Het behouden van de geloofsleer (‘aqiedah)
en het ontstaan van sekten.
Dit artikel is een korte toelichting op de belangrijkheid van het bestuderen van en het vasthouden aan oesoel ad-dien (de fundamenten van de religie) en het ontstaan van de innovaties onder diverse sekten.
Door sheikh Moh’ammad ibn Saalih’ al-‘Oethaymien. Uit de introductie van zijn boek Taqrieboe t-Tadmoeriyyah, blz. 7-14.
Vertaald door Aboe Yoesoef ‘Abdoellaah.
De boodschapper van Allah (salallaahoe ‘alayhie wa sellem – Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) legde de mensen uit – volledig en duidelijk – wat hun Heer voor hen geopenbaard heeft; zowel de gedetailleerde als de belangrijke kwesties en zowel de zichtbare als de verborgen kwesties; zodanig dat hij hen onderwees wat zij moesten weten aangaande eten, drinken, het huwelijk, kleding en woning. Aldus onderwees hij hen de etiquette van eten, drinken en je behoefte doen; de etiquette van het huwelijk; de etiquette van kleding en het binnengaan en verlaten van het huis – net zoals hij hen onderwees wat zij moesten weten aangaande de aanbidding van Allah ‘Azza wa Djel (de Almachtige en Majesteitelijke), zoals de reiniging, het gebed, de zakaah, het vasten, de bedevaart en andere dan deze.
Hij onderwees hen wat zij dienden te weten betreffende sociaal gedrag met mensen, zoals vriendelijkheid jegens ouders, het onderhouden van familiebanden, goed kameraadschap met vrienden en buren en anderen dan deze. Hij onderwees hen hoe zij zich dienden te gedragen tijdens het kopen en verkopen, het verpanden, het achterlaten van onderpanden, het huren, het geven en ontvangen van donaties en andere dergelijke zaken, zodanig dat Aboe Dzarr (moge Allah tevreden over hem zijn) zei: “Waarlijk, de boodschapper van Allah (salallaahoe ‘alayhie wa sellem) overleed en er is geen vogel in de lucht die met zijn vleugels flappert of hij noemt ons enige kennis daarover.” [Sah’ieh’, overgeleverd door Ah’mad (5/153), at-Tiyaalasie (479) en at-Tabaraanie in al-Kabier (1647). De isnaad (keten van overleveraars) is sah’ieh’ (authentiek).] (Klik op onderstaande afbeeldingen om ze vergroot weer te geven. Gebruik de afbeeldingen voor da’wah.)
Fundamenten van de dien (religie)
Salmaan al-Faarisie (moge Allah tevreden over hem zijn) verhaalde dat er tegen hem gezegd werd: “Jouw profeet heeft jou alles onderwezen, zelfs hoe je jouw behoefte kunt doen?” Aldus zei hij tegen hen: “Ja, inderdaad! En hij verbood ons om onze behoefte te doen met ons gezicht richting de qiblah (gebedsrichting)…” [Overgeleverd door Moeslim (1/152) en Aboe Daawoed (8).] Bovendien onderwees hij hen de fundamenten van al deze daden van aanbidding, manieren en sociale interacties.
De basis die door de gelovigen gezien wordt als de ‘aqiedah (geloofsleer) heeft betrekking op Allah – de God Die aanbeden wordt en Die alleen het recht heeft om aanbeden te worden – betreffende Zijn Dzaat (Wezen), Zijn Namen, Zijn Eigenschappen en Zijn Handelingen, en wat hieruit voortvloeit betreffende Zijn universele wetten en Zijn voorgeschreven regelgevingen, die gebaseerd zijn op Zijn Wijsheid en Barmhartigheid. De metgezellen (moge Allah tevreden over hen zijn) leerden dit alles van de profeet (salallaahoe ‘alayhie wa sellem), duidelijk en zonder enige dubbelzinnigheid, en dit alles was gebouwd op de zuivere tawh’ied van Allah (het aanbidden van Allah alleen), met twee belangrijke pilaren als fundamenten: bevestiging en ontkenning.
Wat betreft de bevestiging: het is bevestigen wat aan Allah de Meest Verhevene toekomt aan rechten wat betreft Zijn Heerschap, aanbidding, Zijn Namen, Eigenschappen en handelingen.
Wat betreft de ontkenning: het is ontkennen van enige partner of deelgenoot voor Allah de Meest Verhevene wat betreft alles dat aan Hem toekomt. (Klik op onderstaande afbeeldingen om ze vergroot weer te geven. Gebruik de afbeeldingen voor da’wah.)
De mensen van de Soennah
De mensen van de Soennah zijn degenen die degenen van de periode van de metgezellen (as-sah’aabah – moge Allah tevreden over hen zijn) alsook hen die na hen kwamen onder de a-immah (imams) van leiding – die de Tevredenheid van Allah verdienden – in goedheid volgden en op hun pad bleven, zoals Allah de Meest Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “En de allereersten (die de islam accepteerden) van de moehaadjiroen (#1) en de ansaar (#2) en degenen die hen in het goede volgden (in geloofsleer, spraak en daden): Allah is tevreden over hen (#3) en zij zijn tevreden over Hem. Hij heeft voor hen tuinen voorbereid waar rivieren onder door stromen; zij zijn daarin onsterfelijk, eeuwig (zullen zij er genieten). Dat is het geweldige succes.” [Soerat at-Tawbah (9), aayah 100.]
<<<(#1) Noot van vertaler: de moehaadjiroen of moehaadjirien (enkelvoud: moehaadjir) zijn de vroegere moslims die migreerden van Mekkah naar al-Medienah tijdens het leven van de profeet (salallaahoe ‘alayhie wa sellem) vóór de verovering van Mekkah.>>>
<<<(#2) Noot van vertaler: de ansaar (“helpers”) zijn de moslims van al-Medienah die de gemigreerde moslims van Mekkah (de moehaadjiroen) steunden. Een ansaarie is een inwoner van al-Medienah en wordt ansaarie genoemd, omdat het Arabische woord naaser verdediger en helper betekent. De ansaar hielpen de moehaadjiroen uit Mekkah om weer een normaal leven te kunnen leiden in al-Medienah. Zij deelden al hun bezittingen met de moehaadjiroen.>>>
<<<(#3) Noot van vertaler: dit vers is een van de vele bewijzen tegen de Raafidhah (sji’ieten), die de metgezellen van de profeet (salallaahoe ‘alayhie wa sellem) haten en verafschuwen. De profeet (salallaahoe ‘alayhie wa sellem) omschrijft de geredde groep echter als volgt (Nederlandstalige interpretatie): “Dat waar ik en mijn metgezellen op zijn.” (H’asan door haar ketens en door andere overleveringen die het ondersteunen.) De woorden van de profeet (salallaahoe ‘alayhie wa sellem) “dat waar ik en mijn metgezellen op zijn” maken het duidelijk dat: “De geredde groep de groep is met dezelfde kenmerken als de profeet (salallaahoe ‘alayhie wa sellem) en zijn metgezellen (moge Allah tevreden over hen zijn).” (As-Shaatibie, al-‘Itisaam, vol. 2, p. 252.) De profeet (salallaahoe ‘alayhie wa sellem) heeft ook gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “De beste van alle mensen zijn mijn metgezellen (de sah’aabah), dan degenen die hen zullen volgen (de volgelingen – at-taabi’ien), dan degenen die hen zullen volgen (de taabi’ at-taabi’ien) (deze drie generaties vormen de selef).” (Overgeleverd door al-Boekhaarie.)>>>
Na de selef kwamen mensen die blind voor de waarheid waren, of zij deden alsof zij blind waren voor de waarheid. Aldus dwaalden zij af en lieten anderen afdwalen, ofwel wegens onvermogen of tekortkomingen, of wegens vijandigheid en onderdrukking. Zij innoveerden in de dien van Allah de Meest Verhevene dat wat er niet toe behoorde, op het gebied van ‘aqiedah (geloofsleer), ‘ibaadah (aanbidding) en soeloek (manieren). Zij deden dit door het veranderen van (de betekenissen van) de teksten van het Boek en de Soennah; en als het mogelijk was dan verwierpen zij hen volledig! [Zie het artikel Het verbod op innovaties (bid’ah).]
Korte geschiedenis van de geïnnoveerde sekten
Shaykh oel-Islaam Ibn Taymiyyah (overleden in 728 H.) zei: “En weet dat de meeste innovaties verbonden aan ‘oeloem (wetenschappen) en daden van aanbidding zich voordeden onder deze oemmah (gemeenschap) aan het einde van de periode van de rechtgeleide kaliefen (al-khoelafaa-e ar-raashidien) (#4); precies zoals de profeet (salallaahoe ‘alayhie wa sellem) ons geïnformeerd heeft, toen hij zei (Nederlandstalige interpretatie): “Degenen van jullie die lang na mij leven zullen veel meningsverschillen zien. Dus houd vast aan mijn soennah en de soennah van de rechtgeleide kaliefen na mij…”
<<<(#4) Noot van vertaler: khalief of kalief komt van het Arabische woord khaliefah = opvolger. Khalief is de titel van de opvolgers van de profeet Moh’ammed (salallaahoe ‘alayhie wa sellem), de geestelijke en soms ook wereldlijke leiders van de Islaam. De vier rechtgeleide khaliefen zijn Aboe Bakr as-Siddieq, ‘Oemar ibn al-Khattaab, ‘Oethmaan ibn ‘Affaan en ‘Alie ibn Abie Taalib (moge Allah tevreden over hen zijn).>>> (Klik op onderstaande afbeeldingen om ze vergroot weer te geven. Gebruik de afbeeldingen voor da’wah.)
Toen de periode van de rechtgeleide kaliefen voorbij was en het (erfbaar) koningschap verscheen, verschenen er gebreken in de leiders en aldus verspreidden gebreken ook onder de mensen van kennis en dien. Aan het einde van het bestuur van ‘Alie (moge Allah tevreden over hem zijn) verscheen de innovatie van de Khawaaridj (#5) en de Raafidhah (#6); dit hield verband met de kwestie van leiderschap en khilaafah, alsook hetgeen hiermee verbonden was aangaande daden en sharie’ah regelgevingen.
<<<(#5) De Khawaaridj vormden de eerste sekte in de Islaam door zich af te splitsen van de weg van de profeet (salallaahoe ‘alayhie wa sellem) en zijn metgezellen (moge Allah tevreden over hen zijn). Zij ontstonden tijdens de khilaafah van ‘Alie (moge Allah tevreden over hem zijn) en begingen khoeroedj (rebellie) tegen hem, wegens de bemiddeling tussen hem en Moe’awiyyah (moge Allah tevreden over hen beide zijn). Tot hun onjuiste ‘aqiedah (geloofsleerstellingen) behoort: het toestaan om tegen de rechtmatige leider in opstand te komen – hetzij vroom of zondig; en het verklaren van een moslim als kaafir (ongelovige) wegens het begaan van een grote zonde. Zij werden door de profeet (salallaahoe ‘alayhie wa sellem) omschreven als “de honden van het Hellevuur”. Zie Maqaalaatoe l-Islaamiyien (1/168) van Aboe l-H’asan al-Ash’arie, al-Bidaayah (8/22-44) van Ibn Kethier en Fath’ oel-Barie (12/282-302) van Ibn H’adjr.>>>
<<<(#6) De Raafidhah (de verwerpers) zijn een extreme sekte van de Shie’ah die Zayd ibn ‘Alie ibn al-H’oesayn verwierpen wegens zijn weigering om Aboe Bakr en ‘Oemar (moge Allah tevreden over hen zijn) te veroordelen. Zij degenereerden snel in ‘aqiedah, manieren en dien – tot aan tegenwoordig – en hun geloofsovertuigingen worden vertegenwoordigd door de Ithna Ashariyyah sji’ieten van Iran. Tot hun onjuiste geloofsleerstellingen behoort: het verklaren dat alle metgezellen – op drie of vijf na – ongelovigen zijn; het geloof dat hun imams kennis hebben over het ongeziene (al-ghayb) – het verleden, het heden en de toekomst; zij beschouwen het imaamah als een van de belangrijkste pilaren van imaan (geloof); en zij menen dat de Qor-aan incompleet is. Zie Maqalaatoe l-Islaamiyien (1/65), al-Farq Baynal-Firaq (nr. 21) van ‘Abdoel-Qaahir al-Baghdaadie en Talbies Iblies (blz. 94-100) van Ibnoe l-Djawzie.>>>
Het koningschap van Moe’awiyyah (moge Allah tevreden over hem zijn) was een barmhartig koningschap. Nadat hij overleed kwam het bestuur van (zijn zoon) Yazied en er vond daarin veel fitnah (beproevingen en onenigheden) plaats: het doden van al-H’oesayn (moge Allah tevreden over hem zijn) in (het huidige) Irak, de fitnah van de mensen van Hoerrah in al-Medienah en de belegering van Mekkah toen ‘Abdoellaah ibn az-Zoebayr (moge Allah tevreden over hem zijn) voor zichzelf opkwam. Vervolgens overleed Yazied en de oemmah splitste zich op. Ibn az-Zoebayr in de Hidjaaz, Banoe Hakam in as-Shaam (het huidige Syrië, Jordanië, Palestina) en de machtsgreep van Moekhtaar ibn Abie ‘Oebayd en anderen in (het huidige) Irak. Dit vond allemaal plaats aan het einde van de periode van de metgezellen (moge Allah tevreden over hen zijn), toen er nog maar weinig metgezellen over waren, waaronder ‘Abdoellaah ibn ‘Abaas, ‘Abdoellaah ibn ‘Oemar, Djaabir ibn ‘Abdoellaah, Aboe Sa’ied al-Khoedrie en anderen. De innovaties van de Qadarriyah (#7) en de Moerdjie’ah (#8) staken de kop op, die verworpen werden door die metgezellen die over waren gebleven, zoals zij, samen met anderen, ook de vernieuwingen van de Khawaaridj en de Raafidhah verwierpen.
<<<(#7) De Qadarriyah zijn de volgelingen van Mabad ibn al-Djoehanie, en tot hun onjuiste geloofsleerstellingen behoort: dat Allah geen voorafgaande kennis heeft betreffende iets totdat het tot bestaan komt; dat de mensen – en niet Allah – de scheppers zijn van hun eigen daden; zij ontkennen het geloof in de bestraffing van het graf; zij ontkennen dat de authentieke h’adieth een bewijs is voor de ‘aqiedah (geloofsleer), tenzij het overgeleverd is in moetawaatir vorm (dat het op een zodanige manier en door zo veel mensen in elke generatie is doorgegeven dat het onmogelijk is dat er een fout is gemaakt of dat zij allemaal overeenkwamen om het te vervalsen). Zie al-Milal wan-Nih’al (1/72) van as-Shahrastaanie en Sawnoe l-Mantaq wa l-Kalaam (blz. 160) van as-Soeyoetie.>>>
<<<(#8) De Moerdjie’ah zijn diegenen die verwerpen dat daden onderdeel zijn van imaan (geloof) en zij zeggen dat imaan alleen bevestiging is met het hart en het uiten met de tong. De extremen onder hen beperken imaan tot alleen geloof met het hart. Zij ontkennen ook dat imaan toeneemt en afneemt. Zie al-Maqaalat (1/214) en al-Farq Bayna l-Firaq (blz. 202).>>>
[Zie Madjmoe’ al-Fataawaa (10/354-368) van Ibn Taymiyyah.] (Klik op onderstaande afbeeldingen om ze vergroot weer te geven. Gebruik de afbeeldingen voor da’wah.)
Een korte samenvatting
Ibn al-Qayyim (overleden in 751 H.) zei: “De innovatie van de Qadarriyah begon aan het einde van de periode van de metgezellen (moge Allah tevreden over hen zijn). Degenen die in die tijd over gebleven waren, waaronder ‘Abdoellaah ibn ‘Oemar, Ibn ‘Abbaas en anderen, bestreden en weerlegden het. De innovatie van de Moerdjie’ah verscheen na de periode van de metgezellen (moge Allah tevreden over hen zijn), en degenen van de voornaamste taabi’ien (volgelingen van de metgezellen) – die daar mee te maken kregen – weerlegden het. Vervolgens kwam de innovatie van de Djahmiyyah (#9) na het overlijden van de taabi’ien (volgelingen). Hun kwaad bereikte alarmerende proporties en de kwestie werd zeer kwalijk tijdens de periode van de imams zoals Ah’med (overleden in 241 H.) en degenen die bij hem waren. Daarna verscheen de innovatie van h’oeloel (incarnatie), wat weer verdween door de komst en in de periode van al-hallaadj (soefistische mystiek).
<<<(#9) De Djahmiyyah zijn de volgelingen van Djahm ibn Safwaan, die de weerzinwekkende innovatie van ta’tiel (ontkenning van de Eigenschappen van Allah) op deze oemmah losgelaten heeft: ofwel door ze direct te ontkennen, of door de betekenis van (bijvoorbeeld) de Hand van Allah te verdraaien en te stellen dat dit “Zijn Macht en Gulheid” betekent. (Zie het artikel De Handen van Allah.) Zij ontkennen ook dat Allah boven de schepping is, boven Zijn troon, alsook geloven zij dat het Paradijs en het Hellevuur niet eeuwigdurend zijn. Zie ar-Radd ‘ala al-Djahmiyyah van imaam Ah’med, alsook ad-Daarimie en al-Ibaanah (blz. 141) van Aboe al-H’asan al-Ash’arie.>>>
Dus telkens wanneer de shaytaan (satan) een innovatie van onder deze innovaties teweegbracht, of van anderen dan deze, zorgde Allah de Meest Verhevene voor een groep die deze weerlegde en de moslims ervoor waarschuwde – allemaal omwille van oprechtheid en oprecht advies voor Allah, Zijn Boek, Zijn boodschapper en de mensen van Islaam.”
[Tadhieb Soenan Abie Daawoed (7/61) van Ibn al-Qayyim.]
Samenstelling van de ‘aqiedah
Al-H’aafidhz Ibn H’adjr (overleden in 852 H.) zei: “Tot hetgeen zich voordeed behoort: verzameling van h’adieth (#10), vervolgens tefsier, daarna de verzameling van kwesties aangaande fiqh (jurisprudentie, wetgeving) voortkomend uit zuivere mening (#11), en daarna de samenstelling van zaken aangaande daden van het hart.
<<<(#10) Noot van vertaler: zie Inleiding tot de wetenschap betreffende h’adieth en Introductie tot de ah’aadieth.>>>
<<<(#11) Noot van vertaler: zie de verhandeling Ontwikkeling van fiqh – de islamitische wet: bronnen, wetscholen (madzaahib) en meningsverschillen, alsook Introductie tot de kennis van oesoel al-fiqh.>>>
Wat betreft de eerste zaak: het werd afgekeurd door ‘Oemar, Aboe Moesaa en enkele anderen, terwijl de meerderheid het toestond. Wat betreft de tweede: het werd afgekeurd door een groep van de taabi’ien, waaronder imaam as-Sha’bie (overleden in 104 H.) en een kleine groep. De afkeuring van imaam Ah’med hiervan verhevigde.
Tot hetgeen plaatsvond behoort ook de verzameling van uitspraken over oesoel ad-dien (de fundamenten van de dien). Sommigen bevestigden het (de Eigenschappen van Allah), terwijl anderen ze ontkenden. De eerstgenoemde gingen zo ver dat zij tashbieh maakten (Allah vergelijken met Zijn schepping), terwijl de laatstgenoemde zo ver gingen dat zij ta’tiel maakten (de Eigenschappen van Allah ontkennen). De verwerping hiervan door de selef, zoals Aboe H’aniefah (overleden in 150 H.), Aboe Yoesoef (overleden in 182 H.) en as-Shaafi’ie (overleden in 204 H.), alsook hun uitspraken met betrekking tot het bekritiseren van de mensen van kalaam (filosofische rede en theologie) zijn algemeen bekend. De reden voor zulke bekritisering was dat de mensen van kalaam spraken over kwesties waar zowel de profeet (salallaahoe ‘alayhie wa sellem) als zijn metgezellen (moge Allah tevreden over hen zijn) over gezwegen hebben. Van Maalik (overleden in 179 H.) is vastgesteld dat er ten tijde van de profeet (salallaahoe ‘alayhie wa sellem), noch van Aboe Bakr of ‘Oemar (moge Allah tevreden over hen beide zijn), iets van deze begeerten bestond – oftewel: de innovatie van de Khawaaridj, de Raafidhah en de Qadarriyah. Waarlijk, diegenen die kwamen na de eerste drie uitmuntende generaties weidde uit over zaken die de a-immah (imams) van de taabi’ien (volgelingen van de sah’aabah) en degenen die hen volgden verwierpen.
De mensen van kalaam waren niet tevreden met zichzelf totdat zij de dien gevuld hadden met kwesties en uitspraken van de filosofen. Zij maakten deze filosofie de basis en het fundamentele principe waar alles naar verwezen werd, en dit alles was in tegenspraak met de overleveringen (van de profeet, zijn metgezellen en de selef die hen volgden), waarna zij ta’wiel (onjuiste interpretaties) toepasten, zelfs al waren zij afkerig van het resultaat. Noch waren zij alleen hiermee tevreden. Zij beweerden dat hetgeen zij samengesteld hadden de edelste tak van kennis was en het meest waardig om te verwerven; en dat degenen die geen gebruik maakten van hetgeen zij vastgelegd hadden behoorden tot de amateurs en de onwetenden.
Waarlijk, vreugde is voor degene die zich vastklampt aan hetgeen waarop de selef zich bevonden en die zich distantieert van de innovaties die de khalaf (de lateren die in tegenspraak waren met de ‘aqiedah en menhedj van de selef) introduceerden. Echter, als iemand er niet van weg kan blijven, laat hem dan alleen dat nemen wat hij nodig heeft en laat de weg van de selef zijn beoogde doel zijn.”
[Fath’ al-Barie (13/253) van Ibn H’adjar al-‘Asqalaanie.] [Zie ook ar-Radd ‘ala al-Djahmiyyah wa az-Zaanadiqah (blz. 2) van imaam Ah’mad.] (Klik op onderstaande afbeeldingen om ze vergroot weer te geven. Gebruik de afbeeldingen voor da’wah.)
Relevante artikelen:
Algemene principes van Ahloes-Soennah wal-Djamaa’ah (moedjmal oesool Ahloes-Soennah wal-Djamaa’ah fil-‘aqiedah – samenvatting van de fundamentele principes van de mensen van de Soennah en de Djamaa’ah aangaande de geloofsleer)
De veertig ah’aadieth van an-Nawawie (met uitleg van sheikh Ibn al-‘Oethaymien)
De Handen van Allah (Hoe dienen de Eigenschappen van Allah begrepen te worden?)
Het verbod op innovaties (bid’ah)
De voorwaarden voor acceptabele ‘ibaadah (aanbidding)
Monotheïsme – tawh’ied (diverse artikelen)
‘Aqiedah – geloofsleer (diverse artikelen)
Kennis is licht (diverse artikelen)
Qadiyaanisme in het licht van de Islaam (over de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap)
Www.uwkeuze.net recommandeert o.a. de volgende twee boeken, (1) het 371 pagina’s tellende boek Uitleg van de drie fundamentele grondbeginselen & Uitleg van de vier principes betreffende shirk van sheikh Moh’ammed ibn ‘Abdoel-Wahhaab, sheikh Moh’ammed ibn Saalih’ al-‘Oethaymien, sheikh Saalih’ Aal s-Sheikh en sheikh ‘Abdoellaah ibn Djiebrien; (2) het 222 pagina’s tellende boek Het Monotheïsme Boek van sheikh dr. Saalih’ ibn Fawzaan ibn ‘Abdiellaah al-Fawzaan. Beide boeken zijn uitgegeven door Uitgeverij Momtazah en te bestellen via onze webshop, en met uw aankoop steunt u de da’wah van www.uwkeuze.net.