Ga terug en bid

“Ga terug en bid, want je hebt niet gebeden.”

Geschreven door Muhammad Alshareef. Vertaald door ‘Abdoellaah Bekx.

In de donkerte van de nacht hield Aboe Loe-eloe-e al-Madjoesie zich in de schaduwen schuil, wachtend op salaat al-fadjr, het moment waarop hij zijn satanische missie ten uitvoer wilde brengen om de leider van de gelovigen te vermoorden – namelijk ‘Oemar ibn al-Khattaab (moge Allah tevreden over hem zijn).

‘Oemar (moge Allah tevreden over hem zijn) leidde salaat al-fadjr met een lange soerah, zodat de leden van de gemeenschap de tijd hadden om zich bij het gebed aan te sluiten. Die ochtend, terwijl hij aan het reciteren was, kwam Aboe Loe-eloe-e vanachter een verduisterde pilaar te voorschijn met een vergiftigde dolk verborgen in zijn mouw. Hij sprong voor ‘Oemar (moge Allah tevreden over hem zijn) en sneed met de dolk zijn buik open. Hij probeerde vervolgens door de gemeenschap heen te vluchten, links en rechts snijdend met zijn dolk. Hij vermoordde vele anderen op zijn weg naar buiten. Een metgezel (moge Allah tevreden over hem zijn) wierp een kleed over hem heen en Aboe Loe-eloe-e, realiserend dat hij gepakt was, doodde zichzelf.

‘Abdoer-Rah’maan ibn ‘Awf (moge Allah tevreden over hem zijn) ging verder met het leiden van het gebed dat ‘Oemar (moge Allah tevreden over hem zijn) begonnen was. ‘Oemar (moge Allah tevreden over hem zijn) maakte het gebed af als onderdeel van de gemeenschap en overleed later in zijn bed, moge Allah tevreden over hem zijn.

De belangrijkheid van het gebed (as-salaah) in de islam kan niet genoeg benadrukt worden. (Zie de artikelen Het belang van het gebed en Het islamitische oordeel over degene die het gebed nalaat.) Het is de eerste zuil van de islam genoemd door de profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) na de geloofsgetuigenis (as-shahaadah), waarmee iemand moslim wordt. (Zie het artikel De 5 zuilen van de islam.)

Het gebed is verplicht gemaakt voor alle profeten en voor alle mensen. Allah Ta’aalaa (Verheven is Hij) verklaarde de verplichte status onder majestueuze omstandigheden. Bijvoorbeeld, toen Allah Ta’aalaa direct sprak tot Mozes (vrede zij met hem), zei Hij (Nederlandstalige interpretatie): “En Ik heb jou verkozen (boven de mensen van jouw tijd), dus luister naar wat geopenbaard wordt. Waarlijk, Ik ben Allah! Er is geen god die het recht heeft om aanbeden te worden behalve Ik, dus aanbid Mij (#1) en onderhoud het gebed om Mij te gedenken (#2).” [Soerat Taa Haa (20), aayah 13-14.]

[(#1) Noot van de vertaler: dit is de eerste pilaar van de islam, de eerste verplichting voor alle personen die verantwoordelijk gesteld worden voor hun daden, dat zij weten (en dienovereenkomstig handelen) dat er geen god is die het recht heeft om aanbeden te worden behalve Allah Soebh’aanahoe wa Ta’aalaa (Glorieus en Verheven is Hij), Die geen deelgenoten heeft. Zie het artikel Verplichte kennis voor elke moslim. – Einde noot.]

[(#2) Noot van de vertaler: dit is het ware doel van het gebed (de tweede pilaar van de islam), zodat men niet door wereldse afleidingen onachtzaam jegens Allah Ta’aalaa wordt en zodat men zich herinnert dat de mens geen teugelloos vrij wezen is, maar een dienaar van Allah Ta’aalaa. Het gebed is dagelijks vijf keer voorgeschreven om de mens te herinneren aan de aanwezigheid van Allah (met Zijn Kennis en Macht – zie het artikel Waar is Allah?). (Tafheem-ul-Qur’an van Sayyid Aboe al-A’laa Mawdoedie.) – Einde noot.]

Evenzo werden de gebeden verplicht gemaakt voor de profeet Moh’ammed (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) tijdens zijn hemelvaart. Bovendien, wanneer Allah ‘Azza wa Djel (de Almachtige en Majesteitelijke) de gelovigen prijst, zoals in het begin van soerat al-Moe-eminoen, is hun vasthouden aan het gebed één van de eerste eigenschappen die Hij noemt met betrekking op hen (Nederlandstalige interpretatie): “Werkelijk, de gelovigen zijn succesvol. Degenen die ootmoedig (#3) in hun gebed zijn.” [Soerat al-Moe-eminoen (23), aayah 1-2.]

[(#3) Noot van de vertaler: het Arabische woord voor ootmoed (nederige onderdanigheid) is khoeshoe’, zowel uiterlijk als innerlijk. Wat betreft het uiterlijk, dit heeft betrekking op het hoofd door deze nederig te buigen; de ootmoed van de ogen geschiedt door ze te weerhouden van het wegkijken (tijdens het gebed dien je niet omhoog of om je heen te kijken); de ootmoed van de oren geschiedt door nederig te luisteren; de ootmoed van de tong geschiedt door (alleen Koran en dzikr) te reciteren en waakzaam en kalm te zijn; de ootmoed van de handen geschiedt door de rechterhand op de linkerhand te plaatsen en het besef van onderdanigheid te hebben zoals een dienaar in deze houding dat heeft; de ootmoed van de rug geschiedt door deze recht te houden tijdens de roekoe’ (buiging); de ootmoed van de geslachtsdelen geschiedt door afstand te nemen van begerige gedachten; de ootmoed van de voeten geschiedt door te blijven staan op de plaats van het gebed en ze niet te bewegen. Wat het innerlijk betreft: de ootmoed van het ego is het vinden van kalmte en rust, vrij van alle gedachten (die afleiden van het gebed); de ootmoed van het hart geschiedt door het constant gedenken van Allah Ta’aalaa en voortdurend besef van Zijn aanwezigheid (met Zijn Kennis en Macht);…; de ootmoed van de ziel geschiedt door deze te dompelen in de zee van liefde en te laten smelten bij het waarnemen van de eigenschappen van schoonheid en grootheid. (Tefsier H’adaa-ieq ar-Rawh’ wa ar-Rayh’aan fie Rawaabie ‘Oeloemie al-Qor-aan van Mohammed al-Amien ibn ‘Abdiellaah al-Oeramie al-‘Alawie al-Hararie as-Shaafi’ie.) – Einde noot.]

(Lees verder onder de afbeelding.)

 

De belangrijkheid van het gebed wordt verder gedemonstreerd in vele uitspraken van de profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem). Bijvoorbeeld, de profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie):

“De eerste kwestie waar de dienaar ter verantwoording voor wordt geroepen op de Dag des Oordeels is het gebed. Als het correct is, dan zal de rest van zijn daden correct zijn. En als het slecht is, dat zal de rest van zijn daden slecht zijn.” (AtTabaranie.)

In feite zal het gebed – wanneer het verricht wordt zoals het moet, met correcte khoeshoo’ – een blijvend effect op de persoon hebben. Nadat hij zijn gebed beëindigd heeft, zal zijn hart gevuld zijn met gedachtenis aan Allah Ta’aalaa (Verheven is Hij). Hij zal angstig alsook hoopvol zijn jegens Allah de Almachtige. (Angstig door Zijn bestraffingen en hoopvol door Zijn beloningen.) Na die ervaring zal hij niet willen weggaan van die verheven positie, naar een positie waarin hij Allah Ta’aalaa ongehoorzaam is. (Zie het artikel Het gebed van berouw – salaat at-tawbah.) Allah Ta’aalaa noemt dit aspect in de Qor-aan (Nederlandstalige interpretatie): “…Waarlijk, het gebed weerhoudt van de gruweldaden (immoraliteit) en het verwerpelijke (#4)…” [Soerat al-‘Ankaboet (29), aayah 45.]

[(#4) Noot van de vertaler: de beoogde kwaliteit van het gebed wordt door de Qor-aan zelf genoemd in de volgende zin. Wat betreft de recitatie ervan, men dient te weten dat de recitatie die niet verder gaat dan de keel en het hart niet bereikt, kan iemand niet genoeg kracht geven om standvastig in zijn geloof te blijven, om maar te zwijgen over het hem in staat stellen de vallen van ongeloof te ontwijken. Een overlevering zegt over zulke mensen (Nederlandstalige interpretatie): “Zij zullen de Koran reciteren, maar de Koran zal niet voorbij hun kelen gaan; zij zullen het geloof verlaten zoals de pijl de boog verlaat.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie, Moeslim en in Moewatta-e.) De recitatie die geen enkel effect heeft op iemands gedrag of manier van denken, zijn moreel en karakter, en hij blijft verrichten wat de Qor-aan verbiedt, is totaal geen recitatie van een gelovige. (Tafheem-ul-Qur’an van Sayyid Aboe al-A’laa Mawdoedie.) – Einde noot.]

Maar onder degenen die bidden vinden soms luie handelingen plaats die naar voren gebracht dienen te worden, zodat men die kan corrigeren en het gebed kan perfectioneren. Bijvoorbeeld:

  • Sommigen concentreren zich niet op hetgeen zij zeggen.
  • Sommigen haasten zich door het gebed heen.
  • Sommigen laten hun blik tijdens het gebed ronddolen.
  • Sommigen vergeten constant het aantal rak’aat dat zij verricht hebben.
  • Ad-doenyaa (het wereldse) omhelst het hart van sommigen tijdens het gebed en vertroebelt hun gedachten.
  • En sommige leden van de gemeenschap beginnen te buigen/knielen zelfs voordat de imaamAllaahoe Akbar” zegt.

(Zie ook de artikelen 50 Veelvoorkomende fouten in het gebed en Lijst met dingen die het gebed ongeldig maken.)

Vergelijk dit eens met het gebed van degenen die voor ons kwamen:

Omdat ar-Rabie’ ibn Khaytham voortdurend zijn blik naar beneden richtte en zijn hoofd naar beneden boog tijdens het gebed, dachten de mensen dat hij blind was. Hij woonde gedurende twintig jaar onder de woning van ‘Abdoellaah ibn Mas’oed (moge Allah tevreden over hem zijn). Wanneer diens dienstmeisje hem zag, zei ze: “Uw blinde vriend komt er aan,” en ‘Abdoellaah (moge Allah tevreden over hem zijn) lachte om haar opmerking.

In Sah’ieh’ al-Boekhaarie en Sah’ieh’ Moeslim vertelt Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden over hem zijn) ons dat een man de moskee binnenkwam waarin de profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) zat. Hij bad twee rak’aat [zie het artikel De moskee voor informatie over het verrichten van twee rak’aat als begroeting van de moskee (tah’iyyatoe l-masdjid)] en ging toen naar de profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) en gaf hem de salaam. De profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) beantwoordde zijn salaam en zei (Nederlandstalige interpretatie):

“Ga terug en bid, want je hebt niet gebeden.”

Dus de man ging terug, bad (twee rak’aat) zoals hij de eerste keer deed en kwam terug en herhaalde de salaam. De profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) beantwoordde zijn salaam en zei toen: “Ga terug en bid, want je hebt niet gebeden.” Dus de man ging terug, bad (twee rak’aat) zoals hij de eerste keer deed en kwam terug en herhaalde de salaam. De profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) beantwoordde wederom zijn salaam en zei wederom: “Ga terug en bid, want je hebt niet gebeden.” Hij zei dit drie keer totdat de man zei: “Bij Hem Die u zendt met de waarheid, o boodschapper van Allah! Ik weet het niet beter dan dit. Onderwijs me.” De profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) zei vervolgens: “Als je opstaat voor het gebed, zeg: ‘Allaahoe Akbar.’ Reciteer dan wat gemakkelijk is voor jou van de Qor-aan. Buig daarna totdat je comfortabel bent in je roekoe’ (oftewel, neem je tijd, doe het niet te snel). Ga vervolgens staan totdat je recht staat. Kniel daarna neer totdat je comfortabel bent in je soedjoed. Ga daarna zitten totdat je comfortabel bent in je djoeloes. Kniel vervolgens neer totdat je comfortabel bent in je soedjoed. En doe dit tijdens jouw hele gebed.”

Dus laat ons teruggaan en ons gebed herhalen.

Waarom gaan we naar de moskee; waarom verrichten we het gebed? We doen dit (als het goed is) in gehoorzaamheid jegens het bevel van onze Schepper, Soebh’aanahoe wa Ta’aalaa (Glorieus en Verheven is Hij). Waarom zullen we dan de zegening en beloning verliezen vanwege een ronddolend hart en een ongeduldige hand? Concentratie is de ziel van ons gebed. Concentratie is het fruit van onze imaan [zie het artikel 10 Manieren om je imaan (geloof) te vermeerderen]. Toch, ondanks dat we dit weten, streven vele mensen niet om hun gebed te perfectioneren en zal dus maar een klein deel daarvan opgeschreven worden voor hem. De profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Waarlijk, een man zal weggaan van (zijn gebed) en slechts een tiende van zijn gebed is opgeschreven voor hem, een negende, een achtste, een zevende, een zesde, een vijfde, een vierde, een derde, de helft.” (Aboe Daawoed en at-Tirmidzie.) (Zie het artikel Khoeshoo’ tijdens het gebed.)

(Lees verder onder de afbeelding.)

 

‘Oethmaan ibn Abie Dahshah zei: “Ik heb nooit een gebed gebeden waarna ik Allah Ta’aalaa niet vroeg om mij te vergeven voor de tekortkomingen in dat gebed.”

Iemand die zijn gebed te snel en niet goed verricht, is een dief. Volgens een authentieke h’adieth heeft de profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “De meest slechte dief is degene die van zijn gebed steelt.” De sah’aabah (metgezellen – moge Allah tevreden over hen zijn) vroegen: “O boodschapper van Allah! Hoe steelt hij van zijn gebed?” Hij (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) zei: “Hij perfectioneert zijn roekoe’ en soedjoed niet.” (Verhaald door Aboe Qatadah, overgeleverd door Ah’med.)

Door de snelheid waarmee sommige mensen bidden, lijken zij op vogels, op en neer pikkend. De profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) verbood dat iemand pikt (tijdens het gebed) als een kraai. (Ah’med, Aboe Daawoed.)

‘Oemar (moge Allah tevreden over hem zijn) stond eens op de preekstoel en sprak tot de gemeenschap met een luide krachtige stem, zeggend: “Een man kan oud worden in de islam en nooit één enkel gebed voltooid hebben voor Allah!” Zij zeiden: “Hoe kan dat?” Hij zei: “Hij perfectioneert zijn concentratie niet, noch zijn nederigheid, noch zijn aandacht op Allah.”

Ma’roef al-Karkhie stond eens onder enkele van zijn studenten en een van hen zei tegen een andere: “Alsjeblieft, leid salaat al-‘ishaa-e.” De eerste student accepteerde het, maar zei: “Ik zal het ‘ishaa-e gebed leiden op voorwaarde dat jij het fadjr gebed leidt en niet ik.” Ma’roef al-Karkhie was gechoqueerd door wat hij zei en merkte op: “Bij Allah, als jij denkt dat jij nog leeft op het moment van al-fadjr, dan heb jij jouw gebed nog niet geperfectioneerd!” (Oftewel, bid elk gebed alsof het je laatste gebed is.)

Al-Qaasim ibn Moh’ammed zei: “Ik ging op een dag naar buiten, en telkens wanneer ik naar buiten ging, passeerde ik ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden over haar zijn) en gaf haar mijn salaam. Die dag ging ik naar buiten en toen ik ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden over haar zijn) zag, was ze salaat ad-dhoh’aa aan het bidden, het vers van Allah keer op keer reciterend (Nederlandstalige interpretatie): ‘…Waarlijk, wij waren voorheen bevreesd (voor de bestraffing van Allah), te midden van onze familieleden. Dus Allah begunstigde ons en beschermde ons tegen de kwelling van de hete wind (afkomstig van de Hel).’ [Soerat at-Toor (52), aayah 26-27.] Zij huilde en smeekte tot Allah en herhaalde het vers. Ik stond daar te wachten totdat ik moe werd, terwijl zij in de toestand bleef waarin ik haar aangetroffen had. Toen ik dit zag, zei ik tegen mijzelf: ‘Laat ik naar de markt gaan, doen wat ik moet doen en (later) terugkomen.’ Nadat ik klaar was met hetgeen ik moest doen op de markt, keerde ik terug naar ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden over haar zijn). Zij was zoals ik haar achterliet, het vers herhalend, smekend tot Allah en huilend.”

 

Hoe concentreren wij ons in het gebed?

De Soennah van de profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) onderwijst ons het volgende:

1. Kom vroeg naar het gebed en bereid je voor om te concentreren. Herhaal de adzaan voor jezelf met de moe’adzin en zeg na de adzaan de voorgeschreven smeekbeden. Maak doe’aa-e tussen de adzaan en de iqaamah. Verricht correct de woedhoe-e, reinig je mond en draag je beste kleren. (Zie de artikelen De woedhoe-e, stap voor stapAl-Adzaan, de oproep tot gebedDe moskee, kern van de islamitische gemeenschap.)

2. Zet je zinnen op de volledige beloning van je gebed. Aboe Bakr ibn ‘Iyaash zei: “Ik zag H’abieb ibn Thaabit in soedjoed. Als je hem zou zien, zou je denken dat hij dood was (door hoe lang hij in zijn soedjoed bleef).”

3. Overdenk de aayaat en adzkaar die je reciteert tijdens het gebed. Denk na over de betekenissen van de verzen die je reciteert. Is het niet triest dat iemand decennia lang het gebed verricht, dag na dag, en dat hij nog steeds niet weet wat hij zegt? De Qor-aan werd geopenbaard om er over na te denken! Allah Ta’aalaa openbaarde (Nederlandstalige interpretatie): “Een gezegend Boek (de Koran) dat Wij tot jou neerzonden, zodat zij zijn verzen zullen overpeinzen en zodat de bezitters van verstand zich zullen laten vermanen.” [Soerat Saad (38), aayah 29.]

4. Bid in gemeenschap (djamaa’ah). Allah Ta’aalaa beveelt (Nederlandstalige interpretatie): “En onderhoud het gebed en geef az-zakaah (de verplichte liefdadigheid) en buig samen met degenen die buigen (in het gebed).” [Soerat al-Baqarah (2), aayah 43.] (Zie het artikel Salaat al-djamaa’ah – het gezamenlijk gebed.)

5. Mis nooit je naafil (vrijwillige) gebeden, vooral die de profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) constant bad, zoals de witr en de soennah van fadjr. [Zie de artikelen De voortreffelijkheid van vrijwillige gebeden en Qiyaam al-layl (het nachtgebed) en al-witr.]

6. Haast je niet in je gebed. Neem je tijd en sta niet toe dat jouw gebed de minst waardevolle handeling van jouw dag wordt. Ibn Wahb zei: “Ik zag at-Thowrie bij de Ka’bah. Na de maghrib stond hij op om te bidden en knielde neer. Hij kwam niet uit zijn soedjoed tot na de adzaan van de ‘ishaa-e.”

7. Weet dat Allah ‘Azza wa Djel (de Almachtige en Majesteitelijke) antwoordt op jouw gebed. De profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Allah, de Glorieuze en Verhevene, zei: ‘Ik heb het gebed tussen Mijzelf en Mijn dienaar gedeeld in twee delen en Mijn dienaar zal krijgen wat hij gevraagd heeft.’ Als de dienaar zegt (tijdens het gebed): ‘Alle lof is voor Allah, de Heer van al-‘aalamien (de gehele schepping),’ dan zegt Allah: ‘Mijn dienaar heeft Mij verheerlijkt.’ Wanneer de dienaar zegt: ‘De Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle,’ dan zegt Allah: ‘Mijn dienaar heeft Mij geprezen.’ Als de dienaar zegt: ‘De Bezitter van de Dag des Oordeels,’ dan zegt Allah: ‘Mijn dienaar heeft Mij Verheven.’ En Hij zei ook: “Mijn dienaar heeft zijn zaak aan mij toevertrouwd. Wanneer de dienaar zegt: ‘U alleen aanbidden wij en U alleen vragen wij om hulp,’ dan zegt Allah: ‘Dit is tussen Mij en Mijn dienaar, en Mijn dienaar zal krijgen wat hij gevraagd heeft.’ Wanneer de dienaar zegt: ‘Leid ons op het rechte pad. Het pad van degenen aan wie U Uw gunst geschonken hebt, niet (het pad) van degenen op wie de Toorn rust, noch dat van de dwalenden,’ dan zegt Allah: ‘Dit alles is voor Mijn dienaar, en Mijn dienaar zal krijgen wat hij gevraagd heeft.’” (Sah’ieh’ Moeslim.) (De groene tekst is een Nederlandstalige interpretatie van soerat al-Faatih’ah.)

[Noot van de vertaler: als iemand dit in gedachte houdt als hij aan het bidden is, verkrijgt hij een immense khoeshoo’ (nederigheid, concentratie) en al-Faatih’ah zal een grote invloed op hem hebben. Hoe kan het ook anders, wanneer hij voelt dat zijn Heer hem toespreekt en hem geeft wat hij vraagt? De boodschapper van Allah (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Wanneer iemand van jullie staat te bidden, is hij in conversatie met zijn Heer, dus laat hem aandacht schenken hoe hij tot Hem spreekt.” (Al-H’aakim, al-Moestadrak, 1/236; Sah’ieh’ al-Djaami’, 1538.) Zie het artikel Surah al Fatiha leren. – Einde noot.]

8. Bid met een soetrah (afscheiding, barrière – zoals een muur, pilaar, stoel etc.) voor je en bid dicht daar bij. Iets anders dat zal helpen om khoeshoo’ te hebben is het bidden vlak tegenover een soetrah. Een soetrah zal je blikveld verminderen, je beschermen tegen de shaytaan (satan) en voorkomen dat mensen voor je door lopen, wat veroorzaakt dat je afgeleid zal worden, waardoor de beloning van het gebed vermindert. De profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Wanneer iemand bidt, laat hem bidden tegenover een soetrah en laat hem er dicht bij zijn.” (Aboe Daawoed.) (Zie het artikel Bidden tegenover een soetrah.)

(Lees verder onder de afbeelding.)

9. Zoek toevlucht bij Allah Ta’aalaa tegen de shaytaan. De profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) onderwees ons hoe we de influisteringen van de shaytaan kunnen bestrijden. Aboe l-‘Aas (moge Allah tevreden over hem zijn) verhaalde dat hij zei: “O boodschapper van Allah! De shaytaan stoort mij wanneer ik bid en ik raak in de war tijdens mijn recitatie.” De boodschapper van Allah (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) zei (Nederlandstalige interpretatie): “Dat is een shaytaan (duivel) wiens naam Khanzab is. Als je zijn aanwezigheid bemerkt, zoek dan toevlucht bij Allah tegen hem en spuug (droog) drie keer naar je linkerkant.” Aboe l-‘Aas (moge Allah tevreden over hem zijn) zei: “Ik deed dat en Allah verwijderde hem van mij.” (Overgeleverd door Moeslim.)

10. Bid alsof er tegen je gezegd is dat jij na het gebed naar Allah zult gaan (oftewel, alsof dit je laatste gebed is). Aboe Bakr al-Moezanie zei: “Als je wilt dat jouw gebed jou voordeel brengt, zeg dan: ‘Ik zal sterven na dit gebed!’”

Voor meer informatie, zie het artikel Khoeshoo’ tijdens het gebed, alsook het 106 pagina’s tellende boek 33 Manieren om khoeshoo’ tijdens het gebed te ontwikkelen, geschreven door sheikh Moh’ammed Saalih’ al-Moenadjid, uitgegeven door Uitgeverij Momtazah (te bestellen in onze islamwinkel). Dit boek zal u helpen om de kwaliteit van uw gebed te verbeteren waardoor u meer beloning zult ontvangen, in shaa-a Allaah.

 

Relevante artikelen:

50 Veelvoorkomende fouten in het gebed

Lijst met dingen die het gebed ongeldig maken

Khoeshoo’ tijdens het gebed

Beschrijving van het gebed van de profeet (salallaahoe ‘alayhie wa sallam)

Het Gebed (diverse artikelen)

 

 

 

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Salamualeykum! Meld je aan voor onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van de laatste updates.

DJazaak Allahu ghairan