Tekfier – iemand ongelovig verklaren.
Dit artikel is een vertaling van een khoetbah (toespraak) gehouden in de Masdjid al-H’aram in Mekkah, door sheikh Sa’oed as-Shoeraym, op 22 Radjab 1424 H. (19 september 2003 n.C.). Een soort gelijke khoetbah werd eveneens in Mekkah gehouden door sheikh ‘Abdoer-Rah’maan as-Soedays, op 25 Rabi’ al-Awwal 1425 H. (14 mei 2004 n.C.). Het artikel is enigszins bewerkt door uwkeuze.net.
Alle lof is voor Allah, de Heer der werelden. Allahs zegeningen en vrede zijn met de profeet, zijn familie en metgezellen en eenieder die in hen het goede volgt.
Medemoslims! Vrees Allah door Zijn geboden uit te voeren en Zijn verboden na te laten.
Broeders (hier worden ook zusters mee bedoeld) in geloof! Wanneer men goed kijkt naar de doelen van de sharie’ah betreffende handelingen van aanbidding, wetten betreffende interacties, islamitische moraal en de geboden en verboden, zal men realiseren dat dit alles o.a. bedoeld is voor het doel om eenheid en wederzijdse liefde onder de leden van deze oemmah (gemeenschap) aan te moedigen en de oorzaken van tweedracht en haat te voorkomen. Deze voorschriften waarschuwen ook tegen het aanvallen van de eer van moslims, het proberen om hun gebreken te onthullen en hen onterecht te beschuldigen van ketterij, ongeloof, hypocrisie, zonden, onrecht en onwetendheid.
Beste broeders! De weg naar eenheid is door het instellen van de wetten van Allah de Almachtige, door de rituelen van de Islaam kenbaar te maken, door samen te werken in rechtschapenheid en vroomheid, door goede daden aan te moedigen en door slechte daden te voorkomen en door het geven van oprechte adviezen aan alle moslims.
Broeders in de Islaam! Veranderingen door de tijd, de misleidende crisissen en de samenzwering van de vijanden van de Islaam, zijn genoeg voor een nadenkende moslim om zichzelf niet te laten gebruiken als een stuk gereedschap door zijn vijanden tegen zijn broeders. Een moslim dient zich niet toe te staan om zich te laten gebruiken tegen de moslims, waarbij hij medemoslims beledigt, bespot of minacht, of hen zelfs als ongelovigen of ketters verklaart. [Zie o.a. de artikelen al-walaa-e wa al-baraa-e – loyaliteit en distantiëring – Wanneer vrienden elkaar pijn doen – Zusterschap (ook voor broeders).]
Medemoslims! Er is een gevaarlijke tendens die tegenwoordig ten midden van individuen en groepen zijn dreigende kop opsteekt, wat onmiddellijk beteugeld moet worden door de vromen onder ons met verstand en kennis. De rechtschapen voorgangers waarschuwden tegen deze tendens en voerden meedogenloos strijd hier tegen. Het is de kwestie van medemoslims als ongelovigen bestempelen (tekfier, takfeer) en verklaren dat zulke individuen de Hel zullen binnengaan en er voor altijd zullen blijven.
Beste broeders! Dit is één van de grootste kwesties dat enorme gevolgen heeft voor de oemmah. Het is daarom een gebied waar geen moslim zich op moet begeven zonder onbetwistbare en duidelijke bewijzen die zo helder zijn als de zon op een onbewolkte dag. De geleerden, zowel uit het verleden als de tegenwoordige, hebben gewaarschuwd voor de consequenties van deze tendens in deze wereld en het Hiernamaals.
Shaykhoel-Islaam Ibn Taymiyyah (moge Allah hem genadig zijn) heeft gezegd: “Weet dat de kwestie betreffende het ongelovig verklaren van anderen of hen als zondaren bestempelen, één van de kwesties is waarop de belofte van beloning en bestraffing in het Hiernamaals is gebaseerd. Het is ook de basis voor verstoting, executie en onschendbaarheid etc. in deze wereld. Dit is omdat Allah de Verhevene het Paradijs de verblijfplaats maakt voor de gelovigen en verboden voor de ongelovigen. Deze algemene regel geldt voor alle tijden en plaatsen.”
Ibn al-Wazier heeft gezegd: “Er is een enorm verschil tussen het verklaren van moslimgroepen en de meerderheid van de moslimgeleerden als ongelovigen waardoor de gelederen van de vijand van de Islaam versterkt worden, en tussen hen te rekenen tot de moslims waardoor de zaak van de Islaam geholpen wordt. Het is daarom niet toegestaan om enige verdeeldheid onder de moslims te veroorzaken door enkele leden van de oemmah als ongelovigen te verklaren met zwakke bewijzen die andere sterke bewijzen tegenspreken die aanmoedigen tot eenheid en bescherming van levens. De Khawaaridj (een afgedwaalde extremistische sekte) kregen de strengste bestraffingen en werden sterk veroordeeld omdat zij zondige moslims als ongelovigen verklaarden.”
Sheikh ‘Abdoellaah ibn Moh’ammad ibn ‘Abdoel-Wahhaab (moge Allah hem genadig zijn) heeft gezegd: “Het is verplicht voor degene die oprecht is tegenover zichzelf om zich hier niet mee bezig te houden zonder kennis en bewijs van Allah. Hij dient op te passen om een persoon (een moslim) als niet-moslim te beschouwen louter en alleen gebaseerd op hoe hij een situatie begrijpt en zijn mening, omdat dit één van de grootste kwesties is in de Islaam.”
As-Shawkaanie heeft gezegd: “Weet dat het verklaren dat een persoon niet langer een moslim meer is en dat hij een ongelovige is geworden, een zaak is waaraan geen moslim die gelooft in Allah en de Laatste Dag zich aan moet wagen zonder een bewijs dat zo duidelijk is als de zon op een onbewolkte middag. Dit is omdat er authentiek is overgeleverd van een groep metgezellen dat de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zij met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): ‘Eenieder die tegen zijn broeder zegt: ‘O jij ongelovige,’ één van hen is werkelijk een ongelovige.’ In een andere overlevering is vermeld dat de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zij met hem) gezegd heeft (Nederlandstalige interpretatie): ‘Eenieder die een andere man van ongeloof beschuldigd of tegen hem zegt: ‘O jij, vijand van Allah,’ en hij is niet wat hij gezegd heeft, dan zal die beschuldiging naar de beschuldiger terugkeren (d.w.z. degene die de andere onterecht beschuldigd heeft is zelf een ongelovige).’ Hij (Allahs zegeningen en vrede zij met hem) heeft ook gezegd (Nederlandstalige interpretatie): ‘Eenieder die een gelovige beschuldigd van ongeloof, het is alsof hij hem gedood heeft.’”
Ibn Daqieq al-‘Ied heeft gezegd: “Dit is een groot dreigement tegen degene die een moslim onterecht beschuldigt van ongeloof.” Hij zei verder: “En dit is een groot probleem waar sommige geleerden (en vele leken) in zijn gevallen. Wanneer zij het oneens zijn over kwesties betreffende het islamitische geloof, dan verklaren zij elkaar als ongelovigen.”
Mede moslims! Iemand als ongelovige verklaren is een islamitische beslissing. De ongelovige is iemand die niet gelooft in Allah en Zijn boodschapper. Het maken van zo’n beslissing is daarom geen voorrecht van een willekeurig iemand [tenzij er duidelijk bewijs is dat iemand buiten de grenzen van de Islaam is getreden – zie (#3) verderop in dit artikel]. Alleen Allah de Verhevene weet wie in Hem gelooft en wie niet (dus dienen we alleen diegenen die door Allah de Verhevene als ongelovig verklaard zijn als ongelovigen te zien). Ibn Taymiyyah heeft gezegd: “Dit is waarom de geleerden die de Soennah volgen hun tegenstanders niet als ongelovigen beschouwen, zelfs ook al beschouwen hun tegenstanders hen wel als ongelovig. De reden hiervoor is dat het verklaren van iemand als ongelovig een islamitische beslissing is. Daarom heeft geen mens het recht om zijn tegenstander (van onder de moslimoemmah) te bestraffen met een soortgelijke beschuldiging (tenzij er bewijs is ‘zo duidelijk als de zon op een onbewolkte middag’). Evenzo kan men niet terugslaan door tegen een persoon te liegen die tegen jou liegt, aangezien liegen verboden is. Een persoon als ongelovige verklaren is ook een exclusief recht van Allah de Verhevene en niemand dient als ongelovige verklaart te worden behalve degene die door Allah de Verhevene ongelovig is verklaard. De Khawaaridj, degenen waarvan de profeet (Allahs zegeningen en vrede zij met hem) bevolen heeft om tegen te vechten, werden bevochten door ‘Aliy ibn Abie Taalib (moge Allah tevreden met hem zijn) en andere moslimleiders onder de metgezellen en hun volgelingen. De bewijzen en de overeenstemming van de oemmah bevestigen de onjuiste weg van de Khawaaridj, maar niemand van de moslimleiders beschouwden hen als ongelovigen. Zij vochten slechts tegen hen vanwege hun overtredingen. Daarom dient geen van deze afwijkende groepen die de waarheid in vele kwesties niet erkennen, elkaar niet als ongelovig te verklaren of hun levens en eigendommen te schenden. Want dit zijn aangelegenheden waar zelfs beter opgeleide geleerden fouten in maken.”
Ibn Taymiyyah zei verder: “Imaam Ah’med bad achter leden van de Djahmiyyah groep die mensen opriepen naar hun onjuiste geloofsovertuigingen en die degenen die het oneens waren met hen brutaal kwelden. Imaam Ah’med beschouwde hen nooit als ongelovigen. Hij beschouwde hen als gelovigen, erkende hun leiderschap en maakte smeekbeden voor hen. Hij beschouwde het bidden achter hen en in hun gezelschap naar het slagveld gaan als toegestaan. Hij was ook van mening dat mensen niet tegen hen in opstand moesten komen. Hij en andere prominente geleerden weerlegden de valse beweringen die neerkwamen op groot ongeloof, welke deze leiders in onwetendheid bedachten. Imaam Ah’med weerlegde deze mening en spande zich volledig in om hen te overtuigen om deze onjuiste zienswijze te verlaten. Daarom verenigde hij het gehoorzamen van Allah en Zijn boodschapper door de Soennah te verkondigen, de innovaties van de onjuiste mensen te weerleggen en de rechten van de moslims en hun leiders te beschermen, ook al waren zij onwetend, vernieuwers en zondaren.”
Mede moslims! Met oog op wat we hierboven genoemd hebben, dienen we te weten dat de kwestie betreffende geloof en ongeloof in het hart is en dat niemand behalve Allah alleen dit weet. Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “Wie ongelovig is in Allah na zijn geloof – behalve wie daartoe gedwongen wordt en wiens hart gerustgesteld is met het geloof – maar wie zijn borst (d.w.z. hart) opent voor het ongeloof, op hen is dan de Toorn van Allah en voor hen is er een geweldige kwelling (#1).” [Soerat an-N’ahl (16), aayah 106.]
<<< (#1) Zie ook aayah 3:86-90. Allah de Verhevene waarschuwt degenen die afvallig zijn en naar ongeloof terugkeren nadat zij geloofden en die vervolgens volharden in ongeloof tot aan hun dood. Hij verklaart dat in dit geval geen berouw aanvaard zal worden van hen op het moment van hun dood (zie aayah 4:18). (Tefsier Ibn Kethier.) Een afvallige kan dus berouw tonen en naar het geloof terugkeren voordat de dood tot hem komt. Sheikh ‘Abdoel-Kariem al-Khoedayr zei: “Als iemand de Islaam verlaat en besluit weer terug te keren, dient hij te getuigen dat er geen god is die het recht heeft om aanbeden te worden behalve Allah en dat Moh’ammed Zijn dienaar en boodschapper is. Als zijn afvalligheid was wegens het ontkennen van een van de basisprincipes van de religie, dan is zijn terugkeer tot de Islaam niet compleet totdat hij het principe dat hij ontkent heeft bevestigt.” (Bron: “How does an apostate come back to Islam?” op www.islamqa.info/en/7057.)>>>
De ongelovige is degene wiens hart tevreden is met ongeloof. Daarom is er geen veroordeling voor onjuist geloof, vooral als de persoon die dit aanhangt onder invloed van onwetendheid is en zolang hij het pad van de mensen van de Islaam niet ontkent. Er is geen veroordeling voor een bewering van ongeloof als degene die het uitspreekt dit doet zonder de bedoeling om de Islaam op te geven. Er is geen veroordeling voor een bewering van ongeloof welke een moslim uitspreekt als hij de betekenis niet zo bedoeld. Deze zienswijzen en geloofsovertuigingen dienen krachtig weerlegd en veroordeeld te worden en beschouwd worden als verboden in de Islaam, maar op geen enkele manier dienen zij beschouwd te worden als een duidelijk bewijs voor het afstand nemen van de Islaam door degene die ze uitgesproken heeft. (Men dient hen te onderwijzen, en als zij dit weigeren en blijven vasthouden aan hun overtreding, dan is er bewijs tegen hen vastgesteld.)
Beste broeders en zusters! De kwestie betreffende het verklaren van anderen als ongelovigen heeft vele mensen misleid. Moslims dienen daarom op te passen voor deze ongewenste tendens. We dienen ons ook volledig in te spannen om onze gelederen te verenigen. Onenigheid veroorzaakt niets dan bekrompenheid, intolerantie en het minachten van anderen. Het verzwakt ook de oproep tot de weg van Allah en minimaliseert de voordelen van kennis. En dit is precies het doel van de vijand. Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “O degenen die geloven! Indien jullie oprukken (om te strijden) op de weg van Allah, verifieer dan (de juistheid van iemands geloof) en zeg niet tegen iemand die jullie groet met de vredesgroet (als blijk van zijn geloof in de Islaam): ‘Jij bent geen gelovige,’ (#2) het vergankelijke van het wereldse leven daarmee wensend. Bij Allah is immers buit in overvloed. Zo waren jullie zelf (ook ongelovigen) voordat Allah Zijn gunsten aan jullie schonk (d.w.z. jullie leidde naar de Islaam), verifieer daarom (de juistheid van iemands geloof). Waarlijk, Allah is Khabier (Alwetend omtrent subtiele zaken) aangaande hetgeen jullie doen.” [Soerat an-Nisaa-e (4), aayah 94.]
<<< (#2) Imaam Ah’med leverde over dat ‘Ikrimah zei dat Ibn ‘Abbaas zei: “Een man van Banie Soelaym, die een kudde schapen hoedde, passeerde enkele metgezellen van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) en groette hen met de vredesgroet. Zij zeiden (tegen elkaar): “Hij groette ons alleen met de vredesgroet om zichzelf tegen ons te beschermen.” Vervolgens vielen zij hem aan en doodden hem. Zij brachten zijn schapen naar de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) en deze aayah werd geopenbaard.” At-Tirmidzie vermeldde dit in zijn (hoofdstuk over) Tefsier en zei: “Deze h’adieth is h’asan (goed)” (Zie Tefsier Ibn Kethier.)>>>
Medemoslims! We hebben nu duidelijk gemaakt dat het verklaren van anderen (moslims) als ongelovigen zeer gevaarlijk is (en dus niet te snel gedaan moet worden). Maar dat betekent niet dat we handelingen van afvalligheid moeten tolereren, daden die een persoon op zijn weg verricht die zonder enige twijfel bewijzen dat hij de Islaam de rug toe gekeerd heeft. (#3) Het doel van deze toespraak is alleen het onderstrepen van de ernst van deze verschrikkelijke tendens en om de moslims te waarschuwen om zich er niet mee bezig te houden. Een geleerde zij eens: “Als je sterft zonder iets tegen Fir’awn (de Farao) te zeggen, Allah zal je dat niet kwalijk nemen op de Dag der Opstanding.”
<<< (#3) Er schuilt ook gevaar in het niet tot ongelovig verklaren van degenen die duidelijk ongelovigen zijn en die Allah de Verhevene ongelovig verklaard heeft, zoals joden en christenen, evolutionisten, hindoes en boeddhisten etc., alsook een ‘moslim’ die een handeling van ongeloof begaat en weigert hier afstand van te nemen. Als een moslim weigert zulke personen tot ongelovigen te verklaren, dan treedt hij zelf uit het geloof omdat hij o.a. het Oordeel van Allah de Verhevene – teksten uit de Qor-aan en Soennah – loochent. Het gevaar van tekfier is dus van twee kanten.>>>
Beste broeders en zusters! Iemand als ongelovige verklaren is gebonden aan voorwaarden en belemmeringen uitgelegd door de geleerden.
Broeders en zusters in Islaam! Vrees Allah en wees gehoorzaam tegenover Hem. Bescherm jullie tongen en laat de satan jullie niet misleiden. Verenig jullie gelederen op de waarheid en “…steun elkaar in al-birr (de deugdzaamheid en het goede) en at-taqwaa (rechtschapenheid en vroomheid) en steun elkaar niet in de zonde en de overtreding. En vrees Allah (door Hem te gehoorzamen). Waarlijk, Allah is streng in de bestraffing.” [Nederlandstalige interpretatie van soerat al-Maa-idah (5), aayah 2.]
Relevante artikelen:
Hoe om te gaan met meningsverschillen en het bekritiseren van anderen
Ontwikkeling van fiqh – de islamitische wet: bronnen, wetscholen (madzaahib) en meningsverschillen
Wanneer vrienden elkaar pijn doen