Hoe moet over de sokken van leer of van stof geveegd worden?
Alle lof is voor Allah.
De manier waarop iemand over zijn sokken dient te vegen, is door zijn natte vingers op zijn tenen te leggen en dan over de voet richting zijn been te vegen; de rechtervoet dient met de rechterhand geveegd te worden en de linkervoet met de linkerhand. De vingers dienen gespreid te zijn tijdens het vegen en het moet niet herhaald worden (oftewel, de handeling wordt slechts één keer verricht). (Zie al-Moelakhas al-Fiqhie door sheikh al-Fawzaan, 1/43.)
Sheikh Ibn ‘Oethaymien (moge Allah hem genadig zijn) heeft gezegd: “Dit betekent dat wat geveegd zou moeten worden de bovenkant van de sok is, door de vingers te bewegen van de tenen tot het been, en dat men met beide handen over beide voeten tegelijk moet vegen. Oftewel de rechterhand zou over de rechtervoet moeten vegen en de linkerhand over de linkervoet en dit moet tegelijkertijd gebeuren, net zoals men de oren veegt (tijdens de woedhoe-e), omdat dit de betekenis is van de Soennah, zoals al-Moeghierah ibn Shoe’bah (moge Allah tevreden over hem zijn) zei: ‘Toen veegde hij ze beiden.’ Hij zei niet dat hij eerst met de rechter(voet) begon, maar dat hij ‘ze beide veegde’. Dus dit is de blijkbare betekenis van de Soennah. Als we aannemen dat hij één van zijn handen niet kan gebruiken, dan zou hij met de rechter moeten beginnen en daarna de linker. Veel mensen vegen de rechtervoet met beide handen en dan de linkervoet met beide handen, maar hier is geen bewijs voor zover ik weet. Op wat voor manier het ook gedaan wordt, het vegen van de bovenkant van de slipper (of sok) is voldoende, maar wat we hier hebben gezegd is beter.” (Zie Fataawaa al-Mar-ah al-Moeslimah, vol. 1, p. 250.)
Men zou niet over de zijkanten of onderkant van de sok moeten vegen, omdat er geen overlevering is die deze handeling voorschrijft.
Sheikh Ibn ‘Oethaymien zei: “Iemand zou kunnen denken dat over de onderkant van de slipper of sok geveegd moet worden, omdat deze in contact komt met viezigheid en vuil. Maar als wij hierover nadenken, zullen we zien dat de bovenkant logischer is, omdat het vegen niet als doel heeft schoon te maken. Het is een daad van aanbidding. Als we over de onderkant van de sok zouden moeten vegen, zou het juist viezer worden. En Allah weet het beste.” (Zie Sharh’ al-Moemti’ door Ibn ‘Oethaymien, vol. 1, p. 213.)
Is het beter om over de sokken te vegen of de voeten te wassen (tijdens de woedhoo-e)?
De meerderheid van de geleerden, waaronder Aboe H’aniefah, Maalik en as-Shaafi’ie, is van mening dat het beter is om de voeten te wassen. Zij zeggen: “Dat is omdat de voeten wassen het basisprincipe is, dus dat is beter.” (Zie al-Madjmoe’ 1/502.)
Imaam Ah’mad was van mening dat het vegen over de sokken beter is. Hij gaf hier de volgende bewijzen voor:
1.) Het is makkelijker, en de boodschapper van Allah (salallaahoe ‘alayhie wa sellem – Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) koos altijd de makkelijkste weg wanneer hij twee keuzes had, zolang het geen zonde betrof. Als het een zonde betrof, dan zou hij er van de mensen het meest van verwijderd zijn. [Overgeleverd door al-Boekhaarie (3560) en Moeslim (2327).]
2.) Het is een concessie, en de profeet (salallaahoe ‘alayhie wa sellem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Allah houdt ervan dat concessies gemaakt worden, zoals Hij haat dat zonden begaan worden.” [Overgeleverd door Ah’mad (5832); door al-Albaanie als sah’ieh’ (authentiek) geclassificeerd in Irwaa-e al-Ghaliel (564).]
3.) Het vegen over de sokken brengt met zich mee dat men zich onderscheidt van de mensen van bid’ah die het (vegen over de sokken) afwijzen, zoals de mensen van de Khaaridjie en de Raafidhie.
Er zijn vele ah’aadieth van de profeet (salallaahoe ‘alayhie wa sellem) die aantonen dat hij beide deed: hij waste zijn voeten en veegde over zijn khoeffayn (sokken van leer). Dit leidde ertoe dat sommige geleerden zeiden dat het vegen over de sokken en het wassen van de voeten hetzelfde was. Dit was de mening van Ibn al-Moendzier (moge Allah hem genadig zijn).
Shaykh al-Islaam Ibn Taymiyyah en zijn student Ibn al-Qayyim waren van mening dat elk (van beide) beter kan zijn afhankelijk van de toestand van zijn voeten. Als een persoon sokken draagt, is het beter om erover te vegen. Als zijn voeten bloot zijn, is het beter om ze te wassen en zou hij geen sokken moeten aantrekken zodat hij erover kan vegen.
Dit wordt aangetoond door de h’adieth van al-Moeghierah ibn Shoe’bah (moge Allah tevreden over hem zijn) die de khoeffayn van de profeet (salallaahoe ‘alayhie wa sellem) wilde uitdoen om zijn voeten te wassen. De profeet (salallaahoe ‘alayhie wa sellem) zei tegen hem (Nederlandstalige interpretatie): “Laat ze, want ik zal ze zuiver (schoon) maken,” dus veegde hij over (zijn khoeffayn). [Overgeleverd door al-Boekhaarie (206) en Moeslim (274).] Dit toont aan dat het vegen beter is voor degene die sokken draagt.
Dit wordt (verder) ondersteund door de overlevering verhaald door at-Tirmidzie (96), van Safwaan ibn ‘Assaal (moge Allah tevreden over hem zijn) die zei: “De boodschapper van Allah (salallaahoe ‘alayhie wa sellem) zei ons gewoonlijk wanneer we op reis waren onze khoefoef voor drie dagen en nachten niet uit te doen, behalve in het geval van djanaabah (grote onreinheid wanneer ghoesl, de grote wassing, verplicht is). Maar als iemand een wind liet, urineerde of sliep (was het niet nodig ze uit te doen).” [Als h’asan (goed) geclassificeerd door al-Albaanie in Irwaa-e al-Ghaliel (104).] Het bevel te vegen wijst erop dat het beter is, maar dat het alleen toegepast dient te worden door degene die sokken draagt.
Shaykh al-Islaam Ibn Taymiyyah concludeerde: “Wat beter is voor eenieder, is dat wat past in zijn situatie. Voor degene wiens voeten bloot zijn, is het beter zijn voeten te wassen en hij zou geen sokken aan moeten trekken zodat hij erover kan vegen, omdat de profeet (salallaahoe ‘alayhie wa sellem) de gewoonte had zijn voeten te wassen wanneer ze bloot waren en hij er alleen over veegde wanneer hij khoefoef droeg.”
Ibn al-Qayyim zei in Zaad al-Ma’aad (1/199): “Hij hoeft niet meer te doen dan vereist is met betrekking tot de toestand van zijn voeten. Als hij khoefoef draagt, moet hij erover vegen en ze niet uittrekken, en als zijn voeten bloot zijn, zou hij ze moeten wassen en moet hij geen sokken aandoen om erover te vegen. Dit is de meest correcte mening betreffende de kwestie of vegen of wassen beter is. Dit is de mening van onze sheikh (Shaykh al-Islaam Ibn Taymiyyah).”
Moeten de sokken van leer zijn of mogen ze ook van stof zijn?
At-Tirmidzie leverde over dat al-Moeghierah ibn Shoe’bah zei: “De profeet (salallaahoe ‘alayhie wa sellem) verrichtte de woedhoe-e en veegde over zijn sokken en schoenen.” (Als sah’ieh’ geclassificeerd door al-Albaanie in Sah’ieh’ Soenan at-Tirmidzie, nr. 86.)
De auteur van al-Qaamoes zei: “Djawrab (sokken) beduidt iets dat om de voeten gewikkeld is.”
Aboe Bakr ibn al-‘Arabie zei: “Djawrab beduidt een dunne bedekking voor de voeten gemaakt van wol, dat gedragen wordt om de voeten warm te houden.”
Er is overgeleverd dat Yah’yaa al-Bakkaa-e zei: “Ik hoorde Ibn ‘Oemar zeggen: ‘Het wrijven over de sokken (djawrabayn) is als het wrijven over de leren slippers (khoeffayn).” (Al-Moesannaf van Ibn Abie Shaybah, 1/173.)
Ibn Hazm zei: “Wrijven over hetgeen dat aan de voeten gedragen wordt – dingen die toegestaan zijn om te dragen en die tot boven de enkels komen – is Soennah, hetzij slippers (khoeffayn) gemaakt van leer of vilt of hout, of sokken gemaakt van linnen, wol, katoen, kamelen haar of geiten haar, of er leer overheen gedragen wordt of niet, of het overschoenen of slippers/pantoffels zijn die over slippers gedragen worden, of sokken die over sokken gedragen worden.” (Al-Moeh’allaa, 1/321.)
Sommige geleerden verschilden van mening of het toegestaan is om over de slippers (khoeffayn) te vegen. De correcte mening is dat het toegestaan is om dat te doen, zoals het bewijs hierboven aangeeft.
Sokken met gaten
Veel mensen denken dat het niet toegestaan is om te wrijven over sokken waar gaten in zitten. Sheikh Ibn ‘Oethaymien zei hierover: “Het is toegestaan om te wrijven over sokken die gaten hebben en het is toegestaan om te wrijven over dunne khoeff (lederen sokken), want vele metgezellen (moge Allah tevreden over hen zijn) waren arm en hadden khoeff met gaten.” (Fataawaa Ibn ‘Oethaymien 11/116.)
Shaykh al-Islaam Ibn Taymiyah zei in al-Fataawaa (21/174): “Toen de boodschapper van Allah (salallaahoe ‘alayhie wa sellem) de opdracht gaf om over de khoeff te wrijven, was hij op de hoogte wat de gebruikelijke toestand daarvan was en hij bepaalde niet dat de sokken heel moesten zijn zonder enig gat. Zijn bevel dient genomen te worden als algemeen in betekenis en het dient niet beperkt te worden tenzij er enig shar’i bewijs is om dat te doen. Wat beduid wordt door de bewoording is dat men mag vegen over enige khoeff die mensen dragen en in lopen, ook al zitten er gaten in en zijn zij versleten, zonder de acceptabele maten van deze gaten en scheuren te definiëren, want zelfs een dergelijke definitie vereist bewijs…”
De voorwaarden voor het wrijven over de sokken
Er zijn vier voorwaarden van toepassing bij het wrijven over de sokken.
1.) Men dient de sokken aan te trekken terwijl men in een toestand van tahaarah (reinheid) is (dus niet terwijl de woedhoe-e verbroken is). Het bewijs hiervoor is wat de profeet (salallaahoe ‘alayhie wa sellem) zei tegen al-Moeghierah ibn Shoe’bah (Nederlandstalige interpretatie): “Maak je geen zorgen, want ik trok ze aan terwijl ik rein was.”
2.) De khoefoef (leren sokken die de enkels bedekken) of sokken dienen taahir (rein) te zijn. Als zij naadjis (onrein) zijn, dan is het niet toegestaan om er over te wrijven. De daliel (het bewijs) hiervoor is dat de boodschapper van Allah (salallaahoe ‘alayhie wa sellem) zijn metgezellen (moge Allah tevreden over hen zijn) eens in het gebed leidde terwijl hij schoenen droeg, die hij uittrok terwijl hij aan het bidden was. Hij zei dat Djibriel (de aartsengel Gabriël – vrede zij met hem) tegen hem gezegd had dat er iets vies onder hen zat. Dit is overgeleverd door Ah’med van de h’adieth van Aboe Sa’ied al-Khoedrie (moge Allah tevreden over hem zijn) in zijn Moesnad. Dit beduidt dat het niet toegestaan is om te bidden terwijl men iets aan heeft dat naadjis is. Want als men hetgeen naadjis is aanraakt, zal de persoon verontreinigd raken door die nadjaasah (onreinheid), aldus kan hij niet als taahir (rein) beschouwd worden (en rein zijn is een voorwaarde om te bidden, zie het artikel De zuilen en verplichtingen van het gebed).
3.) Men mag over de sokken wrijven als men zich reinigt van de kleine onreinheid (oftewel als men de woedhoe-e verricht na het slapen, het laten van een wind, na urineren of na stoelgang), niet wanneer men in een toestand van djanaabah is (grote onreinheid na seksuele activiteit) of wanneer ghoesl vereist is. Het bewijs hiervoor is de h’adieth van Safwaan ibn ‘Assaal (moge Allah tevreden over hem zijn) die hierboven al aangehaald is.
4.) Het wrijven over de sokken mag alleen gedaan worden binnen een door de sharie’ah bepaalt tijdsbestek, wat één dag en één nacht is in het geval men niet aan het reizen is, en drie dagen en drie nachten in het geval men aan het reizen is. Het bewijs hiervoor is de h’adieth van ‘Alie ibn Abie Taalib (moge Allah tevreden over hem zijn) die zei: “De profeet (salallaahoe ‘alayhie wa sellem) gaf één dag en één nacht aan voor degene die niet aan het reizen is, en drie dagen en drie nachten voor degene die aan het reizen is, dat wil zeggen voor het wrijven over de khoefoef.” (Overgeleverd door Moeslim.)
Deze periode begint vanaf de eerste keer dat men over de sokken wrijft wanneer men de woedhoe-e verricht na enige kleine onreinheid, en het eindigt 24 uur later voor degene niet aan het reizen is en 72 uur later voor degene die aan het reizen is. (En dus niet vanaf het moment dat men de sokken aantrekt.)
Bijvoorbeeld, als we aannemen dat iemand zichzelf op dinsdag reinigt voor salaat al-fadjr en hij blijft taahir (rein, oftewel zijn woedhoe-e wordt niet verbroken) tot aan salaat al-‘ishaa-e op dinsdag, waarna hij gaat slapen en woensdag wakker wordt om salaat al-fadjr te bidden, waarvoor hij om vijf uur ‘s ochtends over zijn sokken wrijft (tijdens de woedhoe-e), dan begint de periode (van 24 uur voor iemand die niet aan het reizen is) op woensdag om vijf uur ‘s ochtends en eindigt op donderdag om vijf uur ‘s ochtends. Als we aannemen dat hij op donderdag over zijn sokken wrijft vóór vijf uur ‘s ochtends, dan kan hij met deze wrijving het fadjr gebed van donderdag bidden en daarna bidden zo veel hij wil zolang hij taahir blijft. Dit is zo omdat volgens de meest correcte mening van de geleerden de woedhoe-e niet verbroken wordt wanneer de periode van het over de sokken wrijven eindigt. De boodschapper van Allah (salallaahoe ‘alayhie wa sellem) gaf geen tijdslimiet voor tahaarah, maar wel een tijdslimiet voor het wrijven over de sokken. Als die tijdslimiet verstreken is, kan men niet nogmaals over de sokken wrijven (en dient men de sokken uit te trekken indien men de woedhoe-e wil verrichten). Maar als iemand in een toestand van tahaarah blijft, dan is zijn tahaarah nog gewoon geldig, want dit is wat de sharie’ah bewijzen beduiden; en wat door sharie’ah bewijzen bewezen wordt kan niet ongeldig verklaart worden tenzij er ander sharie’ah bewijs is die daar op duidt. Er is geen bewijs dat suggereert dat de woedhoe-e verbroken wordt wanneer de tijdslimiet voor het wrijven over de sokken verstrijkt. Het basisprincipe is dat hij blijft zoals hij is (taahir) totdat het duidelijk wordt dat dit niet langer meer het geval is.
Dit zijn de voorwaarden die van toepassing zijn op het wrijven over de khoefoef. Er zijn andere voorwaarden die door sommige geleerden genoemd zijn, maar sommige daarvan dienen diepgaander besproken te worden.
(I’laam al-Moesaafirien bi Ba’dh Aadaab wa Ah’kaam as-Safar van sheikh Ibn al-‘Oethaymien p. 14.)
Wordt de woedhoe-e verbroken als men de sokken waarover gewreven is uittrekt?
De geleerden verschilden van mening aangaande de regelgeving voor iemand die de woedhoe-e verricht waarbij hij over de sokken wrijft en ze daarna uittrekt.
Sommige geleerden zeggen dat het voldoende is voor hem om zijn voeten te wassen en dat daardoor zijn woedhoe-e vervolledigd is. Maar dit is een zwakke mening, omdat de woedhoe-e continuïteit vereist; oftewel dat er geen lange tijd dient te zijn tussen het wassen van de verschillende lichaamsdelen en dat de een na de ander gewassen dient te worden, in een ononderbroken opeenvolging.
Daarom gaf Ibn Qoedaamah (moge Allah hem genadig zijn) in al-Moeghnie (1/367) aan dat deze mening gebaseerd is op het idee dat er geen continuïteit nodig is voor de woedhoe-e, en dit is zwak.
Anderen zeiden dat iemands woedhoe-e ongeldig wordt daardoor, en als hij wil bidden dan dient hij opnieuw de woedhoe-e te verrichten. Zij citeren als bewijs het feit dat het wrijven het wassen vervangt, en als de sokken uitgetrokken worden dan is de reinheid van de voeten niet meer geldig. Want nu zijn zij ongewassen en niet gewreven. Als de reinheid van de voeten tenietgedaan is, dan is de volledige woedhoe-e tenietgedaan, want dit kan niet verdeeld worden. Deze mening genoot de voorkeur van Ibn Baaz (moge Allah hem genadig zijn), zoals aangegeven is in zijn Madjmoe’ al-Fataawaa, 10/113.
Weer anderen zeiden dat zijn woedhoe-e daardoor niet verbroken wordt tenzij hij zijn woedhoe-e verbreekt op een andere manier (door het laten van een wind enzovoort). Dit is de mening van een aantal van de selef, waaronder Qataadah, al-H’asan al-Basrie en Ibn Abie Layla. Het werd ondersteund door Ibn Hazm in al-Moeh’allaa (1/105) en het was de mening geprefereerd door Shaykh al-Islaam Ibn Taymiyyah en Ibn al-Moendzir. Imaam an-Nawawie zei in al-Madjmoo’ (1/557): “Dit is de sterkste mening.”
Zij citeren een aantal zaken als bewijs voor deze mening:
1.) Reinheid wordt niet tenietgedaan behalve door h’adath (het verbreken van de woedhoe-e door het laten van een wind enzovoort) en het uittrekken van sokken is geen h’adath.
2.) De reinheid van iemand die over zijn sokken wrijft is bevestigd door shar’i bewijs en dit kan niet ongeldig verklaard worden behalve door ander shar’i bewijs; en er is geen bewijs dat aantoont dat de reinheid tenietgedaan wordt door het uittrekken van de sokken.
3.) De analogie met het scheren van het haar na het verrichten van de woedhoe-e. Als iemand de woedhoe-e verricht en over zijn haren veegt, waarna hij zijn hoofd scheert, dan blijft hij in een toestand van reinheid en het wordt daardoor niet tenietgedaan. Hetzelfde geldt voor degene die over zijn sokken veegt waarna hij ze uittrekt.
Sheikh Ibn ‘Oethaymien zei: “Als iemand zijn sokken uittrekt nadat hij over hen geveegd heeft, dan wordt zijn woedhoe-e niet verbroken daardoor en hij mag bidden zoals hij wil totdat hij zijn woedhoe-e verbreekt (h’adath), volgens de correcte mening.” (Uit Madjmoe’ Fataawaa Ibn ‘Oethaymien, 11/193.)
Zie ook al-Moeghnie, 1/366-386; al-Moeh’allaa, 1/105; al-Ikhtiyaaraat, p. 15; al-Sharh’ al-Moemti’, 1/180.
En tot Allah keren wij allemaal terug.
Bronnen:
http://islamqa.info/en/9640 (Engels) – http://islamqa.info/ar/9640 (Arabisch)
http://islamqa.info/en/45535 (Engels) – http://islamqa.info/ar/45535 (Arabisch)
http://islamqa.info/en/13954 (Engels) – http://islamqa.info/ar/13954 (Arabisch)
http://islamqa.info/en/8186 (Engels)
Relevante artikelen:
Enkele misverstanden aangaande de woedhoe-e
De wijsheid achter de woedhoe-e
Vraag 24 – Mag je tijdens de woedhoe-e over de h’idjaab (hoofddoek) vegen als je de h’idjaab niet af kunt doen?
Complete vs. acceptabele ghoesl
Het gebed (diverse artikelen)
(Klik op onderstaande afbeelding om het vergroot weer te geven. Gebruik de afbeelding voor da’wah.)