Is er evolutie (ontwikkeling)?
Door Aboe Yoesoef ‘Abdoellaah.
Zie ook de video onder aan deze pagina: Quranic Argument of God’s Existence (Engelstalig).
Alle lof is voor Allah, de Heer der werelden, en vrede en zegeningen zijn met de profeet, zijn familieleden, metgezellen en eenieder die hun voetstappen volgt. Voorts.
Een van de grootste trucs van de satan is mensen te laten geloven dat God niet bestaat. Door middel van de evolutietheorie – met al zijn hiaten – wordt schepping ontkend en wordt alles toegeschreven aan toeval.
Laten we vooropstellen dat we wetenschap niet nodig hebben om het bestaan van God te bewijzen, noch kan het gebruikt worden om het bestaan van God te ontkennen, noch verklaart de evolutietheorie de feitelijke oorsprong van leven. Wetenschap dient haar juiste plek gegeven te worden; het is zeer nuttig om wereldse zaken te verduidelijken waardoor we ze beter begrijpen en tot nut kunnen maken. De Qor-aan (Koran) spoort dit juist aan, omdat wetenschap in feite een poging is om Gods schepping te begrijpen en dus God te leren kennen.
Evolutie (ontwikkeling) is niet per definitie een bewijs tegen God, hoewel fanatieke aanhangers van de evolutietheorie dit blijven volhouden. Hierdoor zijn zij soms even dogmatisch als hun tegenstanders die zij vaak van dogmatisme beschuldigen. Want wat nou als God de Organisator is van (al dan niet beperkte) evolutie (ontwikkeling)?
We lezen in de Qor-aan (Nederlandstalige interpretatie): “Alle lof is voor Allah, de Schepper van de hemelen en de aarde, Die de engelen boodschappers maakte met vleugels, twee of drie of vier; Hij vermeerdert in de schepping wat Hij wil. (#1) Waarlijk, Allah is over alle zaken Almachtig.” [Soerat Faatir (35), aayah 1.]
<<<(#1) Hij vermeerdert het aantal vleugels van de engelen in het aantal wat Hij wil en Hij vermeerdert (of verandert) in de schepping van andere schepselen wat Hij wenst. (Zie Zoebdatoe t-Tefsier mien Fet-h’ie l-Qadier van dr. Moh’ammed ibn Soelaymaan al-Ashqar.)>>>
Wat er ook plaatsvindt aan verandering, hetzij door evolutie of mutatie of degeneratie, het gebeurt volgens de Wil van Allah. Als moslims zeggen dat zij tegen evolutie zijn, bedoelen zij de evolutietheorie die stelt dat alle organismen een gezamenlijke voorouder hebben en dat uiteindelijk uit apen mensen zijn geëvolueerd (ontwikkeld). De Koran geeft aan (Nederlandstalige interpretatie): “Waarlijk, de gelijkenis (van het scheppen) van ‘Iesaa (Jezus) bij Allah is zoals de gelijkenis (van het scheppen) van Aadam (Adam). Hij schiep hem van aarde, vervolgens zei Hij tot hem: ‘Wees!’ – waarna hij was.” [Soerat Aal ‘Imraan (3), aayah 59.]
Moh’ammed Asad schreef in zijn The Message of the Qur’aan: “’Geschapen van aarde’ wil zeggen uit levenloze onbewuste substanties die gevonden worden in hun elementaire vormen op en in de aarde, zoals koolstof, calcium, natrium en enkele andere vergelijkbare elementen. Door verbindingen van deze elementen is er een wonderbaarlijk wezen voortgebracht, de mens, en in hem zijn enorme vermogens geplaatst, zoals gevoelens, bewustzijn, fantasie, een geweten… Het verwijst ook naar de voortdurende transmutatie van deze substanties – door middel van inname van uit de grond voortkomend en in de grond groeiend voedsel – in reproductieve cellen. Hiermee wordt de nederige oorsprong van de mens benadrukt, en dat de mens vandaar dank verschuldigd is aan God omdat Hij hem begiftigd heeft met een denkende ziel.” (Einde citaat.)
(Lees verder onder de afbeelding.)
Evolutie is een proces net zoals ontelbare andere processen op aarde. Het is echter geen argument tegen God! Men treft in de natuur vele processen aan, zoals de watercyclus (zie o.a. vers 24:43 en 30:48 van de Koran). Maar de watercyclus weerlegt het bestaan van God niet. Elk natuurlijk proces is een teken voor een organisator. Evolutie is ook een proces, dus moet het ook een intelligentie hebben die het in beweging zet.
Wetenschappers zijn sinds de tijd van Darwin zeer sceptisch geweest over het concept van schepping en hebben het met minachting verworpen als onwetenschappelijk. Als men schepping niet accepteert, dan dient men het absurde idee te accepteren dat leven slechts door toeval is ontstaan. Maar zelfs de meest eenvoudige vorm van leven, zoals dat gevonden wordt in een eencellig organisme, is zo vol complexiteiten en samenhangendheden dat het beschouwen dat dit het resultaat is van een toevalligheid, miljoenen keren meer onwetenschappelijk is dan wat de evolutionisten denken van schepping.
Als men zegt dat die eerste levende cel niet in zijn totaliteit in eens daar was, maar stap voor stap ontstaan is, dan luidt de uitleg ongeveer als volgt: in een grote beweeglijke organische soep zijn de juiste bestanddelen van het complexe DNA per toeval bij elkaar gekomen en aan elkaar verbonden. Dit DNA bevatte per toeval alle erfelijke eigenschappen van iets dat nog niet bestond! Per toeval en afzonderlijk zijn in die grote soep ook alle andere complexe onderdelen van die cel ontstaan. Door een toevalligheid zijn in die enorme en beweeglijke soep alle voor leven noodzakelijke onderdelen bij elkaar gekomen en is er een vliesje omheen gegroeid, de celwand, dat per toeval ook meteen in- en uitgangen bevatte voor respectievelijk voedingsstoffen en afvalstoffen. Is dit een geloofwaardig verhaal?
Een half ontwikkeld oog kan niet zien! Als er één onderdeeltje ontbreekt, werkt het niet; en dit geldt natuurlijk ook voor die eerste cel. Alle onderdelen moeten tegelijkertijd aanwezig zijn, anders werkt die cel niet en gaat het dood voordat het de kans heeft om zich te vermenigvuldigen. Het bovenstaande verhaal is natuurlijk heel simplistisch. In werkelijkheid zijn er vele factoren meer die nodig zijn om leven mogelijk te maken (bijvoorbeeld de juiste samenstelling van het gasmengsel dat wij lucht noemen, de atmosfeer, de relatie tussen de aarde en de zon etc. etc.) en is alles tig malen complexer en dus vele malen onwaarschijnlijker (lees onmogelijk) dat die eerste cel ‘per toeval’ ontstaan is. Nee! Er was geen evolutie, maar schepping!
Het onlogische en ongeloofwaardige verhaal hierboven over het ontstaan van die eerste cel geldt natuurlijk ook voor alle andere evolutionaire ontwikkelingen. Als men zegt dat alle organen, ledematen en zintuigen in alle soorten en maten ontstaan zijn per toeval, zegt men in feite dat door een reeks toevalligheden zeer ingewikkelde structuren ontstaan zijn die op zichzelf totaal geen nut hebben, maar die vele jaren later een werkend geheel vormen.
Als die eerste cel door toeval ontstaan zou zijn, zou het DNA bevatten met erfelijke informatie van iets wat daarvoor nog niet bestond. Wat was er als eerste, de ogen of de twee gaten in de schedel? De maagwand of het maagzuur? De luchtpijp of het strottenhoofd (#2)? Ontelbare voorbeelden kunnen nu genoemd worden.
<<< (#2) Het strottenhoofd (larynx) is een mooi voorbeeld van de vele meesterlijke ontwerpen in ons lichaam. Het is een orgaan in de hals van mensen en zoogdieren dat o.a. de epiglottis (het strotklepje) bevat, een klepje dat passief het strottenhoofd kan afsluiten wanneer er wordt geslikt, waardoor er geen voedsel of vloeistof in de luchtpijp terecht kan komen.>>>
Als Allah de Verhevene iets wil scheppen, zegt Hij er slechte tegen: “Wees!” – waarna het is (zie bijvoorbeeld aayah 36:82 van de Qor-aan). Zo schiep Hij ook het universum, iets uit niets, met de Big Bang als gevolg, of iets dat daar op lijkt. Er was niets, maar in eens was daar de ruimte met miljarden sterren en planeten etc. Dat het universum een begin heeft is iets dat wetenschappers eerst ontkenden, maar nu accepteren. Waarom accepteren we wel dat het universum met alles wat het bevat uit het niets is ontstaan, maar dat de eerste levende cel niet uit niets ontstaan is maar door een reeks toevallige ontwikkelingen? Omdat de wetenschap dit zegt?
De Koran geeft aan (Nederlandstalige interpretatie): “Zijn jullie moeilijker in schepping of de hemel die Hij bouwde (#3)?” [Soerat an-Naazi’aat (79), aayah 27.]
<<< (#3) Als de mens arrogant wordt of zijn verantwoordelijkheid tegenover Allah de Verhevene vergeet, door zijn onwetendheid of onnadenkendheid, wordt hij nu herinnerd dat hij slechts een minuscuul stipje is in de enorme en complexe schepping van Allah. Zie het artikel De Grootheid van Allah.>>>
(Lees verder onder de afbeelding.)
Als men eenmaal accepteert dat het eerste levende organisme tot bestaan is gekomen door middel van directe schepping, dan is het niet langer moeilijk meer om te accepteren dat elk lid van elk species van plantaardig en dierlijk leven werd geschapen door de Schepper – God – en dat elke soort zich begon voort te planten door middel van hun eigen unieke manier van voortplanting. Als men dit concept aanvaard heeft, dan zal dit alle hiaten, raadsels en complexiteiten wegredeneren die in deze theorie onopgelost zijn gebleven ondanks alle wetenschappelijke theoretisering van de handhavers van het Darwinisme.
Dit alles wordt ondersteund door het fossielenverslag. Natuurlijk, als God gewild had dat alle schepsels uit die ene eerste cel zouden evolueren, dan is dat mogelijk. Immers, God is Almachtig en kan doen wat Hij wil. Maar het fossielenverslag spreekt evolutie tegen. Het leven in al zijn verschijningsvormen is niet één enkele rij, door ononderbroken reeksen tussenvormen verbonden. Het fossielenverslag laat verschillende afzonderlijke vormen zien zonder evolutionaire voorouders en zonder geleidelijke verandering van het ene organisme naar het andere. Als de evolutietheorie waar zou zijn, dan zou het wel zo moeten zijn. Er zouden bijvoorbeeld vinnen van vissen moeten zijn, die langzaam veranderden in poten, met voeten en tenen; en kieuwen zouden moeten veranderen in longen. Er zouden fossielen moeten zijn van reptielen met half poten, half vleugels en met half schubben, half veren. Maar die zijn er niet!
Na vele jaren van fossielenonderzoek zijn er nog steeds geen overgangsschakels gevonden tussen de ene belangrijke levensvorm en de andere. En elk verhaal dat van tijd tot tijd verzonnen is over de ontdekking van de een of andere ontbrekende link is vernietigd door de feiten zelf. Er is nu zoveel aan fossiel materiaal, dat het ontbreken van overgangsreeksen niet toegeschreven kan worden aan schaarste van fossiel materiaal. De gaten zijn echt, ze zullen nooit worden opgevuld. Fossielen tonen aan dat er steeds weer nieuwe dier- en plantsoorten plotseling verschijnen, zonder verband te houden met iets wat ervoor bestond.
De evolutietheorie zegt dat uit vissen amfibieën geëvolueerd zijn. Sommige amfibieën werden reptielen, uit reptielen ontstonden zowel zoogdieren als vogels. Uiteindelijk zijn enkele zoogdieren tot mensen geëvolueerd. Het fossielenverslag ondersteunt deze bewering niet! Waarom bestaan de “inferieure” mensapen nog steeds, maar is er geen enkele “superieure aapmens” meer?
Is er een fossiel van een giraffe met een nek half zo lang als de huidige neklengte? Zijn er fossielen van vogels met een snavel die zich uit een reptielenbek aan het evolueren is? Wanneer wij het fossielenverslag laten spreken, wijst de getuigenis ervan niet in de richting van evolutie. Het wijst veeleer in de richting van schepping. De fundamentele feiten van het fossielenverslag ondersteunen schepping en niet de evolutie. Geen Darwin heeft ooit een rationele verklaring kunnen geven voor deze grote verscheidenheid aan leven met ieder hun unieke manier van voortplanting, behalve het bestaan van het creatieve ontwerp van één God.
En dan hebben we het nog niet gehad over “leven”, een wonder dat niet wetenschappelijk uitgelegd kan worden. Het erkende wetenschappelijke feit tot dusver is dat de loutere rangschikking van levenloze materie op zichzelf geen leven teweeg kan brengen.
We zien, horen, proeven, ruiken en voelen: maar wie neemt alle prikkels waar? Aan wie behoort “het inwendige oog” dat ziet, dat interpreteert wat het ziet en dat reageert? Karl Pribram (#4) hield zich ook bezig met deze belangrijke vraag, over wie de waarnemer is, in de wereld van wetenschap en filosofie: “Filosofen sinds de Grieken hebben gespeculeerd over de ‘geest’ in de machine, de ‘kleine man in de kleine man’ enzovoort. Waar is de ik-entiteit of het ik-wezen die de hersenen gebruikt? Wie doet het werkelijke weten?” (Ken Wilber, Holographic Paradigm and Other Paradoxes, p. 20.)
<<< (#4) Karl H. Pribram (1919): een Amerikaans (maar in Oostenrijk geboren) professor aan de Georgetown Universiteit, een emeritus professor psychologie en psychiatrie aan de Stanford Universiteit en Radford Universiteit, en een neurochirurg.>>>
Zijn het de atomen van onze hersenen die deze beelden zien? Dode, blinde, dove, onbewuste atomen? Hoe kunnen levenloze en onbewuste atomen voelen? Hoe kunnen zij zien? Waarom zouden sommige atomen deze eigenschap verworven hebben en anderen niet? Bestaan onze handelingen van denken, begrijpen, onthouden, blij zijn, ongelukkig zijn en al het andere, uit de elektrochemische reacties tussen deze atomen? Nee! De hersenen kunnen niet de wil zijn die dit alles verricht. Daarom, aangezien de hersenen dit niet kunnen, moet er een wil zijn die al deze beelden (maar ook geuren, geluiden, gevoelens en smaken) waarneemt. Dit wezen is de ziel!
Al deze feiten, die hier op een eenvoudige manier gepresenteerd zijn en die de wetenschap zelf aan het licht heeft gebracht, vernietigen de basis voor de ontkenning van God door een atheïst, alsook de polytheïstische geloofsovertuiging van een polytheïst. Geen onbevooroordeeld persoon met een klein beetje verstand kan ooit zeggen dat dit zeer complexe proces van leven en overleven met al zijn onderliggende wijsheid en orde louter bij toeval begon te werken en sindsdien automatisch werkt. Robert Jastrow (#5) sloot zijn boek God and the Astronomers af met: “Voor de wetenschapper die heilig gelooft in de kracht van de rede, eindigt het verhaal als een boze droom. Hij heeft de bergen der onwetendheid beklommen; hij staat op het punt de hoogste top te bedwingen; terwijl hij zichzelf over het laatste rotsblok heen trekt, wordt hij begroet door een gezelschap theologen die daar al eeuwenlang zit.”
<<< (#5) Robert Jastrow (1925–2008), een Amerikaans astronoom, natuurkundige en kosmoloog, en een toonaangevende wetenschapper bij NASA.>>>
Het oplossen van een Rubiks kubus wordt als een moeilijke taak beschouwd, zelfs voor de meest intelligente mensen. Stelt u zich nu eens een blinde man voor die probeert de kubus vanuit een willekeurige startpositie terug naar de positie te brengen met egale zijvlakken. Hij weet niet of enige draaiing hem dichter bij of verder van zijn doel brengt. Hoe waarschijnlijk is het dat hij de kubus toevallig zal oplossen? “Onmogelijk,” zou u zeggen. Maar als de blinde man een ‘ja’ of ‘nee’ ontvangt prompt na elke draaiing, dan zouden zijn kansen om de kubus op te lossen aanzienlijk toenemen.
Deze bekende analogie is gebruikt door Sir Fred Hoyle [een Brits astronoom en kosmoloog (1915 – 2001)] om de onwaarschijnlijkheid van orde door louter toeval aan te tonen. Hoyle gelooft dat ingewikkelde orde niet kan ontstaan uit een reeks toevalligheden zonder betrokkenheid van enige vorm van superieure intelligentie.
In dit opzicht lijkt het zeer onwaarschijnlijk dat het universum, als meest complexe en ingewikkelde vorm van orde, toevallig tot bestaan is gekomen. De kans dat de oorsprong van leven berust op toeval is aanzienlijk kleiner in vergelijking tot de kans dat de blinde man de Rubiks kubus toevallig oplost. We weten dat het universum een georganiseerd systeem is dat bestuurd wordt door natuurwetten en ingewikkelde balansen. De bewering dat het iets is dat toevalligerwijs geordend is, is – in de woorden van Hoyle – gelijk aan de bewering dat ‘het zonnestelsel vol blinde mannen is die gelijktijdig Rubiks kubussen aan het oplossen zijn’. Derhalve is het billijk aan te nemen dat het universum een hogere intelligentie of organisator heeft. Deze ‘organisator’ wordt het beste uitgelegd door het bestaan van God.
Video:
Quranic Argument of God’s Existence – Hamza Tzortzis.
Relevante artikelen:
God/Allah (diverse artikelen)
Wordt evolutie verkeerd begrepen? (Openbaring, wetenschap en zekerheid)
Geen evolutie maar degeneratie
De Ziel, maak kennis met je ware zelf…
Atheïsme (diverse artikelen)