Zionistisch terrorisme wordt geaccepteerd door het Westen.
Artikelen:
– Ons geliefd Palestina – over de geschiedenis (Dr. Moeh’sin Moh’ammed Saalih’)
– As the Arabs see the Jews (King Abdullah I of Jordan, Engelstalig)
– O lieden van het boek! Wij zijn geen antisemieten (Abou Hafs)
– Gaza Q&A (Hassan Chowdhury – Engelstalig)
Zie ook de website www.ifamericansknew.org (Engelstalig) voor o.a. verschillende statistieken over dit conflict dat een van de grootste bronnen is voor onrust in de wereld.
(Lees verder onder de afbeelding.)
Allah de Verhevene zegt in de Nobele Koran (Nederlandstalige interpretatie): “En gedenk toen Moesaa (Mozes) tegen zijn volk zei: ‘O mijn volk! Gedenk de gunsten van Allah aan jullie, toen Hij onder jullie profeten aanstelde (de een na de ander) en jullie koningen maakte en Hij jullie gaf wat Hij niemand van al-‘aalamien (de mensen en djinn in het verleden) gegeven heeft. O mijn volk! Ga het heilige land (Palestina) binnen dat Allah voor jullie heeft voorgeschreven (en bestrijd daarin de ongelovigen); en trek je niet terug (van de strijd), waarna jullie zullen terugkeren als verliezers.’ Zij zeiden: ‘O Moesaa (Mozes)! Waarlijk, daarin is een tiranniek en sterk volk en wij zullen het nooit betreden totdat zij daaruit weggaan: als zij dan daaruit weggaan, dan zullen wij het betreden.’ Twee mannen die behoorden tot degenen die (Allah en Zijn bestraffing) vreesden, en die Allah beiden had begunstigd, zeiden: ‘Overrompel hen bij de poort. Wanneer jullie het dan betreden, dan zullen jullie waarlijk overwinnen. En vertrouw op Allah (en gehoorzaam Zijn boodschapper – Mozes), als jullie waarlijk gelovigen zijn.’ Zij zeiden: ‘O Moesaa (Mozes)! Wij zullen het nooit betreden zolang zij daarin zijn. Ga jij en jouw Heer dan beiden strijden! Wij blijven hier zitten.’ (#1) Hij (Mozes) zei: ‘Mijn Heer! Ik heb geen macht behalve over mijzelf en mijn broer (Haaroen – Aäron), scheid ons dan van het faasiq volk (opstandig en ongehoorzaam jegens Allah door afstand te nemen van de strijd).’” [Soerat al-Maa-idah (5), aayah 20-25.]
<<< (#1) Met dit godslasterlijke en laffe antwoord weigerden de Joden deel te nemen aan de strijd, tartten zij hun boodschapper (Mozes – vrede zij met hem) en waren zij Allah de Verhevene ondankbaar hoewel Hij hen bevrijd had uit de slavernij onder de Egyptische farao.>>>
De Israëlieten, veracht en onderworpen, zouden gered worden en heersers in Palestina gemaakt (na de Kanaänieten). Daawoed (David) en Soelaymaan (Salomo) (vrede zij met hen beide) waren grote koningen en speelden een aanzienlijke rol in de geschiedenis. Maar de grootheid van de Israëlieten was voorwaardelijk en zij werden beoordeeld naar hun daden: waren zij dankbaar en gehoorzaam jegens Allah of niet? Toen zij tot zonden vervielen, werd hen de eer en macht ontnomen waarna zij eeuwen lang geen heersers meer waren over Palestina.
Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “…Waarlijk! Allah zal de (goede) toestand van een volk niet veranderen totdat zij hun (goede) toestand (zelf) veranderen (#2)…” [Soerat ar-Ra’d (13), aayah 11.]
Allah de Almachtige zegt ook (Nederlandstalige interpretatie): “Dat is omdat Allah nooit een gunst – welke Hij aan een volk geschonken heeft – zal veranderen totdat zij veranderen wat in henzelf is (#2). En waarlijk, Allah is Alhorend, Alwetend.” [Soerat al-Anfaal (8), aayah 53.]
<<< (#2) Doordat zij zonden begaan, ondankbaar en ongehoorzaam zijn tegenover Allah de Verhevene. Hierdoor bewijzen zij dat zij deze gunst onwaardig zijn.>>>
Uit bovenstaande kunnen we concluderen dat de Joden niet de oorspronkelijke bewoners van Palestina zijn. Het was hun “beloofde land” mits zij Allah gehoorzaamden en dankbaar waren. Moslims hebben eeuwen lang over Palestina geheerst, maar nadat zij van het rechte pad van de Islaam afweken, ondergingen zij hetzelfde lot als de Joden en verloren ook zij de heerschappij over Palestina. De oplossing ligt in de Islaam: als moslims terugkeren naar de zuivere ‘aqiedah (geloofsleer), zullen zij weer heersen over Palestina, in shaa-a Allaah.
(Lees verder onder de afbeelding.)