Introductie tot soerah 60: al-Moemtah’ienah (de Beproefde)

13 verzen – Medenieyyah

Naar de inhoudsopgave van de 114 soerah introducties.

 

Naam

Dit Medenieyyah hoofdstuk ontleent haar naam al-Moemtah’ienah aan hetgeen de gelovigen ondergaan aan beproevingen die in dit hoofdstuk worden genoemd. Dit hoofdstuk wordt ook al-Moemtah’anah genoemd, doordat in vers 10 van dit hoofdstuk wordt opgedragen dat de vrouwen die emigreren naar Daar al-Islaam (de islamitische staat) en beweren moslims te zijn, ondervraagd dienen te worden. Vandaar de titel al-Moemtah’anah (de Vrouw Die Ondervraagd Wordt).

 

De periode van openbaring

Dit hoofdstuk behandelde twee incidenten, waarvan de periode wanneer deze plaatsgevonden hadden algemeen bekend is. De eerste heeft betrekking op H’aatieb ibn Abie Balta’ah (moge Allah tevreden over hem zijn), die korte tijd vóór de verovering van Mekkah in het geheim een brief gezonden had naar de leiders van Qoeraysh om hen te informeren dat de profeet ﷺ hen zou gaan aanvallen. De tweede heeft betrekking op de moslimvrouwen die na de totstandkoming van het vredesverdrag van al-H’oedaybiyyah begonnen te emigreren van Mekkah naar al-Medienah, waardoor de vraag ontstond of zij teruggestuurd moesten worden naar de ongelovigen, zoals de moslimmannen, volgens de voorwaarden van het verdrag. [Zie de introductie tot soerat al-Fath’ (48) voor meer informatie over dit vredesverdrag, alsook het artikel Het bestand van H’oedaybiyyah.] De vermelding van deze twee zaken bepaalt duidelijk dat dit hoofdstuk neergezonden werd in de periode tussen het vredesverdrag van al-H’oedaybiyyah (in 6 A.H.) en de verovering van Mekkah (in 8 A.H.). Bovendien is er een derde kwestie die genoemd is aan het einde van het hoofdstuk (in 60:12), met de strekking: “Wat moet de profeet ﷺ de vrouwen plechtig laten beloven wanneer zij als gelovigen bij hem komen om de eed van trouw af te leggen?” Over dit gedeelte vermoedt men ook dat het neergezonden werd enige tijd vóór de verovering van Mekkah. Want na deze verovering zou een groot aantal vrouwen van Qoeraysh, net zoals hun mannen, de islam gelijktijdig accepteren en legden zij gezamenlijk de eed van trouw af.

 

Thema en onderwerpen

Dit hoofdstuk bestaat uit drie gedeelten:

Het eerste gedeelte bestaat uit de verzen 60:1-9, en het laatste vers, 60:13, heeft er ook betrekking op. Hierin werd krachtig bezwaar gemaakt tegen wat H’aatieb ibn Abie Balta’ah (moge Allah tevreden over hem zijn) gedaan had, door te proberen de vijand te informeren over een heel belangrijk oorlogsgeheim van de profeet ﷺ, louter als voorzorgsmaatregel voor zijn familie. Dit had enorm bloedvergieten tot gevolg kunnen hebben bij de verovering van Mekkah, ware het niet dat het op tijd ineffectief gemaakt werd. Het had de moslims vele kostbare levens gekost kunnen hebben; velen van Qoeraysh hadden gedood kunnen worden, die de islam later grote diensten bewezen hebben; de voordelen die voortkwamen uit de (uiteindelijk) vreedzame verovering van Mekkah zouden verloren zijn geweest, en al deze ernstige verliezen zouden het resultaat geweest zijn omdat iemand van de moslims zijn familie wilde beschermen tegen de gevaren van oorlog. Allah de Meest Verhevene onderwees de gelovigen, door een strenge waarschuwing te geven betreffende deze blunder, de les dat geen gelovige, onder geen enkele omstandigheid en voor geen enkel doel, relaties van genegenheid en vriendschap dient te onderhouden met de ongelovigen die actief vijandig zijn jegens de islam, en een gelovige dient alles na te laten wat hen mogelijkerwijs kan helpen in het conflict tussen islam en ongeloof. Maar het kan geen kwaad als men vriendelijk en rechtvaardig omgaat met die ongelovigen die zich niet actief bezighouden met vijandige activiteiten tegen de islam en vervolging van moslims.

Het tweede gedeelte bestaat uit de verzen 60:10-11. Daarin werd een sociaal probleem aangepakt, dat de mensen in die tijd verontrustte. Er waren veel moslimvrouwen in Mekkah, wier echtgenoten ongelovigen waren, die emigreerden en op de een of andere manier al-Medienah bereikten. Zo ook waren er in al-Medienah veel moslimmannen wier vrouwen ongelovigen waren die hen verlieten om naar Mekkah te gaan. Er ontstond de vraag of de huwelijksband tussen hen geldig bleef of niet. Allah de Meest Verhevene loste dit probleem voor altijd op, zeggende dat de ongelovige echtgenoot niet toegestaan is voor de moslimvrouw, noch de ongelovige echtgenote voor de moslimman. Dit besluit leidde naar zeer belangrijke wettelijke consequenties, die in de noten (in Tafheem-ul-Qur’an, waaruit deze introducties afkomstig zijn) gedetailleerd uitgelegd zullen worden.

Het derde gedeelte bestaat uit vers 60:12, waarin de profeet ﷺ opgedragen werd de vrouwen te vragen om de islam te accepteren door plechtig te beloven de grote zonden te mijden die gangbaar waren onder de vrouwen van de pre-islamitische Arabische samenleving, alsook te beloven dat zij voortaan de wegen van goedheid zouden volgen die de boodschapper van Allah ﷺ zou opleggen.

Naar de inhoudsopgave van de 114 soerah introducties.

Bestel dit interessante en leerzame boek in onze islamwinkel. Tevens recommanderen wij het volgende boek: Een Introductie tot de Wetenschappen Betreffende de Qor-aan. Dit waardevolle boek is geschreven door Aboe Ammaar Yaasir Qaadhi en ook vertaald door broeder ‘Abdoellaah Bekx (Aboe Yoesoef ‘Abdoellaah). Al-h’amdoelillaah.

 

 

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Salamualeykum! Meld je aan voor onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van de laatste updates.

DJazaak Allahu ghairan