Beste broeder/zuster, wees geen reiziger
die in zijn waterzak stof draagt!!
Door Muhammad Alshareef.
Vertaald door Oem Dja’far.
In een van de oorlogen die de moslims onder leiding van Maslamah (moge Allah hem genadig zijn) tegen de Romeinen streden, omsingelden de moslims een stad met een hoge en versterkte muur. De belegering duurde maanden.
Op een nacht kwam een van de moslims naar generaal Maslamah en vertelde hem over een kleine opening die hij had weten te maken in de muur. “De opening is net groot genoeg voor een magere soldaat.” Hij kwam dichterbij. “Stuur snel iemand met mij mee die door de opening kan en in staat is binnen het leger te bevechten totdat hij de poort voor ons allemaal heeft geopend.”
Maslamah verspreidde het nieuws en die nacht meldde een vrijwilliger zich. Met deze verrassende aanval werd de poort geopend en de moslims behaalden de zege.
Maslamah, overweldigd door blijdschap, verspreidde de boodschap dat de soldaat die door de opening in de muur was gegaan zich moest melden. Niemand meldde zich. Er ging een dag voorbij en het verzoek werd herhaald. Er ging nog een dag voorbij, en nog een. Niemand meldde zich om de eer op te strijken.
Op de vierde dag benaderde een soldaat Masmalah: zijn gezicht was gewikkeld in een doek. Hij zei tegen hem: “Ik heb een bericht van de soldaat die door de opening in de muur ging.”
Maslamah ging rechtop zitten en zei: “Vertel me wie het is?”
“Echter,“ zei de soldaat, “ hij heeft allereerst drie voorwaarden voordat hij zijn identiteit zal bekendmaken. Ga je hiermee akkoord?”
“Natuurlijk,” zei Maslamah.
“De eerste voorwaarde is dat je hem niet zult belonen voor wat hij heeft gedaan. De tweede is dat je niemand zult vertellen wie hij is en de derde voorwaarde is dat je nooit meer om zijn aanwezigheid zult vragen. Ga je akkoord met deze voorwaarden?”
“Ik ga akkoord,“ antwoordde Maslamah.
De soldaat zei, terwijl hij de doek verwijderde: “Ik ben het. Ik ging door de opening alleen omwille van Allah.” Toen draaide hij zich om en liep weg.
Na die dag, hoorde men Maslamah vaak dat hij Allah smeekte: “O Allah! Verleen mij (op de Dag der Opstanding) broederschap met de soldaat van de opening in de muur.”
Soms zie je op een islamitische school kinderen bidden in de achterste rij, maar wat zij doen is beter te omschrijven als ‘spelen’. Op het moment dat de hoofdmeester nadert, of wie dan ook met meer autoriteit dan hen, staan ze allemaal rechtop in het gebed en met complete toewijding.
Dit zijn kinderen en Allah zal hen niet verantwoordelijk houden. Echter, er zijn vele volwassenen die exact dit doen maar met serieuzere gevolgen. Het ingrediënt dat wij allemaal gedurende ons leven als moslim moeten zien te verkrijgen is ikhlas (of al-ikhlaas – الإخلاص – oprechtheid in aanbidding); dit zal vandaag het onderwerp zijn, in shaa-e Allaah.
[Noot van uwkeuze.net: er is gezegd dat oprechtheid betekent dat iemands daden hetzelfde zijn of zij nu openlijk of heimelijk verricht worden. Pronken vindt plaats wanneer de daden die men openlijk verricht beter zijn dan die heimelijk verricht worden. (Einde citaat uit Madaaridj as-Saalikien (2/91). – Einde noot.]
(Lees verder onder de afbeelding.)
Oprechtheid in alles wat wij doen is een gebod van Allah Ta’aalaa (Verheven is Hij), Die zegt in Zijn Nobele Qor-aan (Nederlandstalige interpretatie): “Zeg (o Moh’ammed): ‘Waarlijk, mijn gebed en mijn offers en mijn leven en mijn overlijden behoren toe aan Allah, Heer van al-‘aalamien (de gehele schepping). Hij heeft geen deelgenoot. En daarmee ben ik bevolen en ik ben (van deze gemeenschap) de eerste van de moslims.’” [Soerat al-An’aam (6), aayah 162-163.]
Allah Ta’aalaa zegt in een ander vers (Nederlandstalige interpretatie): “En hen werd niets bevolen behalve dat zij Allah dienen te aanbidden, de religie zuiver voor Hem makend, als monotheïsten, en om het gebed te onderhouden en az-zakaah (de verplichte liefdadigheid) uit te geven, en dat is de correcte religie.” [Soerat al-Bayyinah (98), aayah 5.]
Wat betreft de definitie van ikhlaas, al-Djoerdjaanie (moge Allah hem genadig zijn) heeft gezegd, het is het niet zoeken naar een ander publiek voor je daden dan Allah Azza wa Djel (de Almachtige en Majesteitelijke).
[Noot van uwkeuze.net: de Arabische basis van het woord ikhlaas is kh-l-s (kha-lem-saad / ص-ل–خ), wat ‘gereinigd worden’ of ‘geraffineerd worden’ betekent. Het concept van raffineren, reinigen en niets achterlaten behalve het essentiële, hetgeen men wenst te verkrijgen, is, in dit geval, Allah Ta’aalaa (Verheven is Hij), de ultieme Ontvanger van onze uiterste loyaliteit en oprechtheid. Een dergelijke reiniging is het wegbranden van alle wereldlijke misvattingen, bezorgdheden en begeertes die ons afscheiden van Allah Ta’aalaa, Degene en de Enige van Wie we werkelijk afhankelijk zijn. – Einde noot.]
Wanneer iemand de tekst bekijkt van de Qor-aan en de Soennah, dan zal diegene zich realiseren dat Allah Ta’aalaa en zijn boodschapper (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) over oprechtheid spreken in verschillende aspecten:
- Oprechtheid in de tawh’ied van Allah
- Oprechtheid in onze intenties
- Oprechtheid in onze aanbidding (salaat, soedjoed, vasten, gebeden gedurende de Ramadan, gebeden gedurende Laylatoe l-Qadr enzovoort)
- Oprechte liefde voor de moskee, zakaat, sadaqah, h’adj, djihaad, berouw, smeekbedes, recitatie van de Qor-aan en zo veel meer
De Qor-aan en de Soennah spreken over:
- Oprechtheid in al onze verbale uitingen
- Oprechtheid in ons voortreffelijke en rechtschapen karakter
- Oprechtheid in ons vertrouwen (tawakkoel) in Allah
- Oprechtheid in al onze handelingen
Allah Soebh’aanahoe wa Ta’aalaa (Glorieus en Verheven is Hij) zegt (Nederlandstalige interpretatie): “Degene Die de dood en het leven heeft geschapen opdat Hij jullie beproeft wie van jullie de beste daden verricht #1…” [Soerat al-Moelk (67), aayah 2.]
[#1 Noot van uwkeuze.net: Ibn Kethier zei in zijn tefsier: “Het is belangrijk om op te merken dat Allah Soebh’aanahoe wa Ta’aalaa (Glorieus en Verheven is Hij) hier niet zei: ‘Wie van jullie de meeste daden verricht.’ In plaats daarvan zei Hij: ‘…de beste daden verricht.’ Een daad wordt pas als een goede daad beschouwd wanneer deze oprecht voor Allah de Almachtige en Sublieme verricht is, en het dient ook in overeenstemming te zijn met de wetgeving van Allahs boodschapper (vrede en zegeningen zijn met hem) (oftewel de Soennah). Wanneer een daad één van deze voorwaarden mist, is deze ongeldig en nutteloos.” Zie het artikel De voorwaarden voor acceptabele ‘ibaadah (aanbidding). – Einde noot.]
In zijn bespreking van dit vers zei al-Foedhayl ibn ‘Iyaadh (moge Allah hem genadig zijn): “Het zijn die daden die het meest correct en oprecht zijn.” De studenten vroegen: “O Aboe ‘Alie! Wat zijn daden die correct en oprecht zijn?” Hij zei: “Als een daad oprecht wordt uitgevoerd, maar niet correct, zal deze niet worden geaccepteerd. En als een daad correct wordt uitgevoerd, maar niet oprecht voor Allah Ta’aalaa (Verheven is Hij), dan zal deze niet geaccepteerd worden. Het moet correct en oprecht zijn. Oprecht in de zin van alleen voor Allah Ta’aalaa; correct in de zin van volgens de Soennah.” Vervolgens reciteerde hij dit vers (Nederlandstalige interpretatie): “…Dus wie hoopt op de ontmoeting met zijn Heer #2, laat hem rechtschapen daden verrichten en laat hem bij de aanbidding van zijn Heer niemand als deelgenoot toekennen #3.” [Soerat al-Kahf (18), aayah 110.]
[#2 Noot van uwkeuze.net: Aboe Moesaa (moge Allah tevreden over hem zijn) verhaalde: “De profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): ‘Eenieder die houdt van de ontmoeting met Allah, Allah houdt ook van de ontmoeting met hem; en eenieder die de ontmoeting met Allah haat, Allah haat ook de ontmoeting met hem.’” (Sah’ieh’ al-Boekhaarie.) – Einde noot.]
[#3 Noot van uwkeuze.net: imam Ah’med leverde over dat Mah’moed ibn Labied zei dat de boodschapper van Allah (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) gezegd heeft (Nederlandstalige interpretatie): “Wat ik het meeste vrees voor jullie is de kleine shirk (afgoderij).” Zij zeiden: “Wat is de kleine shirk, o boodschapper van Allah?” Hij zei: “Ar-Riyaa-e (te koop lopen met je daden, indruk proberen te maken op mensen enzovoort). Allah zal zeggen op de Dag der Opstanding, wanneer de mensen beloond of bestraft worden voor hun daden: ‘Ga naar degene tegenover wie je indruk wilde maken in de wereld en zie of je enige beloning bij hem vindt.’” Zie het artikel Riyaa-e, te koop lopen met je daden. – Einde noot.]
Dus door middel van ikhlaas kunnen we gered worden van misleiding, zoals de profeet Yoesoef (Jozef – vrede zij met hem) gered werd. Luister naar de Woorden van Allah ‘Azza wa Djel (de Almachtige en Majesteitelijke) (Nederlandstalige interpretatie): “…Zo was het, opdat Wij het kwaad en de gruweldaad van hem zouden afwenden. Waarlijk, hij behoorde tot Onze uitverkoren dienaren.” [Soerat Yoesoef (12), aayah 24.]
Met ikhlaas kan jouw boek (met al jouw daden) in jouw voordeel veranderen gedurende de laatste minuten van je leven, zoals de man die 99 mensen vermoordde overkwam. Allah Ta’aalaa redde hem op het laatste moment door de oprechtheid in zijn berouw.
Met ikhlaas kan men gered worden van het Hellevuur en een aanzienlijke positie verkrijgen in het Paradijs. In de Koran wordt aangegeven (Nederlandstalige interpretatie): “En zij geven voedsel, ondanks dat zij ervan houden, aan de arme en de wees en de gevangene. (Zeggende:) ‘Waarlijk, wij voeden jullie slechts omwille van het Aangezicht van Allah. Wij wensen van jullie geen beloning en geen dank. Waarlijk, wij vrezen van onze Heer een Dag, die zeer ellendig is, waarop de gezichten zullen fronsen.’ Daarom zal Allah hen beschermen tegen het kwaad van die Dag en hen glans (in hun gezichten) en vreugde (in hun harten) schenken. En Hij zal hen, vanwege hun geduld, met een tuin (in het Paradijs) en (kleding van) zijde belonen.” [Soerat al-Insaan (76), aayah 8-12.]
(Lees verder onder de afbeelding.)
Geliefde broeders en zusters, we moeten begrijpen dat er bepaalde dingen zijn die onze ikhlaas (oprechtheid) voor Allah ‘Azza wa Djel (de Almachtige en Majesteitelijke) tegengaan. Van deze dingen zijn er drie: riyaa-e, soem’ah en ‘oedjb.
Riyaa-e is het verrichten van een daad van aanbidding met de intentie (niyyah) om op te vallen bij mensen, op zoek naar hun lof of andere ijdelheden. Dus deze persoon wil de hemel in geprezen worden, roem, verheerlijking of gevreesd worden door deze handeling. Een voorbeeld hiervan is iemand die veel geld doneert zodat anderen denken dat hij heel gul is.
Soem’ah lijkt op riyaa-e, maar de geleerden hebben gezegd dat het de verbale uitingen zijn die een persoon doet omwille van de mensen. Denk maar eens aan iemand die dreigingen tegen de zionisten in Palestina uit alleen maar zodat anderen zullen denken dat hij moedig is.
Ibnoe l-Moebaarak (moge Allah hem genadig zijn) zei: “Het kan zijn dat een grote daad klein wordt door een (onjuiste) intentie. En het kan zijn dat een kleine daad groot wordt door een oprechte intentie.”
‘Oedjb is de neef van riyaa-e. Het is wanneer iemand onder de indruk is van de ‘geweldige’ daden die hijzelf heeft verricht. Dit en alle andere soorten zijn virussen die onze daden kunnen doden en hen tegen ons laten keren op de Dag des Oordeels.
Ya’qoeb al-Makfoef (moge Allah hem genadig zijn) zei altijd: “De oprechte is degene die zijn goede daden verbergt zoals hij zijn slechte zou verbergen.”
Vanuit de sierah, Sa’d ibn Waqqaas verhaalde: “…wat betreft ‘Ikrimah ibn Abie Djahl (na de verovering op Mekkah), die werd tijdens het vluchten over zee door een verschrikkelijke storm gegrepen. De eigenaren van de boot schreeuwden: ‘Bid op dit moment alleen tot God en bid oprecht! Want jouw goden kunnen ons op geen enkele manier redden van deze storm.’ ‘Ikrimah zei: ‘Bij Allah, als alleen ikhlaas mij op zee kan redden, dan is dat ook op het land het enige wat mij kan redden.’ (Vervolgens hief hij zijn handen op en kondigde aan): ‘O Allah! Als U mij redt, dan heeft U van mij een belofte dat ik niet zal rusten totdat ik aankom bij Moh’ammed en mijn hand in de zijne zal plaatsen.”
Toen hij vervolgens aankwam bij de profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) werd hij moslim en later stierf hij als martelaar in djihaad.
Oprechtheid is een onderwerp dat niet alleen belangrijk is in de islam. Het is ook een onderwerp waar de ongelovigen en de filosofen al eeuwen over peinzen. De Engelsen hebben een gezegde: To hunt with the lantern of Diogenes (jagen met de lantaarn van Diogenes).
Diogenes was een cynische Griekse filosoof die ongeveer 320 jaar voor de profeet ‘Iesaa (Jezus – vrede zij met hem) leefde. Hij geloofde dat er geen oprechtheid bestond in de mens. Om zijn gelijk te behalen zou hij op klaarlichte dag met een brandende lantaarn door de straten van Corinth zijn gaan lopen, op zoek naar een oprechte man. Hier komt de Engelse uitdrukking ‘Jagen met de lantaarn van Diogenes’ vandaan, die gebruikt wordt wanneer men het heeft over een groep mensen die geen enkele oprechtheid kent.
Natuurlijk is onoprechtheid in onze daden iets gevaarlijks wat een persoon naar verval kan leiden. Ibn Mas’oed (moge Allah tevreden over hem zijn) gaf zijn studenten het volgende advies: “Als jouw intentie een van de volgende drie is, ga dan niet op zoek naar kennis: om de onwetenden voor schut te zetten, om in discussie te gaan met de rechtsgeleerden, of om de gezichten van mensen in jouw richting te doen draaien (je wilt indruk op hen maken). Voer je daden en woorden uit omwille van hetgeen dat bij Allah Soebh’aanahoe wa Ta’aalaa (Glorieus en Verheven is Hij) is. Want waarlijk, hetgeen dat bij Allah is is blijvend en al het andere zal verdwijnen.”
Tot slot, Ibnoe l-Qayyim (moge Allah hem genadig zijn) heeft gezegd: “Daden zonder oprechtheid zijn als een reiziger die in zijn waterzak stof draagt. Het dragen ervan is een last voor hem en het brengt hem geen voordeel.”
[Toevoeging van uwkeuze.net:]
Je kunt nagaan of je oprecht bent in de daden die je verricht en of jij je inspant alleen omwille van Allah, door aandacht te schenken aan het volgende:
- Je dient die daad niet te verrichten zodat andere mensen het kunnen zien of er over horen. #4
- Je dient je niet te veel te concentreren op de lof of kritiek van mensen. #5
- Je goede daden verbergen en ze geheim houden dient je dierbaarder te zijn dan ze openlijk verrichten.
- Je dient te proberen situaties te vermijden waardoor je opvalt of bekend wordt, tenzij het is wegens een legitiem shar’ie voordeel.
- Je dient je goede daden niet te vermeerderen en ze mooi te maken wanneer andere mensen aanwezig zijn.
- Je dient altijd over jezelf te denken dat je tekortschiet (niet goed genoeg bent).
- Je dient geen enkele goede daad aan jezelf toe te schrijven, maar je dient je te realiseren dat alle zegeningen van Allah Ta’aalaa komen; en zonder deze zegeningen zou je ten ondergang gedoemd zijn. Tawfieq (succes) is alleen van Allah! #6
- Je dient veel te bidden voor vergeving (istighfaar) na het verrichten van de daad, want je voelt dat je tekortschoten bent. #7
- Je dient blij en dankbaar te zijn wanneer Allah Ta’aalaa jou in staat stelt om rechtschapen daden te verrichten.
#4 Al-‘Izz ibn ‘Abd as-Salaam (moge Allah hem genadig zijn) zei: “Tot de uitzonderingen op de aanbeveling om je goede daden te verbergen behoren: iemand die zijn goede daad openlijk verricht zodat zijn voorbeeld gevolgd kan worden, of zodat mensen er voordeel uit kunnen halen, zoals het schrijven van boeken met kennis.” (Einde citaat uit Fath’ al-Baarie (11/337).
#5 Ibn al-Qayyim (moge Allah hem genadig zijn) zei: “Wanneer iemand een hoog niveau van toewijding aan zijn Heer bereikt en daar standvastig in wordt, dan zal hij geen aandacht schenken aan de lof en kritiek van mensen, en hij zal niet blij zijn wanneer mensen hem prijzen of boos wanneer zij hem bekritiseren. Dit is de omschrijving van degene die zich niet laat leiden door zijn bevliegingen en begeerten en die een ware onderworpenheid aan zijn Heer heeft bereikt, en wiens hart de zoetheid van geloof en oprechtheid geproefd heeft.” (Einde citaat uit Madaaridj as-Saalikien 2/8.]
#6 Allah Ta’aalaa zegt (Nederlandstalige interpretatie: “…En als de Gunst van Allah en Zijn Barmhartigheid er niet waren geweest jegens jullie, zou niemand van jullie ooit gelouterd zijn, maar Allah loutert wie Hij wil…” [Soerat an-Noer (24), aayah 21.] Zie het artikel 7 Dingen om jouw tawfieq (succes) te vermeerderen.
#7 As-Sa’die (moge Allah hem genadig zijn) zei: “Telkens wanneer iemand een daad van aanbidding beëindigd heeft, dan dient hij de vergeving van Allah te zoeken voor zijn tekortkomingen, en Hem te bedanken dat Hij hem daartoe in staat gesteld heeft. Hij dient niet te zijn zoals degene die denkt dat hij zijn daden van aanbidding geperfectioneerd heeft en zijn Heer een plezier gedaan heeft, en denken dat hij hierdoor een hoge status gekregen heeft. Want zo iemand verdient het om verworpen te worden en dat zijn daad niet geaccepteerd wordt, net zoals de eerstgenoemde het verdient om geaccepteerd te worden en in staat gesteld wordt om meer daden te verrichten.” (Einde citaat uit Tafsier as-Sa’die, p. 92.)
Als je aan deze zaken aandacht schenkt met betrekking tot je daden, dan is er de hoop dat je zult behoren tot de oprechten.
Wat betreft zeker zijn dat je oprecht bent in je daden, er is geen manier om dit te verifiëren. Want de kennis daarover is alleen bij Allah Ta’aalaa. Maar je dient maatregelen te treffen om oprechtheid te bereiken en Allah Ta’aalaa te vragen om je in staat te stellen je daden op een correcte en oprechte manier te verrichten. Maar je dient niet te bevestigen/beweren dat jij of iemand anders oprechtheid bereikt hebt. (Einde toevoeging van uwkeuze.net. Bron: https://islamqa.info/en/240287.)
Moge Allah Ta’aalaa ons allen doen behoren tot degenen wier daden in overeenkomst met de Soennah zijn, daden die uit oprechtheid omwille van Allah Ta’aalaa worden verricht.
(Lees verder onder de afbeelding.)
Relevante artikelen:
De voorwaarden voor acceptabele ‘ibaadah (aanbidding)
Riyaa-e, te koop lopen met je daden
7 Dingen om jouw tawfieq (succes) te vermeerderen
De weg naar al-Firdaws al-A’laa (de hoogste rang van het Paradijs)
Hoe word je een vip op de Dag des Oordeels
10 Manieren om je imaan (geloof) te vermeerderen
De daden worden beoordeeld op basis van de intentie (h’adieth 1 van De veertig ah’aadieth van an-Nawawie)