Verhalen voor kinderen die nadenken.
Walied was een goede leerling op de basisschool. Zijn leraar en vriendjes mochten hem graag. Hij was altijd zeer georganiseerd en hij respecteerde zijn moeder, vader en degenen die ouder dan hem waren.
Maar Walied raakt een beetje in paniek als hem dingen overkomen en hij maakt zich zorgen over dingen die nog niet gebeurd zijn. Bijvoorbeeld; als er overhoringen waren op school, dan was hij altijd bang om een slecht cijfer te halen, en ook al studeerde hij hard, dan nog was hij zeer ongerust. Hierdoor kon hij zich vaak moeilijk concentreren en soms gaf hij verkeerde antwoorden op vragen waarvan hij de antwoorden eigenlijk zeer goed wist.
Als er iets was dat Walied niet kon doen, of wanneer dingen niet gingen zoals Walied wilde, dan werd hij vaak verdrietig. Hij werd ook wel eens boos op zichzelf en dacht na over waarom hij iets niet kon, of wanneer het niet ging zoals hij graag wilde.
Op een dag kwam Walied thuis van school en was zoals zo vaak heel erg blij. Toen hij thuis kwam, was zijn moeder in de keuken bezig met het voorbereiden van het avondeten. Hij vertelde zijn moeder meteen wat er op school gebeurd was.
“Mama,” zei Walied opgewonden, “komend weekend gaan we met school op picknick, inshaa-a Allaah. We zullen lekker eten, voetballen en spelletjes spelen. Is dat niet fantastisch?” Zijn moeder glimlachte en zei: “Ja, dat is geweldig nieuws. Kom, was nu eerst je handen en begin aan je huiswerk.”
Walied deed wat zijn moeder zei. Hij waste zijn handen en gezicht, en begon aan zijn huiswerk. Maar hij was nog steeds opgewonden. Hij dacht na over hoeveel plezier zij zouden hebben op de picknick. Plotseling kwam er een gedachte in hem op. Hij dacht: “Wat nou als ik komend weekend ziek ben? Dan kan ik niet mee op de picknick. Dan moet ik thuis blijven in bed, terwijl mijn vriendjes voetballen en lekker eten.” Walied werd meteen verdrietig. Al zijn vreugde verdween. Terwijl hij zijn huiswerk maakte, begon hij te denken.
Vlak voor het avondeten kwam Walieds vader thuis. Walieds moeder riep hem om te komen eten. Zij zaten allemaal samen aan tafel. Walied was stil en somber vanwege de slechte gedachten in zijn hoofd. Zijn moeder was verbaasd door deze verandering van zijn stemming. Walieds vader merkte ook op hoe somber hij was. Zoals altijd begonnen zij met elkaar te praten.
“Wat heb je vandaag gedaan op school?,” vroeg zijn vader. Walied antwoordde: “We hebben nieuwe dingen geleerd, papa. Tijdens de wiskundeles moest ik naar het bord komen en de rekensommen oplossen die de leraar ons gaf.”
Walieds moeder vroeg aan hem: “Ga je jouw vader het goede nieuws, dat je vandaag gekregen hebt, niet vertellen?” Walied zei: “Papa, we gaan komend weekend picknicken, inshaa-a Allaah.” “Dat is geweldig nieuws,” zei zijn vader, “maar het lijkt alsof je hier niet zo blij mee bent.” Zijn moeder voegde hier aan toe: “Je was heel erg blij toen je vanuit school thuis kwam, maar nu lijk je verdrietig.” Walied antwoordde: “Ja, dat klopt, ik was blij, maar nu heb ik een gedachte waardoor ik verdrietig ben.” “Waarom ben je dan verdrietig?,” vroeg zijn vader.
Walied vertelde hen: “Als ik komend weekend ziek word en ik niet mee kan op picknick, dan ben ik zo ongelukkig.” Zijn moeder probeerde hem gerust te stellen en zei: “Lieve Walied, je bent nu toch niet ziek en we kunnen niet weten wat er in de toekomst gebeurt. Is het goed om verdrietig te zijn over iets wat misschien wel of misschien niet gaat gebeuren?”
Zijn vader voegde er aan toe: “Kijk Walied, het komt door Satan die deze slechte gedachten in jouw hoofd influistert, dat je verdrietig bent over dingen die nog niet gebeurd zijn. Dit noemt men bezorgdheid. Alle slechte gedachten die in jouw hoofd komen, of alle ongerustheden die we in onze harten voelen, zijn bezorgdheden veroorzaakt door Satan. Allah de Almachtige zegt tegen ons in de Qor-aan wat we moeten doen wanneer dit gebeurt: “En wanneer een influistering van de satan jou ingefluisterd wordt, zoek dan je toevlucht bij Allah. Voorwaar, Hij is Alhorend, Alwetend.” [Soerat al-‘Araaf (7), aayah 200.]
“Walied,” zei zijn moeder, “wanneer deze slechte gedachten in jouw hoofd komen, richt je dan meteen tot Allah en bid.”
Zijn vader ging verder: “Allah de Almachtige heeft vooraf alles al beslist wat er in onze levens zal gaan gebeuren. En Hij wil altijd het beste voor ons. Als jij niet naar de picknick kunt gaan, weet dan zeker dat dit het beste is voor jou. Misschien was je anders heel hard gevallen en zou je veel pijn hebben. Sommige mensen vergeten dat er in alles iets goeds is en zij worden verdrietig door bepaalde gebeurtenissen die hen overkomen. Maar het kan zijn dat Allah hen in werkelijkheid beschermd heeft tegen iets erger. En weet, beste Walied, dat als een gelovige iets naars overkomt, dat het dan een reiniging voor zijn zonden is. Maar veel mensen denken niet op deze manier, dus zijn zij altijd bezorgd en verdrietig.”
Walied knikte en zei: “Ja, ik begrijp het nu heel goed. Vanaf nu zal ik me meteen tot Allah richten als er slechte gedachten in mijn hoofd komen en Hem bedanken omdat Hij mij het beste heeft gegeven. Al-h’amdoelillaah, alle lof is voor Allah.”
Meer verhalen voor kinderen die nadenken.