Er is ook geen bid’ah h’asanah – goede innovatie!
[Zie ook het artikel Het behouden van de geloofsleer (‘aqiedah) en het ontstaan van sekten.]
De boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) was gewoon in zijn preken te zeggen (Nederlandstalige interpretatie): “…de meest waarachtige spraak is het Boek van Allah (de Qor-aan), en de beste leiding is de leiding van Moh’ammed (de Soennah). De slechtste (religieuze) zaken zijn de nieuwe verzonnen zaken (bid’ah), elke nieuwe verzonnen zaak is een innovatie, en elke innovatie is een dwaling, en elke dwaling is in het Vuur.” (Overgeleverd door an-Nasaa-ie en verhaald door Djaabir ibn ‘Abdoellaah.)
Dit is een vertaling en uitleg van de 5de h’adieth van al-Imaam an-Nawawie, vertaald door Aboe Djinaan.
Waarlijk, alle lof behoort toe aan Allah, wij prijzen Hem, wij zoeken onze toevlucht bij Hem en vragen Hem alleen om vergiffenis.
Wie Allah leidt, niemand kan hem laten dwalen; en wie Allah laat dwalen, niemand kan hem leiden. En ik getuig dat er niets of niemand het recht heeft om aanbeden te worden behalve Allah, en ik getuig dat Moehammed ibn ‘Abdoellaah Zijn dienaar en boodschapper is, moge Allahs zegeningen en vrede rusten op hem en zijn familie.
De moeder der gelovigen, Oemm ‘ Abdoellaah ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden met haar zijn) heeft overgeleverd dat de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei (Nederlandstalige interpretatie): “Wie iets toevoegt aan deze zaak van ons wat niet hiertoe behoort, het zal verworpen worden.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim.)
En in een andere overlevering van Moeslim zegt ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden met haar zijn): “Wie een daad verricht die niet in overeenstemming is met onze zaak, het zal verworpen worden.”
Algemene uitleg
De geleerden hebben over deze overlevering gezegd dat het de norm is voor de uiterlijke zijde van alle handelingen. De eerste overlevering van de 40 ah’aadieth van an-Nawawie, welke werd overgeleverd door ‘Oemar ibnoe l-Khattaab (moge Allah tevreden met hem zijn), dient als maatstaf voor de innerlijke zijde van de daden. De h’adieth begint dan ook als volgt: “Voorwaar, de daden worden beoordeeld op basis van de intentie.” Elke daad heeft immers een intentie en een uitvoering; de uitvoering is het uiterlijk van de daad en de intentie is het innerlijk van de daad. Uit deze h’adieth blijkt verder dat elke daad die niet in overeenstemming is met de sharie’ah niet door Allah wordt geaccepteerd. Volgens al-Imaam an-Nawawie dient deze overlevering dan ook door elke moslim uit het hoofd te worden geleerd!
De verteller
‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden met haar zijn) was de dochter van Aboe Bakr (moge Allah tevreden met hem zijn). De moeder der gelovigen Oemm ‘Abdoellaah. <<<Hoewel ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden met haar zijn) nooit een kind heeft gekregen, heeft zij toch deze koenya (bijnaam: de moeder van ‘Abdoellaah). Waarom zij deze koenya heeft is onduidelijk, maar het kan zijn dat het door haar neef ‘Abdoellaah ibn Zoebayr is gekomen.>>>
‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden met haar zijn) is één van de meest geliefde vrouwen van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) geweest. Ze heeft heel veel overleveringen van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) op haar naam staan, namelijk 2210. Ze had ook veel kennis van de Arabische geschiedenis en literatuur. De term ‘moeder der gelovigen’ wordt gebruikt voor alle vrouwen van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem). Hierover zegt Allah in de Qor-aan het volgende (Nederlandstalige interpretatie): “De profeet (Moh’ammed) heeft (als spirituele vader) meer recht op de gelovigen dan zij op zichzelf, en zijn echtgenoten zijn hun moeders. En de bloedverwanten hebben in de Bepaling van Allah meer recht op elkaar (wat betreft erfenis) dan de (broederschapbanden tussen de) gelovigen en de emigranten, behalve als jullie een weldaad doen jegens jullie broeders (in de religie). Dit is geschreven in het Boek (al-Lawh’oe l-Mah’foedhz).” [Soerat al-Ah’zaab (33), aayah 6.]
Deze aayah laat zien hoe de relatie van de gelovigen met de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) dient te zijn. Er dient een voorkeur te worden gegeven aan de mening van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) boven alle andere meningen. De gelovigen zijn daadwerkelijk dicht bij de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem).
Verder dienen de gelovigen de vrouwen van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) te respecteren, zoals zij hun eigen moeders respecteren. Ook was het na het overlijden van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) niet toegestaan om met één van zijn vrouwen te huwen. Vandaar de titel “moeder der gelovigen” (oemm al-moe-eminien).
“Wie iets toevoegt…”
Het woord ah’datha (h’adieth) betekent taalkundig ‘iets nieuws’ of ‘iets wat nog nooit is gebeurd’. De Islaam is een complete religie. Daarom is het niet nodig om er iets nieuws aan toe te voegen of er iets af te halen. Welke nieuwigheid men ook aan deze religie wenst toe te voegen, het kan nooit beter zijn dan wat reeds voorgeschreven is door Allah en Zijn profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem).
“…Vandaag heb Ik jullie religie vervolmaakt voor jullie, Mijn gunsten voor jullie volledig gemaakt en de Islaam voor jullie gekozen als jullie religie…” [Soerat al-Maa-idah (5), aayah 3.]
“…aan deze zaak van ons…”
‘Deze zaak van ons’ is de Islaam, de religie die is uitgekozen door Allah de Verhevene. Hiermee wordt onze manier van leven, de rituelen, hoe wij geloven (etc.) bedoeld. Als een handeling niet in overeenstemming is met het Boek (de Qor-aan) en de Soennah (handelswijze van de profeet Moh’ammed), wordt dat als een innovatie (bid’ah) gezien en aldus verworpen.
“…wat niet hiertoe behoort…”
Elke opinie of mening die niet te vinden is in de Qor-aan of (authentieke) Soennah heeft geen plaats in de Islaam.
“…het zal verworpen worden.”
Als de geïntroduceerde daad bijvoorbeeld een soort aanbidding is, dan zal het niet worden geaccepteerd door Allah de Verhevene. De persoon krijgt er geen beloning voor en dus is zijn aanbidding voor niets geweest. Een voorbeeld: wanneer iemand met opzet in de zon gaat staan met de intentie Allah de Verhevene te behagen als een soort aanbidding om vervolgens te worden beloond, zal dit niet worden geaccepteerd, omdat het niet voorgeschreven is door de sharie’ah. (Klik op onderstaande afbeelding om het vergroot weer te geven.)
Islaam is volgen en niet verzinnen
De meest belangrijke les van deze overlevering, is dat het in de Islaam erom gaat te volgen en geen nieuwigheden te verzinnen. Elke daad, mening of opinie dient dus tegen het licht van de Qor-aan en de Soennah te worden gehouden. Als het acceptabel en correct is volgens deze twee maatstaven dan dient men het te volgen.
“En dit (de Qor-aan) is een gezegend Boek dat Wij neergezonden hebben, dus volg het en vrees (Allah), opdat jullie begenadigd zullen worden (gered van de bestraffing van de Hel).” [Soerat al-An’aam (6), aayah 155.]
<<<Toevoeging van uwkeuze.net. Allah de Verhevene is niet uit op bestraffing of wraak. Hij schiep de mens rechtschapen en zuiver; Hij gaf hem intelligentie en kennis; Hij omgaf hem met allerlei hulpmiddelen (profeten, boodschappers, Boeken, wonderen, tekenen etc.). Als een mens, ondanks dit alles, zijn eigen wil vervormt en tegen de Wil van Allah ingaat, is de vergeving van Allah toch bereikbaar voor hem als hij het wil nemen (door berouw te tonen). Het is alleen degene die zijn eigen gezichtsvermogen verblind heeft en zijn eigen aard of ziel vervormd heeft van de mooie vorm waarin Allah de Alwijze het gevormd heeft, dat de Woede van Allah op hem zal neerdalen en de begunstigde positie waarop Allah hem geplaatst heeft zal veranderen. Als de bestraffing eenmaal komt, is er geen afweer tegen. Geen van de dingen waar hij zich voorheen op verliet – anders dan Allah de Almachtige – kan hem beschermen en helpen. (A. Yusuf Ali Quran Commentary, de herziene versie.)
Allah de Verhevene zegt in Zijn Nobele Koran (Nederlandstalige interpretatie): “O degenen die geloven! Treed de Islaam VOLLEDIG binnen en volg niet de voetstappen van de satan (de duivel); waarlijk, hij is voor jullie een duidelijke vijand.” [Soerat al-Baqarah (2), aayah 208.]
Sheikh ‘Abdoel-‘Aziez ibn Baaz zei in Madjmoe’ Fataawaa wa Maqaalaat Moetanawwi’ah (1/346): “Op jullie rust de plicht om de volledige Islaam aan te nemen, niet alleen maar één deel aanvaarden en een ander nalaten. Aanvaard niet alleen de geloofsovertuigingen (‘aqiedah) terwijl je de regelgevingen (ah’kaam) nalaat. Pas niet de regelgevingen toe, terwijl je de geloofsovertuigingen verwaarloost. Accepteer de Islaam volledig; accepteer de geloofsleer (al-‘aqiedah), de wet (as-sharie’ah), de aanbidding, de djihaad, de sociale aspecten, de politieke aspecten en alle overige zaken.” (einde toevoeging.)>>>
Er zijn twee soorten handelingen
Religieuze rituelen van verering, ook wel ‘ibadaat genoemd, zijn handelingen die enkel bedoeld zijn om Allah de Verhevene te vereren en te aanbidden om zodoende dichter bij Hem te komen. Allah is de Enige Die weet hoe Hij het beste moet worden aanbeden. Vandaar dat deze handelingen strikt het patroon moeten volgen zoals voorgeschreven door Allah de Verhevene en Zijn profeet Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem). Als een handeling vermoedelijk een handeling van verering is, dan moet er direct en duidelijk bewijsmateriaal uit de Qor-aan en de Soennah voor zijn. Als er geen dergelijk duidelijk bewijs is, wordt de handeling niet beschouwd als juist of aanvaardbaar en dus verworpen. Een voorbeeld is dat mensen dansen en muziek maken met de bewering dichterbij Allah de Verhevene te komen. Dergelijke praktijken worden echter verworpen, omdat het niet is goedgekeurd door Allah Ta’aalaa.
Deze handelingen vallen dan ook onder bid’ah (innovatie in de religie). Geleerden hebben basisprincipes afgeleid die het herkennen van religieuze rituelen kunnen vergemakkelijken. Zo dient de reden, soort, aantal, vorm, tijd en plaats van een handeling ter aanbidding terug te vinden zijn in de Qor-aan en Soennah. Als iemand bijvoorbeeld zes raka’aat wil bidden voor het middaggebed in plaats van vier, dan zal dat niet van hem of haar geaccepteerd worden. Zo ook de daden van iemand die zich tijdens de h’adj op de dag van ‘Arafah in Mina bevindt in plaats van in ‘Arafah. Dit zal niet worden geaccepteerd, omdat de plaats van woeqoef (staan) niet juist is.
“Wereldlijke” handelingen (transacties en overeenkomsten): zolang een handeling geen specifieke schending van de principes van de sharie’ah is, valt het onder deze categorie. Een handeling wordt als wettelijk en geldig beschouwd, zolang het geen specifiek verbod van de sharie’ah overtreedt. Met andere woorden, deze overleveringen spreken slechts over geïnnoveerde handelingen aangaande de Islaam – wanneer men nieuwe handelingen ter aanbidding innoveert in de religie, dan worden deze verworpen.
Geïnnoveerde handelingen (uitvindingen) betreffende wereldse zaken – zoals een auto, wasmachine of computer – vallen dan ook niet binnen deze overleveringen! De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei dan ook: “in deze zaak van ons”, hetgeen met de Islaam wordt uitgelegd, zoals we hebben uiteengezet.
Wat leert deze overlevering ons?
Eenieder die iets toevoegt aan deze zaak – oftewel de Islaam – wat daartoe niet behoort; dit zal nimmer van hem geaccepteerd worden, al is de intentie nog zo goed. Hieruit kunnen wij dus opmaken dat alle vormen van bid’ah ontoelaatbaar en onaanvaardbaar zijn, al is de intentie goed.
<<<Toevoeging van uwkeuze.net. Er bestaat dus ook geen zogenaamde “bid’ah h’asanah – goede innovatie”, want dan zeg je met andere woorden dat de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) vergeten is iets goeds mede te delen, en dat is onjuist omdat Allah de Verhevene met hem de religie voltooide en volmaakte. Allah Ta’aalaa zegt (Nederlandstalige interpretatie): “…Vandaag heb Ik jullie religie vervolmaakt voor jullie, Mijn gunsten voor jullie volledig gemaakt…” [Soerat al-Maa-idah (5), aayah 3.]>>>
Iedere daad die niet aan de voorschriften van de Qor-aan en de Soennah van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) voldoet, wordt niet geaccepteerd door Allah de Verhevene. Zo wordt bijvoorbeeld ook een kooptransactie die niet aan de voorschriften voldoet, nietig verklaard.
<<< Toevoeging van uwkeuze.net. Een daad wordt pas als een goede daad beschouwd wanneer deze oprecht (met ikhlaas – oprechtheid) voor Allah de Almachtige en Sublieme verricht is , en het dient ook in overeenstemming te zijn met de wetgeving (Soennah) van Allahs boodschapper (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem). Wanneer een daad één van deze voorwaarden mist, is deze van nul en gener waarde. Zie het artikel De voorwaarden voor acceptabele ‘ibaadah (aanbidding).>>> (Klik op onderstaande afbeelding om het vergroot weer te geven. Gebruik de afbeelding voor da’wah.)
Bronnen van de mensen die innovaties volgen (ahloe l-bida’)
Ibn Taymiyyah (moge Allah hem genadig zijn) heeft gezegd: “Mensen die innovaties volgen baseren hun afwijking niet op de Qor-aan en de Soennah en de overleveringen van de selef – de sah’aabah (metgezellen) en taabi’ien (volgelingen) en diens volgelingen. Zij berusten hun uitspraken slechts op het verstand en de taal. Zij gebruiken geen boeken van vastgestelde tefsier, overleveringen (van de profeet) en overleveringen van de selef. Zij baseren hun afwijkingen op taalboeken en boeken waarin kalaam is opgenomen, die hun leiders hebben opgesteld. Dit is de methodiek van de ontkenners die zich afkeren van de tekstuele bewijzen van de profeten, omdat deze bij hen niet tot de bronnen van kennis behoren. Zij interpreteren de Qor-aan met hun eigen interpretaties en begrip, zonder te verwijzen naar de overleveringen van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) en zijn metgezellen. [Zeer ingekort; genomen uit Kitaab al-Imaan.]
Adviezen aan de zoekenden naar kennis; houd je vast aan de leer van Ahloe Soennah en Athar
Tot de tekenen van de mensen die de leer van Ahloe Soennah volgen, behoort dat zij zich in hun da’wah bezighouden met tawh’ied [het toeschrijven (van Allah) aan Eenheid – zie Monotheïsme in de Islam] en daarover spreken omdat zij ervan bewust zijn dat dit de da’wah was van de profeten. En zij zijn immers de erfgenamen van de profeten en waarschuwen tegen innovaties (bida’) en polytheïsme (shirk) en zij zwijgen niet daarover ook al worden zij in stukken gesneden.
Zij houden zich bezig met datgene wat authentiek overgeleverd is van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) en nemen afstand van zwakke en verzonnen ah’aadieth en waarschuwen mensen om deze niet te volgen.
Zij houden zich bezig met profijtvolle kennis en nemen deel aan het vergaren daarvan (zie Het zoeken naar kennis). Zij zijn van mening dat het hun taak is om de mensen uit te nodigen tot de weg van tawh’ied en het begrijpen van zijn betekenis voordat zij hun rijen verenigen. Zij wedijveren in het vergaren van kennis en het doorgeven hiervan en zij zijn niet af te zonderen van de omgeving en de actualiteiten. Echter zij weten meer over hun omgeving en realiteit dan anderen. Zij zijn de meest geleerden en het meest genadevol ten opzichte van de schepselen.
Zij zijn gehoorzaam aan hun leiders (in datgene wat niet tegen de geboden en verboden van de Wetgever gaat) en nodigen niet uit tot wanorde en chaos. Zij vragen leiding voor hun leiders, zelfs al zijn deze laastgenoemden onrechtvaardig en buitensporig.
Dit zijn enkele eigenschappen van de geleerden van Ahloe Soennah en al-Athar, als je deze kenmerken bij mensen ziet, vergezel hen dan; anders wees op je hoede!
Relevante artikelen:
De voorwaarden voor acceptabele ‘ibaadah (aanbidding)
Het behouden van de geloofsleer (‘aqiedah) en het ontstaan van sekten
Algemene principes van Ahloes-Soennah wal-Djamaa’ah (moedjmal oesool Ahloes-Soennah wal-Djamaa’ah fil-‘aqiedah – samenvatting van de fundamentele principes van de mensen van de Soennah en de Djamaa’ah aangaande de geloofsleer)
Artikelen over de Islam (diverse artikelen)
De Soennah (diverse artikelen)
Kennis is licht (diverse artikelen)