“Waarlijk, de dood waarvan jullie vluchten, zal jullie zeker ontmoeten…”
[Nederlandstalige interpretatie van soerat al-Djoemoe’ah (62), aayah 8.]
Dit artikel is ook als voorlezing te beluisteren op YouTube.
Geschreven door Khalid Baig. Vertaald door ‘Abdoellaah Bekx.
Alle lof is voor Allah, de Heer der werelden. Allahs zegeningen en vrede zijn met de profeet Moh’ammed, zijn familie en metgezellen en iedereen die hen in het goede volgt.
“Veronderstel dat je vandaag ontdekt dat je nog maar één dag te leven hebt; morgen sterf je. Hoe zul jij jouw laatste dag doorbrengen?”
Deze vraag werd gesteld lang voor het tijdperk van massamedia. De vragensteller benaderde vooraanstaande geleerden en mensen die bekend waren wegens hun rechtschapen levens, met het idee dat hij hun antwoorden kon bundelen in een boek. Een dergelijk boek zou de lezers voorzien van inspiratie voor de meest belangrijke deugdzaamheden.
Maar het meest inspirerende antwoord kwam van iemand die geen wenslijst van rechtschapen daden verschafte. Hij was de grote moeh’addith ‘Abdoer-Rah’maan ibn Abie Na’oem en hij antwoordde:
“Er is niets dat ik zou veranderen aan mijn dagelijkse routine als ik zou ontdekken dat dit mijn laatste dag zou zijn. Ik breng elke dag van mijn leven al door alsof het mijn laatste dag is.”
De dood is het meest zekere aspect van het leven. Volgens de laatste statistieken sterven er elk uur 6178 mensen in de wereld. Deze mensen zijn van alle leeftijden en sterven door allerlei oorzaken. Sommigen halen de krantenkoppen. De grote meerderheid sterft onopvallend. Doch iedereen zal zijn graf op dezelfde manier ingaan. Alleen. Op het moment bepaald door God. Wetenschap en technologie kunnen de dood noch voorkomen noch voorspellen. Het is slechts in de Handen van de Schepper.
Allah de Meest Barmhartige zegt in Zijn Nobele Koran (Nederlandstalige interpretatie): “O mensheid! Als jullie de Opstanding in twijfel trekken, Wij schiepen jullie waarlijk uit aarde, vervolgens uit een mengsel van vocht, vervolgens uit ‘alaqah (een klonter die gehecht zit – het embryo), vervolgens uit moedhghah (vleesklont) – een deel gevormd en een deel niet gevormd (zoals in het geval van een miskraam) – om aan jullie (Onze Macht) duidelijk te maken. En Wij laten in de baarmoeder blijven wat Wij willen, tot een bepaald termijn, vervolgens brengen Wij jullie als kinderen ter wereld, zodat jullie vervolgens de leeftijd van volledige kracht bereiken. En onder jullie zijn er die (jong) overlijden, en onder jullie is hij die teruggebracht wordt naar de meest zwakke leeftijd zodat hij niet weet na geweten te hebben…” [Soerat al-H’adj (22), aayah 5.]
(Lees verder onder de afbeelding.)
We zien het voortdurend gebeuren. Het is daarom verbazingwekkend dat wij denken dat het ons niet zal overkomen. Tenminste, niet vandaag of morgen. We begraven onze vrienden en verwanten, maar denken dat we zelf voor altijd blijven leven. Onze houding jegens de dood tart elke logica. In zekere zin erkennen we het en treffen er zelfs voorbereidingen voor. We sluiten levensverzekeringen, maken testamenten. Bedrijven en regeringen hebben rampenplannen, zodat men weet hoe men moet handelen indien leiders plotseling wegvallen. Maar dit is een erkenning van de dood als eindpunt van dit leven. Waar wij in falen is in het erkennen van de dood als het begin van een ander leven dat nooit zal eindigen en waarin wij zullen oogsten wat wij nu zaaien.
Een algemene leerstelling van de islam is dat onze erkenning van en voorbereiding op die eeuwigheid degenen die verstandig zijn dient te onderscheiden van degenen die dat niet zijn. Zoals de profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) gezegd heeft (Nederlandstalige interpretatie): “Werkelijk verstandig is degene die zijn begeerten onder controle had en zich voorbereid heeft op het leven na de dood.”
Er is een ontroerend verhaal over Bahloel die, in alle onschuld, aan het begin van de schaal aangaande wereldwijsheid lijkt te staan. Khalief H’aroen Rashied had hem toegang tot zijn hof gegeven, waarschijnlijk omdat zijn onnozelheid een bron van vermaak voor hem was. De khalief gaf hem eens een wandelstok, zeggende: “Deze is bedoeld voor de meest dwaze persoon ter wereld. Als jij iemand vindt die het meer verdient dan jijzelf, geef het dan door.” H’aroen Rashied werd enkele jaren later ernstig ziek en geen enkele medische behandeling leek te werken. Bahloel bezocht hem en vroeg naar zijn toestand. Het gesprek ging ongeveer als volgt:
H’aroen: “Geen behandeling werkt. Ik zie mijn laatste reis voor me.”
Bahloel: “Waar gaat u naar toe?”
H’aroen: “Ik ga naar de Andere Wereld.”
Bahloel: “Hoe lang gaat u daar verblijven? Wanneer komt u weer terug?”
H’aroen: “Niemand komt ooit terug van die wereld.”
Bahloel: “Dan zult u vast speciale voorbereidingen voor deze reis hebben getroffen. Heeft u een groep vooruit gezonden om voor u te zorgen als u daar eenmaal aankomt?”
H’aroen: “O Bahloel! Iedereen gaat daar alleen naar toe. En nee, ik heb geen voorbereidingen getroffen.”
Bahloel: “O amier al-moe-emenien (leider der gelovigen)! U zendt troepen om voor u uitgebreide voorbereidingen te treffen, zelfs voor korte reizen van slechts enkele dagen. Nu gaat u naar een plaats waar u voor eeuwig zult leven, doch u heeft geen voorbereidingen getroffen! Ik denk dat ik de persoon gevonden heb die de stok, die u mij enkele jaren geleden gegeven hebt, meer verdient dan ik.”
Dit verhaal spreekt tot ons allen. Wij zijn misschien geen koningen, maar wij plannen onze reizen van zelfs enkele dagen zeer zorgvuldig. Wat dan betreft voorbereidingen voor de reis naar de eeuwigheid!? Waarom maken we het prioriteit geven aan het Hiernamaals niet de hoeksteen van onze levens hier!?
In feite kan die bezorgdheid onze levens hier ook veranderen. Deze wereld is een plaats van misleiding. Hier worden we niet meteen bestraft nadat we een zonde begaan. Dit kan ons misleiden en wijs maken dat we er mee weg kunnen komen. Het gedenken van de dood is het tegengif voor die misleiding. Iemand die zich bewust is dat hij voor zijn Schepper komt te staan en verantwoordelijk wordt gehouden voor zijn daden kan God niet tarten!
Van het verhaald over Fir’awn (de Egyptische farao) leren we dat toen hij de dood zag naderen, hij verkondigde te geloven in de God van Mozes. Daarvoor werd hij misleid door zijn ogenschijnlijke macht. Zijn berouw kwam te laat. Maar het toont aan hoe zijn arrogantie en onbuigzaamheid als sneeuw voor de zon verdween toen hij met de zekerheid van de dood geconfronteerd werd.
Het is verbazingwekkend hoe veel van onze eigen “verwarringen”, pietluttige argumenten en excuses (voor waarom we dit niet kunnen doen of dat niet kunnen mijden), of pure luiheid weg kan smelten wanneer we onszelf visualiseren in ons graf!!
De dood beëindigt veel argumenten. De herinnering eraan kan dat ook. Voordat het te laat is. Hij was werkelijk een zeer wijze man, die elke dag van zijn leven doorbracht alsof het zijn laatste dag zou zijn. Maar dit dient zeker het doel voor ons allemaal te zijn!
En tot Allah keren wij allemaal terug.
(Lees verder onder de afbeelding.)
Relevante artikelen:
Wat erger is dan de dood – over wat imam Ibn al-Qayyim erger vindt dan de dood…
De ziel – maak kennis met je ware zelf
18 Eigenschappen waar Allah van houdt
Hoe word je een vip op de Dag des Oordeels
Vijanden in het hart: khoeshoo’ en laghw
Wees in dit leven als een vreemdeling of een reiziger!
Durf jouw dromen waar te maken
7 Dingen om jouw tawfieq (succes) te vermeerderen
Voor moslims die succes willen
(Klik op onderstaande afbeeldingen om ze vergroot weer te geven. Gebruik de afbeeldingen voor da’wah.)