De Hidjrah-kalender.
Vertaald en samengesteld door Aboe Yoesoef ‘Abdoellaah.
Zie ook Hidjri jaartallen tegenover de gregoriaanse en Bijzondere dagen in de islam.
Allah Soebh’aanahoe wa Ta’aalaa (Glorieus en Verheven is Hij) zegt (Nederlandstalige interpretatie): “Hij is Degene Die de zon een stralend licht maakte en de maan een afgeleid licht (#1) en Hij bepaalde haar standen zodat jullie het aantal jaren en de berekening van de tijd kunnen weten. Allah schiep dit slechts met de waarheid. (#2) Hij verduidelijkt de aayaat (bewijzen, verzen, tekenen) gedetailleerd voor een volk dat weet.” [Soerat Yoenoes (10), aayah 5.]
<<<(#1) Dit is één van de wonderen van de Qor-aan. Allah de Verhevene zegt hier dat de zon een bron van licht is en de maan slechts een afgeleid licht, omdat de maan niet zelf licht geeft maar het licht van de zon reflecteert (een wetenschappelijk feit dat nog niet bekend was in de tijd dat de Qor-aan geopenbaard werd). Zie Wonderen in de Koran.>>>
<<<(#2) Allah de Verhevene schiep dit alles niet voor louter amusement, maar met grote Wijsheid en een rechtvaardig doel “…zodat Hij degenen die kwaad deden zal vergelden met wat zij deden (d.w.z. hen bestraffen in het Hellevuur) en zodat Hij degenen die goed deden zal belonen met het beste (d.w.z. het Paradijs).” [Soerat an-Nadjm (53), aayah 31.] Bovendien is het hele systeem van de hemelen en de aarde een getuige van de waarheid van de doctrine van tawh’ied en de valsheid van shirk (in al zijn vormen).>>>
Belangrijk! In onze side-bar (rechts bovenaan) wordt de hidjrie datum weergegeven. Deze datum is zoals elke andere kalender gebaseerd op berekeningen en geeft de datum LOUTER bij benadering weer. Dergelijke kalenders zijn niet gebaseerd op het feitelijk zien van de maan, wat vereist is voor het beginnen van o.a. de maand Ramadhaan en de ‘ied. Aldus dient men de lokale moskee, islamitische organisatie of geleerde te raadplegen voor de exacte datum waarop Ramadhaan begint en de ‘ied valt, alsook andere belangrijke islamitische data/evenementen.
(Lees verder onder de afbeelding.)
Moslims “vieren” niet traditioneel het begin van een nieuw jaar (zie het artikel Het vieren van Kerst en Nieuwjaar), maar we erkennen het passeren van de tijd en nemen de tijd om na te denken over onze eigen sterfelijkheid. (Zie o.a. het artikel Tijd is geen geld.)
Moslims meten het passeren van de tijd gebruikmakend van de islamitische (Hidjriyyah of Hidjrah) kalender, vaak afgekort met H. of AH. Deze kalender heeft twaalf maanmaanden waarvan het begin en einde worden bepaald door het zien van de nieuwe maan. Jaren worden geteld vanaf de hidjrah. Hidjriyyah ofwel al-hidjrah is de migratie van de profeet Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) van Mekkah naar al-Medienah in het jaar 622 n.C.
De islamitische kalender (jaartelling) werd voor het eerst geïntroduceerd door een nabije metgezel van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem), namelijk ‘Oemar ibn al-Khattaab (moge Allah tevreden zijn met hem). Tijdens zijn leiderschap (khalifaat) van de moslimgemeenschap (oemmah), in ongeveer 638 n.C., beraadslaagde hij met zijn adviseurs om tot een beslissing te komen met betrekking tot de verschillende systemen van dateren die in die tijd gebruikt werden. Men ging akkoord dat de hidjrah het meest geschikte referentiepunt voor de islamitische kalender was, aangezien het een belangrijk keerpunt was voor de moslimgemeenschap. Na de migratie naar al-Medienah (voorheen bekend als Yathrib) waren de moslims in staat om de eerste echte moslim”gemeenschap” te organiseren en stichten met sociale, politieke en economische onafhankelijkheid. Het leven in al-Medienah stond de moslimgemeenschap toe om zich volledig te ontwikkelen en te versterken. En de mensen ontwikkelden een volledige samenleving/staat gebaseerd op islamitische principes.
De islamitische kalender is in vele islamitische landen de officiële kalender, in het bijzonder Saoedi-Arabië. Andere islamitische landen gebruiken de Gregoriaanse kalender voor civiele doelen en gebruiken de islamitische kalender alleen voor religieuze doelen.
Elk jaar 12 maanmaanden
Het islamitische jaar heeft 12 maanden die gebaseerd zijn op een maancyclus (die gemiddeld 29 tot 30 dagen duurt). Allah de Verhevene zegt in de Qor-aan (Nederlandstalige interpretatie): “Waarlijk, het aantal maanden bij Allah is twaalf maanden (in een jaar), volgens de bepaling van Allah op de Dag toen Hij de hemelen en de aarde schiep…” [Soerat at-Tawbah (9), aayah 36.]
En de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei in zijn laatste toespraak vóór zijn dood, naast andere dingen (Nederlandstalige interpretatie): “De maanden bij Allah zijn twaalf; vier van hen zijn heilig; drie van deze zijn opeenvolgend en een vind alleen plaats tussen de maanden van Djoemaadah en Sha’baan.”
Islamitische maanden beginnen vanaf de zonsondergang van de eerste dag, de dag wanneer de nieuwe maan visueel waargenomen wordt. De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft ons verteld dat als het bewolkt is en we de nieuwe maan niet kunnen zien, dan dienen we (m.b.t. het vasten in de maand Ramadhaan) de maand van Sha’baan te voltooien en het te beschouwen als bestaande uit 30 dagen.
Het maanjaar telt ongeveer 354 dagen, aldus verschuiven de maanden teruggaand door de seizoenen en lopen niet gelijk met de Gregoriaanse kalender (het verschuift jaarlijks ongeveer 10 dagen ten opzichte van de westerse kalender).
(Lees verder onder de afbeelding.)
Allah de Verhevene zegt in Zijn Nobele Koran (Nederlandstalige interpretatie): “Zij vragen jou (O Moh’ammed) aangaande de nieuwe manen. (#3) Zeg: ‘Zij zijn (louter) tijdsaanduidingen voor de mensen en (indicaties voor het begin van) de h’adj. En het is niet al-birr (de deugdzaamheid, het goede, rechtschapenheid en vroomheid) dat jullie de huizen binnengaan via de achterzijden (tijdens de ih’raam), maar al-birr is de eigenschap van degene die (Allah) vreest. En betreed de huizen via hun (juiste) deuren. (#4) En vrees Allah, opdat jullie succesvol zullen zijn.’” [Soerat al-Baqarah (2), aayah 189.]
<<< (#3) De mensheid is door de tijd heen altijd geïnteresseerd geweest in de maanstanden en verschillende rituelen en bijgeloven zijn hiermee in verband gebracht. De Arabieren relateerden ook enkele bijgeloven aan de stadia van de maan. Daarom stelden zij vragen hierover aan de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem). (Tefhiem al-Qor-aan, Sayyid Aboe al-A’laa Mawdoedie.)>>>
<<< (#4) Dit vers is een voorbeeld voor het feit dat het kennen van de pre-islamitische gewoonten belangrijk is bij het interpreteren en begrijpen van de Qor-aan. Een lezer van dit vers die niet op de hoogte is van de gewoonten van de pre-islamitische Arabieren zal verbijsterd vragen: “Wat voor verband is er tussen het zien van de nieuwe maan en het binnengaan van huizen via de voor- of achterzijde, en tussen deze twee handelingen en het vrezen van Allah?” Het antwoord op deze vraag ligt in het kennen van een van de bijgeloven van de pre-islamitische Arabieren. Wanneer de maan gezien werd voor de h’adj (en men in de toestand van ih’raam trad), gingen de vroegere heidenen hun huizen niet binnen via hun voordeuren, maar in de plaats daarvan sprongen zij over de achtermuren om hun huizen binnen te gaan. Aldus openbaarde Allah de Verhevene in dit vers het verbod van zulke bijgeloven (als blinde imitatie van hun voorouders) en vertelde hen dat ware deugdzaamheid niet gevonden werd in enig bijgeloof, maar in de angst voor Allah. (Zie Ibn Kethier, vol. 1, p. 242.)>>>
De maanden van het islamitische jaar zijn:
1. Moeh’arram (“Verboden” – het is een van de vier maanden gedurende het verboden is om oorlog te voeren of te vechten)
2. Saffar (“Leeg” of “Geel”)
3. Rabi’ Awwal (“Eerste lente”)
4. Rabi’ Thaanie of Rabi‘ al-Aakhir (“Tweede lente”)
5. Djoemaada Awal of Djoemaada al-Oela (“Eerste vorst”)
6. Djoemaada Thaanie of Djoemaada al-Aakhir (“Tweede vorst”)
7. Radjab (“Te respecteren” – dit is een andere heilige maand wanneer vechten verboden is)
8. Sha’baan (“Te verspreiden en distribueren”)
9. Ramadhaan (“Uitgedroogde dorst” – dit is de maand waarin men overdag vast)
10. Shawwaal (“Licht en krachtig/energiek te zijn”)
11. Dzoe al-Qie’dah (“De maand van rust” – een andere maand waarin oorlogsvoering of vechten niet toegestaan is)
12. Dzoe al-H’ieddjah (“De maand van h’adj” – dit is de maand van de jaarlijkse bedevaart naar Mekkah, wederom een maand waarin oorlog of vechten niet is toegestaan)
(Klik op onderstaande afbeelding om het vergroot weer te geven.)
Allah de Verhevene zegt over deze maanden (Nederlandstalige interpretatie): “…Daarvan zijn er vier heilig; dat is de rechte religie. Dus doe daarin jullie zelf geen onrecht aan…” [Soerat at-Tawbah (9), aayah 36.]
Er zijn vier heilige of onschendbare maanden, namelijk de 1ste, 7de, 11de en 12de maand van de islamitische kalender, respectievelijk Moeh’arram, Radjab, Dzoel-Qie’dah en Dzoel-H’iddjah. Gedurende deze vier maanden is het verboden om oorlog te voeren of te vechten, tenzij men gedwongen wordt.
De h’adj (verplichte bedevaart) vindt plaats in de maand Dzoe l-H’iedjah.
Relevante artikelen:
Hidjri jaartallen tegenover de gregoriaanse
Geschiedenis (diverse artikelen)
Vijanden in het hart: khoeshoo’ en laghw (khoeshoo’ en laghw in het tijdperk van sociale media en de smartphone)