Zoals dat omschreven wordt in verschillende ah’aadieth.
Alle lof is voor Allah, Heer der werelden, en moge de vrede en de zegeningen van Allah neerdalen op de voornaamste van alle boodschappers, Moh’ammed, alsook op zijn familie, al zijn metgezellen en iedereen die hun voorbeeld volgt. Voorts:
Het dhoh’aa gebed (vaak geschreven als doha of duha) wordt ook wel ishraaq gebed genoemd wanneer het aan het begin van haar tijd verricht wordt. Het zijn geen twee verschillende gebeden. Het wordt ishraaq genoemd omdat het meteen na zonsopkomst (de shoeroeq) verricht wordt, even nadat de tijd van het fadjr gebed geëindigd is.
Sheikh Ibn Baaz zei: “Het ishraaq gebed is het dhoh’aa gebed verricht aan het begin van haar tijd.” (Madjmoe’ Fataawaa as-Shaykh Ibn Baaz, 11/401.)
De tijd van salaat ad-dhoh’aa is kort na het einde van de tijd voor het fadjr gebed, wanneer de zon een bepaalde hoogte bereikt heeft, en tot vlak vóór de tijd van salaat ad-dhzohr.
Sheikh Ibn ‘Oethaymien definieerde het tijdsbestek als vanaf een kwartier nadat de zon opgekomen is (oftewel 15 minuten na de shoeroeq) tot aan tien minuten vóór het dhzohr gebed. (Al-Sharh’ al-Moemti’, 4/122.)
Sheikh Ibn Baaz zei over het doha gebed (salaat ad-dhoh’aa): “Het minimum – voor ad-dhoh’aa – is twee raka’aat, en er is geen maximum aantal. Maar de profeet (salallaahoe ‘alayhie wa sellem) bad twee en vier raka’aat, en op de dag van de verovering van Mekkah bad hij ad-dhoh’aa met acht raka’aat, op de dag waarop Allah hem de verovering van Mekkah schonk. Dus het aantal is niet beperkt. Of iemand nou acht of tien of twaalf raka’aat bidt, of meer of minder dan dat, daar is niets mis mee, want de profeet (salallaahoe ‘alayhie wa sellem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): ‘De (Soennah) gebeden van de nacht en de dag zijn twee (raka’aat) bij twee.’ De Soennah is om twee bij twee te bidden en na elke twee raka’aat de salaam te zeggen.” (Einde citaat uit Madjmoe’ Fataawaa Ibn Baaz, 11/389.)
Aboe Dzarr (moge Allah tevreden over hem zijn) verhaalde dat de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei (Nederlandstalige interpretatie): “Liefdadigheid is dagelijks nodig (of vereist) voor elk deel van je lichaam. Elke Soebh’aan-Allaah (Glorieus is Allah) is een liefdadigheid. Elke al-h’amdoelillaah (alle lof is voor Allah) is een liefdadigheid. Elke laa illaaha ill-Allaah (er is geen god die het recht heeft om aanbeden te worden behalve Allah) is een liefdadigheid. Elke Allaahoe Akbar (Allah is het grootst) is een liefdadigheid. Het goede bevelen is een liefdadigheid. Het slechte verdelgen is een liefdadigheid. Wat voldoende is voor dat (als een liefdadigheid) zijn de twee raka’aat van dhoh’aa.” (Ah’mad, Moeslim, Aboe Daawoed.)
Ah’mad en Aboe Daawoed leverden over van Boeraydah dat de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei (Nederlandstalige interpretatie): “Er zijn 360 gewrichten in een mens en men moet voor elk een liefdadigheid verrichten.” De mensen zeiden: “Hoe kunnen we dat doen, o boodschapper van Allah?” Hij antwoordde: “Men kan het slijm (of viezigheid) dat men vindt in de moskee bedekken, of iets schadelijks van de straat verwijderen. Als men dit niet kan doen, kan hij twee raka’aat van dhoh’aa bidden en dat zal voldoende voor hem zijn.”
As-Shawkaanie zegt over de wettelijke betekenis van deze h’adieth: “Deze twee ah’aadieth wijzen op de grootsheid, voortreffelijkheid en het belang van het dhoh’aa gebed, die de wettigheid benadrukken dat de twee raka’aat voldoende zijn voor 360 liefdadigheden. Zoiets als dit zou met regelmaat en vasthoudendheid uitgevoerd moeten worden. De h’adieth bevestigt ook het belang van het zeggen van Soebh’aan-Allaah en al-h’amdoelillaah en laa illaaha ill-Allaah. En (het belang van) het goede bevelen, het slechte verdelgen, verwijderen van speeksel, verwijderen van dat wat schadelijk is van de weg en zulke andere handelingen, die de nodige dagelijkse liefdadigheden vervullen.”
(Lees verder onder de afbeelding.)
An-Nawwaas ibn Sam’an verhaalde dat de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Allah zegt: ‘Zoon van Adam, laat het verrichten van vier raka’aat in de vroege dag niet na, zodat het voldoende is voor het latere deel van de dag.’” Dit is overgeleverd door al-H’aakiem en at-Tabaraanie en de overleveraars zijn betrouwbaar. Ah’mad, at-Tirmidzie, Aboe Daawoed en an-Nasaa-ie leverden dit over op gezag van Na’iem al-Ghatfanie met een goede keten van overleveraars. De verwoording van at-Tirmidzie is (Nederlandstalige interpretatie): “Zoon van Adam, bid vier raka’aat voor Mij in de vroege dag en het zal voldoende voor jou zijn voor het latere deel van de dag.”
‘Abdoellaah ibn ‘Amr (moge Allah tevreden over hem zijn) zei: “De boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zond een expeditie en zij verkregen veel buit en keerden snel terug. De mensen spraken over hun snelle overwinning, overvloedige buit en snelle terugkeer. Naar aanleiding hiervan zei de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) (Nederlandstalige interpretatie): “Zal ik jullie niet leiden naar een meer nabije overwinning, een grotere buit en een snellere terugkeer? Iedereen die woedhoe-e verricht en dan naar de moskee gaat om de dhoh’aa te bidden, dat is een meer nabije overwinning, een betere buit en een snellere terugkeer.” (Ah’mad en at-Tarabaanie.) Aboe Ya’la heeft ongeveer hetzelfde overgeleverd.
Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden over hem zijn) zei: “Mijn vriend (de boodschapper van Allah – Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) adviseerde mij om drie dingen te doen en ik zal ze niet in de steek laten tot ik sterf: (1) drie dagen per (maan)maand vasten, (2) het dhoh’aa gebed bidden en (3) vóór het slapen het witr gebed bidden.” (Al-Boekhaarie en Moeslim.)
Aantal raka’aat voor het dhoh’aa gebed
Het minimum aantal raka’aat die gebeden dienen te worden is twee, zoals vermeld is in de h’adieth van Aboe Dzarr (zie hierboven). Het meest bad de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) acht raka’aat, hoewel het grootst aantal dat hij noemde twaalf raka’aat is. Sommige mensen, zoals Ibn Djarier at-Tabarie, al-Moelaymie en ar-Roewyanie, die behoren tot de Shaafi’ie-wetschool, zeggen dat er geen maximum aantal raka’aat is die men kan bidden voor de dhoh’aa.
Al-‘lraqie zei in de uitleg van Soenan at-Tirmidzie: “Niemand van de metgezellen of volgelingen zijn bekend die het begrenst hebben tot twaalf raka’aat.” As-Soeyoetie deelt deze mening.
Sa’ied ibn Mansoer verhaalde dat er aan al-H’assan (moge Allah tevreden over hem zijn) werd gevraagd: “Verrichtten de metgezellen het?” Hij antwoordde: “Ja…sommigen baden twee raka’aat en sommigen baden vier raka’aat. En sommige baden tot de helft van de (vroege) dag (om was).”
Ibraahiem an-Nakha’ie verhaalde dat al-Aswad ibn Yazied gevraagd werd: “Hoeveel raka’aat moeten er gebeden worden voor de dhoh’aa?” Hij antwoordde: “Zo veel als je wilt.”
Oemm Hanie verhaalde dat de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) acht raka’aat bad voor de dhoh’aa en de tasliem zei na elke twee raka’aat. (Aboe Daawoed met een sah’ieh’ keten van overleveraars)
‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden over haar zijn) zei: “De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) bad vier raka’aat voor de dhoh’aa en voegde er aan toe wat Allah wilde.” (Ah’mad, Moeslim en Ibn Maadjah.)
(Lees verder onder de afbeelding.)
Aanbevolen tijdstip om de dhoh’aa te bidden
De tijd voor de dhoh’aa begint wanneer de zon los is van de horizon (+/- 15 minuten na de shoeroeq – het einde van de tijd voor het fadjr gebed) en duurt totdat de zon zijn hoogtepunt heeft bereikt (+/- 20 min. vóór het dhzohr-gebed). De voorkeur is om het dhoh’aa gebed uit te stellen tot de zon hoog is gerezen en de dag heet geworden is.
Zaid ibn Arqam verhaalde: “De boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) ging naar de mensen van Qoebaa-e en zij waren de dhoh’aa aan het verrichten. Hij zei (Nederlandstalige interpretatie): ‘Het gebed van vroomheid moet worden uitgevoerd wanneer de jonge gespeende kamelen de hitte van de zon voelen.’” (Ah’mad, Moeslim en at-Tirmidzie.)
At-Tirmidzie leverde over dat de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) gezegd heeft (Nederlandstalige interpretatie): “Eenieder die fadjr bidt in djamaa’ah (gemeenschap) (in de masdjid – moskee), dan zit en Allah gedenkt tot de zon opkomt, dan (zo’n 15 min. na de shoeroeq) twee raka’aat (van dhoh’aa) bidt, zal een beloning krijgen als die van h’adj en ‘oemrah.” [Al-Djoemoe’ah 535; als h’asan (goed) geclassificeerd door al-Albaanie in Sah’ieh’ Soenan al-Tirmidzie, 480.]
Bid het dhoh’aa gebed. Het kost weinig tijd en de beloning is groot. Wees niet lui. Laat de shaytaan (satan) je er niet van weerhouden…
Relevante artikelen:
Het gebed (as-salaah) (diverse artikelen)
De voortreffelijkheid van vrijwillige gebeden
Qiyaam al-layl (het nachtgebed) en al-witr