Help elkaar!

De hoge niveaus van degenen die streven om de behoeftes van hun broeders te vervullen.

Help elkaar

Alle lof is voor Allah, En Allahs zegeningen en vrede zijn met de boodschapper en zijn familie, metgezellen en iedereen die hun voorbeeld volgen.

In de Sah’ieh’ lezen we dat ‘Adiy (moge Allah tevreden zijn met hem) verhaalde van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) (Nederlandstalige interpretatie): “Onderschat geen enkele goede daad, zelfs als het gaat om het aanbieden van drinkwater uit jouw emmer aan degene die iets wil drinken, of het ontmoeten van jouw broeder met een vrolijk gezicht.”

Tot de grootste dingen waardoor iemands nood op de Dag der Opstanding verlicht zal worden, behoren zijn inspanningen in deze wereld om de nood te verlichten van diegenen die in nood zijn en diegenen te helpen die hulpbehoevend zijn en om de dingen gemakkelijk te maken voor diegenen in moeilijkheden verkeren en door de fouten door de vingers te zien van diegenen die zondigen.

Zie o.a. Het voorzien in de behoefte van je broeder (h’adieth 36 van De veertig ah’aadieth van an-Nawawie).

Moeslim leverde over dat Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden zijn met hem) zei: “De boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): ‘Eenieder die in deze wereld een gelovige van nood verlicht, Allah zal hem van enige nood verlichten op de Dag der Opstanding. Eenieder die dingen gemakkelijk maakt voor diegenen die in moeilijkheden verkeren, Allah zal dingen gemakkelijk maken voor hem in deze wereld en de volgende. Eenieder die in deze wereld (de misstappen van) een moslim geheim houdt, Allah zal hem (zijn misstappen) geheim houden in deze wereld en in het Hiernamaals. Allah zal de dienaar helpen zolang als de dienaar zijn broeder helpt.’” (Mishkaat al-Masaabieh, 1/71, h’adieth nr. 204.)

(Lees verder onder de afbeelding.)

 

Al-Boekhaarie leverde over van ‘Abdoellaah ibn ‘Oemar (moge Allah tevreden zijn met vader en zoon) dat de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) gezegd heeft (Nederlandstalige interpretatie): “De moslim is de broeder van zijn medemoslim; hij dient hem niet slecht te behandelen of hem teleur te stellen. Eenieder die de behoeftes van zijn broeder vervult, Allah zal zijn behoeftes vervullen; en eenieder die een moslim van enige nood verlicht, Allah zal hem van enige nood verlichten op de Dag der Opstanding. Eenieder die (de misstappen van) een moslim geheim houdt, Allah zal hem (zijn misstappen) geheim houden in deze wereld en de volgende.” (Al-Boekhaarie: Kitaab al-Mazaalim, Baab laa Yazlim al-Moeslim al-Moeslim, Fath’ al-Baarie, 5/97.)

Ad-Deenoorie leverde over in al-Moedjaalisah, al-Bayhaqie leverde over in al-Shoe’aab en ad-Diyaa’ leverde over in al-Moekhtaarah van Anas (moge Allah tevreden zijn met hem) dat de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) gezegd heeft (Nederlandstalige interpretatie): “Eenieder die zijn broeder in het geheim helpt, Allah zal hem helpen in deze wereld en de volgende.” (Silsilat al-Ah’aadieth as-Sah’ieh’ah, 3/218, h’adieth nr. 1217.)

An-Noeman ibn Bashir verhaalde dat Allahs boodschapper (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Jullie zien de gelovige met betrekking tot hun barmhartig zijn onder elkaar en het tonen van liefde onder elkaar en het vriendelijk zijn, lijkend op één lichaam, zodat als enig deel van het lichaam niet gezond is, dan deelt het hele lichaam de slapeloosheid en koorts met dat (lichaamsdeel).” (Een Sah’ieh’ al-Boekhaarie h’adieth.)

De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Een gelovige jegens een gelovige is als de bakstenen van een muur, elkaar versterkend.” Terwijl (hij dit zei) greep de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zijn handen, door zijn vingers ineen te strengelen. (Verhaald door Aboe Moesaa, een Sah’ieh’ al-Boekhaarie h’adieth.)

Anas ibn Maalik (moge Allah tevreden zijn met hem) zei: “De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): ‘Niemand van jullie zal geloof hebben totdat hij voor zijn (moslim) broeder wenst wat hij voor zichzelf wil.’” (Een Sah’ieh’ al-Boekhaarie h’adieth.)

 

Help ook financieel

[Lees het artikel De voortreffelijkheid van sadaqah (liefdadigheid).]

Het fundamentele verschil tussen het leven van een gelovige en een ongelovige, is dat een gelovige leeft voor het bereiken van die hogere idealen die hem recht geven op verlossing en beloning in het Hiernamaals. De gelovige verricht inspanningen in deze wereld om de Tevredenheid van Allah de Verhevene te zoeken. Voor een gelovige voorziet de wereld, met al zijn rijkdommen, hem van mogelijkheden om zijn loyaliteit aan zijn Heer te bewijzen; het wereldse leven brengt daarom grote verantwoordelijkheden voor hem met zich mee en het dient in geen geval gezien te worden als een jachtgebied voor de geneugten des leven. Aangezien een ongelovige niet gelooft in het Hiernamaals en de verantwoordelijkheid van de mens tegenover zijn Rabb (Heer), en niet in de beloning voor goede daden en bestraffing voor slechte daden in het volgende leven, is hij in de veronderstelling dat het einde van dit wereldse leven tevens het definitieve einde van zijn bestaan is. Hij gebruikt zijn aantal beschikbare dagen om wereldse rijkdommen te verzamelen en om zo veel mogelijk van de materialistische geneugten te genieten. Hij gebruikt het grootste deel van zijn vermogen aan een opzichtige manier van leven en vertoont zijn trots door onder andere het dragen van kleding van zijde en brokaat en het gebruik van gouden en zilveren sierraden en eet- en drinkgerei.

Een moslim die leeft voor het Hiernamaals verstrikt zichzelf niet in deze valstrikken van de wereld. Hij leeft een simpel en sober leven, vrij van alle soorten praal en liefde voor luxe. Bovendien is er een sociaal aspect in deze manier van leven. De Islaam maakt niet alleen onderscheid in het wettig of onwettig verkrijgen van rijkdom, maar ook in het verbruik er van. De Islaam heeft beperkingen opgelegd op het gebruik van artikelen welke luxueuze artikelen genoemd kunnen worden en die nutteloos zijn, en anderen die schadelijk zijn. Het dragen van zijde en brokaat en het gebruik van gouden en zilveren sierraden (voor de man) en eet- en drinkgerei en servies (voor zowel man als vrouw) vallen onder de eerste categorie van luxueuze artikelen. Zij zijn totaal niet nuttig. Alles wat hier aan uit gegeven wordt is verspilling van rijkdom wat beter voor andere nuttige doeleinden gebruikt kan worden. Als de rijken belet zijn om hun rijkdommen te verspillen aan zulke artikelen, dan kunnen zij andere manieren vinden om hun geld uit te geven en dit komt de maatschappij ten goede.

De verbanning van zulke luxueuze artikelen kan helpen tot overbrugging van de verschrikkelijke kloof die bestaat tussen de niveaus van welvaart in de verschillende delen van de bevolking. Zo wordt er dus een atmosfeer gecreëerd van vriendschappelijkheid en eensgezindheid onder de mensen van de verschillende klassen.

Als artikelen niet worden gebruikt voor hun nuttigheid, maar alleen voor trots en om er mee te pronken om er de maatschappij mee te imponeren, dan wordt een belangrijk deel van het nationale inkomen van dat bepaalde land besteed aan nutteloze zaken waardoor veel mensen worden onthouden van de basisbehoeften die zij niet eens of amper kunnen verkrijgen.

Het gebruik van zijde, zilveren en gouden sieraden is voor vrouwen toegestaan. Maar als men de simpele en eenvoudige manier van leven van de vrouwen van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) als voorbeeld neemt, dan dient men het gebruik van zulke zaken zo veel mogelijk te vermijden, zoals de vrome metgezellen (moge Allah tevreden zijn met hen) het gebruik van zulke luxueuze artikelen meden.

(Lees verder onder de afbeelding.)

 

Het eerste feit wat een moslim voor ogen dient te houden, is dat de rijkdom die hij verdient niet alleen verkregen wordt door zijn persoonlijke inspanningen, maar dat het een gunst is die hij gekregen heeft van zijn Heer. Als een man zich inspant om iets te verdienen, dan is het zijn Heer Die hem daartoe in staat stelt. Want als Hij hem niet begunstigd had met een goede geestelijke en lichamelijke gesteldheid, met alle ledematen en organen goed functionerend, hoe had hij dan enige inspanning kunnen verrichten om rijkdommen te verzamelen? Bovendien is het alleen de Heer Die de inspanningen van de mens vruchtbaar laat zijn. Zonder Zijn Hulp en Gunst kunnen de inspanningen van de mens geen wezenlijke resultaten voortbrengen.

Dit zijn feiten die geen enkel mens met een beetje verstand kan ontkennen. Wanneer een persoon deze feiten onder ogen ziet, kijkt hij niet naar de rijkdommen als beloning voor zijn eigen inspanningen, of van zijn vader of moeder, maar puur en alleen een gunst (na’mah) van Allah de Verhevene. Met dit in zijn gedachte zal hij zijn geld uitgeven aan het welzijn van zijn medemens en het helpen van de armen. Deze man zal de armen niet helpen met trots, maar zal eerder zijn hulp aanbieden met broederliefde en medeleven voor zijn minder begunstigde broeders en hij werkt voor hun voorspoed met dezelfde ijver als voor zijn eigen voorspoed. Hij zal hen helpen voordat zij er om vragen.

Als men dan weet dat rijkdom een gift is van Allah de Verhevene, hoe kan men dan de brutaliteit hebben om het te verkwisten aan zinloze zaken? Een ware moslim zal het dus niet spenderen aan zijn eigen comfort en luxe, maar hij spendeert het aan het welzijn van behoeftige personen.

Denk niet dat als je iets weggeeft omwille van Allah, dat je dat kwijt bent of dat het weg is: integendeel! De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) vroeg (aan ‘Aa-ieshah – moge Allah tevreden zijn met haar) hoeveel er over was van een schaap dat zij geslacht hadden, en toen zij hem vertelde dat alleen de schouder over was, antwoordde hij (Nederlandstalige interpretatie): “Alles ervan is over behalve de schouder.” [Verhaald door ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden zijn met haar), overgeleverd door at-Tirmidzie, die zei dat het sah’ieh’ (authentiek) is.]

D.w.z., alles wat je weggeeft omwille van Allah de Verhevene blijft van jou en zul je in het Hiernamaals terugvinden, tien tot zevenhonderd keer zo veel, of nog meer, en alles wat je nu houdt zul je in het Hiernamaals niet meer hebben.

‘Abdoellaah (moge Allah tevreden zijn met hem) verhaalde: “De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei (Nederlandstalige interpretatie): ‘Wie van jullie beschouwt het bezit van zijn erfgenamen dierbaarder voor hem dan zijn eigen bezit?’ Zij antwoordden: ‘O boodschapper van Allah! Er is niemand onder ons of hij houdt meer van zijn eigen bezit.’ De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei: ‘Zijn bezit is hetgeen hij uitgeeft (omwille van Allah) tijdens zijn leven (aan goede daden) terwijl het bezit van zijn erfgenamen hetgeen is wat hij na zijn dood achterlaat.’” (Sah’ieh’ al-Boekhaarie, 4/3467.)

Dus help elkaar! Niet alleen financieel, maar op elk gebied waar je jouw broeder of zuster kunt helpen. We hoeven niet alleen te denken aan grote daden. In de Sah’ieh’ lezen we dat ‘Adiy (moge Allah tevreden zijn met hem) verhaalde van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) (Nederlandstalige interpretatie): “Onderschat geen enkele goede daad, zelfs als het gaat om het aanbieden van drinkwater uit jouw emmer aan degene die iets wil drinken, of het ontmoeten van jouw broeder met een vrolijk gezicht.”

Hoewel we kleine daden niet moeten onderschatten, dienen we te streven om grote daden te verrichten die zwaar zullen wegen op de Dag des Oordeels. Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie van de betekenis): “En het wegen (van ieders daden en uitspraken) op die Dag zal waar zijn. Wiens schaal (#1) (met goede daden) dan zwaar is (zwaarder dan de schaal met slechte daden), zij zijn dan de succesvollen. En wiens schaal (met goede daden) licht is (lichter dan de schaal met slechte daden), zij zijn dan degenen die zichzelf verloren hebben omdat zij Onze aayaat (bewijzen, verzen, lessen, tekenen) plachten onrecht aan te doen (ontkennen en verwerpen).” [Soerat al-A’raaf (7), aayah 8-9.]

<<< (#1) Het is voor ons moeilijk om de exacte aard van de “weegschaal” te begrijpen. Maar het is duidelijk dat de “weegschaal” alle morele daden van de mens zeer accuraat zal wegen en zal helpen oordelen of iemand rechtschapen of verdorven is en in welke mate. In de Qor-aan is dit woord gebruikt om de mensheid te laten begrijpen dat elke daad, goed of slecht, gewogen zal worden en beoordeeld in overeenstemming met diens eigen waarde. (Zie Tefhiem al-Qor-aan, Sayyid Aboe al-A’laa Mawdoedie.)>>>

Dus laat geen kans onbenut om een goede daad te verrichten, zodat je op de Dag des Oordeels niet net één goede daad te kort komt!

 

Relevante artikelen:

H’adieth 36: Het voorzien in de behoefte van je broeder

Baad jezelf in geld!

De belangrijkheid van akhlaaq – goed gedrag

Help onze da’wah

Zusterschap (ook voor broeders)

Wanneer vrienden elkaar pijn doen

Hoe om te gaan met meningsverschillen

Broeder- & zusterschap in de Islaam (diverse artikelen)

 

 

 

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Salamualeykum! Meld je aan voor onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van de laatste updates.

DJazaak Allahu ghairan