Yaa Allaah! Laat deze Ramadhaan mijn beste Ramadhaan zijn!
Gebruikte bronnen:
– Sah’ieh’ al-Boekhaarie, Engels-Arabisch, vol. 3, blz. 64 t/m 147
– Sah’ieh’ Moeslim, Engels, vol. 2, hoofdstuk CDV t/m CDXLV
– Soennan Aboe Daawoed, Engels, vol 2, blz. 631 t/m 683
– Lezing van Bilal Philips over o.a. vasten en zakaat al-fitr
– Fiqhoe s-Soennah, hoofdstuk over vasten
Alle lof is voor Allah, Degene Die de Qor-aan neergezonden heeft in de maand Ramadhaan (Ramadan). Allahs zegeningen en vrede zijn met de beste der schepselen, Moh’ammed, en met zijn familieleden en met de eervolle metgezellen en iedereen die hen in het goede volgt.
Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden zijn met hem) verhaalde dat de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Wie gedurende de maand Ramadhaan uit oprechtheid van geloof vast, in de hoop verdiensten te krijgen, zal zijn begane zonden vergeven zien.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim.)
Dit artikel bevat de volgende onderwerpen:
– De betekenis van Ramadhaan
– Voorwaarden van het vasten in de Ramadhaan
– Bijzondere regels voor degenen die vrijgesteld zijn van het vasten in de Ramadhaan
– Een zieke persoon die niet kan vasten
– Daden die het vasten ongeldig maken
– Wat is toegestaan tijdens het vasten
– De voordelen van het vasten
– Aanbevolen handelingen tijdens de Ramadhaan
– Conclusie
– Laylatoel-Qadr
– Enkele belangrijke punten
– Zakaat al-Fitr
– ‘Ied al-Fitr
– Soennan van de ‘ied
– Bida’ en fouten die tijdens de ‘ied gedaan worden
– Het vrijwillig vasten
– Enkele belangrijke punten met betrekking tot het vrijwillig vasten
– Enkele vragen en antwoorden aangaande de Ramadhaan
– Aanbevolen boeken over het vasten
De betekenis van Ramadhaan
Al-H’amdoelillaah (alle lof is voor Allah), het is weer bijna Ramadhaan. De betekenis van Ramadhaan is het vasten, en wel te verstaan zich onthouden van eten, drinken en geslachtsgemeenschap uit nederigheid en onderdanigheid jegens Allah de Verhevene. Dit vasten komt van het Arabische woord siyaam. Siyaam betekend: je onthouden van. Het is niet alleen je onthouden van eten en drinken, maar ook van alle verboden zaken, zoals kijken naar zaken die h’araam (verboden) zijn, roddelen, liegen etc. Je legt de nadruk op het laten van deze zaken. (Klik op onderstaande afbeelding om het vergroot weer te geven.)
Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden zijn met hem) verhaalde dat de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei (Nederlandstalige interpretatie): “Wie niet stopt met valse getuigenissen (liegen) en slechte daden en het spreken van slechte woorden tegen anderen, Allah is niet behoeftig aan zijn laten staan van zijn eten en drinken (vasten).” (Sah’ieh’ al-Boekhaarie.)
Dus het vasten in de zin van niet eten en niet drinken is niet voldoende. Een persoon die niet eet en niet drinkt, maar toch gewoon blijft roddelen, of naar zaken kijkt die h’araam zijn, lijdt voor niets honger en dorst. Het is dus niet alleen vasten met je maag, maar ook met je tong, je ogen, je oren, je benen etc. In deze gezegende maand doe je extra je best om het goede te doen en om het verwerpelijke te laten. Je probeert dit na de Ramadhaan vast te houden.
We kunnen opmaken dat het vasten een zéér belangrijke plaats inneemt in de Islaam. Het vormt samen met de andere pilaren het fundament van de Islaam. Het vasten is een vorm van aanbidding en door ons te houden aan deze religieuze verplichting komen we dichter tot Allah (Geprezen en Verheven is Hij). Er zijn talloze verzen in de Qor-aan en uitspraken van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) waarin het vasten wordt aangemoedigd om zo dichter tot Allah te komen. Allah de Verhevene waardeert het vasten zeer en zegt het volgende in de Qor-aan (Nederlandstalige interpretatie): “O degenen die geloven! Naleving van as-siyaam [of as-sawm – het vasten (#1)] is jullie voorgeschreven zoals het ook degenen vóór jullie voorgeschreven was, opdat jullie moettaqoen (vroom) zullen zijn. [Leef as-siyaam (het vasten) na] voor een vastgesteld aantal dagen, maar als iemand van jullie ziek is of op reis, dan hetzelfde aantal dagen (dienen ingehaald te worden) op andere dagen. En wat betreft degenen die slechts met grote moeite kunnen vasten (maar het wel kunnen, d.w.z. oude mensen), zij hebben (een keuze om te vasten of) fidyah (boetedoening): het voeden van een arme (voor elke verzuimde vastendag). Wie dan vrijwillig goed doet (een extra arme persoon voedt), dat is dan goed voor hem. En dat jullie vasten is beter voor jullie, indien jullie het weten. De maand Ramadhaan is het waarin de Qor-aan (Koran) is neergezonden (#2), een leiding voor de mensheid en duidelijke bewijzen van de leiding en al-Foerqaan (#3). Wie dan van jullie aanwezig is (d.w.z. niet op reis, tijdens het verschijnen van de maansikkel op de eerste nacht) in de maand (Ramadhaan), moet dan (overdag) vasten. En wie ziek is of op reis, (dient) dan hetzelfde aantal (dagen die men niet vastte in te halen) op andere dagen. Allah wil het gemakkelijke voor jullie en Hij wil niet het moeilijke voor jullie. (Hij wil slechts) dat jullie het (juiste) aantal voltooien en dat jullie de Grootheid van Allah prijzen, omdat Hij jullie geleid heeft en opdat jullie dankbaar zullen zijn (tegenover Hem).” [Soerat al-Baqarah (2), aayah 183-185.]
<<< (#1) As-Siyaam (of sawm) betekent vasten: d.w.z. niet eten of drinken en geen geslachtsgemeenschap hebben, vanaf de adzaan (oproep tot het gebed) van het fadjr (ochtend) gebed tot aan de zonsondergang.>>>
<<< (#2) Ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden zijn met hem) en anderen zeiden: “Allah zond de Qor-aan in één keer neer van al-Lawh’oel-Mah’foedhz (het Bewaakte/Beschermde Boek) naar al-Baytoel-‘Izzah (het Huis van Macht), wat in de hemel van deze wereld is (d.w.z. de laagste hemel). Vervolgens kwam het in delen neer (via de engel Gabriël – vrede zij met hem) naar de boodschapper van Allah – Moh’ammed (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) – volgens de incidenten en behoeften gedurende een periode van 23 jaar.” (Zie Tefsier Ibn Kethier.)>>>
<<< (#3) Al-Foerqaan: de Onderscheider (het Criterium), waarmee men het goede (of de waarheid) van het slechte (of de valsheid) kon onderscheiden.>>>
“Wat dan betreft degenen die geloven in Allah en die stevig aan Hem vasthouden (door Hem alleen te aanbidden en op Hem te vertrouwen), Hij zal hen dan toelaten tot Zijn Barmhartigheid en gunst (het Paradijs) en hen tot Hem leiden via een recht pad.” [Soerat an-Nisaa-e (4), aayah 175.]
In een h’adieth qoedsie staat dat Allah (Geprezen en Verheven is Hij) zegt (Nederlandstalige interpretatie): “Elke goede daad die de zoon van Adam verricht is voordelig voor hem, maar alleen het vasten is uitsluitend voor Mij en Ik zal de beloning ervoor geven. Vasten is een bescherming tegen zonden, daarom behoort degene die vast geen grove taal te gebruiken en zijn stem te verheffen. Mocht iemand hem lastig vallen of proberen een gevecht uit te lokken, dan moet degene die vast zeggen: ‘Ik vast!’ Bij Hem in Wiens Handen de ziel van Moh’ammed ligt, de geur uit de mond van een vastende persoon is aangenamer voor Allah dan de geur van musk (parfum). De vastende persoon zal twee vreugden kennen door het vasten: de vreugde wanneer hij zijn vasten mag verbreken en wanneer hij zijn Rabb (Heer) zal ontmoeten op de Dag des Oordeels.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim.)
De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei over het vasten (Nederlandstalige interpretatie): “Degene die vast tijdens de Ramadhaan uit overtuiging en streeft naar de beloning van Allah, zijn zonden zullen hem vergeven worden; degene die de salaat (het gebed) verricht in de nacht van Ramadhaan uit overtuiging en streeft naar de beloning van Allah, zijn zonden zullen hem vergeven worden; als hij Laylatoel-Qadr doorbrengt in gebed uit overtuiging en streeft naar de beloning van Allah, zijn zonden zullen hem vergeven worden.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim.)
De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei ook (Nederlandstalige interpretatie): “De zonden die zijn begaan tussen de vijf gebeden, de twee opeenvolgende vrijdagen, twee opvolgende vastenmaanden (Ramadhaan) worden vergeven zolang er geen grote zonden zijn begaan.” (Overgeleverd door Moeslim.)
Alleen hieruit kunnen we al opmaken hoeveel beloning we krijgen als we vasten, maar ook zien we dat we zo veel mogelijkheden hebben om onze slechte daden te wissen en onze goede daden te vermeerderen. Wat willen we eigenlijk nog meer!? Allah geeft ons die kans, ik zou zeggen; aarzel niet en neem die kans!!
Ramadhaan is de negende maand van het islamitische jaar (zie het artikel Islamitische kalender) en het vasten in deze maand is zeer bijzonder omdat de Qor-aan tijdens Ramadhaan, in Laylatoel-Qadr, werd neergezonden. Allah de Verhevene zegt hierover in de Qor-aan (Nederlandstalige interpretatie): “Waarlijk, Wij zonden hem (de Qor-aan) neer in Laylatoel-Qadr (de Nacht van de Verordening). En wat laat jou weten wat Laylatoel-Qadr is? Laylatoel-Qadr is beter dan duizend maanden. De engelen (in grote getale) en ar-roeh’ (de geest – de aartsengel Gabriël) dalen dan af met Toestemming van hun Heer met alle verordeningen. (#4) Het (de Nacht van de Verordening) is vrede (#5) tot aan de verschijning van de dageraad.” [Soerat al-Qadr (97).]
<<< (#4) Tijdens Laylatoel-Qadr worden de verordeningen van het komende jaar overgeplaatst van al-Lawh’oel-Mah’foedhz (het bewaarde/beschermde Boek) naar de schrijvers (onder de engelen) die o.a. opschrijven wie dat jaar komt te overlijden, wie geboren wordt, ieders voorzieningen en wat er gaat gebeuren tot aan het einde van dat jaar, zoals dat door Allah de Verhevene bepaald is.>>>
<<< (#5) Allah de Verhevene heeft deze nacht als “vrede” beschreven vanwege de vele mensen die daarin vrij worden gesproken van hun zonden en haar bestraffingen. De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Degene die op de nacht van al-Qadr (de Verordening) nachtgebeden verricht uit geloof en zoekend naar de beloning (van zijn Heer), zijn voorgaande zonden zullen vergeven worden.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie.) Het vergeven van de zonden is zonder twijfel een vorm van vrede en ‘vrijspraak’ van haar bestraffingen. (Tefsier al-Qor-aan al-Kariem van Ibn ‘Oethaymien.)>>>
Daarnaast weten we via een uitspraak van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) die in de verzameling van al-Boekhaarie en Moeslim voorkomt, dat vanaf de eerste dag van Ramadhaan de poorten van het Paradijs zijn geopend, de poorten van de Hel gesloten zijn en de duivels worden vastgehouden. De doe’aa-e (smeekbede) van degene die vast zal verhoord worden zolang het gaat om toegestane zaken, in shaa-a Allaah (als Allah het wil). We moeten proberen zoveel mogelijk gebruik te maken van deze mogelijkheden, want zoals jullie zien zijn de zegeningen in de maand Ramadhaan ontelbaar, de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zegt hier verder over (Nederlandstalige interpretatie): “Degene die één dag niet vast of zijn vasten verbreekt zonder geldige reden, zal niet in staat zijn de zegeningen van deze dag te verkrijgen door op een andere dag te vasten, ook al vast hij een eeuwigheid.” (Overgeleverd door at-Tirmidzie.)
Allahs boodschapper (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft ook gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Er is een poort in het Paradijs, genaamd ar-Rayyaan, en alleen degenen die vasten zullen op de Dag des Oordeels deze poort binnengaan. Er zal worden gevraagd: ‘Waar zijn degenen die gewoon waren te vasten?’ Zij zullen dan allen opstaan en de poort binnengaan. Nadat de laatste van hen is binnengetreden zal de poort gesloten worden en niemand zal na hen deze poort nog betreden.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie.)
Hij (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei ook (Nederlandstalige interpretatie): “Eenieder die de maand Ramadhaan vast met de juiste intentie, omwille van Allah, zijn zonden zullen hem vergeven worden.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie.)
De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft ook gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Er is geen dienaar die voor Allah vast, zonder dat Allah hem met een afstand van 70 jaar verwijdert van het Vuur.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie.)
De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) verzocht de moslims dringend om goed gedrag te tonen, om zich verre te houden van grof taalgebruik en slechte daden. Er wordt verwacht van de moslims dat ze zich te allen tijde verre houden van deze karaktereigenschappen, maar tijdens het vasten moeten we ons nog meer proberen te controleren en in te houden. Je kunt het zien als een maand waarin we onze slechte gewoonten afleren, een strijd voeren tegen onszelf (djihaad an-nefs) en na de Ramadhaan dit gedrag proberen voort te zetten, in shaa-a Allaah. Daarnaast werkt het stimulerend dat we juist meer zegeningen krijgen in deze bijzondere maand voor onze inspanningen om onze nefs (innerlijk, ego) te controleren.
Bij iedere daad die we verrichten is het heel belangrijk dat onze intentie correct is. Door de verkeerde intentie kan een goede daad veranderen in een slechte daad, maar andersom gaat deze regel natuurlijk niet op. Een slechte daad verandert niet in een goede daad door goede intenties. Het is dus van belang dat, ook bij het vasten, we beginnen met de juiste intentie. In Ramadhaan is het van groot belang dat we vóór al-fadjr (de dageraad) de intentie hebben om de volgende dag te vasten.
In Ramadhaan is het ook belangrijk dat we kort vóór de fadjr (het ochtendgebed) sah’oor (maaltijd voor het vasten) nemen en het liefst dit zo lang mogelijk uitstellen. De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei hierover (Nederlandstalige interpretatie): “Eet kort voor de fadjr, want er rust een zegening op het nemen van voedsel op dat tijdstip.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim.)
En hij zei ook (Nederlandstalige interpretatie): “Het verschil tussen ons vasten en het vasten van de mensen van het Boek (joden en christenen) is het eten kort vóór de fadjr.” (Overgeleverd door an-Nasaa-ie.)
Daarnaast is het ook gewenst om het vasten snel te verbreken. Aboe ‘Ateyyah (moge Allah tevreden met hem zijn) verhaalde: “Massaq en ik gingen naar ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden met haar zijn) en zeiden tegen haar: ‘O moeder van de gelovigen! Er zijn twee metgezellen van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) waarvan de ene haast maakt bij het verbreken van zijn vasten en het verrichten van het gebed, en de andere vertraagt het verbreken van zijn vasten en het verrichten van het gebed.’ Ze vroeg: ‘Wie van de twee haast zich bij het verbreken van zijn vasten en het verrichten van zijn gebed?’ We zeiden: ‘Dat is ‘Abdoellaah, zoon van Mas’oed.’ Daarop antwoordde ze: ‘Dit was de manier van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem).’” (Klik op onderstaande afbeelding om het vergroot weer te geven.)
Voorwaarden van het vasten in de Ramadhaan
Het vasten vanaf de eerste zonschemering tot zonsondergang in Ramadhaan is voorgeschreven voor iedere moslim(ah) die:
1.) Geestelijk gezond is: er rust geen plicht op een dwaas om te vasten totdat hij zijn verstand terugkrijgt.
2.) De puberteit bereikt heeft: een kind hoeft niet te vasten totdat hij de puberteit bereikt heeft, maar hij wordt aanbevolen om mee te vasten als hij daar toe in staat is, zodat hij kan wennen.
3.) In staat zijn om te vasten: een persoon krijgt vrijstelling wanneer hij verhinderd wordt te vasten door ouderdom of een ongeneeslijke ziekte, hij moet dan voor iedere dag die hij niet vast een arme voeden.
4.) Niet in de menstruatieperiode verkeren: menstruerende vrouwen mogen niet vasten totdat de menstruatie eindigt.
5.) Rein zijn van nifaas (bloedingen na de bevalling): vrouwen mogen niet vasten totdat zij rein zijn van nifaas.
6.) De intentie (niyyah) hebben om de gehele maand te vasten: het wordt bevolen om iedere dag die men wil vasten met een intentie te beginnen.
Bijzondere regels voor degenen die vrijgesteld zijn van het vasten in de Ramadhaan
1.) Een ziek persoon die zichzelf door het vasten schaadt, en de reiziger waarvoor het inkorten van het gebed toegestaan is: zij zijn vrijgesteld en dienen de niet gevaste dagen in te halen.
2.) Vrouwen die menstruatie of nifaas (bloedingen na een geboorte) hebben, zijn vrijgesteld en mogen niet vasten.
3.) Vrouwen die zwanger zijn en/of borstvoeding geven, voor hen geldt het volgende: wanneer zij vrezen dat het vasten de gezondheid van het kind zal schaden, dan krijgen zij vrijstelling. Zij moeten dan voor iedere dag die zij niet gevast hebben een arme te eten geven. Wanneer zij vrezen dat het vasten hun eigen gezondheid schaadt, dan zijn ze vrijgesteld van het vasten en ze dienen de niet gevaste dagen in te halen wanneer zij daar toe in staat zijn.
4.) Degene die door ouderdom niet in staat is te vasten, moet voor iedere dag die hij niet vast een arme te eten te geven met hetgeen wat hij dagelijks eet en wel een hoeveelheid van ongeveer anderhalve kilogram.
Een ziek iemand die niet kan vasten
Als iemand lijdt aan een ziekte waarvan men kan herstellen, dan dient men de dagen die men gemist heeft in te halen. Want Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “…En wie ziek of op reis is, dient hetzelfde aantal dagen in te halen op andere dagen…” [Soerat al-Baqarah (2), aayah 185.]
Maar als de ziekte permanent is en er is geen hoop op genezing, dan dient men voor elke dag dat men niet vast in Ramadhaan een arme persoon te voeden. Want Allah de Meest Barmhartige zegt (Nederlandstalige interpretatie): “…En wat betreft degenen die slechts met grote moeite kunnen vasten (#6), zij dienen als compensatie een arme te voeden…” [Soerat al-Baqarah (2), aayah 184.]
<<<(#6) Noot van uwkeuze.net: degenen die slechts met grote moeite kunnen vasten, zoals een oud persoon of iemand die chronisch ziek is, dienen als compensatie een arme te voeden. (At-Tefsieroe al-Moeyassar, van een groep geleerden, onder toezicht van sheikh Saalih’ ibn ‘Abdel-‘Aziez ibn Moh’ammed Aal as-Shaykh.)>>>
Ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden over hem zijn) zei: “Dit verwijst naar de oude man of oude vrouw die niet kan vasten. Zij dienen voor elke dag een arme persoon te voeden.” (Dit was overgeleverd door al-Boekhaarie, 4505.) De zieke persoon die geen hoop op genezing heeft valt onder dezelfde regelgeving als de ouderen.
Ibn Qoedaamah zei in al-Moeghnie, 4/396: “De zieke persoon die geen hoop op genezing heeft dient niet te vasten, en voor elke dag die hij niet vast dient hij een arme te voeden, want hij is zoals degene die oud is.”
Sheikh Ibn ‘Oethaymien zei in Madjaalis Ramadhaan, blz. 32: “Degene die permanent niet in staat is om te vasten en geen hoop op herstel heeft – zoals de ouderen en degenen die ongeneeslijk ziek zijn, zoals degenen die kanker hebben enzovoort – hoeven niet te vasten omdat zij daartoe niet in staat zijn. Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): ‘Dus vrees Allah zo veel als jullie kunnen…’ [Soerat at-Taghaaboen (64), aayah 16.] ‘Allah belast niemand behalve volgens zijn vermogen…’ [Soerat al-Baqarah (2), aayah 286.] Maar in plaats van vasten dient hij voor elke dag een arme persoon te voeden.”
En Allah weet het best.
Bron: https://islamqa.info/en/37761 (Engels), https://islamqa.info/ar/37761 (Arabisch), https://islamqa.info/tr/37761 (Turks).
De meerderheid van de Maalikie, Shaafa’ie en H’anbalie foeqahaa-e (geleerden op het gebied van fiqh – jurisprudentie) is van mening dat contant geld niet telt als fidyah voor het niet vasten en dat men voedsel dient te geven.
In Fataawaa al-Ladjnah ad-Daa-imah (10/198) staat: “Als de doktoren aangegeven hebben dat de ziekte betekent dat je niet kunt vasten, en er is geen hoop op genezing, dan dien je voor elke dag een arme te voeden, door hem een halve saa’ aan lokaal basisvoedsel te geven, voor de afgelopen en de toekomstige maanden. Als je een arme persoon een avondmaal of ontbijt geeft gedurende het aantal dagen dat je niet gevast hebt, dan zal dat voldoende zijn. Wat betreft het geven van contant geld, dat telt niet.” (Einde citaat.)
Dus de oudere of zieke persoon die geen hoop op herstel meer heeft dient voor elke dag een arme te voeden, door hem een halve saa’ aan tarwe, dadels, rijst of vergelijkbaar lokaal basisvoedsel te geven. Dit is gelijkwaardig aan ongeveer anderhalve (1,5) kg. Zie Fataawaa Ramadhaan, blz. 545.
Men kan dit in één keer geven aan het einde van de maand, 45 kilogram aan rijst, bijvoorbeeld, of men bereid een maaltijd voor en nodigt arme mensen uit om te eten, dat is oké, want dit is wat Anas (moge Allah tevreden over hem zijn) deed.
Als men in het verleden contant geld als fidyah gegeven heeft op basis van een mening van een geleerde die een fatwaa gaf die daar op neerkomt, dan hoeft men het niet nog een keer te geven. Maar als men dit uit eigen beweging gedaan heeft, dan dient men het opnieuw te geven, om aan de veilige kant te zijn.
En Allah weet het best.
Bron: https://islamqa.info/en/93243 (Engels), https://islamqa.info/ar/93243 (Arabisch).
Daden die het vasten ongeldig maken
Opzettelijk eten of drinken overdag tijdens de Ramadhaan maakt het vasten ongeldig. Men moet deze dag wel inhalen maar men zal nooit de beloning krijgen die men krijgt voor het vasten in Ramadhaan. Verder dient men berouw te tonen voor deze afschuwelijke grote zonde. Heeft men per ongeluk eten of drinken tot zich genomen, dan mag men verder vasten, zonder het vasten te hebben verbroken. De profeet (Allahs zegeningen en vrede zij met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Als iemand eet of drinkt omdat hij vergeten was dat hij vastte, laat hem dan zijn vasten voortzetten, want Allah gaf hem te eten en te drinken.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie.)
Als men overgeeft vanwege ziekte of een andere reden die men niet in de hand heeft, dan hoeft men deze dag niet in te halen. Braakt men opzettelijk, dan moet men deze dag inhalen. De profeet (Allahs zegeningen en vrede zij met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Eenieder die niet vanuit zichzelf overgeeft, hoeft geen boete te doen, maar degene die opzettelijk overgeeft, laat hem dan boete doen.” (Overgeleverd door Aboe Daawoed.)
Menstruatie en bloedingen na een bevalling. Zodra de vrouw menstrueert of een bloeding heeft na een bevalling, dan is haar vasten verbroken en moet ze deze dag inhalen. Zelfs als ze de bloeding net voor zonsondergang (maghrib) krijgt, moet ze deze vastendag inhalen.
Seksuele omgang verbreekt het vasten als het opzettelijk gebeurd tijdens Ramadhaan, dan moet men daarvoor een slaaf bevrijden; is men daartoe niet in staat, dan behoort men 2 maanden te vasten; als dat niet kan, dan het voeden van 60 arme mensen; als dat niet mogelijk is, verricht dan liefdadigheid (al geeft men een dadel als liefdadigheid). [Ga naar Seks in Ramadan (alleen voor gehuwden!) voor meer informatie.]
Injecties die gebruikt worden om voedsel en drinken te vervangen. Deze worden gezien als eten en drinken, dus verbreekt dit het vasten. Alleen in geval van medische redenen is het toegestaan voedzame injecties te nemen.
Wat is toegestaan tijdens het vasten
Iemand die zijn vasten is begonnen in de staat van djoenoeb (onreinheid als men geslachtsgemeenschap heeft gehad, of na een natte droom) zonder dat men ghoesl (de grote wassing) heeft verricht, kan zijn vasten voortzetten en daarna alsnog ghoesl verrichten.
Het gebruik van de siwaak: een takje, meestal van de Arak boom, waarvan het uiteinde zacht is en gebruikt wordt om de tanden schoon te maken. Men dient echter de siwaak met een smaakje te vermijden en ook dat men losse deeltjes inslikt. (Zie het artikel al-Fitrah – de natuurlijke aanleg voor meer informatie over de siwaak.)
Tijdens het vasten mag een man zijn vrouw omhelzen en kussen en vice versa, zolang dit geen seksuele gevoelens opwekt. De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) verbood eens een jongeman dit te doen en gaf toestemming aan een oudere man omdat deze wel in staat was zijn gevoelens te beheersen. [Ga naar Seks in Ramadan (alleen voor gehuwden!) voor meer informatie.]
Het wassen van de neus en mond, men dient voorzichtig te zijn om geen water door te slikken.
Het gebruik van kohl.
Het proeven van voedsel, zolang het niet wordt doorgeslikt, b.v. tijdens het koken.
Een bad nemen of water over het hoofd gooien is toegestaan.
Het doorslikken van je eigen speeksel (maar geen sputum).
De voordelen van het vasten
Het grote voordeel van het vasten is het ontwikkelen van taqwaa (vroomheid, godsvrees). We lezen in de Qor-aan (interpretatie van de betekenis): “O degenen die geloven! Naleving van as-siyaam (of as-sawm – het vasten) is jullie voorgeschreven zoals het ook degenen vóór jullie voorgeschreven was, opdat jullie moettaqoen (vroom) zullen zijn.” [Soerat al-Baqarah (2), aayah 183.]
Taqwaa is het besef dat Allah (Verheven en Geprezen is Hij) constant aanwezig is (met Zijn Kennis en Macht) en dat Hij alles ziet wat we doen en weet wat we denken. We moeten ook beseffen dat Hij ons zal bestraffen voor onze zonden en zal belonen voor onze goede daden. Ook al heb je honger, ook al heb je dorst, ook al weet je dat geen mens je kan zien, je verbreekt je vasten niet omdat je weet dat Allah de Almachtige jou wel ziet. Het stiekem eten of drinken wanneer mensen je niet kunnen zien, is een grote zonden in de Islaam. Je bent bang van de mensen over wat zij zullen zeggen of denken, terwijl je niet bang bent van Allah de Almachtige, de Enige voor Wie je angst moet hebben.
Wat hiermee samenhangt is dat een moslim leert geduldig te zijn, en geduld is ontzettend belangrijk in de Islaam.
“En zoek hulp door middel van geduld en as-salaah (het gebed), en waarlijk, het (gebed) is zwaar behalve voor al-khaashi’ien (de ware gelovigen in Allah die zich nederig opstellen tegenover Hem).” [Soerat al-Baqarah (2), aayah 45.]
“…Wat een voortreffelijke beloning is dat voor de werkers! Degenen die geduldig zijn en op hun Heer vertrouwen.” [Soerat al-‘Ankaboet (29), aayah 58-59.]
“Vervolgens werd hij (een) van degenen die geloven en die elkaar geduld aanbevelen en die elkaar barmhartigheid aanbevelen. (#6) Zij zullen behoren tot degenen aan de rechterzijde (de bewoners van het Paradijs).” [Soerat al-Balad (90), aayah 17-18.]
<<< (#6) Djarier ibn ‘Abdoellaah (moge Allah tevreden zijn met hem) verhaalde dat de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei (Nederlandstalige interpretatie): “Allah toont geen barmhartigheid aan degene die geen barmhartigheid aan anderen toont.” (Al-Boekhaarie en Moeslim).>>>
Er is een sociaal aspect: dat je weet wat honger en dorst is. Dit stimuleert het helpen van arme mensen. En laten we eerlijk zijn, echte honger en dorst voelen we niet. Want wij weten dat er na een bepaalde tijd weer gegeten en gedronken kan worden, in shaa-a Allaah. Je hebt pas echte honger en echte dorst als je niet weet wanneer er weer eten of drinken beschikbaar is. Ook besef je dat het weggooien van voedsel niet goed is. Een arm persoon lijdt honger en dorst, en jij gooit eten of drinken zomaar weg. Als je weet wat honger en dorst is, doe je je uiterste best om geen eten en drinken meer weg te gooien. En weet: verspilling is h’araam.
Je gaat beseffen hoe kostbaar eten en drinken is, hoe groot de zegen is van het op tijd kunnen eten en drinken. Je gaat beseffen dat het een voorziening van Allah de Verhevene is en dat je Hem daar te allen tijde dankbaar voor moet zijn. Hem niet danken nadat je gegeten of gedronken hebt is zeer ondankbaar gedrag.
Er zijn ook lichamelijke voordelen. Als het tijd is om je vasten te verbreken, dan is het Soennah (volgens de manieren van de profeet – Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) om je niet vol te proppen. Je eet gewoon totdat je honger over is en dan stop je. Je ingewanden komen tijdens zo’n dag tot rust en je raakt je afvalstoffen kwijt.
Het vasten verstevigt de islamitische broederschap, omdat je samen vast en samen het vasten verbreekt. Ook ben je vaker samen in de moskee en je deelt het geduld om te vasten. (Klik op onderstaande afbeelding om het vergroot weer te geven.)
Aanbevolen handelingen tijdens de Ramadhaan
1.) Het uitstellen van de sah’oor (een maaltijd in de nacht met als bedoeling het versterken van het lichaam om de dag door te kunnen brengen) naar het laatste deel van de nacht (vlak vóór salaat al-fadjr).
2.) Het zo snel mogelijk verbreken van het vasten direct bij zonsondergang (bij voorkeur met drie dadels, anders een glas water).
3.) Het vermeerderen van goede handelingen, extra gebeden, giften aan armen (az-zakaat en sadaqah), het veel reciteren van de Qor-aan, het gedenken van Allah (dzikr) en het verrichten van smeekbedes (doe’aa-e).
4.) Wanneer men uitgescholden en beledigd wordt, dient men te zeggen: “Ik vast.” Degene die uitgescholden wordt tijdens het vasten moet zich inhouden en niet terug schelden (dit geldt ook voor als je niet vast, maar tijdens het vasten let je hier extra op).
5.) Bij het verbreken van het vasten dient een moslim Allah de Verhevene te smeken met hetgeen dat hij wenst, hij kan o.a. zeggen:
“ذَهَبَ الظَّمَأُ وَ ابْتَلَّتِ الْعُرُوقُ، وَ ثَبَتَ الأَجْرُ إِنْ شَاءَ اللهُ.”
“Dhzahaba d-dhzamma-oe wabtallatie l’oeroeqoe wa thabata al-adjroe in shaa-a Allaah – de dorst is vergaan en de aders zijn vochtig geworden en de beloning is vastgesteld in shaa-a Allaah.” (Aboe Daawoed 2/306. Zie ook al-Albaanie, Sah’ieh’ al-Djaami’ as-Saghier 4/209.)
6.) Het verbreken van het vasten met verse dadels. Als deze niet beschikbaar zijn, dan met gedroogde dadels, en bij gebrek aan dadels verbreekt men het vasten met water.
7.) Het voeden van een vastende bij het verbreken van het vasten: de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Degene die een vastende voedt bij het verbreken van het vasten, zijn beloning is evenveel als die van degene die vast, zonder vermindering in de beloning van de laatste.” (Overgeleverd door Ah’med en an-Nasaa-ie. Sheikh al-Albaanie heeft deze h’adieth authentiek verklaard.)
In de h’adieth die verhaald is door Salmaan (moge Allah tevreden zijn met hem) (Nederlandstalige interpretatie): “Degene die een vastende voedt bij het verbreken van het vasten, zijn zonden worden vergeven en hij wordt vrijgesproken van het Vuur en zijn beloning is evenveel als die van degene die vast.” Zij (de metgezellen) zeiden: “O boodschapper van Allah! Niet iedereen van ons vindt iets om een vastende te voeden.” De boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei: “Allah geeft deze beloning ook voor degene die een vastende voedt met een slokje melk of een dadel of een slokje water. Wie een vastende water geeft zal door Allah toegelaten worden om te drinken van mijn bron, hij zal daarna niet meer dorstig zijn, totdat hij het Paradijs betreedt.”
8.) Salaatoe t-taraawieh’ (tahadjjoed), na het ‘ishaa-e gebed. Het is geen verplichting, maar het is wel beter om het te verrichten. Het was de soennah van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) en de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) werd gestuurd met de Qor-aan als leiding voor de mens. De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) ging in het midden van de nacht naar de moskee om te bidden en enkele mensen baden achter hem. In de ochtend spraken de mensen over wat de vorige nacht was gebeurd en een grote groep mensen verzamelden zich op de 2de nacht in de moskee en baden achter de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem). De volgende dag werd er weer over gesproken en de 3de nacht was de moskee gevuld met een groot aantal mensen. De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) leidde weer het gebed. In de vierde nacht was de moskee overvol en was er niet voldoende plaats voor de rest van de mensen, maar de profeet (Allahs zegeningen en vrede zij met hem) was er niet. De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) kwam pas tijdens het ochtendgebed naar de moskee, en zei nadat het ochtendgebed was verricht de tashahoed en (Nederlandstalige interpretatie): “Jullie aanwezigheid is mij niet ontgaan, maar ik vreesde dat het gebed (taraawieh’/tahadjjoed) jullie zou worden opgelegd (verplicht) en dat het jullie teveel zou worden.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie.)
9.) Het veel reciteren van de Qor-aan in de Ramadhaan. De maand Ramadhaan is de maand van de Qor-aan. De dienaar van Allah dient in deze maand veel Qor-aan te reciteren. De selef [as-selef as-saalih’ – de vrome voorgangers, de eerste drie generaties: dus de metgezellen (sah’aabah) van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hen), hun volgelingen (at-taabi’ien) en de leerlingen daarvan] besteedden veel zorg aan het Boek van Allah. Djibriel (vrede zij met hem) onderwees de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) de Qor-aan in de Ramadhaan. Sommigen van de selef eindigden de recitatie van de Qor-aan in drie nachten, anderen iedere week. Al-Aswad voltooide de recitatie van de Qor-aan iedere twee nachten in de Ramadhaan. Qatadah (moge Allah tevreden met hem zijn) reciteerde de Qor-aan volledig iedere week en in de Ramadhaan voltooide hij de recitatie iedere drie dagen. Ibn Radjab heeft gezegd: “Er is overgeleverd dat de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) het verafschuwde om de recitatie van de Qor-aan in minder dan drie dagen te voltooien (het gaat niet om snel of veel lezen, maar om begrijpelijk lezen). Wat betreft de waardevolle tijden, zoals in de maand Ramadhaan, in het bijzonder de nachten waar Laylatoel Qadr in kan vallen of waardevolle plekken zoals Mekkah voor degene die het betreden, is het aan te raden om de Qor-aan veel te reciteren. Dit om te profiteren van de tijd en de plek. Dit is uitgesproken door Ah’med, Aboe Is’haaq en anderen.
10.) Huilen tijdens het reciteren van de Qor-aan. Het was niet een gewoonte van de selef om de Qor-aan te reciteren zoals poëzie gelezen wordt, zonder te denken over de betekenis van de gereciteerde verzen. Zij raakten geëmotioneerd door de Woorden van Allah (Geprezen is Hij, de Verhevene). Hun harten beefden bij het horen van Zijn Woorden. ‘Abdoellaah ibn Mas’oed (moge Allah tevreden met hem zijn) verhaalde dat de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) gezegd heeft (Nederlandstalige interpretatie): “Lees voor mij.” Ik zei: “Lees ik de Qor-aan voor u en naar u is hij neergezonden?” Hij zei: “Ik wil hem van iemand anders horen.” Hij (‘Abdoellaah ibn Mas’oed) zei: “Ik reciteerde soerat an-Nisaa-e (Nederlandstalige interpretatie): ‘Hoe zal het dan zijn (op de Dag der Opstanding) wanneer Wij van elke gemeenschap een getuige brengen en Wij jou (O Moh’ammed) als een getuige over deze mensen (jouw gemeenschap) brengen?’” [Soerat an-Nisaa-e (4), aayah 41.] Hij (de profeet) zei: “Genoeg, stop.” Ik keek naar hem en zag tranen uit zijn ogen vloeien. (Overgeleverd door al-Boekhaarie.)
Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden met hem zijn) zei: “Toen het volgende geopenbaard was (Nederlandstalige interpretatie): ‘Verbazen jullie je dan over deze Qor-aan!? En jullie lachen (om de waarheid) en huilen niet (om jullie onwetendheid en dwaling)!?’ [soerat an-Nadjm (53), aayah 59-60], huilden de mensen van Assoeffa totdat de tranen over hun wangen vloeiden. Toen de boodschapper van Allah (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) hun gehuil hoorde, zei hij (Nederlandstalige interpretatie): “Wie door vrees van Allah huilt, betreedt de Hel niet.”
Ibn ‘Oemar (moge Allah tevreden zijn met vader en zoon) reciteerde soerat al-Moetaffiefien (83) totdat hij bij het volgende vers kwam (Nederlandstalige interpretatie): “De Dag dat de (volledige) mensheid zal staan voor de Heer van al-‘aalamien (de werelden)?” [Soerat al-Moethaffiefien (83), aayah 6.] Hij huilde totdat hij op de grond neerviel en kon de rest van de verzen niet meer reciteren.
Overgeleverd door Moeza’hiem ibn Zafar, hij zei: “Soefyaan at-Thawrie heeft een keer voor ons gebeden. Hij reciteerde de Qor-aan totdat hij bij het volgende vers kwam (Nederlandstalige interpretatie): ‘U (alleen) aanbidden wij en U (alleen) vragen wij om hulp’ [soerat al-Faatih’ah (1), aayah 5] en hij huilde tot hij niet meer kon reciteren.
Overgeleverd door Ibraahiem ibn al-Ash’at, hij zei: “In een nacht hoorde ik al-Foedayl zeggen, tijdens de recitatie van soerat Moh’ammed (47), terwijl hij huilde en het volgende vers steeds herhaalde (Nederlandstalige interpretatie): ‘En Wij zullen jullie zeker beproeven totdat Wij de strijders en de geduldigen onder jullie onderscheiden (bewijs voor of tegen hen bewerkstelligen) en Wij zullen jullie beweringen testen (#7).’ [Soerat Moh’ammed (47), aayah 31.] Hij herhaalde het vers: ‘Wij zullen jullie beweringen testen’, zeggende: ‘Onze beweringen? Als U onze beweringen beproeft, zult U onze geheimen blootstellen; als U onze beweringen beproeft, zult U ons te gronde richten en bestraffen in het Hiernamaals. Hij herhaalde deze woorden terwijl hij huilde.
<<< (#7) D.w.z.: kijken of jullie daadwerkelijk bereid zijn opofferingen te maken, of dat jullie slechts lippendienst bewijzen aan de religie.>>>
Conclusie
Allah (Geprezen en Verheven is Hij) wil juist dat wij de juiste beslissingen nemen. Het is daarom dat Hij de Qor-aan heeft neergezonden en de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) ons voorbeeld liet zijn. Hij stuurde ons richtlijnen om ons leven op zo´n wijze in te delen, dat zowel wij als onze omgeving er profijt van zullen hebben.
Allah de Verhevene komt ons tegemoet zolang wij de juiste intentie hebben en ons best doen om het goede te bereiken, door Hem te gehoorzamen en te behagen. Zoals in de Qor-aan staat, heeft Allah (Geprezen en Verheven is Hij) ons geschapen om Hem te aanbidden. Dat Hij ons tegemoet zal komen zegt Allah zelf in een h’adieth Qoedsie (Nederlandstalige interpretatie): “Degene die met een handslengte tot Mij komt, Ik zal hem met een armslengte tegemoetkomen…”
Hieruit maken we op; zetten wij één stap omwille van Allah, dan geeft Allah zoveel meer terug. Vaak denken we dat bepaalde verplichtingen te zwaar zijn of moeilijk. Alleen al als we om ons heen kijken en zien welke wonderen en giften Allah (Geprezen en Verheven is Hij) ons heeft gegeven, zou voldoende moeten zijn om dankbaarheid te tonen aan Degene Die dit alles voor ons heeft mogelijk gemaakt. (Zie bijvoorbeeld Wonderen in ons en rondom ons.)
De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) werd gekozen en gezegend met de boodschap en leiding van Allah (Geprezen en Verheven is Hij) om de mensheid op te roepen tot de Islaam. Ook al was hij reeds vergeven voor zijn zonden en ook al had hij zijn eigen huis in het Paradijs gezien, hij verzuimde niet Allah de Verhevene dankbaar te zijn voor deze prachtige giften en wonderen.
Bedenk je eens in welke prachtige situatie hij verkeerde, maar ondanks dat vroeg hij Allah (Geprezen en Verheven is Hij) meer dan 70 maal per dag vergiffenis. Zelfs de mensen vroegen waarom hij dit deed terwijl hem het Paradijs was beloofd. Zijn antwoord was hierop, dat hij juist Allah zeer dankbaar moest zijn, Soebh’aan-Allaah, een bewijs van zijn ware dankbaarheid en waardering voor hetgeen hij heeft gekregen.
We vinden het leven te vanzelfsprekend en waarderen niet genoeg wat Allah de Verhevene ons heeft gegeven. We realiseren niet hoe waardevol de boodschap van de Islaam werkelijk is en hoe het ons leven kan verrijken.
Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft ons gekozen, of je nou moslim bent geworden of met de Islaam bent opgegroeid, Allah heeft dat zo gewild. Iets waar we dankbaar voor en trots op moeten zijn en niet te licht moeten opvatten. Er zijn miljarden mensen, maar Hij heeft jou gekozen om Hem te aanbidden, moeten we dan niet dankbaar zijn? Het is een gift en als je daar niets mee doet loop je ontzettend veel mis.
Niemand weet wanneer zijn tijd om te sterven komt, maar het is wel iets wat zeker is in iemands leven; de dood. Iedereen sterft, maar we weten niet wanneer het onze tijd is. Uitstellen kan soms eindigen met niets meer kunnen doen.
Er was eens iemand die zei dat hij zijn gebeden zou gaan verrichten na een bepaalde leeftijd en dan ook zeer goed zou bidden. Vóór die leeftijd overleed hij. Allah (Geprezen en Verheven is Hij) weet uiteraard wat er met deze persoon is gebeurd voor zijn dood, maar het is wel een boodschap aan ons. We moeten dankbaar zijn voor hetgeen Allah ons heeft gegeven en dat ook laten zien door datgene te doen wat Allah van ons heeft gevraagd.
Laat het nooit zover komen dat we straks zonder bagage voor Allah (Geprezen en Verheven is Hij) staan, gebruik de tijd die je nu hebt nuttig, zolang het nog kan. Allah de Verhevene heeft ons genoeg mogelijkheden gegeven om onze goede daden te vermeerderen, bekijk deze mogelijkheden en benut ze.
Laylatoel-Qadr
De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Kijk uit naar Laylatoel-Qadr in de oneven dagen van de laatste tien dagen van Ramadhaan.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie en anderen). Laylatoel-Qadr is een hele speciale nacht, in deze nacht kunnen wij de beloningen krijgen voor aanbidding gedurende duizend maanden. De Qor-aan geeft aan (Nederlandstalige interpretatie): “Laylatoel-Qadr (de Nacht van de Verordening) is beter dan duizend maanden.” (Soerat al-Qadr (97), aayah 3.)
Als we kijken naar hoeveel jaren duizend maanden zijn, dan zien we dat deze nacht gelijk zou kunnen staan aan goede daden, Qor-aan recitatie, gebeden, dzikr en smeekbeden die we kunnen verrichten in 83 jaar! Dit alleen al geeft ons een idee over hoe belangrijk het is deze nacht te vullen met al het goede dat we kunnen doen in shaa-a Allaah. We zouden onszelf onrecht aandoen als we deze mogelijkheid voorbij laten gaan.
Laylatoel-Qadr valt in één van de oneven nachten van de laatste tien nachten van de Ramadhaan. Omdat we niet precies weten welke nacht het is, is het aanbevolen om deze laatste tien nachten van de Ramadhaan te vullen met goede daden, gebeden en Qor-aan lezen etc.
Enkele belangrijke punten
Gemiste dagen tijdens Ramadhaan behoren vóór de eerstvolgende Ramadhaan worden ingehaald. Een goede tijd daarvoor is bijv. de maand Shawwaal (de islamitische maand die na de maand Ramadhaan komt). Het beste is deze dagen zo spoedig mogelijk in te halen, omdat men niet weet wanneer men niet meer in staat is te vasten of dat men bijvoorbeeld overlijdt.
Als iemand overlijdt en hij moest nog dagen van Ramadhaan inhalen, dan dienen zijn kinderen voor elke niet gevaste dag een arme te voeden. Overgeleverd door ‘Amrah dat haar moeder overleden was en zij vroeg ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden met haar zijn): “Moet ik die dagen (die zij niet gevast heeft) in plaats van haar inhalen?” ‘Aa-ieshah antwoordde en zei: “Nee, maar geef voor elke dag (die zij niet vastte) de helft van een saa’ (dit is gelijk aan ongeveer 1,5 kilogram) als liefdadigheid voor de armen.” (At-Tah’aawie, en dit is een authentieke gebeurtenis.) Met betrekking tot degene die een nadhr (een afgelegde eed met Allah, waarbij men bijvoorbeeld zegt: “O Allah! Als ik dit jaar slaag van school, dan zal ik 10 dagen vasten, of 10 mensen eten geven, of 10 soewar leren, of een andere aanbiddingsvorm”) op zich heeft genomen en overlijdt voor het vasten hiervan, daarover zei Ibn ‘Abbaas: “Als iemand in de Ramadhaan ziek is geworden en daardoor is gestorven en niet gevast heeft, men dient (voor ieder dag dat hij niet gevast heeft) een arme te voeden en voor hem hoeft niet gevast te worden. Maar als hij verbonden is aan een eed, dan dient degene die zijn zaak overneemt (zijn kind) deze dagen wel te vasten.” (De keten van overleveraars is als goed gekwalificeerd door sheikh al-Albaanie.)
Het is beter om één of twee dagen voor het begin van Ramadhaan niet te vasten. Is men echter gewend om te vasten en deze dagen vallen in dat ritme (b.v. als men om de dag vast), dan is het wel toegestaan. Als dit niet het geval is, dan is het beter deze dagen niet te vasten.
De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) was gewoon zijn vasten te verbreken met een verse dadel (in oneven aantallen), als die niet aanwezig waren, dan met een droge dadel of anders met water.
Zakaat al-Fitr
Zakaat al-fitr is een sadaqah (liefdadigheid) die verplicht is gesteld voor iedere moslim, jong en oud, man en vrouw, de slaaf en de vrije persoon, aan het einde van de maand Ramadhaan.
In Sah’ieh’ al-Boekhaarie en Sah’ieh’ Moeslim staat dat Ibn ‘Oemar (moge Allah tevreden zijn met vader en zoon) heeft gezegd: “De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft het geven van één saa’ aan dadels, of één saa’ aan gerst, als zakaat al-fitr opgelegd aan iedere moslim, jong en oud, man en vrouw, de vrije persoon en slaaf.”
De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft ook gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Geen zakaat is verplicht voor de slaaf behalve de zakaat al-fitr.” (Overgeleverd door Aboe Daawoed.)
De zakaat al-fitr werd verplicht gesteld als een zuivering voor een vastend persoon die tijdens het vasten onnodige of slechte taal heeft gebruikt, zoals scheldwoorden of roddels. Het is natuurlijk ook bedoeld om de armen bij te staan met voedsel. Zakaat al-fitr wordt het liefst gegeven in de vorm van voedsel, vóór het einde van de maand Ramadhaan.
Een moslim moet zakaat al-fitr geven vóór salaat al-‘ied (het feestgebed), voor zichzelf en zijn familie als dit aan de orde is. Er zijn verschillende meningen over vanaf wanneer men de zakaat al-fitr kan geven, maar algemeen genomen behoort men het tenminste te geven vóór het ‘ied-gebed en men kan het ook één of twee dagen ervoor geven.
Het is van belang zakaat al-fitr te geven vóór het ‘ied-gebed, want als men het na het ‘ied-gebed geeft dan is het niet langer zakaat al-fitr maar sadaqah (liefdadigheid). (Klik op onderstaande afbeelding om het vergroot weer te geven.)
‘Ied al-Fitr
“Voor elk volk is er een feest, en dit is ons feest,” zei de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) tegen Aboe Bakr (moge Allah tevreden zijn met hem) (Nederlandstalige interpretatie). “Ons feest” heeft een grote betekenis voor de moslims omdat dit betekent dat dit iets van onszelf is, alleen van onze sharie’ah. Omdat vakantiedagen meestal gebaseerd zijn op religieuze tradities, is het belangrijk dat we onze vieringen met grote vreugde kenbaar maken en dat we samenkomen om te voelen dat deze van ons zijn en dat ze verschillen van de vakanties van de moeshrikien (polytheïsten). Wij vieren geen Kerstmis, Chanoeka of andere heidense feesten en wij betuigen onze dank alleen aan Allah (Verheven en Geprezen is Hij).
(Zie o.a. de artikelen De benaming Suikerfeest voor ‘Ied al-Fitr en Het vieren van Kerst en Nieuwjaar.)
De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft ons in talloze preken opgedragen om anders te zijn dan de moeshrikien en deze twee feesten vallen onder hetgeen waarvan de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) wilde dat we extra aandachtig zijn om van hen te verschillen. Dit is waarom hij zei, na gezien te hebben dat de mensen van al-Medienah twee feesten hadden die ze vierden vóór de Islaam (Nederlandstalige interpretatie): “Allah heeft jullie iets beters gegeven dan deze (feesten): ‘Ied al-Adh’a (offerfeest) en ‘Ied al-Fitr.” (Overgeleverd door Ah’mad, Aboe Daawoed en an-Nasaa-ie.)
‘Ied al-Adh’a komt na het volbrengen van de h’adj (pelgrimstocht), en het ‘Ied al-Fitr komt na het vasten in de maand Ramadhaan. Het is dus niet vreemd dat we onze feesten (‘ied) moeten laten zien en uitdragen. Naar aanleiding van deze duidelijke feiten hebben moslimgeleerden grote nadruk gelegd op het concept van anders zijn dan de moeshrikien in onze vieringen.
Dit is omdat vieringen een groot effect hebben op het menselijk denken en het menselijk gedrag. Anders zijn in onze vieringen betekend ook dat we niet moeten deelnemen aan de vieringen van de moeshrikien. ‘Oemar (moge Allah tevreden zijn met hem) zei: “Leer niet de taal van de moeshrikien – zonder een noodzakelijkheid – en ga noch de kerken van moeshrikien binnen bij hun festiviteiten omdat de Toorn van Allah over hen neerdaalt.” (Overgeleverd door al-Bayhaqie.)
Wij moslims kunnen zelfs vasten op feestdagen van de moeshrikien. Oemm Salamah (moge Allah tevreden zijn met haar) zei dat de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) gewoon was te vasten op zaterdag en zondag, en toen hij ernaar gevraagd werd, zei hij (Nederlandstalige interpretatie): “Dit zijn twee feestdagen van de moeshrikien en ik doe graag het tegenovergestelde van wat zij doen in hun vieringen.” (Overgeleverd door Ah’mad en an-Nasaa-ie.)
Om het concept van anders zijn dan de moeshrikien goed te kunnen doorgronden, is het belangrijk om te zeggen dat om te verschillen in onze vieringen op de manier zoals de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) gewild heeft, we letterlijk de Soennah moeten volgen. Dat zal ons de handelingen laten verrichten van de ware volgelingen van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem).
Wanneer we zijn volgelingen willen zijn, moeten we ons bewust zijn van bida’ (innovaties in de religie) in deze vieringen. Bid’ah (innovatie) gaat ten koste van de Soennah en komt hiervoor in de plaats. Ibn Taymiyyah (moge Allah hem genadig zijn) zegt in zijn boek al-Ieqtiedaa-e: “Er is in het hart geen plaats voor zowel Soennah als bid’ah.” Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “Zeg (O Moh’ammed): ‘Als jullie (werkelijk) van Allah houden, volg mij dan (mijn weg – de Soennah), Allah zal van jullie houden en jullie zonden vergeven…’” (Soerat Aal ‘Imraan (3), aayah 31).
We laten jullie, lieve broeders en zusters, enkele soennan van de ‘ied zien, zodat je kunt proberen deze in praktijk te brengen. Ook noemen we enkele bida’ en fouten die in de ‘ied gedaan worden, zodat we die kunnen mijden. Het is van groot belang dat we de Soennah van de ‘ied volgen zodat we werkelijk kunnen zeggen dat onze feesten verschillen van die van de moeshrikien.
Soennan van de ‘ied
1.) Het behoort tot de soennan van de ‘ied om de ghoesl te verrichten vóór het vertrek naar de moessalla (dit is een plek anders dan de moskee, waar mensen gewoonlijk het gebed niet verrichten) of moskee en zich te parfumeren met musk (niet voor vrouwen).
2.) Het is Soennah om op de ‘ied de allerbeste kleding te dragen die je hebt. Er is overgeleverd dat Ibn ‘Oemar (moge Allah tevreden zijn met vader en zoon) dit deed, tezamen met andere metgezellen van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem). (Fath’ al-Barie.)
3.) Het is een zeer aangeraden Soennah om het ‘ied al-fitr gebed te bidden. De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) en zijn metgezellen (moge Allah tevreden zijn met hen) hebben dit nooit nagelaten en ze verzamelden zelfs de mensen hiervoor, inclusief de menstruerende vrouwen, kinderen en ouderen. (Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim.)
4.) Het is Soennah om een oneven aantal dadels te eten voordat we vertrekken om het ‘ied-gebed te bidden, om te laten zien dat we niet vasten. “De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) vertrok gewoonlijk nooit naar het ‘ied-gebed, (behalve) na het eten van enkele dadels.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie en Ah’mad.)
5.) Het is Soennah om de takbier (Allaahoe Akbar) luid te zeggen wanneer we onze huizen verlaten om naar het ‘ied-gebed te gaan. De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei dit gewoonlijk totdat hij het gebed beëindigd had. (Sielsielat Ah’aadieth as-Soennah.)
6.) Er is geen h’adieth terug te voeren op Allahs boodschapper (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) over wat gezegd zou moeten worden wanneer de takbier gereciteerd wordt op weg naar het gebed, maar Ibn Mas’oed zei gewoonlijk het volgende (overgeleverd door Ibn Abie Shaybah):
– Allaahoe Akbar (tweemaal) – Allah is groot
– Laa iellaaha iel-Allaah – er is geen god die het recht heeft om aanbeden te worden behalve Allah
– Allaahoe Akbar (tweemaal) – Allah is groot
– Wa liellaahiel h’amd – en aan Hem behoort alle lof
7.) De Soennah voor de ‘ied-gebeden is om in de moesalla te bidden en niet in de moskee. De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) bad nooit het ‘ied-gebed in de moskee. Aboe Sa’ied verhaalde: “De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) ging gewoonlijk op de dag van de ‘ied al-fitr en de ‘ied al-adh’a naar de moesalla en het eerste wat hij deed was bidden.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim.)
8.) Noch de adzaan, noch de iqaamah worden uitgesproken voor de ‘ied-gebeden. (Moeslim.)
9.) Ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden zijn met hem) verhaalde: “De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) bad twee raka’aat bij het ‘ied-gebed en hij bad niets ervoor, noch erna.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie.)
10.) Djaabir verhaalde: “De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) kwam gewoonlijk terug van het ‘ied-gebed via een andere weg dan dat hij gekomen was.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie.)
11.) Het is toegestaan om naar gezang (anashied zonder muziek) te luisteren op de dag van de ‘ied, vooral voor kinderen. Vrouwen mogen spelen op de dag van de ‘ied met de doeff (trommel).”
Bida’ en fouten die tijdens de ‘ied gedaan worden
1.) De baard scheren speciaal voor de ‘ied. De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft ons bevolen de baard te laten staan, het is dus een schande dat we op deze dagen wanneer we de verschillen van onze festiviteiten met die van de moeshrikien kunnen laten zien, onze baard scheren zodat we er ‘schoon’ uitzien, zoals de moeshrikien. (Zie het artikel Het islamitische oordeel over de baard.)
2.) De moeshrikien in hun gedrag en hun kleding imiteren en handen schudden met vrouwen. De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei (Nederlandstalige interpretatie): “Als één van jullie met een ijzeren naald in het hoofd zou worden gestoken, zou dat beter voor hem zijn dan het aanraken van een vrouw die voor hem geen mah’ram is.” (Overgeleverd door at-Tabaraanie, 20/212; zie ook Sah’ieh’ al-Djaamie’, 4921.) (Zie het artikel De Handdruk.)
3.) Naar muziek luisteren op de ‘ied. De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei (Nederlandstalige interpretatie): “Er zullen sommigen in mijn natie zijn die overspel, het dragen van zijde door mannen, alcohol en muziekinstrumenten als toegestaan beschouwen.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie, Aboe Daawoed en al-Bayhaqie.)
4.) Geen h’idjaab dragen (voor vrouwen). Wanneer je dit doet, vier je de ‘ied terwijl je tegelijkertijd een grote zonde pleegt. (Zie het artikel De boodschap van de h’idjaab.)
5.) Begraafplaatsen speciaal op de ‘ied bezoeken. Het is het hele jaar door toegestaan om begraafplaatsen te bezoeken, en we zouden de ‘ied niet tot een speciale gelegenheid hiervoor moeten maken.
6.) Geld verspillen en verkwistend zijn met voedsel, in plaats van het aan de behoeftigen te geven.
7.) Vrouwen en mannen die geen mah’aarim zijn gemengd de ‘ied vieren. Dit komt vaak voor en dient vermeden te worden. (Zie het artikel Bewijs voor het verbod op het mengen van mannen en vrouwen.)
We vragen Allah (Verheven en Geprezen is Hij) om ons te helpen alle bida’ (innovaties) te vermijden en om ons bij te staan in het volgen van de Soennah van Zijn profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem). (Zie het artikel Het verbod op innovaties – bid’ah.)
Het vrijwillig vasten
– De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) vastte ook zes dagen in de maand Shawwaal (de maand na Ramadhaan). Als men de maand Ramadhaan vast en deze aanvult met de 6 dagen vasten in Shawwaal, zou men de beloning kunnen verkrijgen voor het vasten van een heel jaar, in shaa-a Allaah. (Zie het artikel Het vasten van de zes dagen van Shawwaal.) (Klik op onderstaande afbeeldingen om ze vergroot weer te geven. Gebruik de afbeeldingen voor da’wah.)
– De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) vastte ook op elke maandag en donderdag.
– Het vasten tijdens de dagen van volle maan, op de drie middelste dagen van de maand, (de 13de, 14de en 15de van iedere islamitische maand) was ook een soennah van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem). De beloning die men hiervoor kan verkrijgen is dat van een maand vasten, in shaa-a Allaah.
– De eerste 10 dagen van de maand Dhzoe l-H’idjjah.
– Het vasten op de dag van ‘Arafah, de 9de dag van de maand Dhzoe l-H’idjjah. Degenen die op h’adj zijn mogen niet vasten, maar voor degenen die achterblijven is het beter wel te vasten. Als men deze dag vast, zal men vergeven worden voor het gehele komende jaar en het hele voorgaande jaar (behalve de grote zonden).
– De dag van ‘Aashoeraa-e, dit is de 10de dag van de maand Moeh’arram, de eerste maand van de islamitische kalender. Als men deze dag vast, dan wordt men vergeven voor het gehele voorgaande jaar (behalve de grote zonden). Het is ook goed om de 9de en de 11de dag te vasten.
– Uit een overlevering van ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden met haar zijn) kunnen we opmaken dat de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) ook gewoon was extra te vasten tijdens de maand Sha’baan (de 8ste maand van de islamitische kalender, de maand vóór de Ramadhaan). Alleen het vasten op één of twee dagen vóór de Ramadhaan is afgeraden, zoals eerder is aangegeven.
Enkele belangrijke punten met betrekking tot het vrijwillig vasten
Het is afkeurenswaardig om op vrijdag te vasten. Alleen als men de dag ervoor of erna vast (donderdag en/of zaterdag) dan is het wel toegestaan, maar alleen op vrijdag vasten is niet toegestaan. Djaabir (moge Allah tevreden met hem zijn) verhaalde: “Ik hoorde dat de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei (Nederlandstalige interpretatie): “Niemand behoort te vasten op vrijdag, tenzij men een dag ervoor of erna vast.” (Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim.) Ook als men het vasten van Daawoed vast (om de dag), dan is het toegestaan alleen op vrijdag te vasten omdat dit volgens dit systeem hoort.
Het is niet toegestaan te vasten op de twee feesten, ‘Ied al-Fitr en ‘Ied al-Adh’a. Dit zijn feestdagen en we moeten daarom ook dat feestgevoel uiten en voelen, dat is één van de redenen waarom het verboden is om op deze dagen te vasten.
De pelgrim behoort op de dag van ‘Arafah niet te vasten.
Het vasten op het einde van de Sha’baan; de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei (Nederlandstalige interpretatie): “Wanneer het half Sha’baan is, houdt dan op met vasten.” (Overgeleverd door ad-Daarimie en Ah’mad.)
Bij het vrijwillig vasten kan men ook nadat men wakker wordt de intentie maken om die dag te vasten. Sommige geleerden zeggen dat men de intentie alsnog kan maken tot voor het dhzohr gebed. Uiteraard geldt dit alleen als men nog niets heeft gegeten of gedronken of andere zaken die het vasten verbreken. Dit punt geldt alleen voor het vrijwillig vasten en niet voor het verplicht vasten tijdens de Ramadhaan. Hier is het erg belangrijk dat de intentie wordt gemaakt vóór de adzaan van salaat al-fadjr.
Als men tijdens het vrijwillig vasten bij iemand op bezoek gaat en diegene vindt het vervelend of jammer dat je vast, b.v. omdat ze uitgebreid voor je hebben gekookt of iets dergelijks, dan is het toegestaan het vasten te verbreken. LET OP! Dit geldt alleen voor het vrijwillig vasten en niet voor het verplicht vasten tijdens de Ramadhaan.
Het is niet toegestaan te vasten op de drie dagen van tashrieq (na de dag van de ‘Ied-al-Adh’a in Miena).
Vrijwillig ononderbroken vasten gedurende twee of meer dagen (dus dat je ook in de nachten niets eet en drinkt) is niet toegestaan.
De twijfelachtige dag om te vasten is de 30ste Sha’baan. Men weet niet of die deel uitmaakt van de maand Sha’baan of Ramadhaan. De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei (Nederlandstalige interpretatie): “Wie gedurende de twijfelachtige dag vast, is ongehoorzaam aan Aboel-Qaasim (d.w.z. de profeet).” (Overgeleverd door al-Boekhaarie.)
Gedurende het hele jaar vasten is niet toegestaan.
Het is niet toegestaan voor een getrouwde vrouw om vrijwillig te vasten zonder de toestemming van haar man wanneer hij aanwezig is.
Enkele vragen en antwoorden aangaande de Ramadhaan
1.) Het gebruik van de siewaak (tandenstokje waarmee men de tanden poetst) tijdens het vasten.
Vraag: Er zijn mensen die liever hun tanden niet willen poetsen met een tandenstokje tijdens het vasten. Ze vrezen dat dit het vasten ongeldig maakt. Wat is de beste tijd voor het tandenpoetsen in de Ramadhaan?
Antwoord: Vrees hebben om de tanden te poetsen met een tandstokje tijdens het vasten of buiten het vasten is niet door de Qor-aan of Soennah te bewijzen, dit omdat siewaak tot de Soennah van de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) behoort. In de bekende authentieke h’adieth is overgeleverd dat de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei (Nederlandstalige interpretatie): “Het is een reiniging voor de tanden en een oorzaak van tevredenheid van de Heer.” Siewaak is toegestaan en aan te raden na het verrichten van de kleine wassing, voor het gebed, bij het ontwaken en tijdens het vasten. (Sheikh Ibn al-‘Oethaymien.) (Men dient wel op te letten dat men geen deeltjes doorslikt en ook siewaak met een smaakje moet vermeden worden.)
2.) Je mond spoelen tijdens het vasten.
Vraag: Wanneer een persoon zijn mond spoelt of neusgaten wast (b.v. tijdens de woedhoe-e) en het water komt tot zijn keel, wat niet opzettelijk gebeurt, maakt dit het vasten ongeldig?
Antwoord: Wanneer een persoon zijn mond spoelt of neusgaten wast, en het water komt tot zijn keel, dan is het vasten van desbetreffende persoon niet ongeldig, omdat hij dat niet met opzet gedaan heeft. Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “…En er rust op jullie geen zonde betreft hetgeen waarin jullie je vergissen, maar wel betreft hetgeen jullie harten welbewust bedoelen…” [Soerat al-Ah’zaab (33), aayah 5.] (Sheikh Ibn al-‘Oethaymien.)
3.) Bloed afstaan tijdens het vasten.
Vraag: Wat is het islamitisch oordeel over een persoon die bloed heeft afgestaan tijdens het vasten voor een onderzoek.
Antwoord: Dit maakt het vasten niet ongeldig, omdat het noodzakelijk is om bloed af te nemen bij zulke onderzoeken. Tevens valt dit niet onder de zaken die het vasten ongeldig maken. (Sheikh Ibn Baaz.)
4.) Maakt de oogdruppel het vasten ongeldig?
Vraag: Is het gebruik van oogdruppels toegestaan tijdens het vasten en wordt het vasten hiermee ongeldig?
Antwoord: Wat bekend is, is dat de oogdruppel het vasten niet ongeldig maakt. Geleerden verschillen van mening als de oogdruppel tot de keel komt. De oogdruppel maakt het vasten niet ongeldig omdat het oog niet een voedingsbron is. (Sheikh Ibn Baaz.)
5.) Het oordeel over een injectie tijdens het vasten.
Vraag: Beïnvloeden medische injecties het vasten tijdens de Ramadhaan?
Antwoord: Medische injecties worden onderscheiden in twee categorieën: de bedoeling van de eerste categorie is het voeden van het lichaam, dit neemt de plaats in van andere voedingsmiddelen. Zulke injecties maken het vasten ongeldig, omdat het met de bedoeling gebruikt wordt om het lichaam te voeden. Het voeden van het lichaam tijdens het vasten op welke manier dan ook maakt het vasten ongeldig. Tot de tweede categorie behoren injecties die niet voedzaam zijn, deze maken het vasten niet ongeldig. Deze soort injecties zijn niet te vergelijken met eten of drinken. Het vasten is altijd geldig totdat er iets op treedt wat het vasten ongeldig maakt, en wel terug te vinden is in de Qor-aan of de Soennah. (Sheikh Ibn al-‘Oethaymien.)
6.) Niet met opzet eten of drinken tijdens het vasten.
Vraag: Wat is het oordeel over iemand die niet met opzet (door vergeetachtigheid) eet of drinkt tijdens het vasten? Is een persoon die hem ziet eten of drinken verplicht om hem te herinneren dat hij aan het vasten is?
Antwoord: Het vasten van degene die niet met opzet eet of drinkt is geldig. Maar wanneer hij zich herinnert dat hij vast, dient hij hetgeen wat hij in zijn mond heeft meteen uit te spugen. Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden zijn met hem) verhaalde dat de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) gezegd heeft (Nederlandstalige interpretatie): “Wie zich vergist en tijdens het vasten eet of drinkt, dient zijn vasten niet te verbreken. Allah heeft hem gevoed.” Vergeetachtigheid wordt niet bestraft, Allah de Verhevene zegt (Nederlandstalige interpretatie): “…Onze Heer! Bestraf ons niet indien wij vergeten of als wij fouten maken…” [Soerat al-Baqarah (2), aayah 286.] Wat betreft degene die een ander ziet eten of drinken tijdens het vasten, hij dient hem eraan te herinneren, omdat dit tot het afraden van het slechte behoort. De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft gezegd (Nederlandstalige interpretatie): “Wie het verwerpelijke ziet, dient het te veranderen met zijn handen, en als hij daar toe niet in staat is dient hij dit te doen met zijn tong en als hij daartoe niet in staat is dan met zijn hart.” Het eten zonder opzet (door vergeetachtigheid) tijdens het vasten behoort niet tot het verwerpelijke. Desbetreffende persoon wordt vergeven voor hetgeen wat hij gedaan heeft. (Sheikh Ibn al-‘Oethaymien.)
7.) Een kind die de puberteit nog niet bereikt heeft is niet verplicht te vasten, hij dient wel aangespoord te worden om te vasten.
Vraag: Mijn zoon heeft plezier in het vasten van Ramadhaan, doch het vasten van Ramadhaan schaadt hem. Moet ik het hem verbieden?
Antwoord: Als het kind de puberteit nog niet bereikt heeft, dan is het vasten voor hem niet verplicht, maar wanneer hij daartoe in staat is zonder belemmeringen en schadelijke gevolgen, mag hij wel vasten. De metgezellen (moge Allah tevreden met hen zijn) geboden hun kinderen te vasten. Ze gaven hun kinderen speelgoed om de tijd door te brengen. Wanneer het vasten hun kinderen schaadde, verboden ze hen het vasten. (Sheikh Ibn al-‘Oethaymien.)
8.) Degene die een natte droom gehad heeft in de Ramadhaan.
Vraag: Als een persoon een natte droom gehad heeft tijdens het vasten van Ramadhaan, wordt zijn vasten dan ongeldig?
Antwoord: Een natte droom maakt het vasten niet ongeldig, omdat het niet met opzet geschiedt. Desbetreffende persoon moet de grote wassing (ghoesl) verrichten. De grote wassing kan uitgesteld worden tot voor het volgende gebed. Er is geen kwaad voor degene, die ‘s nachts geslachtsgemeenschap heeft gehad met zijn vrouw, de grote wassing uit te stellen tot het fadjr gebed. Er is overgeleverd dat de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) ’s morgens djoenoeb opstond na ’s nachts gemeenschap te hebben gehad met één van zijn vrouwen. Dit geldt ook voor een vrouw die menstruatie of nifaas heeft gehad. Zij kan de grote wassing uitstellen tot voor het volgende gebed. Haar vasten is geldig… Beiden moeten rein zijn bij het aanbreken van de gebedstijden. En Allah is de Alwetende, de Alhorende. (Sheikh Ibn Baaz.)
Aanbevolen boeken over het vasten
Meer leren over het vasten en de Ramadhaan? Uitgeverij Momtazah heeft twee boeken uitgegeven over het vasten, namelijk:
1.) Zeventig zaken die gerelateerd zijn aan het vasten, van sheikh Muhammad Salih’ al-Munajjid, 79 pagina’s, vertaald door Oem Soelaym. Dit boek is een samenvatting van de regels, etiquette en soenen (manieren) van het vasten. Onderwerpen die aan bod komen zijn:
– Definitie van siyaam (vasten)
– Het oordeel over het vasten
– De deugden van het vasten
– De voordelen van het vasten
– Een aantal van de ah’kaam (islamitische oordelen) over het vasten
– Wie zijn verplicht te vasten?
– Niyyah (intentie) van het vasten
– Zaken die het vasten verbreken
– Regels omtrent het vasten voor vrouwen
En nog veel meer.
2.) 48 Vragen omtrent het vasten, van sheikh Muhammad ibn Saalih’ al-Uthaymeen, 77 pagina’s, vertaald door Aboe Imaan en Abou Sayfoullah al-Maghriebie.
Beide boeken zijn te bestellen via onze webshop.
Moge Allah de Verhevene het vasten van alle moslims accepteren.
Relevante artikelen:
Vasten en de maand Ramadhaan (diverse artikelen)