Deze vraag is opgenomen in het gratis e-boek God in de islam, een bundeling van diverse artikelen over Allah Ta’aalaa (Verheven is Hij). Zie onder aan deze pagina voor meer informatie over dit e-boek en om het te downloaden.
Vraag: waarom vrezen moslims God? De God van de christenen is een liefdevolle God Die van de mensen houdt.
Antwoord: alle lof is voor Allah.
Vaak wordt er ten onrechte verondersteld dat de Islam God voorstelt als een God Die de mensen bestraft en als een God waar je bang voor moet zijn, en zij verklaren dat de God van de christenen een liefdevolle God is Die van de mensen houdt en dus hoeven zij God niet te vrezen.
We zullen in twee delen aantonen dat dit beeld absoluut onjuist is.
Ten eerste:
Er is overgeleverd van Zayyaad ibn Labied dat de profeet Mohammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) iets noemde en zei (Nederlandstalige interpretatie): “Dit zal plaats vinden wanneer kennis zal verdwijnen.” Ik zei: “O boodschapper van Allah! Hoe kan kennis verdwijnen terwijl wij al-Qor-aan (de Koran) lezen en het onze kinderen onderwijzen, en onze kinderen onderwijzen hun kinderen tot de Dag der Opstanding?” Hij zei: “Dat jouw moeder je kwijt raakt, Zayyaad! Ik was van mening dat jij de meest geleerde in al-Medienah was. Merk je niet dat de joden en de christenen at-Tawraat (de Thora) en al-Indjiel (het Evangelie) lezen en zij niets daarvan in praktijk brengen?”
Jezus (vrede zij met hem) heeft volgens de Bijbel iets dergelijks gezegd: “Niet iedereen die ‘Heer, Heer’ tegen mij zegt, zal het koninkrijk der hemel (het Paradijs) binnengaan; maar hij die doet de Wil van mijn Vader (#1) Die in de hemel is. Velen zullen die Dag (de Dag der Opstanding) tegen mij zeggen: ‘Heer, Heer, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd? En in uw naam duivels verjaagd? En in uw naam vele wonderbaarlijke daden verricht?’ En dan zal ik tot hen betuigen: ‘Ik heb jullie nooit gekend: ga weg van mij, jullie die zondig handelen (of: werkers der wetteloosheid)!” (Matteüs 7:21-23.)
<<< (#1) Het handelen naar de Wil van God = Islam! En degene die zich onderwerpt aan de Wil van God is een moslim!>>>
Dit Bijbelvers toont o.a. aan dat niet iedereen die zich christen noemt, ook daadwerkelijk een volgeling van Jezus (vrede zij met hem) is. Vele christenen denken dat zij van Jezus (vrede zij met hem) houden, maar volgen absoluut niet de boodschap die hij verkondigd heeft. Een soortgelijke verklaring van Jezus (vrede zij met hem) lezen we o.a. in Marcus 7:6-9+13: “‘Dit volk eert mij met de lippen, maar hun hart is ver van mij. Maar tevergeefs eren zij mij, omdat zij leringen van mensen [als hun] doctrines leren. Jullie verlaten het gebod van God, en houden vast aan de traditie van mensen.’ En hij zei tegen hen: ‘Jullie verwerpen wel mooi het gebod van God, om jullie traditie in stand te houden… …het Woord van God nietig makend door jullie traditie…’”
En volgens het Bijbelvers Lucas 6:46-49 heeft Jezus (vrede zij met hem) gezegd: “En waarom noemen jullie mij, Heer, Heer, en doen niet de dingen die ik zeg? Wie ook tot mij komt, en mijn uitspraken hoort, en hen uitvoert, ik zal jullie vertellen aan wie hij gelijk is: hij is als een man die een huis bouwt, en diep groef, en het fundament legde op een rots: en toen de vloed zich voordeed, beukte de stroom hevig tegen het huis, en kon het niet doen wankelen: want het was gefundeerd op een rots. Maar wie hoort en niet doet, is als een man die zonder fundament een huis bouwt op de aarde; waartegen de stroom hevig beukte, en het stortte onmiddellijk in; en de vernietiging van dat huis was enorm.”
Na het lezen van de volgende Bijbelverzen zal duidelijk zijn dat de christenen die denken dat zij God niet hoeven te vrezen omdat “hun” God slechts een liefdevolle God is waar je niet bang voor hoeft te zijn, Jezus’ boodschap niet goed begrijpen, God niet kennen en Jezus (vrede zij met hem) niet volgen. In de Bijbel lezen we namelijk o.a.:
Jacobus 4:7: “Onderwerp je dus aan God (= Islam) en weersta de duivel (die oproept tot dwaling)…”
Prediker 12:13: “(Dit is) de slotsom van de kwestie, nadat alles is gehoord: vrees God en houd zijn geboden in acht; want dit (geldt voor) alle mensen.”
Deuteronomium 5:29: “O, was er maar zo’n hart in hen dat zij Mij zouden vrezen en om al Mijn geboden in acht te nemen, voor eeuwig…”
Lucas 12:4-5: “En ik zeg tegen jullie, mijn vrienden, wees niet bang voor hen die het lichaam doden en daarna niets meer kunnen doen. Maar ik zal jullie waarschuwen wie jullie vrezen moeten: vrees Hem, Die, nadat Hij gedood heeft, macht heeft om in de Hel te werpen; jazeker, ik zeg tegen jullie, vrees Hem!”
Er zijn vele andere verzen die aangeven dat God gevreesd dient te worden. Dus ook christenen dienen God te vrezen.
Ten tweede:
Niet alleen in de Bijbel staat vermeld dat de mens God dient te vrezen, ook in de Koran staan verschillende verzen waarin de mens wordt aangespoord om God te vrezen. God zegt o.a. (Nederlandstalige interpretatie): “O degenen die geloven! Vrees Allah (#2) zoals Hij gevreesd dient te worden, en sterf niet behalve als moslims (degenen die zich overgeven aan Allah).” [Soerat Aal ‘Imraan (3), aayah 102.]
<<< (#2) Taqwaa (godsvrees, vroomheid) is niet louter een gevoel of emotie, het is een daad (zie aayah 59:18): door alles te doen wat Hij opgedragen heeft, en door alles te laten wat Hij verboden heeft. Taqwaa (vroomheid, godsvrees) is het enige anker dat het menselijke morele systeem stevig maakt en bijeenhoudt.>>>
“Hij zendt de engelen neer met de Openbaring volgens Zijn bevel naar wie Hij wil van Zijn dienaren (d.w.z. de profeten en boodschappers): ‘Waarschuw dat er niemand is die het recht heeft aanbeden te worden behalve Ik (Allah), dus vrees Mij.’” [Soerat an-Nah’l (16), aayah 2.]
En God zegt ook (Nederlandstalige interpretatie): “…En wat jullie aan goeds doen, Allah weet het. En rust je uit (met proviand voor de reis). Dan waarlijk, de beste proviand is at-taqwaa (de godsvrees, vroomheid). (#3) Dus vrees Mij, O bezitters van verstand! ” [Soerat al-Baqarah (2), aayah 197.]
<<< (#3) Vóór de komst van de Islaam beschouwde men het meenemen van proviand een wereldse zaak en men verwachtte van een vroom persoon dat hij zonder wereldse voorzieningen naar het Huis van Allah zou gaan. Hier wordt verklaard dat het geen rechtschapenheid is om zonder proviand op bedevaart naar Mekkah te gaan. Ware rechtschapenheid is dat men Allah de Verhevene vreest, Hem gehoorzaamt en je leven zuiver houdt. Als een h’adji (bedevaartganger) geen proviand meeneemt maar hij verricht slechte handelingen zonder vrees voor Allah de Almachtige, dan wendt hij een nutteloze vertoning van vroomheid voor en hij bejegent zowel zichzelf als de bedevaart die hij verricht zonder eerbied. Aan de andere kant, als een h’adji vrees voor Allah de Barmhartige heeft en zijn gedrag zuiver houdt, dan zal hij de Tevredenheid van Allah verwerven ook al heeft hij zichzelf volledig uitgerust met proviand. (Uit Tefhiem al-Qor-aan, Sayyid Aboe al-A’laa Mawdoedie.) >>>
Wat wordt er nou precies met “vrees” bedoeld? We zullen dit met behulp van een voorbeeld aantonen.
Als ouders een kind krijgen, zullen zij normaal gesproken heel veel van dat kind houden. Zij zullen hun kind cadeaus geven en hun best doen dat hun kind niets te kort komt. Door de liefde voor hun kind, zullen de ouders hun kind beschermen tegen al wat schadelijk kan zijn voor hem. Dat betekent dat de ouders het kind op een bepaalde leeftijd zullen waarschuwen voor de gevaren om hem heen. En om hun waarschuwing kracht bij te zetten, zullen ze het kind misschien dreigen met straf. Maar dit gebeurt alleen maar uit liefde voor het kind en de zorg dat het kind geen schade oploopt. Als het kind zijn ouders toch ongehoorzaam is, zullen zijn ouders hem misschien bestraffen, door hem vroeg naar bed te sturen, geen zakgeld te geven of misschien lichtjes en op corrigerende manier “een tikje tegen de billen” te geven, in de hoop dat het kind een les leert en het de volgende keer niet meer doet. Dit doen zij normaal gesproken alleen maar uit liefde omdat zij niet willen dat het kind iets nadelig overkomt. Het kind zal van zijn ouders houden, maar toch ook vrezen door de waarschuwingen en eventuele bestraffingen die zijn ouders toepassen.
Zo is ook de relatie tussen de mens en God – zijn Schepper en Onderhouder. Omdat God alleen maar het goede wil voor de mens, waarschuwt Hij de mens en dreigt met bestraffingen. De relatie tussen de mens en God is dus een relatie gebaseerd op liefde, vrees en hoop. We dienen van God te houden, meer dan van iets anders, we dienen God te vrezen door te doen wat Hem behaagt en te laten wat Zijn ontevredenheid veroorzaakt, en we dienen hoop te hebben dat Hij onze fouten en zonden zal vergeven. Dit kan alleen bereikt worden door te geloven, goede werken te verrichten en door zonden te vermijden.
Allah vrezen betekent dus het leiden van een rechtschapen leven en het kwaad mijden. ‘Ibaadah (aanbidding) is gebaseerd op drie essentiële zuilen die in feite de drijfveer zijn voor alle handelingen van aanbidding. Deze drie zuilen zijn: liefde, angst en hoop. Een persoon aanbidt Allah de Verhevene dus uit liefde voor Allah wegens Zijn zegeningen en de vrees voor Zijn bestraffing en een oprechte hoop op Zijn beloning (angst weerhoudt iemand ervan om zonden te begaan en hoop laat iemand meer goede daden verrichten). Indien aan één van deze drie voorwaarden niet wordt voldaan, dan is de juiste geest van de aanbidding niet aanwezig.
De volgende bewijzen uit de Koran en de Soennah zullen aantonen dat Allah juist Barmhartig is, Genadevol, en Hij wenst alleen maar het goede voor Zijn dienaren. Het dreigen met bestraffing is alleen maar om de mens te beschermen tegen de Hel en te leiden naar het Paradijs.
Allah de Verhevene zegt in Zijn Edele Koran (Nederlandstalige interpretatie): “…Allah wil voor jullie geen moeilijkheid maken, maar Hij wil jullie reinigen en Zijn gunsten aan jullie vervolmaken opdat jullie dankbaar zullen zijn.” [Soerat al-Maa-idah (5), aayah 6.]
En Allah Ta’aalaa zegt ook (Nederlandstalige interpretatie): “…Allah wil het gemakkelijke voor jullie en Hij wil niet het moeilijke voor jullie…” [Soerat al-Baqarah (2), aayah 185.]
“Het neerzenden van het Boek (deze Qor-aan) is van Allah, al-‘Aziez (de Almachtige), al-‘Aliem (de Alwetende). Vergever van de zonden en Aanvaarder van het berouw (#4), streng in de bestraffing (voor degenen die weigeren berouw te tonen), Bezitter van at-tawlie (de vele gunsten, zie aayah 16:18): er is geen god die het recht heeft om aanbeden te worden behalve Hij (dus aanbid alleen Hem)! Tot hem is de eindbestemming (van iedereen, gelovigen en ongelovigen).” [Soerat Ghaafir (40), aayah 2-3.]
<<< (#4) Oprecht berouw wist de zonde uit. Aldus is er geen reden voor Allah at-Tawwaab (de Berouwaanvaardende) om “Zijn enige zoon” te offeren. Waar berouw dient oprecht omwille van God te zijn. Men dient zich tot God te richten (niet tot een priester!) met een oprecht gevoel van schuld en spijt en een serieuze vastbeslotenheid om de zonde niet te herhalen (zie aayah 20:82). Bovendien dient de zondaar meer goede daden te verrichten zodat Allah de Verhevene daarmee het kwaad dat hij heeft aangericht zal uitwissen (zie aayah 11:114). Onderdeel van oprecht berouw is ook dat als men anderen onrecht heeft aangedaan, men dat recht herstelt door b.v. gestolen goederen terug te geven en vergeving te vragen aan degenen waarover men geroddeld heeft etc.>>>
Allah de Verhevene zegt ook (Nederlandstalige interpretatie): “Zeg (O Moh’ammed): ‘Als jullie (werkelijk) van Allah houden, volg mij dan (mijn weg – de Soennah), Allah zal van jullie houden en jullie zonden vergeven. En Allah is Vergevensgezind, Barmhartig.’” [Soerat Aal ‘Imraan (3), aayah 31.]
Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden zijn met hem) verhaalde dat de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei (Nederlandstalige interpretatie): “Toen Allah de schepping voltooide, schreef Hij in Zijn Boek dat bij Hem is boven Zijn Troon; Mijn Genade bedwingt Mijn boosheid.” (Sah’ieh’ al-Boekhaarie, h’adieth 4.416.)
In een h’adieth Qoedsie lezen we (Nederlandstalige interpretatie): “O zoon van Adam! Zo lang je Mij aanroept en Mij vraagt, zal Ik je vergeven wat jij gedaan hebt en Ik zal er geen bezwaar tegen hebben. O zoon van Adam! Ook al reiken jouw zonden tot aan de wolken in de lucht en jij vraagt dan vergeving van Mij, Ik zal jou vergeven. O zoon van Adam! Ook al kom je tot Mij met zonden bijna zo groot als de aarde en je komt dan tot Mij zonder een deelgenoot aan Mij toe te schrijven, Ik zal je vergeving brengen bijna zo groot als dat.”
‘Aliy ibn Abie Taalib (moge Allah tevreden zijn met hem) zei: “Als ze tegen me zouden zeggen op de Dag des Oordeels, ‘wij laten jouw vader en moeder jou beoordelen,’ dan weiger ik dat, omdat Allah meer genadevol is voor mij dan mijn vader en moeder.”
‘Oemar ibn al-Khattaab (moge Allah tevreden zijn met hem) verhaalde dat de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) een vrouw onder de krijgsgevangenen haar kind zag optillen om hem te zogen. De boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei (Nederlandstalige interpretatie): “Denken jullie dat deze vrouw haar kind in het vuur zal gooien ook al is ze (lichamelijk) in staat dat te doen?” Zij zeiden: “Nee.” De boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei: “Bij Allah, Allah is genadevoller jegens Zijn dienaren dan deze vrouw is jegens haar kind.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie.)
Al sinds de beproeving van onze vader, Aadam (vrede zij met hem), en zijn neerdaling uit het Paradijs, moesten al zijn kinderen de strijd tegen de shaytaan (satan), hun geduchte vijand, voortzetten tot aan de Laatste Dag op deze aarde. Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “Wij zeiden: ‘Daal daaruit af (van het Paradijs naar de aarde), jullie allemaal [Adam, Eva en Iblies (de satan)]. Zodra er dan van Mij leiding (profeten, boodschappers, Boeken, tekenen) tot jullie komt; wie dan Mijn leiding volgt, zij zullen niet vrezen (aangaande het Hiernamaals), noch zullen zij treuren (betreffende het leven in deze wereld).’ Maar degenen die ongelovig zijn en Onze aayaat (bewijzen, tekenen, verzen) loochenen, zij zijn het die de bewoners van het Vuur (de Hel) zijn, zij zullen daarin eeuwig verblijven (zij zullen er voor altijd bestraft worden).” [Soerat al-Baqarah (2), aayah 38-39.]
De voortdurende strijd begon toen shaytaan, die gedoemd is tot het Hellevuur, voor hem werd bepaald dat hij zo veel mogelijk kinderen van Aadam (vrede zij met hem) mee zal nemen als hij kan. Maar Allah de Verhevene heeft beloofd dat degenen die Zijn Leiding volgen hem zullen overwinnen. Er zijn letterlijk honderden verzen in de Qor-aan en ah’aadieth in de Soennah van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) die het scheppingsverhaal gedetailleerd weergeven en het doel van het leven en het gevaar dat door de shaytaan wordt gecreëerd duidelijk beschrijven. De Qor-aan vertelt ons dat degenen die geen acht slaan op deze waarschuwingen in een slechte positie zullen eindigen in het Hiernamaals (Nederlandstalige interpretatie): “Heb Ik jullie, O kinderen van Aadam, niet opgelegd om de satan (duivel) niet te aanbidden (door zijn influisteringen te gehoorzamen)!? Waarlijk, hij is voor jullie een duidelijke vijand. En aanbid Mij (alleen)!? Dit is het rechte pad.” [Soerat Yaa Sien (36), aayah 60-61.]
Het vermeldt ook dat Allah de Almachtige van tijd tot tijd boodschappers zal zenden zodat de mens niet alleen zal zijn in deze gevaarlijke strijd (Nederlandstalige interpretatie): “…wie dan Mijn leiding volgt, hij zal dan niet dwalen (in dit leven), noch zal hij ongelukkig zijn (in het Hiernamaals).” [Soerat Taa Haa (20), aayah 123.]
De mens is in de islamitische wijsbegeerte niet zondig geboren. We beginnen onze levens eerder zuiver en als een goed materiaal (mensen) die de mogelijkheid hebben om het beste in het leven te kunnen bereiken. De Islam leert ons dat de mens uiteindelijk onderworpen wordt aan de influisteringen van de shaytaan en aan de effecten van zijn eigen omgeving (familie, culturen etc.). De mens is daarom in nood aan goddelijke leringen, die neergezonden zijn door Hem in de vorm van openbaringen aan de verschillende profeten en boodschappers.
Gratis e-boek God in de islam
Titel: God in de islam
Auteurs: dr. Zakir Naik, Khalid Baig, Aboe Yoesoef ‘Abdoellaah
Vertalers: broeder Hamid, Aboe Yoesoef ‘Abdoellaah
Dit e-boek is een bundeling van de artikelen: “Hoe ziet God er uit?” – “Allaahoe Akbar” – “Hoe de Eigenschappen van Allah begrepen dienen te worden” – “De Schone Namen van Allah” – “God in de islam” – “De liefde van Allah” – “Waarom vrezen moslims God? De God van de christenen is een liefdevolle God Die van de mensen houdt”.
Formaat: A5
Aantal pagina’s: 105
Bestand: PDF
Grootte: 2,6 mb
Relevante artikelen:
Taqwaa (Godvrezendheid), dat moet je hebben
Zonden heroverwegen: zijn kleine zonden echt klein?
De liefde van Allah
Wanhoop niet aan de Barmhartigheid van Allah
De islamitische en christelijke visie aangaande God/Allah
God/Allah (diverse artikelen)