Shaykh-oel-Islaam.
Door ‘Abdul-Jabbar van de Ven.
De mensen van bid’ah en dwaling haten bijna niemand meer dan Shaykh-oel-Islaam Ibn Taymiyyah (rah’iemahoellaah). Door de eeuwen heen zijn zij niet in staat geweest zijn ijzersterke argumenten inhoudelijk te weerleggen, en dus zijn ze maar twijfels gaan zaaien rondom de persoonlijkheid van deze geleerde. Als we veel van hun sprekers moeten geloven, komt het er ongeveer op neer dat Ibn Taymiyyah een soort zelfverklaarde geleerde was, een afvallige kwakzalver, die alleen wordt gevolgd en geprezen door een handje vol onwetende, extremistische “Wahhaabies” en “Selefies”. Enkelen van hen zijn zelfs zo ver gegaan te stellen dat eenieder die Ibn Taymiyyah de titel “Shaykh-oel-Islaam” geeft, daarmee een afvallige is geworden!
En dan nu over van de sprookjesvertellers naar de werkelijkheid. De werkelijkheid is allereerst dat Ibn Taymiyyah geen zelfverklaarde geleerde is, en dat zijn kennis niet uit de lucht is komen vallen. Zo is bijvoorbeeld overgeleverd door Ibn ‘Abdil-Haadie, dat Ibn Taymiyyah alleen al op het gebied van h’adiethstudies meer dan 200 leraren heeft gehad! Onder hen ondermeer de grote h’adiethgeleerde van zijn tijd; Ibn ‘Abdil-Dayyim al-Maqdisie. Daarnaast had Ibn Taymiyyah nog honderden andere leraren op het gebied van de Arabische taal, tefsier, fiqh en ‘aqiedah. Vergeet niet dat zijn eigen vader en grootvader ook bekende geleerden waren in hun tijd, van wie hij veel heeft geleerd in zijn jonge jaren. En als het niet mijn doel was geweest dit stukje overzichtelijk te houden, had ik pagina’s lang uit kunnen wijden over zijn vele leraren en idjaazahs, en zijn uitmuntende geheugen en intelligentie.
Waar ik liever naar kijk, is de valse bewering dat Ibn Taymiyyah alleen zou worden geprezen door “een handje vol mallotige Wahhaabies”. Zoals ik hier aan zal tonen, is dit niets minder dan een schaamteloze leugen van mensen zonder inhoudelijke argumenten.
Erg veel vooraanstaande geleerden hebben Ibn Taymiyyah geprezen om zijn enorme kennis, inzicht en inspanningen. Neem bijvoorbeeld imaam Ibn Radjab al-H’anbalie, ondermeer bekend van zijn sharh’ (uitleg) van Djaami’ at-Tirmidzie en de Sharh’ van Sah’ieh’ al-Boekhaarie (tot aan het hoofdstuk over begrafenissen) en “Dhayl-Tabaqaat-oel-Hanaabilah”. In dit werk (Tabaqaat), schreef hij ondermeer over Ibn Taymiyyah: “Hij is de imaam, de faqieh, de moetjtahid, de moeh’addith (h’adiethgeleerde), de h’aafidhz, de moefassir (tefsiergeleerde), de geleerde van oesoel, de zaahid (d.w.z.; iemand die een simpel leven leidde, ver weg van de genietingen van ad-doenyaa)…”
In dit werk (Tabaqaat), vertelt imaam Ibn Radjab zelfs dat men na het overlijden van Ibn Taymiyyah in China opriep djanaazah over hem te bidden, met de woorden: “Het gebed over de vertaler van de Qor-aan!”
Dat wat betreft de woorden van imaam Ibn Radjab al-H’anbalie. Was dit nu ook een onwetende “Wahhaabie”?! Voorwaar, eenieder die dit beweert, maakt alleen zichzelf ten schande.
Of wat te denken van de woorden van niemand minder dan imaam Adhz-Dhzahabie, die door de geleerden wordt beschouwd als de sheikh van de h’adiethgeleerden, en een geleerde op het gebied van geschiedenis en de verschillende qira-aat van de Qor-aan. Deze geleerde, die ondermeer bekend is om zijn werken “Taariekh-oel-Islaam” (20 delen) en “Siyar A’laam An-Noebalaa-e” (ook 20 delen), omschreef Ibn Taymiyyah ondermeer met de woorden: “Onze sheikh, de imaam, de geleerde (‘aalim), de ‘allaamah…het voorbeeld voor de oemmah…een oceaan aan kennis…,” waarna hij even later afsloot met de woorden: “Moge Allah de Verhevene tevreden over hem zijn.”
Dat wat betreft de woorden van imaam Adhz-Dhzahabie. Was dit nu ook een onwetende “Wahhaabie”?! Voorwaar, eenieder die dit beweert, maakt alleen zichzelf ten schande.
Of laten we kijken naar de woorden van de grote h’adiethgeleerde Aboel-Hadjaadj al-Mizzie; een overbekende, gerespecteerde naam voor iedere student van h’adiethstudies, en door sommige geleerden werd hij “de leraar van de a-immah op het gebied van ad-djarh wat-ta’diel” genoemd, alsook “de sheikh van de h’adiethgeleerden”. Deze imaam schreef ondermeer over Ibn Taymiyyah: “Ik heb nog nooit iemand gezien zoals hij…”
Elders schreef hij: “En ik heb niemand gezien die meer kennis had over het Boek van Allah en de Soennah van Allahs boodschapper (salallaahoe ‘alayhie wa sellem), en niemand die deze twee (d.w.z.; de Qor-aan en Soennah) nauwkeuriger volgde dan hij…” En weer elders, schreef al-Mizzie over Ibn Taymiyyah: “Er is niemand zoals als hij geweest sinds de laatste 400 jaar.”
Dat wat betreft de woorden van imaam al-Mizzie. Was dit nu ook een onwetende “Wahhaabie”?! Voorwaar, eenieder die dit beweert, maakt alleen zichzelf ten schande.
Dit zijn slechts enkele voorbeelden van gerespecteerde ‘oelemaa-e die Ibn Taymiyyah prezen om zijn enorme kennis en inzicht. En als de tijd het toe zou staan, zou ik deze lijst aan kunnen vullen met soortgelijke uitspraken van geleerden als Ibn Kethier en Ibn-Qayyim al-Djawziyyah en vele anderen.
Imaam Ibn Naasiroeddien ad-Dimashqie as-Shaafi’ie haalde in zijn werk “ar-Radd-oel-Waafir” alleen al de citaten aan van 87 vooraanstaande geleerden, waarin zij Ibn Taymiyyah prezen voor zijn enorme kennis en inzicht, dus laat eenieder die meer voorbeelden wenst, terugkeren naar dat boek. Een boek dat overigens al weer vele eeuwen oud is, en dus aangevuld zou kunnen worden met veel getuigenissen van geleerden na zijn tijd.
De veelgehoorde claim dat Ibn Taymiyyah niet gerespecteerd is door “de geleerden van Ahloes-Soennah”, en het vaak geschetste beeld dat “bijna alle geleerden tekfier over hem hebben gedaan”, is dus niets minder dan de zoveelste schaamteloze leugen van de mensen van dwaling en bid’ah. Moge Allah hen en ons oprechtheid schenken tegenover de waarheid wanneer die tot ons komt.
Relevante artikelen:
De brief van Ibn Taymiyyah vanuit de gevangenis
Het verbod op innovaties (bid’ah)