Het concept van monotheïsme in de Islam

De voornaamste kennis!

TawhiedDoor Fatwa Department Research Committee – voorgezeten door sheikh `Abd al-Wahhaab al-Toerayrie

Monotheïsme is de boodschap waarmee alle profeten zijn gekomen. Maar de mensen weken na verloop van tijd telkens van de waarheid af. Tenslotte kwam de profeet Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) als de laatste boodschapper en herstelde het ware monotheïsme voor de mensheid. Nu volgt een uitleg van monotheïsme in de Islam (Islaam).

Het concept van monotheïsme [bekend als tawh’ied in het Arabisch, of tawhied, tawheed – het toeschrijven (van Allah) aan Eenheid] is het meest belangrijke concept in de Islaam. Alles in de Islaam is erop gebouwd. De Islaam roept op tot de absolute Eenheid van God. Geen daad van aanbidding of toewijding heeft enige betekenis of waarde als dit concept op enige manier in gevaar wordt gebracht.

<<<Toevoeging van uwkeuze.net: Allah de Verhevene zegt in de Qor-aan (Nederlandstalige interpretatie): “Dat is de leiding van Allah waarmee Hij leidt wie Hij wil van Zijn dienaren. En als zij deelgenoten zouden toekennen (aan Allah), dan zou hetgeen zij gewoon waren te doen zeker verloren gaan.” [Soerat al-An’aam (6), aayah 88.] Degene die zich schuldig maakt aan shirk (polytheïsme) vernietigt al zijn goede daden zodat deze niet geaccepteerd worden door Allah de Verhevene, Die zegt (Nederlandstalige interpretatie): “…Als jij shirk begaat (deelgenoten toekent aan Allah), zullen (al) jouw werken zeker verloren gaan en zul jij zeker behoren tot de verliezers.” [Soerat az-Zoemar (39), aayah 65.]>>>

Men kan naar monotheïsme kijken vanuit de volgende drie aspecten:

1. Het uitzonderen van Allah in de Heerschappij (Tawh’ied ar-Roeboebieyyah).

2. Toewijding van alle aanbidding aan Allah alleen (Tawh’ied al-Oeloehiyyah).

3. Het uitzonderen van Allah in de Namen en Eigenschappen (Tawh’ied al-Asmaa-e wa as-Sefaat).

 

Het uitzonderen van Allah in de Heerschappij (Tawh’ied ar-Roeboebieyyah)

Het uitzonderen van Allah in de Heerschappij betekent dat Allah de volledige controle over het universum heeft, op elke mogelijke manier. Hij alleen is de Schepper van alle dingen. Hij alleen veroorzaakt dat er dingen gebeuren. Hij is Almachtig. Niemand deelt in Zijn Heerschappij. Niemand kan Zijn Besluit tegenhouden.

Dit concept is waar de meeste mensen het over eens zijn. De meeste mensen erkennen dat de Schepper van het universum één is, zonder partner.

 

Toewijding van alle aanbidding aan Allah alleen (Tawh’ied al-Oeloehiyyah)

Niemand (en niets) heeft het recht om aanbeden te worden behalve Allah. Dit concept was het centrale idee dat verkondigd werd door alle profeten door de tijd heen. Het is het meest belangrijke begrip in de Islaam. Het doel van de Islaam is om de mensen weg te roepen van het aanbidden van de schepping (shirk, polytheïsme) en om hen op te roepen tot het aanbidden van alleen de Schepper [tawh’ied – het toeschrijven (van Allah) aan Eenheid, islamitisch monotheïsme].

Dit is waar de Islaam enorm afwijkt van de meeste andere religies. Hoewel de meeste religies onderwijzen dat er één Opperwezen is Die alles wat bestaat schiep, zijn zij zelden vrij van enige vorm van polytheïsme (shirk) met betrekking tot aanbidding. Deze religies roepen hun aanhangers ofwel op tot het aanbidden van andere wezens als goden naast Allah – hoewel zij deze andere goden gewoonlijk op een lager niveau plaatsen dan het Opperwezen – of zij eisen van hun aanhangers dat zij andere wezens aanroepen als bemiddelaars tussen hen en God.

<<<Toevoeging van uwkeuze.net: het idee van bemiddelaars is een ijdele hoop welke zelfs voortleeft onder b.v. de katholieken, onder het mom van verering van heilig verklaarde personen, wier voorspraak zij vragen (zie o.a. Catechismus van de Katholieke Kerk KKK2692). Volgens hen is de heilige tot voorspraak van de gelovigen bij God, wat in feite shirk (afgoderij) is, wat ook de protestanten geloven die dus niet aan heiligverklaring doen.>>>

Alle profeten en boodschappers, van Adam tot Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hen allen), riepen de mensen op om alleen Allah te aanbidden. Dit is het zuiverste, eenvoudigste, meest natuurlijke geloof. De Islaam verwerpt de veronderstelling van de culturele antropologen dat de vroegere religies van mensen polytheïstisch waren en dat het idee van monotheïsme vervolgens langzaam daaruit ontwikkelde.

<<<Toevoeging van uwkeuze.net: zie het artikel De mensheid was één gemeenschap met één godsdienst.>>>

De waarheid is dat het aanbidden van Allah alleen de natuurlijke religie van de mensheid is. Mensen die later kwamen veranderden deze religie en introduceerden het aanbidden van andere wezens. Het lijkt erop dat mensen de neiging hebben om hun toewijding te richten op iets tastbaars, iets wat voorstelbaar is, ook al hebben zij een instinctieve kennis dat de Schepper van het universum ver verheven is boven hun voorstellingsvermogen. Allah zond profeten en boodschappers door de menselijke geschiedenis heen om de mensen terug op te roepen naar de aanbidding van de Enige Ware God (Allah) en herhaaldelijk keerden de mensen terug naar het aanbidden van geschapen wezens.

Allah schiep mensen om Hem alleen te aanbidden. De grootst mogelijke zonde is shirk – het aanbidden van iemand of iets anders dan Allah. Het is niet minder zondig als de aanbidder de intentie heeft om daardoor dichter bij Allah te komen, door het offeren van toewijding aan een ander wezen. Allah heeft geen bemiddelaars of tussenpersonen nodig. Hij hoort al onze gebeden en heeft een volledige kennis over alles wat er gebeurd.

<<<Toevoeging van uwkeuze.net: Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “En bij Hem zijn de sleutels van al-ghayb (het onwaarneembare), niemand kent deze behalve Hij. En Hij weet wat er op het land en wat in de zee is; en er valt geen blad of Hij weet daarvan. (#1) En er is geen zaadkorrel in de duisternissen van de aarde, noch iets vers (levend) noch iets droog (dood), of het is in een duidelijk Boek [al-Lawh’oel-Mah’foedhz (#2)].” [Soerat al-An’aam (6), aayah 59.]

(#1) Allah de Verhevene zegt in de Qor-aan (Nederlandstalige interpretatie): “En degenen die ongelovig zijn zeggen: ‘Het Uur komt niet tot ons!’ Zeg (O Moh’ammed): ‘Jawel! Bij mijn Heer, Kenner van al-ghayb (het onwaarneembare), het zal zeker tot jullie komen! Voor Hem is zelfs het gewicht van een stofdeeltje, in de hemelen of op aarde, of iets dat kleiner dan dat is of groter, niet verborgen of het staat in een Duidelijk Boek (al-Lawh’oel-Mah’foedhz).” [Soerat Saba-e (34), aayah 3.]

(#2) Al-Lawh’oel-Mah’foedhz: het Bewaarde/Beschermde Boek, het Boek der Besluiten. Dit is het Boek waar alle Boeken die naar de profeten gezonden zijn aan ontleend zijn (zie o.a. aayah 43:4). Allah de Verhevene heeft in dit Boek alles genoteerd en Hij houdt dit bij Zich. ‘Abdoellaah ibn ‘Amr ibn al-‘Aas (moge Allah tevreden zijn met hem) verhaalde dat de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) gezegd heeft (Nederlandstalige interpretatie): “Allah schreef de bepaalde maten voor de schepselen vijftigduizend jaar voordat Hij de hemelen en de aarde schiep.” (Overgeleverd door Moeslim, Kietaaboel-Qadar, hoofdstuk: dziekroe h’iddjaadjie Aadam wa Moesaa ‘alayhiema as-salaam.)>>>

Daarnaast heeft Allah onze aanbidding niet nodig. Hij is volledig onafhankelijk van alle dingen. Als alle mensen van de wereld samen zouden komen om Allah alleen te aanbidden, dan zouden zij Allah totaal geen voordeel brengen. Zij zouden niet eens het gewicht van een atoom aan Zijn Heerschappij toevoegen. Omgekeerd, als alle schepsels de aanbidding van Allah zouden verlaten, dan zou dat totaal niets van Zijn Heerschappij verminderen. Door het aanbidden van Allah doen we goed voor onze eigen zielen en vervullen we het doel waarvoor wij zijn geschapen. Wij vervullen geen enkele behoefte van Allah – Hij is behoefteloos.

 

Het uitzonderen van Allah in de Namen en Eigenschappen (Tawh’ied al-Asmaa-e wa as-Sefaat)

Het uitzonderen van Allah in de Namen en Eigenschappen brengt met zich mee dat Allah niet deelt in de eigenschappen van geschapen wezens, noch delen zij in een enkele Eigenschap van Hem. Allah is op elke manier uniek. Moslims geloven in alle Eigenschappen die Allah voor Zichzelf verklaard heeft en die Zijn profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) aan Hem toeschrijft met het begrip dat deze eigenschappen niet hetzelfde zijn als de eigenschappen van geschapen dingen. Evenzo ontkennen we elke naam of eigenschap voor Allah die Hij en Zijn boodschapper (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) niet hebben aangegeven of ontkennen voor Hem.

Allahs Eigenschappen zijn allemaal eigenschappen van perfectie en volmaaktheid. Menselijke tekortkomingen kunnen niet aan Allah toegeschreven worden. Allah heeft geen tekortkoming of zwakte.

Het is een vorm van polytheïsme om Allah eigenschappen van geschapen dingen toe te schrijven. Het is evenzo een vorm van polytheïsme om Eigenschappen die alleen behoren aan Allah toe te schrijven aan geschapen dingen. Eenieder die gelooft dat een ander wezen, bijvoorbeeld, Alwetend of Almachtig is, heeft de zonde van polytheïsme begaan, wat de grootste van alle zonden is in de Islaam.

 

Vraag 1

Vraag: Ik wil graag een vraag stellen betreffende tawh’ied. Wordt tawh’ied verdeeld in drie of vier categorieën? Indien vier, welke andere geleerden zijn het met deze mening eens? Alstublieft, kunt u deze kwestie verduidelijken?

Beantwoord door sheikh Moh’ammed al-Khoedayrie.

Na het onderzoeken van de heilige teksten – de Qor-aan en de Soennah – kunnen we duidelijk zien dat het verplicht is om te geloven in de eenheid van Allah en Hij is alleen in Zijn daden (het uitzonderen van Allah in de Heerschappij – Tawh’ied ar-Roeboebieyyah) en in Zijn waardigheid om aanbeden te worden (het uitzonderen van Allah in de Aanbidding – Tawh’ied al-Oeloehiyyah) en in waarmee Hij omschreven mag worden (het uitzonderen van Allah in de Namen en Eigenschappen – Tawh’ied al-Asmaa-e wa as-Sefaat).

De meerderheid van de vroegere geleerden zijn het met deze drie categorieën eens. Zij waren bekend door het bewijs en niet alleen door de definitie. Elk van deze categorieën heeft duidelijk bewijs ervoor vanuit de Qor-aan en de Soennah.

Allahs Heerschappij heeft betrekking op Allahs Naam al-Rabb (de Heer). Deze Naam wordt verschillende keren genoemd in de Qor-aan en het komt ook vaak voor in de Soennah. De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Tijdens het neerknielen, verheerlijk jullie Heer (Rabb).”

Monotheïsme in aanbidding heeft betrekking op de Naam Allaah en de Naam al-Ilaah (de God).

Evenzo wordt monotheïsme met betrekking tot Allahs Namen en Eigenschappen bevestigd door Allahs Uitspraak (Nederlandstalige interpretatie): “…aan Hem behoren de Schone Namen (al-Asmaa-e oel-H’oesnaa)…” [Soerat al-Israa-e (17), aayah 110.]

We hebben hier ook bewijs voor vanuit de Soennah, zoals het verhaal van de man die soerat al-Ikhlaas las na elk ander hoofdstuk van de Qor-aan dat hij las. De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) vroeg hem waarom hij dit telkens deed. Hij antwoordde: “Omdat ik er van houd. Het zijn de eigenschappen van ar-Rah’maan (de Meest Barmhartige, d.w.z. Allah).”

We hebben ook het vers (Nederlandstalige interpretatie): “Glorieus is jouw Heer, de Heer van ‘izzah (Eer en Almacht), (en ver Verhevene) boven (al) hetgeen zij beschrijven (aangaande Hem).” [Soerat as-Saffaat (37), aayah 180.] We weten door dit vers dat er enkele eigenschappen zijn die door de afgodenaanbidders aan Allah worden toegeschreven die onjuist zijn. We weten ook dat er Eigenschappen van perfectie zijn die alleen van toepassing zijn op Allah.

Sommige geleerden, zoals Ibn Taymiyyah en anderen, zeggen dat er een andere manier is om monotheïstische geloofsovertuigingen te classificeren en zij verdelen ze in twee categorieën: Tawh’ied al-Ma`rifah wa al-Ithbaat (monotheïsme betreffende onze kennis en geloof) en Tawh’ied al-Qasd wa al-Talab (monotheïsme betreffende onze intenties en onze smeekbeden). Deze verdeling is gebaseerd op het idee dat spraak in twee categorieën verdeeld kan worden: afkondigend of anders.

Andere aspecten van monotheïsme die door de mensen met kennis aangegeven kunnen worden of aangetoond door bewijs van sommige teksten – zoals monotheïsme betreffende onze gehoorzaamheid, betreffende Allahs Soevereiniteit, en betreffende onze aanhankelijkheid – vallen allemaal onder de drie voornaamste verdelingen die hierboven zijn aangegeven. Bijvoorbeeld, monotheïsme betreffende Allahs Soevereiniteit (Tawh’ied al-Haakimiyyah) heeft betrekking op Allahs exclusieve recht om wetten uit te vaardigen. Evenzo kan het verwezen worden naar de Eenheid van Allah betreffende Zijn exclusieve recht om aanbeden te worden met betrekking tot onze gehoorzaamheid tegenover Zijn wetten. Het concept van monotheïsme in onze gehoorzaamheid valt regelrecht onder de Eenheid van onze aanbidding van Allah (Tawh’ied al-Oeloehiyyah).

En Allah weet het best.

 

Vraag 2

Vraag: Mijn vraag heeft te maken met de verdeling van tawh’ied in drie categorieën. Is er enig bewijs daarvoor?

Antwoord: alle lof is voor Allah.

Deze verdeling is genomen door onderzoek en analyse. Nadat de geleerden de teksten van het Boek van Allah en de Soennah van Zijn boodschapper (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) analyseerden, werd dit duidelijk voor hen. Sommige van hen voegden er een vierde categorie aan toe, wat Tawh’ied al-Moetaaba’ah is (het uitzonderen van Allah in het volgen). Dit alles is afgeleid van onderzoek en analyse.

Degene die nadenkt over de betekenissen van de Qor-aan zal ongetwijfeld vinden dat het aayaat (verzen) bevat die opleggen dat toewijding van aanbidding alleen en oprecht voor Allah dient te zijn. Dit is Tawh’ied al-Oeloehiyyah (het uitzonderen van Allah in de Aanbidding). En hij zal aayaat vinden die aanduiden dat Allah de Schepper en Voorziener is, dat Hij controle heeft over alle dingen. Dit is Tawh’ied ar-Roeboebieyyah (het uitzonderen van Allah in de Heerschappij), welke de moeshrikoen [degenen die shirk (afgoderij, polytheïsme) begaan] bevestigden, maar dat maakte hen geen moslims. Hij zal ook andere aayaat aantreffen die aanduiden dat Allah de meest Mooie Namen en de meest Sublieme Eigenschappen heeft, en dat Hij geen gelijke heeft. Dit is Tawh’ied al-Asmaa-e wa as-Sifaat (het uitzonderen van Allah in de Goddelijke Namen en Eigenschappen), wat ontkend werd door de vernieuwers zoals de Djahamiyyah, Moe’tazilah, antropomorfisten en degenen die in hun voetstappen volgden.

<<<Toevoeging van uwkeuze.net: antropomorfisme is het toekennen van specifiek menselijke eigenschappen, gedachten en gevoelens aan niet-menselijke wezens of aan levenloze dingen. Antropomorfistische elementen treffen we o.a. aan in de mythologie, in godsdiensten, in sprookjes, in stripverhalen. Ook de geneigdheid van velen om aan dieren menselijke gedachten en gevoelens toe te schrijven, berust op een antropomorfe voorstelling van dieren. We dienen zeer op onze hoede te zijn voor antropomorfisme, de neiging om God – Allah – voor te stellen volgens ons eigen voorstellingsvermogen, want God is verheven boven het beperkte voorstellingsvermogen van de mens, en Zijn Eigenschappen kunnen niet vergeleken worden met die van Zijn schepping. Allah de Verhevene zegt o.a. (Nederlandstalige interpretatie): “…er is niets zoals Hem…” [Soerat as-Shoeraa (42), aayah 11.] Hij zegt ook (Nederlandstalige interpretatie): “En niet één (niemand of niets) is gelijkwaardig (vergelijkbaar) aan Hem.” [Soerat al-Ikhlaas (112), aayah 4.] Zie het artikel Hoe ziet God er uit?>>>

Er zijn verzen die aanduiden dat het verplicht is om Allahs boodschapper (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) te volgen en alles te verwerpen wat tegen zijn wetten ingaat. Dit is Tawh’ied al-Moetaaba’ah (het uitzonderen van Allah om te Volgen). Deze categorisatie is bekend door onderzoek en analyse van de relevante aayaat (verzen van de Qor-aan) en van de Soennah. Bijvoorbeeld, Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “U (alleen) aanbidden wij en U (alleen) vragen wij om hulp.” [Soerat al-Faatih’ah (1), aayah 5.]

“O mensen! Aanbid jullie Heer (Allah), Die jullie schiep en degenen vóór jullie, opdat jullie moettaqoen (vroom) zullen zijn.” [Soerat al-Baqarah (2), aayah 21.]

<<<Toevoeging van uwkeuze.net: al-moettaqoen of moettaqien: degenen met taqwaa (godsvrees). Het wordt vaak vertaald als ‘godvrezenden’, maar dit geeft niet de volledige betekenis weer. Het beduidt meer de vrome gelovigen in het islamitische monotheïsme die Allah veel vrezen (en daardoor alle soorten zonden en slechte daden die Hij heeft verboden of waar Hij een afkeer van heeft mijden) en veel van Allah houden (en daardoor alle soorten goede daden verrichten die Hij heeft opgedragen of waar Hij van houdt).>>>

“En jullie God is één God (d.w.z. Allah), er is geen god die het recht heeft om aanbeden te worden behalve Hij, ar-Rah’maan (de Meest Barmhartige), ar-Rah’iem (de Meest Genadevolle).” [Soerat al-Baqarah (2), aayah 163.]

“En Ik (Allah) schiep de djinn (#3) en de mensheid enkel om Mij (alleen) te aanbidden. Ik wil geen enkele voorziening van hen, noch wil Ik dat zij Mij voeden. (#4) Waarlijk, Allah is ar-Razzaaq (de Schenker van onderhoud, de Voorziener), Bezitter van Kracht, al-Matien (de Standvastige).” [Soerat ad-Dzaariyaat (51), aayah 56-58.]

<<<Toevoeging van uwkeuze.net: (#3) Djinn: schepsels geschapen van rookloos vuur. Zie het artikel De wereld van de djinn.>>>

<<<Toevoeging van uwkeuze.net: (#4) Allah de Verhevene geeft hier aan dat Hij geen enkel schepsel nodig heeft, maar dat integendeel zij Hem wel nodig hebben in alle omstandigheden. Hij Alleen is hun Schepper en Voorziener. (Tefsier Ibn Kethier.)>>>

“Waarlijk, jullie Heer is Allah, Degene Die de hemelen en de aarde schiep in zes dagen, vervolgens verhief Hij Zich boven de Troon (op de manier die past bij Zijn Majesteitelijkheid). Hij brengt de nacht als een bedekking over de dag (en omgekeerd), het snel en continu nastrevend; en Hij schiep de zon en de maan en de sterren onderworpen door Zijn Bevel. Waarlijk, het schepping en het bevelen behoren slechts toe aan Hem. Gezegend is Allah, Heer van al-‘aalamien (de werelden)!” [Soerat al-A’raaf (7), aayah 54.]

<<<Toevoeging van uwkeuze.net: de werelden (al-‘aalamien) zijn alles behalve Allah de Verhevene: de wereld der mensen, de wereld der engelen, de wereld der djinn, de wereld der zielen (zowel vóór als na hun wereldse leven) en alles wat bestaat – bezield en onbezield.>>>

“…Er is niets zoals Hem (#5) en Hij is as-Samie’oe (de Alhorende), al-Basier (de Alziende).” [Soerat as-Shoeraa (42), aayah 11.]

<<<Toevoeging van uwkeuze.net: (#5) Letterlijk staat hier: “Niets is zoals Zijn gelijkenis”, wat het volgende beduidt: ook al zou er een gelijkenis van Allah zijn, niets zou er op lijken, om maar te zwijgen over het lijken op Allah Zelf. (Tefhiem al-Qor-aan, Sayyid Aboe al-A’laa Mawdoedie.) De Eigenschappen van Allah de Almachtige dienen niet op een antropomorfistische manier geïnterpreteerd te worden. Allah is Verheven boven het beperkte voorstellingvermogen van de mens, en Zijn Eigenschappen kunnen niet vergeleken worden met die van Zijn schepping. Zo hebben dieren poten, ogen en haar (en een stoel, b.v., heeft ook poten). Maar het feit dat zij dit gemeenschappelijk hebben, betekent niet dat hun poten, ogen en haar op elkaar lijken. Dus als het duidelijk is dat er tussen de gemeenschappelijke eigenschappen van schepsels een groot verschil is, dan is het verschil tussen de Schepper en de schepping nog veel duidelijker en groter.>>>

“Zeg (O Moh’ammed): ‘Hij is Allah, de Enige. Allaahoes-Samad [de Onafhankelijke (Hij is van niets of niemand afhankelijk), van Wie al het geschapene afhankelijk is, de Heer Wiens controle volkomen is]. Hij heeft niet verwekt en is niet verwekt. En niets is gelijkwaardig aan Hem.’” [Soerat al-Ikhlaas (112).]

<<<Toevoeging van uwkeuze.net: onder aan het artikel Één God, één Boodschap treft u een uitleg van enkele belangrijke punten in deze soerah (112) aan.>>>

“Zeg (O Moh’ammed): ‘Als jullie (werkelijk) van Allah houden, volg mij dan [mijn weg – de Soennah (#6)], Allah zal van jullie houden en jullie zonden vergeven…’” [Soerat Aal ‘Imraan (3), aayah 31.]

<<<Toevoeging van uwkeuze.net: (#6) zie het 225 pagina’s tellende boek van Jamaal al-Din M. Zarabozo, Het Belang en de Autoriteit van de Soennah, uitgegeven door Uitgeverij Momtazah. Te bestellen via onze webshop, en met uw aankoop steunt u de da’wah van www.uwkeuze.net.>>>

“Zeg: ‘Gehoorzaam Allah en gehoorzaam de boodschapper (Moh’ammed)!’ Als jullie je dan afwenden, dan is hij slechts verantwoordelijk voor hetgeen hem opgelegd is en jullie zijn slechts verantwoordelijk voor hetgeen jullie opgelegd is. En indien jullie hem gehoorzamen, zullen jullie geleid worden. En op de boodschapper rust slechts de plicht van het verkondigen van de verduidelijkende boodschap.” [Soerat an-Noer (24), aayah 54.]

En er zijn vele verzen die deze categorisatie aanduiden.

In de ah’aadieth (overleveringen):

De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft gezegd, volgens de h’adieth van Moe’aadz over wiens authenticiteit men het eens is (al-Boekhaarie, 2856; Moeslim, 30) (Nederlandstalige interpretatie): “Het is het recht van Allah op Zijn dienaren dat zij Hem aanbidden en niets met Hem associëren.”

En hij (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Eenieder die sterft terwijl hij (iets of iemand) anders dan Allah aanriep als een rivaal voor Allah, zal de Hel binnengaan.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie, 4497; Moeslim 92.)

En hij (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei tegen de engel Djibriel (vrede zij met hem), toen hij hem vroeg over Islaam (Nederlandstalige interpretatie): “Het betekent het aanbidden van Allah en niets met Hem associëren, de voorgeschreven gebeden bidden, de verplichte zakaah betalen…” (Al-Boekhaarie, 50; Moeslim, 9.)

En hij (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Eenieder die mij gehoorzaamt gehoorzaamt Allah, en eenieder die mij ongehoorzaam is is ongehoorzaam tegenover Allah.” (Al-Boekhaarie, 2957; Moeslim 1835.)

En hij (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Iedereen van mijn oemmah (gemeenschap) zal het Paradijs binnengaan, behalve degenen die weigeren.” Er werd gezegd: “O boodschapper van Allah! Wie zijn degenen die weigeren?” Hij zei: “Eenieder die mij gehoorzaamt zal het Paradijs binnengaan en eenieder die mij ongehoorzaam is heeft geweigerd.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie in zijn Sah’ieh’, 7280.)

En er zijn vele vergelijkbare ah’aadieth.

Shaykh al-Islaam ibn Taymiyyah (moge Allah hem genadig zijn) heeft gezegd: “God is Degene Die aanbeden en gehoorzaamd wordt. God is Degene van Wie gehouden wordt, en Degene van Wie gehouden wordt verdient aanbeden te worden. De reden waarom Hij verdient om aanbeden te worden is vanwege Zijn Eigenschappen die aanduiden dat Hij de meest Geliefde is aan Wie de volledige overgave toebehoort.”

En hij zei: “God is Degene van Wie gehouden wordt en Die aanbeden wordt, van Wie harten houden, aan Wie zij zich overgeven, tegenover Wie zij zich nederig opstellen, Die zij vrezen en vertrouwen, tot Wie zij zich keren in tijden van moeilijkheid, Hem aanroepen met betrekking tot hun aangelegenheden, hun vertrouwen plaatsen in Hem met betrekking tot hun belangen, toevlucht zoeken bij Hem, rust vinden in het gedenken van Hem en gemoedsrust in het houden van Hem. Dat is alleen voor Allah, daarom is de uitdrukking laa ilaaha ill-Allaah (er is geen god die het recht heeft om aanbeden te worden behalve Allah) de meest waarheidsgetrouwe spraak. Degenen die dit geloven zijn de mensen van Allah en Zijn groep, en degenen die het ontkennen zijn Zijn vijanden die onderworpen worden aan Zijn woede en wraak. Als een persoon dit recht vervuld, zal zijn volledige situatie goed zijn; en als hij faalt om dit te bereiken, dan zijn zijn kennis en daden onvermijdelijk verdorven.”

We vragen Allah om alle moslims, leiders en onderdanen, te helpen om Zijn religie te begrijpen, om er standvastig aan vast te houden, om oprecht tegenover Allah en Zijn dienaren te zijn, en om op te letten op hetgeen Allah verboden heeft, want Hij is instaat om dat te doen. Moge Allah onze profeet Moh’ammed en zijn familie en metgezellen zegenen.

Zie Madjmoo’ Fataawa wa Maqaalaat Moetanawwi’ah li Samaahat al-Sheikh Ibn Baaz (moge Allah hem genadig zijn), 6/215.

 

Het verdelen van tawh’ied in categorieën

Vraag: ik hoorde van enkele goed geïnformeerde broeders over tawh’ied en de categorieën dat Shaykh oel-Islaam Ibn Taymiyyah (rah’imahoellaah) tawh’ied in 2 categorieën verdeelde (d.w.z. Tawh’ied ar-Roeboebiyyaah en Tawh’ied al-Asmaa-e was-Sifaat). Kloppen deze beweringen? En verdeelde sheikh Moh’ammad ibn Ibraahiem (rah’imahoellaah) het in 4 categorieën? En tenslotte, verdeelde sheikh Saalih’ al-Fawzaan tawh’ied in 4 categorieën?

Antwoord: alle lof is voor Allah.

Ten eerste:

We moeten het principe begrijpen dat zegt dat er niets mis is met het gebruiken van nieuwe terminologie. Dit principe is algemeen bekend onder de foeqahaa-e en geleerden van oesoel. Ibn al-Qayyim (moge Allah hem genadig zijn) heeft gezegd: “Er is niets mis met nieuwe concepten en nieuwe woorden, tenzij er iets slechts aan hen is.” (Madaaridj al-Saalikien, 3/306.)

Ten tweede:

De vroegere geleerden hebben de regelgevingen van de sharie’ah (wetgeving) gecategoriseerd. Dit is alleen gedaan om het gemakkelijker te maken om de teksten en regelgevingen van de sharie’ah te begrijpen, vooral omdat de tijd voorbij gaat en kennis betreffende de Arabische taal zwakker wordt en de taal gemengd raakt met buitenlandse talen.

De geleerden achtten het wijs om principes, kwesties en categorieën uiteen te zetten om het gemakkelijker te maken om te begrijpen. Er is hier niets verkeerds aan, in feite is het iets goeds omdat het de kennis meer toegankelijk maakt voor de moslims. As-Shaafi’ie zette de principes van fiqh uiteen en zijn categorisatie ervan werd met open armen ontvangen en gevolgd door de geleerden van oesoel die uitleg schreven over wat hij zei en zij voegden er aan toe. Dit geschiedde met alle takken van Islamitische kennis zoals tadjwied (recitatieregels voor de Qor-aan), Qor-aan en anderen, inclusief tawh’ied.

Ten derde:

Met betrekking tot wat de vragensteller noemt, dat Shaykh al-Islaam (Ibn Taymiyyah) tawh’ied verdeelde in twee categorieën en sheikh Moh’ammed ibn Ibraahiem het verdeelde in vier, zoals sheikh Saalih’ al-Fawzaan, daar is niets mis mee. We zullen dit uitleggen.

Sommige geleerden zeiden dat tawh’ied verdeeld kan worden in twee categorieën:

1. Tawh’ied al-Ma’rifah wa’l-Ithbaat (Eenheid betreffende kennis en bevestiging): wat het geloven in het bestaan van Allah en in Zijn Heerschappij en Zijn Namen en Eigenschappen omvat.

2. Tawh’ied al-Qasd wa al-Talab (Eenheid betreffende object en doel), wat het geloven in de goddelijke aard van Allah omvat.

Met betrekking tot degenen die tawh’ied verdelen in drie categorieën, zij leggen de vorige categorisatie gedetailleerder uit en maakten het gemakkelijker om te begrijpen. Aldus zeiden zij dat tawh’ied verdeeld wordt in drie categorieën:

1. Tawh’ied al-Roeboebieyyah (het uitzonderen van Allah in de Heerschappij), wat het geloof in het bestaan van Allah omvat.

2. Tawh’ied al-Oeloehiyyah (het uitzonderen van Allah in de goddelijke aard) of Tawh’ied al-‘Ibaadah (het uitzonderen van Allah in aanbidding) – zij betekenen hetzelfde.

3. Tawh’ied al-Asmaa-e wa asSifaat (het uitzonderen van Allah in de goddelijke Namen en Eigenschappen).

Vervolgens waren er enkele geleerden die aan deze categorisatie toevoegden en zeiden dat tawh’ied verdeeld kan worden in vier categorieën:

1. Geloof in het bestaan van Allah.

2. Geloof in de Heerschappij van Allah.

3. Geloof in de Goddelijkheid van Allah.

4. Geloof in de Namen en Eigenschappen van Allah.

Zoals we kunnen zien is er niets mis met deze categorisatie zolang als het niet naar iets verwijst dat onjuist is en er niets foutiefs is met de terminologie. Deze categorisatie is er alleen maar om het gemakkelijker te begrijpen. Hoe meer tijd er verstreek, hoe minder mensen begrepen, en de geleerden moesten dingen gemakkelijker en eenvoudiger maken.

Samenvattend kunnen we zeggen dat er niets mis is met wat de vragensteller noemde, omdat het verdelen van tawh’ied in twee categorieën alles omvat wat door anderen in detail is uitgelegd. Degenen die het verdelen in drie of vier categorieën legden gedetailleerd uit wat op een beknopte manier genoemd is door degenen die het in twee categorieën verdeelden.

Maar allen zijn het eens dat tawh’ied alle dingen omvat die zij noemden.

Er is niets mis met deze categorisatie en dit gebruik van terminologie, op voorwaarde dat het niet naar enig probleem lijdt, zoals het buiten beschouwing laten van de concepten die deel uitmaken van tawh’ied of het introduceren van ideeën die er niets mee te maken hebben.

Er kan een tijd komen dat het nodig is om het verder uit te leggen waardoor de geleerden het met meer categorieën zullen verduidelijken om het gemakkelijker te maken om te begrijpen.

Nu volgt een beknopte uitleg van wat bedoeld wordt met de drie categorieën van tawh’ied.

Geloof in Goddelijke Heerschappij (roeboebieyyah): dit betekent het geloven dat Allah de Enige is Die schept, leven en dood geeft, etc.

Geloof in de goddelijke aard (oeloehiyyah): dit betekent het geloven dat Allah de Enige is aan Wie de mensen hun woorden en daden zouden moeten wijden, zowel innerlijk als uiterlijk. Dus niemand dient aanbeden te worden behalve Hij, geprezen en verheven is Hij.

Geloof in de Namen en Eigenschappen van Allah (al-Asmaa-e wa asSifaat): wat betekent het bevestigen wat Allah voor Zichzelf heeft bevestigd aan Namen en Eigenschappen, en elke eigenschap ontkennen waarvan Allah gezegd heeft dat ze niet tot Hem behoren, zonder enig van Zijn Eigenschappen te ontkennen of enig van Zijn Eigenschappen te vergelijken met de eigenschappen van enig van Zijn schepping.

Ten vierde:

De verdeling van tawh’ied door de geleerden in deze categorieën is niet nieuw, het was al bekend in de derde en vierde eeuw AH (na de Hidjrah), zoals genoemd is door sheikh Bakr Aboe Zayd, een lid van de Raad van Oudere Geleerden, in zijn boek al-Radd ‘ala al-Moekhaalif. Deze categorisatie is ook overgeleverd van Ibn Djarier al-Tabarie en andere geleerden.

Echter, wat de vragensteller noemde, dat Shaykh al-Islaam Ibn Taymiyyah tawh’ied verdeelde in twee categorieën – Tawh’ied al-Roeboebieyyah (het uitzonderen van Allah in de Heerschappij) en Tawh’ied al-Asmaa-e wa al-Sifaat (het uitzonderen van Allah in de Namen en Eigenschappen) – is niet correct. Hij verdeelde het in twee categorieën welke waren Tawh’ied al-Ma’rifah wa’l-Ithbaat (monotheïsme aangaande kennis en bevestiging) en Tawh’ied al-Qasd wa’l-Talab (monotheïsme aangaande object en doel), waarvan de eerste Tawh’ied al-Roeboebiyyah en Tawh’ied al-Asmaa-e wa asSifaat omvat.

Zie Madjmoe’ al-Fataawa, 15/164; al-Fataawa al-Koebra, 5/250

En Allah weet het best.

Toevoeging van uwkeuze.net:

Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “Zij (joden en christenen) hebben hun rabbijnen en hun monniken tot heren naast Allah genomen…” [Soerat at-Tawbah (9), aayah 31.]

Ah’med, at-Tirmidzie en Ibn Djarier leverden over: “Eens, terwijl de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) het vers (9:31) reciteerde, zei ‘Adiy ibn H’aatim: ‘O boodschapper van Allah! Zij aanbidden hen (d.w.z. de rabbijnen en monniken) niet.’ De boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei (Nederlandstalige interpretatie): ‘Zij doen dat zeker wel. Zij (d.w.z. de rabbijnen en monniken) maakten wettige dingen onwettig en onwettige dingen wettig en zij (d.w.z. de joden en de christenen) volgden hen en hierdoor aanbaden zij hen werkelijk.’” (Tefsier at-Tabarie, vol. 10.)

Degenen die bepalen wat toegestaan en verboden is zonder zich te beroepen op het Boek van Allah, kennen zich de rang van godheid toe; en degenen die hun recht om wetten te maken erkennen en deze volgen (door hen te gehoorzamen in dingen welke zij toegestaan of verboden verklaarden volgens hun eigen begeerten, zonder dat het opgedragen is door Allah), hebben hen als heren genomen. (Tefhiem al-Qor-aan, Sayyid Aboe al-A’laa Mawdoedie.)

Zie ook “Waarom democratie koefr (ongeloof) is” in het artikel Waarom moslims niet geloven in democratie.

Monotheisme boekZie ook de Nederlandse vertaling van Kietaaboe t-tawh’ied – (Het Monotheïsme Boek), geschreven door sheikh drs. Saalih’ ibn Fawzaan ibn ‘Abdiellaah al-Fawzaan, 222 pagina’s, vertaald door Abou Sayfoullah al-Maghriebie, uitgegeven door Uitgeverij Momtazah. Te bestellen via onze webshop, en met uw aankoop steunt u de da’wah van www.uwkeuze.net.

 

 

 

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Salamualeykum! Meld je aan voor onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van de laatste updates.

DJazaak Allahu ghairan