Het islamitische oordeel over degene die het gebed nalaat.
Door sheikh Moh’ammed ibn ‘Oethaymien.
Dit is een onderwerp dat tot de grote islamitische wetenschapsonderwerpen behoort. Veel geleerden zijn het over bepaalde zaken oneens (vroeger en tegenwoordig) [Zie Ontwikkeling van fiqh – de islamitische wet: bronnen, wetscholen (madzaahib) en meningsverschillen voor meer uitleg hierover]. Al-Imaam Ah’med ibn H’anbal heeft gezegd: “Degene die het gebed nalaat is een kaafir (ongelovige). Als hij geen berouw toont voor Allah en het gebed niet verricht, treedt hij buiten de oevers van de islam en dient hij geëxecuteerd te worden.”
Aboe H’aniefah, Maalik en as-Shaafi’ie hebben gezegd dat degene die het gebed niet verricht een fasieq is (zware zondaar, maar treedt niet buiten de oevers van de islam). Toen verscheen er een meningsverschil tussen de geleerden. Maalik en as-Shaafi’ie zeiden dat hij geëxecuteerd moet worden. Aboe H’aniefah zei: “Hij dient bestraft te worden maar niet geëxecuteerd.”
Als wij een meningsverschil zien, dienen wij ons te wenden tot het Boek van Allah en de Soennah van Zijn boodschapper (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem). Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “En wat het ook is waarover jullie van mening verschillen, naderhand behoort het oordeel daarover aan Allah…” [Soerat as-Shoeraa (42), aayah 10.]
De Verhevene zegt ook (Nederlandstalige interpretatie): “…En als jullie over iets van mening verschillen, leg het dan voor aan (het Boek van) Allah en (de Soennah van) de boodschapper (#1) indien jullie geloven in Allah en de Laatste Dag. Dat is beter en passender voor de uiteindelijke bepaling.” [Soerat an-Nisaa-e (4), aayah 59.]
<<< (#1) Dit vers is de basis van het hele religieuze, culturele en politieke systeem van de Islaam en de belangrijkste bepaling van de grondwet van een islamitische staat. (Tefhiem al-Qor-aan, Sayyid Aboe al-A’laa Mawdoedie.)>>>
Als we ons richten tot het Boek van Allah en de Soennah van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) dan zien we een duidelijke aanduiding dat degene die het gebed nalaat buiten de oevers van de islam treedt.
Allah de Verhevene zegt in Zijn Nobele Qor-aan (Nederlandstalige interpretatie): ” Als zij dan berouw tonen (#2) en as-salaah (het gebed) onderhouden en az-zakaah (de verplichte liefdadigheid) geven, dan zijn zij jullie broeders in de religie…” [Soerat at-Tawbah (9), aayah 11.]
<<< (#2) Door het afstand nemen van het aanbidden van anderen naast Allah en het woord van tawh’ied (het toeschrijven van Allah aan eenheid) uit te spreken. (Zie at-Tefsier al-Moeyassar.)>>>
En de Verhevene zegt ook (Nederlandstalige interpretatie): “Toen volgde na hen nageslacht die as-salaah (het gebed) verwaarloosden (#3) en de begeerten volgden. Dus zullen zij het kwade (#4) ondervinden. Behalve wie berouw toont en gelooft en rechtschapen daden verricht; zij zijn het dan die het Paradijs binnen zullen treden en hen zal geen enkel onrecht aangedaan worden.” [Soerat Maryam (19), aayah 59-60.]
<<< (#3) D.w.z. zij verwaarloosden hun gebeden door ze niet op tijd te verrichten, of dat zij de beloning van de gebeden misten na het verrichten van de gebeden door laster, roddels en leugens en dergelijke. Of dat zij het begonnen zonder intentie en daarin stonden zonder nederigheid en ootmoed. Er is ook gezegd dat zij het loochenden en haar verplichting ontkenden. Er is ook gezegd: zij verrichtten het niet op de legitieme wijze. Er is ook gezegd: (dit beduidt) het niet verrichten van de gebeden in gemeenschap en het ontheffen van de moskeeën van hun taak en het zich bezig houden met andere bezigheden en werkzaamheden. Degene die het gebed niet op haar vastgestelde tijd verricht, of één van haar verplichtingen nalaat, of een voorwaarde niet nakomt, of een zuil niet verricht, heeft het gebed verwaarloosd. (Tefsier H’adaa-ieq ar-Rawh’ wa ar-Rayh’aan fie Rawaabie ‘Oeloemie al-Qor-aan.)>>>
<<< (#4) Het Arabische ghayy is hier vertaald met “het kwade”. ‘Aliy ibn Abie Talh’ah verhaalde van Ibn ‘Abbaas dat hij zei: “Dit betekent verlies.” Qataadah zei: “Dit betekent kwaad.” Soefyaan at-Thawrie, Shoe’bah en Moh’ammed ibn Ish’aaq leverden allemaal over van Aboe Ish’aaq as-Sabi’iy, die overleverde van Aboe ‘Oebaydah, die overleverde van ‘Abdoellaah ibn Mas’oed, dat hij zei: “Dit (ghayy) is een vallei in het Hellevuur welke zeer diep is en haar smaak is smerig.” Al-A’mash leverde over van Ziyaad, die overleverde van Aboe ‘Iyaadh, die zei: “Dit is een vallei in de Hel gemaakt van etter en bloed.” (Tefsier Ibn Kethier.)>>>
(Lees verder onder de afbeelding.)
Wat te concluderen is uit de verzen van soerat Maryam is dat Allah zei over degenen die het gebed nalaten en hun begeerten volgen (Nederlandstalige interpretatie): “Behalve wie berouw toont.” Dit duidt aan dat wanneer zij het gebed achterwege hebben gelaten en hun lusten hebben gevolgd, zij niet tot de gelovigen behoren. Dit wordt bewezen in aayah 11 van at-Tawbah, waar Allah drie voorwaarden heeft gesteld voor het bestaan van broederschap tussen ons en de ongelovigen:
– Dat zij berouw tonen van shirk (afgoderij).
– Het gebed verrichten.
– De zakaat betalen.
Als zij berouw tonen voor shirk en het gebed niet verrichten en de zakaat niet betalen, dan behoren zij niet tot onze broeders. Als zij het gebed verrichten en de zakaat niet betalen, dan behoren zij ook niet tot onze broeders. Broederschap in het geloof bestaat altijd tussen moslims behalve als er sprake is van het verlaten van de islam door een persoon. Broederschap blijft aanwezig tussen twee mensen, ook als een van hen een zware zondaar is – zolang hij maar niet ongelovig wordt.
Verder heeft de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) de straf voor degene die zijn zakaat niet betaalt genoemd in een h’adieth die overgeleverd is door Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden zijn met hem). Aan het einde van de h’adieth zei de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) (Nederlandstalige interpretatie): “…en Allah zal dan oordelen over hem (degene die de zakaat niet betaalt) of hij tot de Helbewoners behoort of de Paradijsbewoners.” Deze h’adieth is te vinden in Sah’ieh’ Moeslim onder “baab iethm maani’ azzakaat.” Dit is een aanvulling op bovenstaande aayah over degene die de zakaat niet betaalt. In de h’adieth is er sprake van een duidelijk oordeel over degene die de zakaat niet betaalt, dit integendeel tot de aayah die geen aanduiding geeft over desbetreffende persoon. Hetgeen wat uitgesproken wordt krijgt voorrang op hetgeen wat begrepen wordt, zoals bekend is in de islamitische jurisprudentie regels.
H’adieth: Djabir ibn ‘Abdiellaah zei dat de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Het verschil tussen een moslim en een ongelovige is het nalaten van het gebed.” (Overgeleverd door Moeslim: Kietaab al-Imaan.)
Overgeleverd door Baridah ibn ‘Hosayb (moge Allah tevreden zijn met hem) dat hij de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft horen zeggen (Nederlandstalige interpretatie): “De belofte tussen ons en hen is het gebed, wie het achterwege laat treedt in ongeloof.” (Ah’med, at-Tirmidzie, Aboe Daawoed, an-Nasaa-ie en Ibn Maadjah.)
Er is hier sprake van koefr (ongeloof) die een persoon geheel buiten de islam zet, omdat de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) het gebed als afscheiding tussen gelovigen en ongelovigen heeft gezet. Wie de opgestelde belofte niet nakomt treedt buiten de islam. In verschillende ah’aadieth wordt aangeduid dat degene die het gebed nalaat ongelovig is.
[Noot van uwkeuze.net: onderschat niet de geweldige zonde van het overslaan van wat gebeden uit gemakzucht of luiheid! Imam Ibnoe l-Qayyim zei in zijn werk as–Salaat wa H’oekmoe Taarikiehaa: “De moslims verschillen onderling niet van mening over het feit dat het opzettelijk in de steek laten van de verplichte salaat (gebed) behoort tot de geweldigste zonden en de grootste overtredingen, en dat de zonde ervoor bij Allah geweldiger is dan het vermoorden van een ziel (persoon), het afpakken van bezittingen, en geweldiger dan de zonde van zinaa (overspel), diefstal en het drinken van alcohol, en dat hij bloot wordt gesteld aan de bestraffing van Allah en Zijn Woede en vernedering, in deze wereld en in het Hiernamaals.”
(Lees verder onder de afbeelding.)
Verschillende consequenties treden op voor degene die het gebed achterwege laat
1.) Zijn zeggenschap: hij mag over geen enkel zaak beoordelen waarbij het zeggenschap in de islam als voorwaarde moet zijn. Zoals het huwelijk, ouderschap etc. Tevens mag een persoon die het gebed niet verricht de moslims niet huwen. Een van de eisen die een hoeder/voogd (waali) dient te bevatten is de islam. Allah Ta’aalaa zegt (Nederlandstalige interpretatie): “En wie wendt zich af van de religie van Ibraahiem (Abraham) (d.w.z. het islamitisch monotheïsme) behalve hij die zichzelf voor de gek houdt?…” [Soerat al-Baqarah (2), aayah 130.]
2.) Degene die het gebed achterwege laat, mag niet erven en van hem mag niet geërfd worden. Dit is te lezen in de h’adieth die overgeleverd is door Oessama ibn Zayd, waarbij de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Een moslim erft de ongelovige niet, en de ongelovige de moslim niet.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim.)
3.) Er mag niet gegeten worden van het vlees dat hij slacht, omdat hij een ongelovige is.
4.) Er mag niet voor hem gebeden worden als hij sterft. Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “En bid nooit (O Moh’ammed) voor iemand van hen (de hypocrieten) die overlijdt en sta niet bij zijn graf. Waarlijk, zij (de hypocrieten) zijn ongelovig in Allah en Zijn boodschapper (Moh’ammed) en zij overleden terwijl zij faasiqoen waren (zondig, goddeloos, opstandig en ongehoorzaam jegens Allah).” [Soerat at-Tawbah (9), aayah 84.]
En Hij zegt ook (Nederlandstalige interpretatie): “Het is niet gepast voor de profeet en degenen die geloven dat zij (Allahs) vergeving voor de polytheïsten vragen, ook al zijn zij verwanten, nadat het duidelijk is geworden voor hen dat zij de bewoners van het Hellevuur zijn. En de smeekbeden van Ibraahiem (Abraham) om vergeving voor zijn vader (Aazar) waren slechts wegens een belofte die hij hem gedaan had (zie aayah 19:47). Maar toen het duidelijk werd voor hem (Abraham) dat hij (zijn vader) een vijand van Allah was, distantieerde hij zich van hem. (#5) Waarlijk, Ibraahiem was iemand die Allah voortdurend aanriep met nederigheid en overtuiging, verdraagzaam (#6).” [Soerat at-Tawbah (9), aayah 113-114.] … Etc.
<<< (#5) Abraham (vrede zij met hem) bleef smeekbeden voor vergeving verrichten voor zijn vader totdat deze laatste kwam te overlijden. Toen werd het hem duidelijk (middels de openbaring) dat zijn vader een vijand van Allah was waarna Abraham (vrede zij met hem) zich van hem distantieerde en stopte met het vragen van vergeving voor hem. (Tefsier H’adaa-ieq ar-Rawh’ wa ar-Rayh’aan fie Rawaabie ‘Oeloemie al-Qor-aan.)>>>
<<< (#6) Abraham (vrede zij met hem) was loyaal en teerhartig, en het zou hem wellicht zeer veel pijn gedaan hebben om de relatie met zijn vader op die manier te beëindigen. Maar het is duidelijk onjuist om Allah de Verhevene vergeving te vragen voor iemand die Hem uiteindelijk verwierp. (Naar A. Yusuf Ali Quran Commentary, de herziene versie.)>>>
Haast u tot het terugkeren naar Allah en toon berouw tot Hem. Verricht uw gebed op de vastgestelde tijdstippen. Tot slot herinner ik u dat Allah het volgende zegt (Nederlandstalige interpretatie): “Behalve degene die berouw toont (#7) en gelooft en rechtschapen daden verricht (waardoor blijkt dat zijn berouw oprecht is); voor hen zal Allah hun zonden dan omwisselen in goede daden. En Allah is Vergevensgezind, Barmhartig.” [Soerat al-Foerqaan (25), aayah 70.]
<<< (#7) Oprecht berouw wist de zonde uit. Waar berouw dient oprecht omwille van Allah de Verhevene te zijn. Men dient zich tot Allah de Meest Barmhartige te richten met een oprecht gevoel van schuld en spijt en een serieuze vastbeslotenheid om de zonde niet te herhalen.>>>
Relevante artikelen:
Het gebed (diverse artikelen en gratis e-boeken)
Tien tips om je salaat (gebed) te onderhouden