De neerknieling uit dankbaarheid.
Samengesteld en vertaald door Aboe Yoesoef ‘Abdoellaah.
Alle lof is voor Allah, Heer der werelden, en moge de vrede en de zegeningen van Allah neerdalen op de voornaamste van alle boodschappers, Moh’ammed, alsook op zijn familie, al zijn metgezellen en iedereen die hun voorbeeld volgt. Voorts:
SOEDJOED ASH-SHOEKR (سجود الشكر – of sadjdat ash-shoekr: سجدة الشكر) (de neerknieling uit dankbaarheid) is voorgeschreven voor alles dat iemand blij maakt, hetzij iets voordeligs dat verkregen wordt of iets schadelijks dat afgewend wordt. Het bewijs (dhaliel) hiervoor wordt gevonden in de ah’aadieth en athaar. Tot de ah’aadieth behoort de h’adieth van Aboe Bakrah (moge Allah tevreden over hem zijn), die zei dat als de profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) enig nieuws hoorde dat hem blij maakte, hij daarop in neerknieling (sadjdah of soedjoed) tot Allah Ta’aalaa (Verheven is Hij) neerviel. (Overgeleverd door de vijf, behalve an-Nisaa-ie; at-Tirmidzie zei dat het h’asan gharieb is.)
Volgens de versie overgeleverd door Ah’med: hij zag de profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem), toen het nieuws hem bereikte dat zijn troepen zegevierden over hun vijand, liggend met zijn hoofd op de schoot van ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden over haar zijn), waarna hij opstond en in neerknieling neerviel. (Overgeleverd door Ah’med, 5/45; al-H’aakim, 4/291.)
Een andere h’adieth is verhaald door ‘Abd ar-Rah’maan ibn ‘Awf (moge Allah tevreden over hem zijn), die zei: “De profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) ging naar buiten naar de plek waar de sadaqah (donaties voor liefdadigheid) bewaard werd, waarna hij zich wendde richting de qiblah (gebedsrichting) en gedurende lange tijd in neerknieling neerviel. Daarna hief hij zijn hoofd op en zei (Nederlandstalige interpretatie): ‘Djibriel kwam tot mij met goed nieuws, hij zei: ‘Allah zegt tegen jullie: ‘Wie zegeningen op jou neerzendt, Ik zal zegeningen op hem neerzenden; en wie de vredesgroeten tot jou zendt, Ik zal vredesgroeten tot hem zenden (#1),’’ dus ik knielde neer uit dankbaarheid voor Allah.’” (Overgeleverd door Ah’med. Al-Moendzirie zei: “De h’adieth aangaande sadjdat ash-shoekr kwam van de h’adieth van al-Baraa-e met een sah’ieh isnaad, alsook van de h’adieth van Ka’b ibn Maalik en anderen.)
(#1) Zie het artikel Het vragen van zegeningen en vrede voor de profeet ﷺ.
Tot de athaar behoort het volgende:
Aboe Bakr (moge Allah tevreden over hem zijn) knielde neer toen hij het nieuws hoorde dat Moesaylimah (de Leugenaar) gedood was. (Overgeleverd door Sa’ied ibn Mansoer in zijn Soenan.) Hij knielde ook neer toen Yamaamah veroverd was.
‘Alie ibn Abie Taalib (moge Allah tevreden over hem zijn) knielde neer toen hij Dzoe l-Thadiyah onder de gedode khawaaridj aantrof. (Overgeleverd door Ah’med in al-Moesnad.)
Ka’b ibn Maalik (moge Allah tevreden over hem zijn) knielde neer in de tijd van de profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) toen hem het goede nieuws medegedeeld werd dat Allah zijn berouw geaccepteerd had. (Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim.)
[Bron: al-Ladjnah ad-Daa-imah lil-Boeh’ooth al-‘Ilmiyyah wa l-Iftaa-e (7/266).]
In de ah’aadieth is er geen specifieke doe’aa-e (dua, smeekbede) overgeleverd voor sadjdat ash-shoekr. Vandaar dat de geleerden zeiden dat men in sadjdat ash-shoekr dezelfde tasbieh’ (het prijzen van de Glorie van Allah) en ad’ieyah (smeekbeden) dient te zeggen als wanneer men neerknielt tijdens het gebed. Dus men dient te zeggen:
سبحان ربي الأعلى
Soebh’aana Rabbie al-A’laa (Glorieus is mijn Heer de Allerhoogste).
Men kan daarna zeggen:
اللَّهُمَّ لَكَ سَجَدْتُ ، وَبِكَ آمَنْتُ ، وَلَكَ أَسْلَمْتُ ، سَجَدَ وَجْهِي لِلَّذِي خَلَقَهُ وَصَوَّرَهُ ، وَشَقَّ سَمْعَهُ وَبَصَرَهُ ، تَبَارَكَ اللَّهُ أَحْسَنُ الْخَالِقِينَ
Allaahoemma laka sadjadtoe, wa bika aamantoe, wa laka aslamtoe, sadjada wadjhie lilladzie khalaqahoe wa sawwarahoe, wa shaqqa sam’ahoe wa basarahoe, tabaaraka Allaahoe ah’sanoe l-khaaliqien (O Allah, voor U kniel ik neer, in U geloof ik, en aan U onderwerp ik mij. Mijn gezicht is neergeknield voor Degene Die het geschapen en gevormd heeft, en het gehoor en gezichtsvermogen gegeven heeft. Gezegend is Allah, de beste der makers).
Vervolgens dient men ad’ieyah te verrichten zoals men wil.
(Lees verder onder de afbeelding. Gebruik de afbeelding voor da’wah.)
Ibn Qoedaamah (moge Allah hem genadig zijn) zei: “De omschrijving, regelgeving en voorwaarden van soedjoed ash-shoekr zijn hetzelfde als die voor soedjoed at-tielaawah (neerknieling tijdens het reciteren van bepaalde verzen van de Qor-aan).” (Al-Moeghnie, 2/372.) En hij zei over soedjoed at-tielaawah: “Hij dient in deze neerknieling te zeggen wat hij zegt in de neerknieling tijdens het gebed.” (Al-Moeghnie, 2/362.)
Sheikh Ibn ‘Oethaymien (moge Allah hem genadig zijn) zei: “Soedjoed ash-shoekr dient verricht te worden als reactie op een calamiteit die afgewend wordt of een zegening die een persoon verwerft. Het is als soedjoed at-tielaawah buiten het gebed. Sommige geleerden zeiden dat de woedhoe-e (kleine rituele wassing) en takbier (het zeggen van Allaahoe Akbar) vereist is, en sommigen zeiden dat alleen de eerste takbier vereist is. Vervolgens dient men in neerknieling neer te vallen en doe’aa-e verrichten na het zeggen van Soebh’aana Rabbie al-A’laa (Glorieus is mijn Heer de Allerhoogste).” (Fataawaa Islaamiyyah, 1/205.)
De neerknieling uit dankbaarheid is alleen voorgeschreven voor nieuwe zegeningen, zoals het krijgen van een kind, of de terugkeer van een afwezige geliefde, of een overwinning op een vijand, niet voor een voortdurende zegening zoals de zegeningen van het horen en zien, want dat is niet in de sharie’ah (sharia) overgeleverd. Als dat voorgeschreven zou zijn, dan zou dat betekenen dat een persoon zijn hele leven in neerknieling zou doorbrengen wegens dankbaarheid.
An-Nawawie (moge Allah hem genadig zijn) zei in al-Madjmoe’ (3/564): “Ash-Shaafa’ie en zijn metgezellen zeiden: ‘De neerknieling uit dankbaarheid is een soennah (aanbevolen daad) wanneer een nieuwe duidelijke zegening komt en wanneer een duidelijke tegenspoed afgeweerd wordt, of de zegening of tegenspoed nou het individu of alle moslims treft.’ Onze metgezellen zeiden: ‘Evenzo, indien hij iemand ziet die getroffen is door een calamiteit, lichamelijk of anders, of door zonde, het is moestah’abb (aanbevolen) om voor Allah Ta’aalaa (Verheven is Hij) neer te knielen uit dankbaarheid. Maar het is niet voorgeschreven om neer te knielen voor voortdurende zegeningen omdat zij niet stoppen.’” (Einde citaat.)
Ibn Qoedaamah (moge Allah hem genadig zijn) zei in al-Moeghnie (1/363): “Het is moestah’abb om soedjoed ash-shoekr te verrichten wanneer een nieuwe zegening komt of tegenslag afgewend wordt. Dit is de mening van ash-Shaafa’ie, Ish’aaq, Aboe Thawr en Ibn al-Moendzir.”
Ibn al-Qayyim (moge Allah hem genadig zijn) zei in I’laam al-Moewaqqi’ien (2/296): “Er zijn twee soorten zegeningen: voortdurende en nieuwe. De dankbetuiging voor voortdurende zegeningen wordt getoond door het verrichten van daden van aanbidding (#2) en gehoorzaamheid, en soedjoed ash-shoekr is voorgeschreven voor nieuwe zegeningen, wegens dankbaarheid voor Allah en om nederigheid jegens en onderwerping aan Hem uit te drukken, in ruil voor de vreugde en het genot dat gevoeld werd wegens de zegening. Dit is de beste manier om dit gevoel van buitensporige vreugde tegen te werken, want Allah Soebh’aanahoe (Glorieus is Hij) houdt niet van degenen die buitensporig blij zijn. Aldus is onderwerping en nederigheid jegens de Heer der werelden de beste remedie voor deze ziekte.” (Einde citaat.)
(#2) Zie het artikel De voorwaarden voor acceptabele ‘ibaadah (aanbidding).
Sheikh Ibn ‘Oethaymien (moge Allah hem genadig zijn) zei in ash-Sharh’ al-Moemti’ ‘ala Zaad al-Moestaqni’ (4/105): “De woorden ‘wanneer een nieuwe zegening komt’ verwijzen naar nieuwe zegeningen in tegenstelling tot voortdurende zegeningen. Als we tegen iemand zouden zeggen dat het moestah’abb (aanbevolen) is om neer te knielen voor voortdurende zegeningen, dan zou hij altijd neerknielen, want Allah zegt (Nederlandstalige interpretatie): ‘…En als jullie de gunsten van Allah zouden willen opsommen, zouden jullie deze niet kunnen tellen (#3)…’ [Soerat Ibraahiem (14), aayah 34.]
(#3) Noot van de vertaler: het is overgeleverd dat de profeet Daawoed (David – vrede zij met hem) gewoon was om te zeggen in zijn smeekbeden: “O Heer! Hoe kan ik U naar behoren bedanken, wanneer zelfs mijn dankbetuiging aan U behoort tot Uw gunsten aan mij.” Allah de Verhevene antwoordde hem: “Nu heb je Mij toereikend bedankt, o David.” Oftewel: ‘Als je toegeeft dat je nooit in staat bent om de Begunstiger terdege te bedanken.’ (Tefsier Ibn Kethier.)
Voortdurende zegeningen zijn die zegeningen die een individu over het algemeen constant ervaart en die niet onlangs of onverwacht ontvangen zijn. De mogelijkheid om te horen, te zien en goed te spreken, alsook een goede lichamelijke gezondheid zijn allemaal zegeningen.
Ademhalen is een andere zegening, enzovoort. De Soennah zegt niet dat we voor zulke zegeningen dienen neer te knielen. Maar als we aannemen dat iemand geconfronteerd werd met een probleem met ademhalen, waarna Allah Ta’aalaa hem verlichting daarvan schonk en hij neerknielde uit dankbaarheid jegens Allah Ta’aalaa, dan heeft hij juist gehandeld. Want in staat zijn goed adem te halen nadat je er problemen mee had, is een nieuwe zegening.
Een ander voorbeeld is als iemand een examen haalt terwijl hij bang was dat hij het niet zou halen. Dit is een nieuwe zegening waarvoor neergeknield zou moeten worden.
Een ander voorbeeld is als iemand hoort dat de moslims ergens een overwinning behaald hebben. Dit is een nieuwe zegening waarvoor men voor Allah Ta’aalaa dient neer te knielen uit dankbaarheid.
Een ander voorbeeld is als iemand gezegend wordt met een kind. Dit is een nieuwe zegening waarvoor hij zou moeten neerknielen. En men kan meer vergelijkingen maken.
De woorden ‘en wanneer tegenslag afgewend wordt’ verwijzen naar tegenslagen waarvan de oorzaken aanwezig zijn maar men wordt er voor gespaard.
Een voorbeeld hiervan is iemand die een auto-ongeluk heeft wanneer hij aan het reizen is, waarbij de auto over de kop slaat en hij ongedeerd wegloopt. In dit geval dient hij soedjoed ash-shoekr (de neerknieling uit dankbaarheid) te verrichten, omdat de oorzaak voor deze tegenspoed aanwezig was, namelijk het over de kop slaan van de auto, maar hij werd ontzien.
Een ander voorbeeld is iemand in wiens huis een brand ontstaat, maar Allah Ta’aalaa maakt het gemakkelijk om uit te maken. Dit is een afwending van tegenspoed, dus dient hij voor Allah Ta’aalaa neer te knielen uit dankbaarheid.
Een ander voorbeeld is iemand die in een bron valt maar er veilig en gezond uit komt. Dit is een afwending van tegenspoed, dus dient hij voor Allah Ta’aalaa neer te knielen uit dankbaarheid.
Wat hiermee bedoeld wordt, is het afweren van een tegenslag waarvoor de oorzaak aanwezig is, maar hij werd gespaard. Wat betreft die voortdurend zijn, zij zijn ontelbaar; en als we iemand zouden vertellen dat het moestah’abb (aanbevolen) is om neer te knielen voor voortdurende zegeningen, dan zou hij altijd neerknielen.” [Einde citaat uit ash-Sharh’ al-Moemti’ ‘ala Zaad al-Moestaqni’ (4/105).]
Samenvattend: soedjoed ash-shoekr dient verricht te worden wanneer een nieuwe zegening komt, niet voor voortdurende zegeningen.
Mag een menstruerende vrouw sadjdat ash-shoekr verrichten? De correcte mening is dat het geen voorwaarde is voor sadjdat ash-shoekr (de neerknieling uit dankbaarheid) of sadjdat at-tielaawah (neerknieling tijdens de recitatie van de Qor-aan) voor degene die reciteert of luistert, dat men in een toestand van tahaarah (rituele reinheid) dient te zijn, want zij vallen niet onder de regelgevingen van het gebed. [Al-Ladjnah ad-Daa-imah lil-Boeh’ooth al-‘Ilmiyyah wa l-Iftaa-e (7/262).]
En Allah weet het best. En vrede en zegeningen van Allah zijn met onze geliefde boodschapper Moh’ammed.
Relevante artikelen:
Soedjoed at-tielaawah (neerknieling tijdens de recitatie van de Qor-aan)
Wees tevreden met het Besluit van Allah
De houding van de gelovige jegens moeilijkheden
Het gebed (diverse artikelen)
De voorwaarden voor acceptabele ‘ibaadah (aanbidding)