Dierenrechten in de islam

Dierenwelzijn is stevig verankert in de islamitische sharia.

Dierenrechten klDoor Stichting Bekeerling en Aboe Yoesoef ‘Abdoellaah.

Alle lof is voor Allah, Die ons begunstigd heeft met de sharie’ah (sharia – islamitische wetgeving), vol barmhartigheid jegens mens, dier en plant. Moge de vredesgroeten en zegeningen van Allah zijn met onze geliefde profeet Moh’ammed, zijn familie en metgezellen, alsook iedereen die hen in het goede volgt.

De islamitische sharie’ah kwam in de 7de eeuw tot stand en al vanaf toen zijn de dierenrechten erin verankerd, wat tot de dag van vandaag niet is gelukt met de westerse democratie.

 

Dieren in de Koran

Dieren worden herhaaldelijk genoemd in zowel de Koran (el-Qor-aan) als de uitspraken van profeet Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem), namelijk de ah’aadieth – profetische overleveringen. De Qor-aan verklaart dat Allah de Verhevene Zich niet schaamt om gelijkenissen te geven, zelfs met een mug (Nederlandstalige interpretatie): “Waarlijk, Allah schaamt Zich niet om een gelijkenis te geven van een mug of iets groter dan haar (of kleiner dan haar)…” [Soerat el-Baqarah (2), aayah 26.]

Er zijn in de Qor-aan een aantal hoofdstukken (soewar) vernoemd naar dieren, namelijk:

Soerah 2 – el-Baqarah (de Koe)
Soerah 6 – el-An’aam (het Vee)
Soerah 16 – en-N’ahl (de Bij)
Soerah 27 – en-Naml (de Mieren)
Soerah 29 – el-‘Ankaboet (de Spin)
Soerah 105 – el-Fiel (de Olifant)

De Qor-aan zegt over dieren o.a. (Nederlandstalige interpretatie): “En er is geen bewegend wezen op aarde, noch een vogel die vliegt met zijn twee vleugels, of zij zijn gemeenschappen zoals jullie. Wij hebben in het Boek niets veronachtzaamd. Vervolgens zullen zij tot hun Heer verzameld worden.” [Soerat el-An’aam (6), aayah 38.]

Het fenomeen dat dieren gemeenschappen zoals wij zijn wordt nu door westerse zoölogen nauwkeuriger bestudeerd en in wetenschappelijke verslagen en documentaires vastgelegd.

Er is overgeleverd van profeet Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) – in een h’adieth (overlevering) die vele ondersteunende verslagen en isnaad (ketens van overleveraars) heeft – dat hij zei (Nederlandstalige interpretatie): “Allah zal oordelen tussen Zijn schepping; djinn, mensen en dieren. Op die Dag zal Allah het hoornloze schaap zijn rekening laten vereffenen met de gehoornde totdat, wanneer er niets meer is om vereffend te worden, Allah tegen hen (de dieren) zal zeggen: ‘Wees stof.’ Dan zal de ongelovige zeggen: ‘Was ik maar stof’ (i.v.m. de enorme bestraffing die hem te wachten staat).” [Door sheikh el-Albaanie authentiek (sah’ieh’) geclassificeerd in es-Silsilat es-Sah’ieh’ah.]

Allah de Verhevene zegt in Zijn Nobele Qor-aan (Nederlandstalige interpretatie): “En het vee, Hij schiep het voor jullie; daarin is warmte (o.a. kleding) en nut (melk, handel etc.) en daarvan eten jullie. En voor jullie is er schoonheid daarin, wanneer jullie het (‘s avonds) naar huis voeren en (‘s ochtends) naar de weide brengen (om te grazen). En zij dragen jullie lasten naar een land dat jullie slechts met grote inspanning kunnen bereiken. Waarlijk, jullie Heer is zeker Meest Genadevol, Barmhartig. En (Hij schiep) de paarden en de muildieren en de ezels om hen te berijden en als versiering. En Hij schept hetgeen waar jullie geen kennis over hebben.” [Soerat en-Nah’l (16), aayah 5-8.]

Allah de Meest Barmhartige zegt ook (Nederlandstalige interpretatie): “En jouw Heer inspireerde (#1) de bij: ‘Maak huizen in de bergen en in de bomen en in wat zij (de mensen) bouwen. Eet vervolgens van alle vruchten en volg de wegen die door jouw Heer gemakkelijk zijn gemaakt.’ Uit hun buiken komt een drank (honing) voort, verschillend van kleur; daarin is een genezing voor de mensen. Waarlijk, daarin is zeker een aayah (bewijs, teken) voor een volk dat nadenkt.” [Soerat en-Nah’l (16), aayah 68-69.]

<<<(#1) Inspiratie betekent normaliter de boodschap die door Allah wordt geplaatst in de geest of het hart. In dit vers wordt er verwezen naar het instinct van de bij. Zie ook het artikel Honing.>>>

(Lees verder onder de afbeelding.)

 

In de Qor-aan lezen we ook (Nederlandstalige interpretatie): “Zie jij (O Moh’ammed) niet dat Allah verheerlijkt wordt door wie in de hemelen en de aarde zijn (d.w.z. alle schepsels) en ook de vogels met uitgeslagen vleugels? Elk kent werkelijk zijn gebed en zijn verheerlijking (van Allah). En Allah is Alwetend aangaande hetgeen zij doen.” [Soerat en-Noer (24), aayah 41.]

Imaam Ah’med leverde over dat Moe’aadz ibn Anas zei dat de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) enkele mensen aantrof die zaten op hun rijdieren terwijl zij met elkaar aan het praten waren. Hij zei tegen hen (Nederlandstalige interpretatie): “Berijd hen veilig, vervolgens verlaat hen veilig. Gebruik ze niet als stoelen voor jullie om gesprekken te voeren op de straten en marktplaatsen, want degene die bereden wordt kan beter zijn dan degene die hem berijdt, en hij gedenkt Allah misschien meer dan hij dat doet.” (Tefsier Ibn Kethier.)

 

Jagen op dieren

De Islam (al-Islaam) legt de moslims nadrukkelijk op om dieren barmhartig te behandelen en ze niet te misbruiken of mishandelen. Onze geliefde profeet Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) demonstreerde vriendelijkheid, zorgzaamheid en algemene goede principes aangaande het behandelen van dieren, hetgeen een maatstaf voor moslims dient. Hij stond zelfs zijn kameel, met de naam al-Qaswaa-e, toe om in al-Medienah de plaats te kiezen waar hij zou verblijven – waar hij later de eerste moskee van al-Medienah zou bouwen. Hij verbood het doden van dieren voor vermaak en plezier. De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Vervloekt is hij die een levend wezen tot doelwit neemt (voor vermaak).” (Overgeleverd door el-Boekhaarie & Moeslim.)

De boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei in een h’adieth, die aangeeft dat dieren – zoals mensen – gerechtigheid zullen krijgen in het Hiernamaals (Nederlandstalige interpretatie): “Als iemand een mus doodt voor vermaak, dan zal de mus op de Dag des Oordeels roepen: ‘O Heer! Die persoon doodde mij zinloos! Hij doodde mij niet voor enig nuttig doel.’” [Overgeleverd door an-Nasaa-ie (210/2), Ibn H’ibbaan (Moerad – 1071) en Ah’med (389/4).]

Profeet Moh’ammeds veroordeling van het nemen van dieren als schietschijf was sterk. Sa’d ibn Djoebayr zei: “Terwijl ik bij Ibn ‘Oemar was, passeerden we een groep jonge mannen die een kip hadden vastgebonden en er op begonnen te schieten. Toen zij Ibn ‘Oemar zagen, gingen zij uiteen en lieten de kip achter. Ibn ‘Oemar zei daarop: ‘Wie heeft dit gedaan!? De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) vervloekte degene die zo handelt!’” (Sah’ieh’ el-Boekhaarie, h’adieth nr. 423, Vol. 7.)

 

Omgang met dieren

De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) predikte niet alleen over onderlinge goedheid, van mens tot mens, doch ook om goedheid te betrachten tegenover elk levend wezen. Hij verbood het afsnijden van staarten en het knippen van een paard zijn manen, het brandmerken van dieren op zachte plaatsen was verboden, alsook het onnodig gezadeld laten van paarden. (Bron: Sah’ieh’ Moeslim.)

De boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) droeg de mensen op om hun kamelen en ezels niet te zwaar te beladen. Als hij ook maar enig dier tegenkwam dat overbelast werd of slecht gevoed, dan stopte hij bij de eigenaar van het dier en zei (Nederlandstalige interpretatie): “Vrees Allah voor de wijze waarop jij je dieren behandelt.” (Aboe Daawoed, Kitaab Djihaad.)

Wij hebben niet het recht om dieren te verwaarlozen of te schaden, noch te doden uit boosheid, hebzucht, vermaak of genotzucht. Zoals met al onze daden het geval is, zijn we ook aangaande dieren verantwoording schuldig.

Profeet Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) vertelde zijn metgezellen (moge Allah tevreden zijn met hen) over een vrouw die naar de Hel gestuurd zal worden omdat zij een kat opgesloten had terwijl zij het geen eten gaf en niet vrijliet zodat het zichzelf kon voeden. (Bron: Sah’ieh’ el-Boekhaarie.)

Volgens een overlevering van Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden zijn met hem) heeft de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Een man was onderweg en kreeg dorst. Hij bereikte een waterput en daalde erin af. Hij dronk totdat hij genoeg had en ging weer naar boven. Toen zag hij een hond met zijn tong uit zijn bek, likkend aan modder om zijn dorst te lessen. De man zag dat de hond dezelfde dorst voelde die hij voelde, dus daalde hij weer af in de waterput en vulde zijn schoen met water en gaf het aan de hond om te drinken. Allah vergaf zijn zonden voor deze daad.” De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) werd gevraagd: “O boodschapper van Allah! Worden wij beloond voor vriendelijkheid jegens dieren?” Hij zei: “Er is een beloning voor vriendelijkheid jegens elk levend wezen.” (Overgeleverd door el-Boekhaarie en Moeslim.)

(Lees verder onder de afbeelding.)

 

Tijdens een reis had iemand die samen met de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) meereisde, enkele vogeleieren uit een nest verzameld. De pijnlijke kreten en de ontzetting van de moedervogel, trokken de aandacht van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) en hij verzocht de man de eieren weer in het nest terug te leggen. (Bron: Sah’ieh’ el-Boekhaarie.)

Sheikh Ibn ‘Oethaymien werd in Fataawaa el-H’aram el-Mekkie (1166) gevraagd: “Wij studeren biologie op een van de universiteiten. Tijdens onze studie moeten wij enkele dieren ontleden, zoals kikkers en ratten en dergelijke, met als doel te leren en studeren. Wat is de regelgeving omtrent deze ontledingen?”

Hij antwoordde: “Als er een noodzaak voor is, dan is er niets mis mee. Maar men dient iets te doen voor dit dier zodat het geen pijn voelt tijdens het ontleden. En wanneer deze dieren naadjis (onzuiver) zijn na hun dood, dient men er op te letten dat men zich daarvan reinigt.”

 

Het slachten van dieren

Slachtdieren hebben ook rechten. Profeet Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) droeg op dat het slachten van dieren met vriendelijkheid dient te gebeuren en met in acht neming van de gevoelens van de dieren en respect voor Allah die het dier zijn leven gaf. Professor Richard Foltz vat in zijn boek Animals in Islamic Tradition and Muslim Culture de islamitische principes bondig samen, zeggende: “Moslims dienen dieren alleen te doden om honger te bevredigen of om zichzelf te beschermen tegen gevaar.”

Men dient rekening te houden met de omstandigheden waarin een dier gefokt wordt, de kwaliteit van het voedsel en het onderdak, evenals de wijze van transport en de afstand waarover dit verantwoord gebeurd.

(Lees verder onder de afbeelding.)

 

Het te slachten dier moet dus goed geleefd hebben en op het moment van de slacht rustig zijn. Het mag niet in de gaten hebben dat het geslacht gaat worden. Er mag geen ander dier voor hem geslacht worden en hij mag ook het mes niet zien aankomen. Voor de slacht moet de slachter het dier water te drinken geven en als het dier niet rustig wordt, mag het niet geslacht worden. Bij de slacht moet de keel van het dier met een vlijmscherp mes worden doorgesneden, waarbij de luchtweg en halsslagader in één keer door gaan waardoor het dier snel de dood vindt en geen pijn lijdt. Hierna moet het leegbloeden. Dierenwelzijn is een belangrijke verantwoordelijkheid die Allah de Verhevene de mens toevertrouwde.

De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Allah heeft in alle dingen bekwaamheid voorgeschreven. Dus als je doodt, dood dan goed; en als je slacht, slacht dan goed. Laat iemand van jullie zijn lemmet (mes) scherp maken en het dier niet laten lijden.” (Overgeleverd door Moeslim, 1955.)

Zelfs als men jachtdieren gebruikt om voedsel te vangen, dient de prooi snel en humaan geslacht te worden. De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Als je jouw hond (voor de jacht) loslaat, noem de Naam van Allah; als hij de prooi vangt en jij bereikt het wanneer het nog in leven is, snijd de hals snel (zodat het dier niet lijdt).” (Overgeleverd door el-Boekhaarie en Moeslim.)

Hoewel de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) het gematigd eten van vlees geprezen heeft, steunt zijn voorbeeld (soennah) het eten van weinig vlees, volgens tegenwoordige maatstaven. ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden zijn met haar) (een vrouw van profeet Moh’ammed – Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei: “Er zal een hele maand voorbij gaan waarin we geen vuur (om te koken) zullen maken en ons voedsel zal alleen dadels en water zijn, tenzij we enig vlees als een geschenk krijgen.” (Sah’ieh’ Moeslim.)

 

Conclusie

Tegenwoordig zijn er vele sociale instanties opgericht, zoals de dierenbescherming, en men meent dat dit een teken is van menselijke vooruitgang en ontwikkeling. We kunnen echter concluderen dat de Islaam een uitstekende voorloper vormt op deze instanties. Bovenstaande informatie illustreert dit en getuigt hiervan. En we zouden nog vele voorbeelden en gezaghebbende teksten uit de Qor-aan en de Soennah kunnen aanhalen. Dit laat geen twijfel bestaan over de hoogwaardige doeleinden van de Islaam en zijn voorsprong op het gebied van elke eerbiedwaardige vorm van beschaving.

En perfectie komt alleen Allah de Verhevene toe.

 

Relevante artikelen:

Vraag 11: is het toegestaan om schadelijke insecten te doden?

Mijn religie is vriendelijkheid

 

 

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Salamualeykum! Meld je aan voor onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van de laatste updates.

DJazaak Allahu ghairan