van de profeet Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) en die tegen de islamitische wetgeving indruisen.>>>
Maar iemand die nog nooit gehoord heeft over de Islaam of tot wie de boodschap van de Islaam niet is gekomen, Allah zal hem testen op de Dag der Opstanding, zoals we hierboven hebben kunnen lezen.
En Allah weet het best.
Relevante artikelen:
De voorwaarden van as-shahaadah
Vraag 43. Is het verplicht om mij te besnijden als ik moslim wil worden?
Vraag 51. Mag de shahaadah ook in het Nederlands worden uitgesproken of enkel in het Arabisch?
Vraag 53. Kan Allah al mijn zonden vergeven en moet ik eerst mijn tatoeages verwijderen voordat ik moslim word?