Een waardevol geschenk, maar ook een verantwoordelijkheid!
Door Islam Q&A.
Vertaald door Youssef El Bakiouli.
Allah heeft de ouders rechten gegeven ten opzichte van hun kinderen. Dit geldt ook voor de kinderen. Ook zij hebben rechten gekregen ten opzichte van hun ouders. Ibn ‘Oemar (moge Allah tevreden over hem zijn) heeft gezegd: “Allah heeft ze abraar (rechtschapen) genoemd, omdat zij hun vaders en kinderen hebben geëerd (barroe). Net zoals jouw vader rechten heeft ten opzichte van jou, zo heeft jouw kind ook rechten ten opzichte van jou.” [Al-Adab al-Moefrad, 94.]
De boodschapper van Allah (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie), volgens een h’adieth (profetische overlevering) die verhaald is door ‘Abdoellaah ibn ‘Oemar: “…en jouw kind heeft rechten ten opzichte van jou.” (Moeslim, 1159.)
De rechten van het kind vóór de geboorte
Onder de rechten van het kind ten opzichte van hun ouders behoren ook enkele die zelfs vóór de geboorte van het kind gelden, zoals:
Het kiezen van een rechtschapen echtgenote om een rechtvaardige moeder te zijn.
Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden over hem zijn) heeft verhaald dat de profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Een vrouw wordt om vier redenen gehuwd: haar rijkdom, haar afkomst, haar schoonheid en haar religieuze toewijding. Trouw met degene die religieus toegewijd is, moge jouw handen met stof worden ingewreven (d.w.z. moge jullie slagen).” (Overgeleverd door al-Boekhaarie, 4802; Moeslim, 1466.)
Sheikh ‘Abdel-Ghanie al-Dahlawie heeft gezegd: “Uit alle vrouwen is het verstandig om juist die vrouwen te kiezen die religieus toegewijd en rechtschapen zijn en die van goeden huize komen. Wanneer een vrouw een onwettige afkomst heeft, is het mogelijk dat deze slechte eigenschap wordt doorgegeven aan haar kinderen. Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): ‘De ontuchtige man wenst slechts te trouwen met een ontuchtige vrouw of een afgodenaanbidster, en de ontuchtige vrouw wenst slechts te trouwen met een ontuchtige man of een afgodenaanbidder…’ [Soerat an-Noer (24), aayah 3.]
[Noot van uwkeuze.net: de onzedelijke zondaar die neigt naar ontucht, overspel en onzedelijkheid wenst niet te huwen met rechtschapen vrouwen, maar streeft slechts naar het verkrijgen van een onzedelijke ordinaire vrouw zoals hij, of een afgodenaanbidster (die onzedelijkheid niet veracht). En de zondige vrouw die geen rekening houdt met de wetgeving, daar wensen geen rechtschapen mannen een huwelijk mee aan te gaan, zij wenden zich juist van haar af. Het gezegde luidt daarom: “Soort zoekt soort.” (Tefsier H’adaa-ieq ar-Rawh’ wa ar-Rayh’aan fie Rawaabie ‘Oeloemie al-Qor-aan van Moh’ammed al-Amien ibn ‘Abdiellaah al-Oeramie al-‘Alawie al-Hararie as-Shaafi’ie.) – Einde noot.]
De islam beveelt dus aan te streven naar datgene dat bij elkaar past om harmonie te bereiken, en een persoon te vermijden die schande over de familie kan brengen als deze niet verenigbaar is.” (Uitleg van Soenan Ibn Maadjah, 1/141.)
(Lees verder onder de afbeelding.)
De rechten van het kind na de geboorte
1 – Het is een soennah (aanbevolen daad) om direct na de geboorte tah’niek uit te voeren bij het kind:
Anas ibn Maalik (moge Allah tevreden over hem zijn) heeft verhaald: “De zoon van Aboe Talh’a was ziek. Kort nadat Aboe Talh’a vertrokken was, overleed het kind. Toen Aboe Talh’a terugkeerde, vroeg hij: ‘Hoe gaat het met mijn zoon?’ Oemm Soelaym (zijn vrouw) zei: ‘Hij is rustiger dan hij was.’ Ze bracht hem zijn avondeten en hij at het op. Vervolgens heeft hij met haar geslachtsgemeenschap gehad. Toen hij klaar was, zei ze: “Ze hebben het kind begraven.” De volgende ochtend, ging Aboe Talh’a naar de boodschapper van Allah (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) en vertelde hem wat er was gebeurd. Hij vroeg (Nederlandstalige interpretatie): ‘Hebben jullie de afgelopen nacht geslachtsgemeenschap gehad?’ Hij zei: ‘Ja.’ Hij zei: ‘O Allah! Zegen hen.’ Later gaf zij geboorte aan een jongen. Aboe Talh’a zei tegen mij: ‘Houd hem bij je, totdat ik hem naar de profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) breng.’ Hij bracht hem naar de profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) en ik gaf hem wat dadels mee. De profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) hield hem vast en zei: ‘Heeft hij iets meegenomen?’ Zij zeiden: ‘Ja, een paar dadels.’ De profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) nam een paar dadels in zijn mond en kauwde erop. Hierna haalde hij een beetje uit zijn mond en stopte deze in de mond van het kind (tah’niek) en noemde hem ’Abdoellaah.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie, 5153; Moeslim, 2144.)
An-Nawawie heeft gezegd: “De geleerden zijn overeengekomen dat het moestah’abb (aanbevelenswaardig) is om direct na de geboorte tah’niek te verrichten bij het kind. Dit wordt gedaan met dadels. Indien dit niet mogelijk is, gebruik dan iets soortgelijks. De dadels worden voorgekauwd totdat deze zacht genoeg zijn om in te slikken. De mond van het kind wordt daarna geopend om een kleine hoeveelheid van de voorgekauwde dadels in zijn mond te stoppen.” (Uitleg van an-Nawawie van Moeslim, 14/122-123.)
2 – Het kind heeft het recht om een gepaste naam te krijgen, zoals ‘Abdoellaah of ‘Abdoer-Rah’maan.
Naafi’ heeft verhaald dat Ibn ‘Oemar heeft gezegd: “De boodschapper van Allah (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): ‘De meest geliefde [mensen]namen bij Allah zijn ‘Abdoellaah en ‘Abdoer-Rah’maan.’” (Overgeleverd door Moeslim, 2132.) [Noot van uwkeuze.net: en vervolgens elke naam die begint met ‘Abd (dienaar van) met daarna een Naam van Allah. En Allah weet het het best. Zie de verhandeling De 99 Namen van Allah. – Einde noot.]
Het is moestah’abb om het kind een profetennaam te geven. Anas ibn Maalik (moge Allah tevreden over hem zijn) heeft gezegd: “De boodschapper van Allah (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): ‘De afgelopen nacht is bij mij een kind geboren en ik heb hem naar mijn voorvader Ibraahiem genoemd.’” (Overgeleverd door Moeslim, 2315.)
Het is moestah’abb (aanbevolen) om het kind op de zevende dag een naam te geven. Echter, het is geen (religieuze) overtreding om hem op de eerste dag al een naam te geven, ondanks de hierboven vermelde h’adieth.
Samoerah ibn Djoendoeb heeft verhaald dat de boodschapper van Allah (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “De borg voor ieder kind is een offerdier dat voor hem op de zevende dag zal worden geslacht, dat zijn hoofd kaal wordt geschoren en dat hij een naam krijgt.” [Overgeleverd door Aboe Daawoed, 2838 ; geclassificeerd als sah’ieh’ (authentiek) door sheikh al-Albaanie in Sah’ieh’ al-Djaami’, 4541.]
Ibn al-Qayyim heeft gezegd: “Het doel van een naam geven is om iets of iemand te kunnen beschrijven. Als de naam onbekend is, dan wordt het moeilijk om ernaar te verwijzen. Het is dus toegestaan om hem (het kind) een naam te geven op de dag dat hij wordt geboren. En het is ook toegestaan om dit uit te stellen tot de derde dag of tot de dag van de ‘aqieqah (het geboortefeest) of daarvoor of daarna. De keuze hierin is vrij breed.” (Toeh’fat al-Mawloed, blz. 111.)
3 – Het is een soennah om op de zevende dag het hoofd van het kind kaal te scheren en het gewicht van het haar in zilver uit te geven als liefdadigheid (sadaqah).
‘Alie ibn Abie Taalib heeft verhaald: “De boodschapper van Allah (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) heeft een schaap geslacht voor de ‘aqieqah van al-H’asan en zei (Nederlandstalige interpretatie): ’O Faatimah! Scheer zijn hoofd kaal en geef het gewicht van zijn haren uit in zilver als liefdadigheid.’ Dus woog zij zijn haren die gelijk stonden aan een dirham of een deel daarvan.” [Overgeleverd door at-Tirmidzie, 1519; geclassificeerd als h’asan (goed) door sheikh al-Albaanie in Sah’ieh’ at-Tirmidzie, 1226.]
4 – Het is moestah’abb voor de vader om de ‘aqieqah te houden zoals vermeld staat in de hierboven vermelde h’adieth: “Ieder kind is gebonden aan zijn ‘aqieqah.”
Voor de jongen worden twee schapen geofferd en voor het meisje één schaap. ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden over haar zijn) heeft verhaald dat de boodschapper van Allah (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) hen heeft opgedragen om twee gelijksoortige schapen te offeren voor de jongen en één voor het meisje. (Overgeleverd door at-Tirmidzie, 1513; Sah’ieh’ at-Tirmidzie, 122; Aboe Daawoed, 2834; an-Nasaa-ie, 4212; Ibn Maadjah, 3163.)
5 – Besnijdenis.
Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden over hem zijn) heeft verhaald: “De boodschapper van Allah (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): ‘De fitrah (natuurlijke aanleg) bestaat uit vijf zaken, of vijf zaken behoren tot de fitrah: de besnijdenis, het scheren van het schaamhaar, het plukken van het okselhaar, het knippen van de nagels en het trimmen van de snor.’” (Overgeleverd door al-Boekhaarie, 5550; Moeslim, 257.)
[Zie het artikel Al-Fitrah – de natuurlijke aanleg.]
(Lees verder onder de afbeelding.)
6 – De rechten van het kind ten opzichte van onderwijs en opvoeding.
‘Abdoellaah (moge Allah tevreden over hem zijn) heeft verhaald dat de boodschapper van Allah (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Eenieder van jullie is een herder en is daarmee verantwoordelijk voor zijn kudde. De leider van de mensen is een herder en is daarmee verantwoordelijk voor hen. De man is de herder van zijn gezin en is daarmee verantwoordelijk voor hen. De vrouw is een herderin van het huis van haar man en kind en is daarmee verantwoordelijk voor hen. De slaaf is de herder van het rijkdom van zijn meester en is daarvoor verantwoordelijk. Eenieder van jullie is een herder en eenieder van jullie is verantwoordelijk voor zijn kudde.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie, 2416; Moeslim, 1829.)
De ouders hebben dus de taak gekregen om op de eerste plaats hun kinderen de verplichtingen van de islam te onderwijzen. Daarnaast is het belangrijk om kinderen deugden bij te brengen die aanbevolen zijn in de sharie’ah. En niet te vergeten, alle andere wereldse zaken waar zij kennis over moeten hebben om een fatsoenlijk leven te kunnen leiden in deze wereld. [Zie de verhandeling Het opvoeden van moslimkinderen & seksuele voorlichting in de islam.)
Men zou moeten starten met het aanleren van de meest belangrijkste zaken om dan vervolgens over te stappen naar de andere zaken die ook belangrijk zijn. De eerste verplichte onderdelen die het kind hoort te leren, zijn de onderdelen die over de correcte ‘aqiedah (geloofsleer) gaan. Deze moet vrij zijn van iedere vorm van shirk (polytheïsme) en bida’h (innovatie in de aanbiddingen). Daarna wordt overgestapt naar het verrichten van de aanbiddingen op de correcte manier… en in het bijzonder as-salaah (het gebed). Dit hoort synchroon te lopen met het bijbrengen van goede manieren en eigenschappen en al datgene wat als nuttig wordt beschouwd in de islam.
Allah, de Verhevene, zegt (Nederlandstalige interpretatie): “En gedenk toen Loeqmaan tegen zijn zoon zei, terwijl hij hem vermaande: ‘O mijn zoon! Ken geen deelgenoten toe aan Allah. Waarlijk, het toekennen van deelgenoten aan Allah is zeker een geweldig onrecht.’” [Soerat Loeqmaan (31), aayah 13.]
‘Abdel-Maalik ibn al-Rabie’ ibn Sabrah heeft verhaald van zijn vader dat zijn grootvader heeft gezegd: “De boodschapper van Allah (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): ‘Leer jouw kind het gebed als hij zeven jaar wordt en geef hem een (lichte) klap als hij niet bidt (als het kind op deze leeftijd het vertikt om het gebed te verrichten) wanneer hij tien jaar wordt.’” [Overgeleverd door at-Tirmidzie, 407; Aboe Daawoed, 494. Geclassificeerd als sah’ieh’ (authentiek) door sheikh al-Albaanie in Sah’ieh’ al-Djaami’, 4025.]
[Noot van uwkeuze.net over het slaan van kinderen:
Sheikh Ibn ‘Oethaymien (moge Allah genadevol zijn jegens hem) heeft gezegd: “De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) beval ons om onze kinderen te laten bidden wanneer zij zeven jaar zijn en om hen (licht) te slaan als zij niet bidden wanneer zij tien jaar zijn, ook al is het voor hen dan nog niet verplicht, zodat zij getraind worden in het verrichten van daden van aanbidding en gehoorzaamheid (jegens Allah ‘Azza wa Djel – de Almachtige en Majesteitelijke) en er gewend aan raken, zodat het gemakkelijker voor hen is wanneer zij de pubertijd bereiken (en het verplicht is voor hen) en het hen dierbaar is. Hetzelfde geldt voor alle kwesties die laakbaar zijn; jonge kinderen dienen er niet gewend aan te raken, ook al worden zij er dan nog niet verantwoordelijk voor gehouden.” (Einde citaat.) (Fataawaa Noer ‘ala al-Darb, 11/386.)
Hij heeft ook gezegd: “Het bevel impliceert dat het een verplichting is, maar het is slechts beperkt tot die gevallen waar een (corrigerende) tik nuttig is. Want soms brengt een tik helemaal geen voordeel, maar laat hem alleen maar meer schreeuwen en huilen. Bovendien wordt met het slaan hier bedoeld een zachte pijnloze tik die het doel dient en geen enkele schade veroorzaakt.” (Einde citaat.) (Liqa’ al-Baab il-Maftooh’, 95/18.)
De edele sheikh zei ook: “Het dient geen klap te zijn waardoor er een wond ontstaat en het dient geen klap in het gezicht te zijn…; het dient eerder een tik op de schouder of de hand en dergelijke te zijn… Het is verboden om in het gezicht te slaan.” (Einde citaat.) (Fataawa Noor ‘ala al-Darb, 13/2.)
Sheikh al-Fawzaan heeft gezegd: “(Licht) slaan behoort tot de middelen om een kind op te voeden… Maar dit dient binnen bepaalde grenzen te zijn en het dient geen klap te zijn die pijn veroorzaakt of een wond veroorzaakt; het dient eerder alleen te geschieden wanneer er echt een noodzaak voor is.” (Einde citaat.) (Ighaathat al-Mustafeed bi Sharh Kitaab al-Tawheed, 282 – 284.)
Ook dienen we rekening te houden met de eigenwaarde en waardigheid van het kind en hem niet te slaan in aanwezigheid van zijn vrienden en anderen. Zie het artikel Wees niet te streng voor je kinderen. – Einde noot.]
(Lees verder onder de afbeelding.)
Al-Roebayyi’ bint Moe’awwidh heeft gezegd: “De profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) heeft in de ochtend van ‘Ashoera een bericht gestuurd naar alle gebieden waar de Ansaar woonden (aan de randen van al-Medienah), waarin hij zei (Nederlandstalige interpretatie): ‘Eenieder van jullie die niet aan het vasten is in deze ochtend, laat hem dan de rest van de dag niet eten. En eenieder van jullie die gestart is met het vasten in deze ochtend, laat hem dan zijn vasten afmaken.’” Zij zei: “Na dit bericht werd het een gewoonte voor ons om deze vastendag af te wachten. We maakten dan onze kinderen wakker om ervoor te zorgen dat zij ook gingen vasten. We maakten speelgoed van wol voor hen; als iemand van hen ging huilen van de honger, kreeg hij van ons dit speelgoed totdat het tijd was om het vasten te verbreken.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie, 1859; Moeslim, 1136.)
Al-Saa’ib ibn Yazied heeft gezegd: “Ik ben meegenomen op h’adj met de boodschapper van Allah (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) toen ik zeven jaar oud was.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie, 1759.)
7 – Het trainen van goede manieren en eigenschappen.
Iedere vader en moeder hoort zijn/haar kinderen te trainen in het verkrijgen van prijzenswaardige eigenschappen en goede manieren tegenover Allah, tegenover Zijn profeet, de boodschapper van Allah (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem), tegenover de Koran, tegenover hun oemmah (de wereldwijde gemeenschap van gelovigen) en tegenover iedereen die rechten hebben ten opzichte van hen. Zij horen zich niet te misdragen bij de mensen met wie zij zich mengen, of bij hun buren of bij hun vrienden. [Zie onder andere de artikelen De belangrijkheid van akhlaaq – goed gedrag en De voortreffelijke positie van buren in de islam en De rechten van de straat.]
An-Nawawie heeft gezegd: “De vader moet zijn kind disciplineren en hem onderwijzen over zijn religieuze verplichtingen. Deze onderwijzing is een plicht van de vader en voor iedereen die de verantwoordelijkheid heeft gekregen over kinderen, voordat het kind de puberteit bereikt. Dit is vermeld door al-Shaafi’ en zijn metgezellen. Al-Shaafi’ en zijn metgezellen hebben gezegd: ‘Deze onderwijzing is ook een plicht voor de moeder, als de vader afwezig is, want het is een onderdeel van het grootbrengen van het kind. Zij hebben namelijk ook een aandeel hierin. De kosten van deze onderwijzing kunnen genomen worden van het bezit van het kind zelf. Als het kind geen bezit heeft, dan is de persoon die verantwoordelijk is voor de besteding van dit kind, om het uit te geven aan zijn onderwijs. Het is namelijk een van de zaken die hij hard nodig heeft. En Allah weet het het beste.’” (Uitleg van an-Nawawie van Sah’ieh’ Moeslim, 8/44.)
De vader moet hen goede manieren bijbrengen voor alle situaties, zoals tijdens het eten, drinken, kleden, slapen, van thuis weggaan, thuis binnenkomen, rijden in voertuigen enzovoort. Hij moet ze de eigenschappen van een goede persoon meegeven, zoals liefde door opoffering, de anderen op de eerste plaats zetten, het helpen van anderen, beleefd en vrijgevig zijn. Hij moet ze ook weghouden van slechte eigenschappen, zoals lafhartigheid, krenterigheid, gebrek aan beleefdheid, gebrek aan ambitie enzovoort.
Al-Manaawie heeft gezegd: “Zoals jouw ouders rechten hebben ten opzichte van jou, zo heeft jou kind ook rechten ten opzichte van jou. Dit zijn behoorlijk wat rechten, zoals het onderwijzen van de individuele verplichtingen, het aanleren van de islamitische etiquette en het geven van geschenken zonder onderscheid te maken tussen de kinderen, of het nu gaat om een cadeau of een gift. Als een kind een duidelijke voorkeursbehandeling krijgt zonder reden, dan wordt dit door sommige geleerden als verkeerd beschouwd, terwijl anderen het zelfs als makroeh (afkeurenswaardig) beschouwen.” (Fayd al-Qadier, 2/574.)
De vader heeft ook de plicht om zijn zonen en dochters te beschermen tegen al datgene wat ze dicht bij het Hellevuur brengt. Allah, de Verhevene, zegt (Nederlandstalige interpretatie): “O degenen die geloven! Bescherm jullie zelf en jullie gezinsleden #1 tegen een vuur, wier brandstof mensen en stenen is, waarover strenge en sterke engelen zijn aangesteld, die niet ongehoorzaam zijn aan wat Allah hen opdraagt en die doen wat hen opgedragen wordt.” [Soerat at-Tah’riem (66), aayah 6.]
[#1 Noot van uwkeuze.net: door afstand te nemen van zonden en het nakomen van vormen van gehoorzaamheid en door het opvoeden van de gezinsleden en hen aan te sporen om datgene na te komen wat jullie ook nakomen. (Tefsier al-Qaasimie.) Zie de verhandeling Het opvoeden van moslimkinderen & seksuele voorlichting in de islam. – Einde noot.]
Al-Qoertoebie heeft gezegd: “Al-H’asan gaf als commentaar op deze aayah door te zeggen: ‘Beveel en verbied hen.’ Een van de geleerden zei: ‘(Het zinsdeel) bescherm jullie zelf inclusief jullie kinderen, daarmee wordt bedoeld dat het kind een deel is van hem. Dit wordt ook vermeld in de aayah (Nederlandstalige interpretatie): ‘…noch op jullie zelf, indien jullie eten van jullie huizen #2…’ [Soerat an-Noer (24), aayah 61.] Het is ook in dezelfde aayah waar de verschillende familieleden niet individueel worden opgesomd. Verder heeft hij de plicht om ze te leren wat h’alaal (wettig, toegestaan) en wat h’araam (onwettig, verboden) is. Daarnaast is hij ook verplicht om ze te behoeden voor het plegen van zondes, naast de verplichting om ze de andere regelingen te leren.’”
[#2 Noot van uwkeuze.net: er treft jullie geen blaam om zonder toestemming te eten in huizen van jullie kinderen en degenen die jullie onderhouden en jullie vrouwen. (Tefsier H’adaa-ieq ar-Rawh’ wa ar-Rayh’aan fie Rawaabie ‘Oeloemie al-Qor-aan van Moh’ammed al-Amien ibn ‘Abdiellaah al-Oeramie al-‘Alawie al-Hararie as-Shaafi’ie.) – Einde noot.]
8 – Besteding.
Dit is een van de plichten die een vader heeft tegenover zijn kinderen. Het is onacceptabel voor hem om hierin tekort te schieten, of dat hij deze zaak verwaarloost. Integendeel, hij is verplicht om deze taak zo goed mogelijk uit te voeren.
‘Abdoellaah ibn ‘Amr (moge Allah tevreden zijn over hem) heeft verhaald: “De boodschapper van Allah (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Het is een ernstige zonde voor een man om degene voor wie hij verplicht is te zorgen, te verwaarlozen.” (Overgeleverd door Aboe Daawoed, 1692; geclassificeerd als h’asan door sheikh al-Albaanie in Sah’ieh’ al-Djaami’, 4481.)
Een ander bijzonder recht is om het kind een goede opvoeding te geven en goed voor hem of haar te zorgen – in het bijzonder meisjes. De boodschapper van Allah (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) moedigde de nobele daden aan.
‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden over haar zijn), de vrouw van de profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) heeft verhaald: “Een vrouw kwam naar mij toe met twee dochters. Zij vroeg mij om voedsel. Ik kon geen voedsel vinden, behalve een dadel die ik aan haar heb gegeven. Zij verdeelde deze tussen haar twee dochters. Daarna stond zij op en ging zij weg. De profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) kwam binnen en ik vertelde hem wat er was gebeurd. Hij zei (Nederlandstalige interpretatie): ‘Wie het ook is, die verantwoordelijk is voor deze meisjes en een goede omgang met ze heeft, zij zullen (op de Dag des Oordeels) een schild zijn voor hem tegen het Hellevuur.’” (Overgeleverd door al-Boekhaarie, 5649; Moeslim, 2629.)
Een andere belangrijke zaak die aandacht verdient en die ook tot een van de rechten van de kinderen behoort, is het behandelen van kinderen op een rechtvaardige manier. De profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) heeft hiernaar verwezen in de sah’ieh’ h’adieth (authentieke overlevering): “Vrees Allah en behandel jouw kinderen rechtvaardig.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie, 2447; Moeslim, 1623.) Het is onacceptabel om de voorkeur te geven aan meisjes boven de jongens. Andersom is het uiteraard ook onacceptabel. Als de vader deze fout begaat en een duidelijke voorkeursbehandeling toont tussen zijn kinderen en ze niet rechtvaardig behandeld, dan zal dit vervelende gevolgen hebben, zoals:
Het kwaad dat de vader over zich heen roept, wanneer hij ze heeft genegeerd of tekort gedaan heeft. Als de kinderen groot zijn, dan zullen zij geen respect voor hem hebben. De profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) heeft hiernaar verwezen in de h’adieth die door Moeslim is overgeleverd (1623), toen hij tegen de vader van al-Noe’maan heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Wil jij dat zij jou evenveel eren?” Hij zei: “Ja.” Met andere woorden, als jij wenst dat zij jou allemaal evenveel eren, wees dan rechtvaardig in het geven van cadeaus aan hen.
Een ander niet gewenste resultaat, is het ontstaan van onderlinge haat bij de kinderen. Vijandigheid en afkeer zijn o.a. de ingrediënten van een dergelijke behandeling bij de kinderen.
En Allah weet het het beste.
Bron: https://islamqa.info/en/20064 (Engels) – https://islamqa.info/ar/20064 (Arabisch).
Relevante artikelen:
Het verwelkomen van een pasgeboren kind
Wees niet te streng voor je kinderen
Het opvoeden van moslimkinderen & seksuele voorlichting in de islam
Voor kinderen (diverse artikelen)