Introductie tot soerah 30: ar-Roem (de Romeinen)

60 verzen – Mekkieyyah

Naar de inhoudsopgave van de 114 soerah introducties.

 

Naam

Dit hoofdstuk ontleent haar naam ar-Roem (de Romeinen) aan het tweede vers (30:2) waar de woorden ghoelibat-ir-Roem (de Romeinen zijn verslagen) voorkomen.

 

De periode van openbaring

De periode van openbaring van dit Mekkieyyah hoofdstuk wordt absoluut bepaald door de historische gebeurtenis die in het begin genoemd wordt. Het geeft aan (Nederlandstalige interpretatie): “De Romeinen zijn verslagen (door de Perzen). In het meest nabije land…” [Soerat ar-Roem (30), aayah 2-3.] In die dagen waren Jordanië, Syrië en Palestina de bezette Byzantijnse gebieden aangrenzend aan Arabië, en de Romeinen werden in deze gebieden in 615 n.C. volledig overweldigd door de Perzen. #1 Daarom kan er met absolute zekerheid gezegd worden dat dit hoofdstuk in hetzelfde jaar neergezonden werd, en dit was het jaar waarin de emigratie naar Habash (Ethiopië) plaatsvond.

[#1 Noot van de vertaler: de heidense Qoeraysh van Mekkah waren zeer blij met de nederlaag van de Romeinen door toedoen van de Perzen, aangezien de Perzen ook afgodenaanbidders waren. In hun hart hoopten zij dat de ontluikende stroming van de islam – die op dat moment, vanuit een werelds perspectief, zeer zwak en hulpeloos was – ook zou ineenstorten onder hun vervolging. (A. Yusuf Ali Quran Commentary, de herziene versie, bij vers 30:2.) – Einde noot.]

 

Historische achtergrond

De voorspelling gemaakt in de eerste verzen van dit hoofdstuk behoort tot de meest opmerkelijke bewijzen dat de Koran het Woord van Allah is en dat de profeet Mohammed ﷺ een ware boodschapper is van Allah de Meest Verhevene. Laat ons eens kijken naar de historische achtergrond die relevant is voor deze verzen.

Acht jaar vóór de aanstelling van Mohammed ﷺ als profeet, werd de Byzantijnse keizer Mauricius [#2] ten val gebracht door Phocas [#3], die de troon bemachtigde en koning werd. Phocas liet eerst de vijf zonen van de keizer in zijn bijzijn executeren, en vervolgens liet hij de keizer zelf ook doden en hing hij hun hoofden op langs een drukke verkeersweg in Constantinopel (het vroegere Byzantium/Byzantion en het huidige Istanbul). Enkele dagen daarna liet hij de keizerin en haar drie dochters ook executeren. Deze gebeurtenis voorzag Khusraw Parvēz [#4], de Sassanidische koning van Perzië, een goed moreel excuus om het Byzantijnse Rijk aan te vallen. Want keizer Mauricius was zijn weldoener, want met zijn hulp bemachtigde hij de troon van Perzië. [#5] Daarom verklaarde hij dat hij de moord op zijn peetvader en diens kinderen door Phocas zou wreken. Aldus begon hij in 603 n.C. een oorlog tegen het Byzantijnse Rijk en binnen enkele jaren, nadat hij de legers van Phocas verpletterende nederlagen toegebracht had, bereikte hij Edessa (het huidige Urfa of Şanlıurfa) in Klein-Azië (een gedeelte van het huidige Turkije) aan de ene kant, en Aleppo en Antiochië in Syrië aan de andere kant. Toen de Byzantijnse ministers zagen dat Phocas het land niet kon redden, zochten zij hulp bij de Afrikaanse gouverneur, die zijn zoon Heraclius (of Herakleios) met een sterke vloot naar Constantinopel zond. Phocas werd onmiddellijk afgezet en Heraclius werd tot keizer gekroond. Hij behandelde Phocas zoals hij Mauricius behandeld had. Dit gebeurde in 610 n.C., het jaar waarin de profeet Mohammed als profeet aangesteld werd ﷺ.

Het morele excuus waardoor Khusraw Parvēz de oorlog begonnen was, gold niet meer na de afzetting en dood van Phocas. Als het doel van zijn oorlog werkelijk het wreken van de moord op zijn bondgenoot door Phocas en diens wreedheid was, dan zou hij op vriendschappelijke voet gestaan hebben met de nieuwe keizer na de dood van Phocas. Maar hij zette de oorlog voort en gaf het de kleur van een kruistocht tussen zoroastrisme [#6] en het christendom. De sympathisanten van de christelijke sekten (oftewel de nestorianen [#7] en jacobieten [#8] enzovoort) – die door het Romeinse geestelijke gezag geëxcommuniceerd #9 en jarenlang getiranniseerd waren – gingen ook naar de zoroastrische aanvallers, en ook de joden sloten zich bij hen aan; dermate dat het aantal joden dat dienst nam in het leger van Khusraw opliep tot 26.000.

[#9 Noot van de vertaler: excommuniceren – het in de kerkban doen van een persoon, iemand uitsluiten uit de kerkgemeenschap/geloofsgemeenschap. – Einde noot.]

Heraclius kon deze storm niet stoppen. De Perzische bezetting van Antiochië was het allereerste nieuws dat hij, na het bestijgen van de troon, uit het Oosten ontving. Daarna viel Damascus in 613 n.C.. Vervolgens bezetten de Perzen in 614 n.C. Jeruzalem, waar zij de christelijke wereld totaal verwoestten. Negentigduizend christenen werden afgeslacht en de heilige graftombe werd geschonden. Het oorspronkelijke kruis waaraan, volgens het christelijke geloof, Jezus (vrede zij met hem) gestorven was (zie Stierf Jezus aan het kruis?), werd buitgemaakt en naar Mada’in gedragen. De hoofdpriester Zacharia werd gevangen genomen en alle belangrijke kerken van de stad werden vernield. Hoe hooghartig Khusraw Parvēz was na deze overwinning kan beoordeeld worden aan de hand van de brief die hij vanuit Jeruzalem schreef aan Heraclius. Hij schreef: “Van Khusraw, de grootste van alle goden, heer van de hele wereld; aan Heraclius, zijn meest zielige en meest domme dienaar: jij zegt dat je vertrouwen hebt in jouw Heer, waarom heeft jouw Heer Jeruzalem dan niet tegen mij beschermd!?” De Perzische legers veroverden binnen een jaar na deze overwinning Jordanië, Palestina en het hele Sinaï schiereiland, en zij bereikten de grenzen van Egypte.

In die tijd was er in Mekkah een ander conflict gaande van een veel groter historisch belang. De gelovigen in één God vochten onder het leiderschap van de profeet Mohammed ﷺ voor hun bestaan tegen de volgelingen van shirk (polytheïsme, afgodenaanbidding) onder het leiderschap van de leiders van Qoeraysh. Dit conflict had een dermate fase bereikt dat in 615 n.C. een aanzienlijk aantal moslims hun huizen moest verlaten en toevlucht moest zoeken bij de christelijke koning van Habash (Ethiopië), die een bondgenoot was van het Byzantijnse Rijk. In die tijd waren de Sassanidische overwinningen hét onderwerp van gesprek, en de afgodenaanbidders van Mekkah waren verheugd en zij hoonden de moslims, met de strekking: “Kijk, de vuuraanbidders van Perzië boeken overwinningen en de christelijke gelovigen in openbaring en profeetschap worden overal verslagen. Zo ook zullen wij, de afgodaanbidders van Arabië, jullie en jullie religie elimineren.”

Dit waren de omstandigheden toen dit hoofdstuk van de Koran neergezonden werd, en daarin werd een voorspelling gedaan, zeggende (Nederlandstalige interpretatie): “De Romeinen zijn verslagen (door de Perzen). In het meest nabije land. En zij zullen na hun nederlaag zegevieren. In drie tot negen jaren. Aan Allah behoort, daarvoor en daarna, het bevel. En op die dag zullen de gelovigen zich verheugen.” [Soerat ar-Roem (30), aayah 2-4.] Het bevatte niet één maar twee voorspellingen: ten eerste, de Romeinen zullen zegevierend zijn; en de tweede, de moslims zullen op datzelfde moment ook een overwinning boeken. Ogenschijnlijk was er niet eens een kleine kans dat beide voorspellingen uit zouden komen in de volgende paar jaren. Aan de ene kant waren er een handjevol moslims, die in Mekkah geslagen en gemarteld werden. Zelfs acht jaar na deze voorspelling leek er geen kans te zijn dat zij zouden zegevieren en domineren. Aan de andere kant verloren de Romeinen dag na dag steeds meer grond. Tegen 619 n.C. was heel Egypte in Sassanidische handen gevallen en de zoroastrische legers hadden inmiddels Tripoli (in het huidige Libië) bereikt. In Klein-Azië versloegen zij de Romeinen en drongen hen terug tot aan de Bosporus (een zeestraat in Istanboel, Turkije), en in 617 n.C. veroverden zij Chalcedon (tegenwoordig heet deze plaats Kadıköy en is zij een wijk van Istanboel), nagenoeg vlak tegenover Constantinopel. [Khusraw kreeg de bijnaam Aparvēz, wat ‘de Zegevierende’ betekent.] De keizer zond een gezant naar Khusraw, biddend dat hij bereid was onder welke voorwaarden dan ook vrede te sluiten. Maar hij antwoordde: “Ik zal geen bescherming bieden aan de keizer totdat hij in ketenen bij mij gebracht wordt en hij gehoorzaamheid jegens zijn gekruisigde god opgeeft en zich onderwerpt aan de vuurgod.” De keizer werd uiteindelijk zo ontmoedigd door de nederlagen dat hij besloot Constantinopel te verlaten en zich te verplaatsen naar Carthago (het huidige Tunis, de hoofdstad van Tunesië). Kortom, de omstandigheden waren – zoals de Britse historicus Gibbon zei – zelfs zeven tot acht jaar na deze voorspelling van de Koran dermate dat niemand zich kon voorstellen dat het Byzantijnse Rijk ooit de overhand zou kunnen krijgen op het Perzische Rijk. Niemand kon zelfs verwachten dat het Romeinse Rijk onder deze omstandigheden zou overleven.

In 622 n.C., toen de profeet Mohammed ﷺ emigreerde naar al-Medienah, vertrok keizer Heraclius vanuit Constantinopel via de Zwarte Zee snel richting Trabzon (een stad aan de noordoostkust van Turkije) en begon met voorbereidingen om Perzië van achteren aan te vallen. Hiervoor vroeg hij de Kerk om geld, en de paus leende hem de inzamelingen van de Kerk tegen rente, als poging om het christendom te beschermen tegen het zoroastrisme. Heraclius begon zijn tegenaanval in 623 n.C. vanuit Armenië. Het jaar daarop, in 624 n.C. trok hij Azerbeidzjan binnen en vernietigde Clorumia, de geboorteplaats van Zoroaster (of Zarathustra, Zarathoestra), en hij verwoestte de voornaamste vuurtempel van Perzië. Groot zijn de machten van Allah, dit was het zelfde jaar waarin de moslims bij Bedr voor het eerst een beslissende overwinning boekten tegen de afgodenaanbidders. Dus beide voorspellingen in soerat ar-Roem werden tegelijkertijd vervuld binnen de bepaalde periode van tien jaar. [#10]

De Byzantijnse legers bleven de Perzen onder enorme druk zetten en tijdens de beslissende slag bij Nineve (of Ninive, het huidige Mosoel, in Irak) (in 627 n.C.) brachten zij hen de grootste slag toe. Zij veroverden het koninklijke paleis in Dastagerd en rukten vervolgens op richting Ctesiphon (of Madain), de hoofdstad van het Perzische Rijk in die tijd. In 628 n.C. werd Khusraw Parvēz gevangen genomen door een interne opstand en achttien van zijn zonen werden geëxecuteerd in zijn bijzijn, en enkele dagen later overleed ook hij in de gevangenis. Dit was het jaar waarin het vredesverdrag van al-H’oedaybiyyah tot stand gebracht werd, wat door de Koran aangeduid werd als ‘een duidelijke overwinning’ (in vers 48:1), en in dit zelfde jaar gaf de zoon van Khusraw, Kavadh, alle bezette Romeinse gebieden op, gaf het buitgemaakte Kruis terug en sloot vrede met de Byzantijnen. In 628 n.C. ging de keizer zelf naar Jeruzalem om het ‘Heilige Kruis’ op de plaats ervan te plaatsen, en in dit zelfde jaar trok de profeet Mohammed ﷺ voor het eerst na de hidjrah (emigratie naar al-Medienah) Mekkah binnen om de ‘oemratoe l-qadaa-e (Umra-tul-Qada) te verrichten.

Na deze gebeurtenis kon niemand enige twijfel hebben over de waarheid van de voorspelling van de Koran, met het resultaat dat de meeste Arabische afgodenaanbidders de islam accepteerden.

 

Thema en onderwerpen

Het betoog begint met het thema dat de Romeinen verslagen werden en dat de hele wereld verwachtte dat het Rijk zou ineenstorten. Maar het feit is dat de rollen binnen enkele jaren omgedraaid zouden zijn en de verliezers zouden wederom winnaars worden.

Dit inleidende thema bevat een grote waarheid, namelijk dat de mens gewoon is alleen dat te zien wat ogenschijnlijk en oppervlakkig is. Hetgeen verder gaat dan het ogenschijnlijke en oppervlakkige weet hij niet. Deze gewoonte, om alleen het ogenschijnlijke en oppervlakkige te zien, kan op het gebied van de onbeduidende zaken van het leven de mens leiden naar misverstanden en misvattingen. En wanneer hij vatbaar is om onjuiste oordelen te vellen louter wegens een gebrek aan kennis over ‘wat er morgen zal gebeuren,’ hoe kolossaal zal zijn fout dan zijn als hij zijn hele leven waagt door alleen te vertrouwen op hetgeen zichtbaar en ogenschijnlijk is met betrekking tot zijn wereldse leven als een geheel!?

In dit verband zijn de tekenen van het universum, die aangereikt werden als bewijzen voor de doctrine van het Hiernamaals, precies hetzelfde als hetgeen de doctrine van tawh’ied (islamitisch monotheïsme) ondersteunt. Daarom richt het betoog zich vanaf vers 30:28 op de bevestiging van tawh’ied en de weerlegging van shirk (polytheïsme, afgodenaanbidding), en er werd benadrukt dat de natuurlijke manier van leven voor de mens niets anders is dan het aanbidden van uitsluitend één God. Shirk is net zo tegenovergesteld aan de aard van het universum als aan de aard van de mens. Daarom zal chaos het resultaat zijn wanneer de mens deze afwijking aanneemt. Hier wordt wederom een zinspeling gemaakt op de grote chaos die de wereld in zijn greep hield wegens de oorlog tussen de twee grootste machten van die tijd, en er is aangeduid dat ook deze chaos het resultaat was van shirk. (Zie het artikel Vormen van koefr en shirk – ongeloof en polytheïsme.)

Tot besluit werd er een gelijkenis aangereikt om de mensen te laten begrijpen dat net zoals dode aarde plotseling weer tot leven komt door de groei van planten, wegens een regenbui gezonden door God, hetzelfde geldt voor het dode mensdom. Wanneer God Zijn Genade uitstort in de vorm van openbaring en profeetschap, dan geeft dit ook nieuw leven aan het mensdom en zorgt het voor groei en ontwikkeling en ontplooiing. Dus: “Als jullie gretig gebruik maken van deze mogelijkheid, dan zal het dorre land van Arabië in volle bloei komen door de Genade van Allah de Meest Genadevolle en het volledige profijt zal voor jullie zijn. Maar als jullie er geen gebruik van maken, dan zullen jullie alleen jullie zelf schaden. Spijt zal dan niet baten en er zal geen kans geboden worden om het goed te maken.”

Naar de inhoudsopgave van de 114 soerah introducties.

[#2 Noot van de vertaler: Flavius Mauricius Tiberius Augustus, vaak Mauricius Tiberius genoemd, ook bekend als Maurikios of Mauritius, was keizer van het Byzantijnse Keizerrijk van 582 tot 602. (Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Mauricius.)]

[#3 Noot van de vertaler: Flavius Phocas of Phokas, was keizer van het Byzantijnse Rijk van 602 tot 610. Van alle Romeinse keizers is Phocas waarschijnlijk degene met de slechtste naam. Alle historische bronnen spreken schande van hem. (Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Phocas_(keizer)).]

[#4 Noot van de vertaler: Khusro II, ook wel Khosrow, Chosro of Chosroes genoemd, was de tweeëntwintigste Sassanidische grootkoning van Perzië, een zoon van koning Hormizd IV. Hij regeerde van 590-628. (Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Khusro_II.)]

[#5 Noot van de vertaler: in 571, onder de regering van Khusro I, had keizer Justinus II een eind gemaakt aan een lange periode van vrede tussen het Byzantijnse Rijk en het Perzische Rijk. Sindsdien was er oorlog tussen beide grootmachten, en beide slaagden er niet in om de overhand te krijgen. De succesvolle generaal Bahram Chobin kwam in opstand tegen Hormizd. Deze werd bij een paleisrevolutie vermoord vóór Bahram Chobin hem kon aanvallen, en Hormizds zoon Khusro II (Khusraw Parvēz) werd door de samenzweerders op de troon gezet. De jeugdige koning was niet opgewassen tegen Bahram Chobin, die aspiraties voor het koningschap bleek te koesteren. Khusro vluchtte naar Byzantium, ofschoon Perzië er officieel mee in oorlog was. Bahram veroverde Ctesiphon en liet zich op 9 maart 590 tot koning kronen onder de naam Bahram VI. Hij slaagde er echter niet in om de Byzantijnse keizer Mauricius (582-602) over te halen Khusro uit te leveren. Integendeel, met een groot Byzantijns leger deed Khusro een inval in het Perzische Rijk, en de usurpator Bahram VI werd in de zomer van 591 verslagen. Khusro kwam weer op de troon en wist zich krachtdadig te handhaven. Keizer Mauricius werd beloond met de provincies Armenië en Georgië, en met de kwijtschelding van het tribuut dat sinds de tijd van Khusro I moest worden betaald. (Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Khusro_II.)]

[#6 Noot van de vertaler: het zoroastrisme of mazdeïsme is een religie die oorspronkelijk afkomstig is uit Perzië. De stichter van het zoroastrisme is de mythische profeet Zarathustra of Zoroaster, die ergens rond de 10de eeuw v.C. moet hebben geleefd in het oosten van het tegenwoordige Iran of Afghanistan. Zijn leer is samengevat in het heilige boek van het zoroastrisme, de Avesta. Deze leer wordt gekarakteriseerd door een sterk dualisme tussen goed en kwaad. De mens is ingeklemd tussen twee tegengestelde machten: een god van het goede (Ahoera Mazda – Verlichtende Wijsheid) en een god van het kwade (Ahriman – Destructieve Geest), en dient in de eeuwige strijd tussen beide de kant van het goede te kiezen. Het zoroastrisme was in de oudheid en vroege middeleeuwen, voor de opkomst van de islam, veel wijder verbreid dan tegenwoordig. In die periode volgde de bevolking van grote delen van het zuidwesten van Azië de leer van Zoroaster. Onder andere was het zoroastrisme de staatsgodsdienst van de Meden en later van het Perzische Rijk. (Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Zoroastrisme.)]

[#7 Noot van de vertaler: Nestorianisme (‘leer van Nestorius’) is de leer dat Christus bestaat als twee personen; de man Jezus en de heilige Zoon van God (of Logos / Woord) en staat in tegenstelling tot de leer van de twee naturen (Echt God en Echt Mens) van een heilige persoon. De leer is afkomstig van Nestorius (of Nestorios in Grieks), die patriarch van Constantinopel was van 428 tot 431. (Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Nestorianisme.)]

[#8 Noot van de vertaler: de Syrisch-orthodoxe Kerk van Antiochië (of Jacobitische Kerk) is de kerk van de Syrische christenen. Zij behoort tot de oriëntaals-orthodoxe kerken en beschouwt zichzelf als de eerste, heilige, universele en apostolische kerk van het christendom. De Syrische benaming van de kerk luidt letterlijk in het Nederlands vertaald: De Syrische Kerk der juiste lofprijzing van Antiochië. De Syrisch-Orthodoxe Kerk erkent het Concilie van Chalcedon (451) niet. Het zijn zogenaamde ‘miafysieten’, die stellen dat in Christus de twee naturen, de goddelijke en de menselijke natuur, zijn samengegaan in één natuur, één godmenselijke natuur, zonder enige scheiding, zonder verwarring en onveranderlijk. (Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Syrisch-Orthodoxe_Kerk_van_Antiochië.) Zie o.a. het artikel Als Jezus God was.]

[#10 Noot van de vertaler: de periode tussen het verlies van Jeruzalem (in 614-615 n.C., de periode waarin dit vers geopenbaard werd) door de Romeinen en hun eerste overwinning daarna bij Issus (in 622 n.C.), dat het getijde deed keren en het begin was van een reeks overwinningen, was ongeveer zeven jaar, waardoor de profetie uitkwam. Deze profetie wordt vaak aangevallen door tegenstanders van de Koran. Sommigen beweren dat dit vers verwijst naar de beslissende slag bij Nineve in 627 n.C., of naar het moment dat de vredesonderhandelingen afgerond werden in 629 n.C., of naar de pelgrimstocht van Heraclius naar Jeruzalem in 630 n.C., wat de beslissende aard van de Romeinse overwinning zou markeren. Volgens hen kwam de Romeinse overwinning pas na 12-16 jaar in plaats van tussen de 3 en 9 jaar zoals dat in de Koran aangegeven is. Wij zeggen: dit vers verwijst niet naar hetgeen zij denken, maar naar het simpele feit dat de Romeinen weer zullen zegevieren na hun nederlaag, wat destijds zeer onwaarschijnlijk leek. Anderen maken wijselijk geen bezwaar op het aantal jaren, maar stellen dat dit vers niet eens als een profetie gezien kan worden. Zij volgen de wetenschappelijke “Methode van Einstein” en volgens een van diens zeven richtlijnen dienen de woorden van een profetie op papier vastgelegd te zijn voordat de gebeurtenis plaatsvindt. Volgens hen was de ‘officiële’ Koran pas in 653 n.C. op papier vastgelegd, of op zijn vroegst in 634 n.C. Maar, zeggen zij, de gebeurtenis vond plaats in 627 n.C., dus 26 jaar vóór het opschrijven van de profetie! Zelfs in het gunstigste geval (634 n.C.) betekent dit 7 jaar na de gebeurtenis. Vervolgens vragen zij zichzelf af: “Is het niet mogelijk dat de profetie na de gebeurtenis aangepast werd zodat het in overeenstemming was met hetgeen daadwerkelijk plaatsvond?” Alsof een schriftelijke vastlegging nooit meer veranderd kan worden! “Aangezien de Koran pas opgeschreven werd nadat de gebeurtenis plaatsvond,” zeggen zij, “staat de wetenschappelijke methode dit vers niet toe als een ware profetie.” Wij zeggen: deze mensen – die wetenschap als een god genomen hebben – zijn zo bevooroordeeld dat zij niet weten, of niet willen weten, dat destijds duizenden mensen de Koran volledig of gedeeltelijk gememoriseerd hadden. En dit is van veel meer waarde dan een schriftelijke vastlegging. Als duizenden mensen overeen zouden zijn gekomen om deze gememoriseerde profetie te veranderen, hadden zij ook overeen kunnen komen om een geschreven manuscript aan te passen en het oude manuscript te vernietigen. Bovendien, ook al was de Koran in die tijd niet in één boek verzameld, delen ervan werden zeker opgeschreven voor persoonlijk gebruik. Er is dus sprake van memorisatie op grote schaal en schriftelijke vastlegging, en de Koran is moetawaatir (dat betekent dat het op een zodanige manier en door zo veel mensen in elke generatie is doorgegeven dat het onmogelijk is dat er een fout is gemaakt of dat zij allemaal overeenkwamen om het te vervalsen). Bovendien zouden de vijanden van de islam destijds wel bezwaar gemaakt hebben indien er geknoeid zou zijn met deze profetie. Maar dit is niet het geval! (Zie Abu Ammaar Yasir Qadhi, Een Introductie tot de Wetenschappen Betreffende de Qor-aan, hoofdstuk 8: “De Verzameling van de Qor-aan”.)]

Bestel dit interessante en leerzame boek in onze islamwinkel. Tevens recommanderen wij het volgende boek: Een Introductie tot de Wetenschappen Betreffende de Qor-aan. Dit waardevolle boek is geschreven door Aboe Ammaar Yaasir Qaadhi en ook vertaald door broeder ‘Abdoellaah Bekx (Aboe Yoesoef ‘Abdoellaah). Al-h’amdoelillaah.

 

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Salamualeykum! Meld je aan voor onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van de laatste updates.

DJazaak Allahu ghairan