Mijn terugkeer naar Allah.
Op 24-jarige leeftijd begon ik op de universiteit te Tilburg een studie rechten. Hierdoor kreeg ik vanuit mijn eigen omgeving al vrij snel juridische praktijkvragen toegeworpen en of ik hen ook al kon bijstaan met allerlei soorten juridische kwesties. Daardoor kreeg ik al vanaf mijn propedeuse jaar te kampen met de juridische praktijk. In de overgang van het tweede naar het derde studiejaar, begon ik duidelijk in te zien, blijkbaar als enige rechtenstudent, dat de zogenaamde hoogwaardige theoretische wetsregels en de daarbij behorende jurisprudentie en allerlei andere ingewikkelde juridische constructies, absoluut niet met de gangbare rechtspraktijk te vereenzelvigen waren. De universitaire theoretische opleiding staat mijlenver van de daadwerkelijke praktische gebeurtenissen van onze gewone burgers.
Vooral omdat de meeste burgers geen extra geld hebben en toch niet de financiële mogelijkheid hebben of krijgen om door te kunnen procederen, komen die dikke wetbundels en de diepgaande juridische wetteksten cq. de juridische context nagenoeg helemaal niet aan de orde. Doordat ik al meerdere verschillende soorten procedures geheel zelfstandig en alleen vanuit mijn eigen optiek afhandelde en beetje bij beetje mijn eigen rechtspraktijk begon op te bouwen, begon ik steeds meer in te zien dat de gewone burger simpelweg door het huidige rechtssysteem enorm voor de gek wordt gehouden, angstig wordt gemaakt door de dreiging van gerechtsdeurwaarders, advocatenkosten etc. etc. zonder dat men beseft dat het niet meer dan een systeem betreft dat de kapitalistische rechtsstaat overeind dient te houden.
Toen ik, die eveneens op de MAVO heeft gezeten en in vele verschillende fabrieken in ploegendiensten heeft gewerkt, begon te beseffen dat wanneer wij burgers op universitair niveau elkaar, maar vooral de onwetende burgers, zo ontzettend voor de gek houden, er wel sprake moet zijn van een soort wereldse beproeving.
Wanneer het rechtssysteem zo nep is en op zoveel vlakken voor de onwetende burger de schijn doet ophouden, moet er wel sprake zijn van een diepgaandere levenswijze. Wanneer je het voortdurend kan opbrengen om ten alle tijden eerlijk te zijn, om echt vriendelijk te blijven tegen je medemens, openhartig kan blijven en daadwerkelijk wil meewerken aan een betere samenleving, door bijvoorbeeld vrijwilligerswerkzaamheden te verrichten, tijd vrijmaakt voor je medemens etc. etc., is dat toch best wel een hele klus, aangezien deze maatschappij jou immers laat werken, werken en nog eens laat werken en tracht er zorg voor te dragen dat jij zijn geldeenheid gaat aanbidden.
Sommige mensen zeggen wel dat ze ongelovig zijn of niet in God geloven, zonder eigenlijk te beseffen dat ze met hun hart en ziel geld aanbidden. Dit niet alleen omdat ze er dag en nacht voor opstaan, hun hele leven lang er keihard met hun hele hart en ziel voor werken, maar vooral omdat ze ervoor liegen, bedriegen, smeken, zelfs hun eigen vrouw en kinderen in de steek laten door bijv. over te werken en noem maar op….
Ik ervoer mijn wisselvalligheid van goede en slechte gedachtes ten aanzien van mijn goede en slechte handelingen steeds meer en duidelijker, vooral toen ik gestopt was met roken en nagenoeg steeds minder alcohol begon te drinken. Dan was ik weer wel heel eerlijk en dan weer in mindere mate, terwijl ik iedere dag opnieuw ontzettend graag straight wilde blijven, mijn lustgevoelens onder controle wilde houden, maar echter mijn wisselvallige gedachtes nergens aan kon vastklampen. Ik ontmoette op de universiteit een Nederlandse rechtenstudent met een enorm eerlijke en een gezonde uitstraling, die vooral daardoor al gauw mijn studievriend werd. Deze uiterst keurige jongeman, vertelde mij dat hij in God geloofde en Hem aanbad voor het eten en op de zondagochtend in de kerk. Hij had wel de benodigde geestelijke problemen hieromtrent, omdat zijn vader hem constant daarop aandrong, dat hij, als christen zijnde, beter “moest” geloven en vaker in de kerk “moest” bidden e.d. Deze vriendelijke maar ook zeer goed geklede studievriend, gaf mij het vertrouwen dat ik mij niet hoefde te schamen om over God te praten en/of om in God te geloven en dat het wel degelijk cool was om te beseffen dat er veel meer op aarde is dan alleen maar werken en geld verdienen.
Ondanks dat al mijn familieleden en nagenoeg al mijn Nederlandse vrienden en vriendinnen niet in God geloofden, begon ik alleen op de zondagochtend naar de kerk te gaan om zodoende God met mijn vreemde medemens gezamenlijk te aanbidden, dit in plaats van uit te slapen. Ik begon thuis ook steeds vaker God knielend te aanbidden, maar besefte dat ik vooral doordeweeks onder enorme invloed stond van allerlei verleidingen en slechte gewoontes en slechte beïnvloedingen van buitenaf. Hierdoor zocht ik ook doordeweeks kapelletjes op, om zodoende de innerlijke rust, tijdens al ons wereldse gehaast, op te zoeken en uiteraard om God te bedanken voor alles wat ik heb en voor alles wat ik kan, maar zeker ook voor alles wat ik begon in te zien en begon op te merken.
Iedere zondagochtend voordat ik naar de kerk ging, bezocht ik echter een oude Turkse vriend, ondanks dat ik hem vroeger altijd een flink pak slaag gaf, die werkzaam was als pompbediende bij mij in de buurt en die eveneens op de Universiteit te Tilburg studeerde. Hij werd eveneens al gauw mijn studievriend, waardoor ik ook mijn ervaringen over God met hem kon delen. Het verbaasde mij dat deze vrij eenvoudige en simpel uitziende Turkse pompbediende vol zat met allerlei diepgaande gedachten en heel gemakkelijk kon meepraten over mijn vrij ingewikkelde filosofische gedachten, dit in tegenstelling tot vele anderen. Het verbaasde mij dat de Islaam op zoveel raakvlakken heldere en meer duidelijke leefregels hanteerde om zodoende een meer gezond, een veiliger en een zekerdere levenswijze voor de mens erop na te kunnen houden.
Ik begon al gauw helemaal geen alcohol meer te drinken, begon vaker en intensiever te sporten, omdat ik realiseerde dat een gezond lichaam een gezonde geest teweegbracht, waardoor je scherper en meer helder kon nadenken en meer kon gaan zien. Mijn juridische werkzaamheden verliepen dan ook vele malen gemakkelijker en ik kon als het ware door blijven gaan met werken, mijn energiegrens werd enorm verlengd.
Door de zondagochtendgesprekken met deze nieuwe Turkse studievriend, benaderde ik een eveneens oude Turkse buurtvriend, (ondanks dat ik hem eveneens vroeger altijd een flink pak slaag gaf), waarmee ik een decennium lang dik bevriend was. Die Turkse vriend verklaarde ik destijds voor gek, toen hij zich daadwerkelijk bekeerde tot de Islaam. Ik dacht dat hij toen “echt” gek was geworden. Hij was altijd al apart, maar sloeg naar mijn mening nu helemaal door. Ik begreep hem nu uiteindelijk voor zijn stappen destijds richting Allah de Verhevene en praatte met hem hier meerdere malen over. Hij vertelde zijn visie en verklaarde zijn levenswijze, waarop ik aangaf ook islamitisch te willen worden, omdat het een beter, gezonder en een veiliger manier van leven is.
De redengeving om mij te bekeren tot de Islaam lag voornamelijk gelegen in onze kapitalistische overheid, die ons zo ontzettend voor de gek houdt met hun gesloten en machtige bankwezen, hun oplichtende verzekeringsmaatschappijen, hun maffia-achtige belastingdienst en f.i.o.d.-instantie, hun schijnbedriegende rechtvaardige rechtssysteem, hun valse parlementaire stelsel, de opzet van hun onbegonnen bestuursapparaat in alle gemeentes, hun naakte mode en de lustopwekkende reclamewereld en ga maar door. Wanneer deze overheid mij vertelt dat ik cool ben wanneer ik in een dure BMW rij, waarvan ik weet dat ik daardoor alleen maar ellende krijg, door voornamelijk de hoge belastingen en verzekeringspremies, benzine en de daarmee gepaard gaande aantrekkingskracht van verkeerde vrienden en vriendinnen met hun verkeerde intenties, snelheidsboetes etc. etc. Terwijl deze overheid mij vertelt dat ik een arme sukkel ben, wanneer ik gezond de fiets pak.
Hetzelfde geldt voor een relatie met een halfnaakte geblondeerde vrouw, die mij eveneens zogenaamd cool zou maken, terwijl dit soort vrouw mij juist de benodigde ellende, verdriet, alle mogelijke ziektes en aandoeningen kan geven en mijn eer en trots krenkt. Terwijl een kuis geklede vrouw zonder make-up en zonder opzichtig loopgedrag juist wel die langdurige en veilige relatie kan garanderen (inshaa-a Allaah) en mij het benodigde geluk en liefde schenkt.
Het merkwaardige is dat ik begon in te zien dat wij als het ware in een soort omgekeerde wereld leven. Alles wat door de overheid als mooi en lekker wordt aangeprezen, blijkt met een nuchter en een gezond verstand, juist het tegendeel voor je te zijn. En alles wat slecht en saai voor ons zou zijn volgens onze overheid, blijkt namelijk juist gezond en wel degelijk leuk te zijn.
Nou, heel duidelijk als deze overheid nagenoeg iedere dag aan mij probeert duidelijk te maken dat de Islaam slecht voor ons is, dan zal het naar mijn mening juist precies het tegenovergestelde voor ons zijn.
DE ISLAAM IS DE WAARHEID
EN ALLAH IS ONZE ENIGE GOD
Of misschien beter gezegd, door de islamitische levenswijze ga je op een heel positieve manier de echte en enige waarheid van dit zeer betrekkelijke wereldse gebeuren inzien en wanneer je Allah de Verhevene aanbidt, behaagt en prijst op Zijn duidelijk voorgeschreven wijze, kan je op een veilige wijze daadwerkelijk geestelijke afstand doen van deze gehaaste wereld.
Ten aanzien van de geloofsbelijdenis van de Islaam was het voor mij voornamelijk de salaah (het gebed) die mij eveneens deed overtuigen van de ware en schone aard van de voorgeschreven levenswijze van Allah. Het verplichte gebed vijf maal per dag op iedere dag per week, bracht mij in voortdurend contact met de Alziende Schepper. Wanneer ik bijvoorbeeld toch weer loog, werd ik direct daaraan herinnerd, zoniet bij het eerstvolgende gebed. Niet alleen de manier van aanbidden trok mij enorm aan, zoals door o.a. je voorhoofd op de grond te leggen, maar vooral de reinigende wassing voorafgaand. Uiteraard het eerste gebed in de vroege ochtend verklaarde voor mij de duidelijkheid dat je iedere dag voor God aan het leven bent, dat je letterlijk en figuurlijk opstaat voor God en niet zozeer voor je werk om geld te verdienen. Toen ik vroeger krantjes liep, kon ik immers ook iedere dag om 05.30 uur opstaan.
Daarnaast is de Islaam de enige Godsdienst die het gif, genaamd alcohol verbiedt. Dit uiterst sluw en verslavend middel om de mens te doen dwalen, heeft mijns inziens een drietal verslavingniveaus, namelijk (1) onder invloed zijn van, (2) wekelijks aangeschoten en (3) dagelijks dronken, waarbij standaard iedereen in Nederland onder niveau 1 valt te kwalificeren, die echter zonder dat ze het beseffen, niet meer zonder kunnen en ongeveer vanaf hun 17de jaar tot de rest van hun leven dit gifmiddel zullen moeten blijven innemen om hun verslaving te kunnen verdoezelen. Naarmate je gezonder leeft, worden heel wat gordijnen weggetrokken, waardoor je echt het wereldse leven, als die van één grote illusie, gaat bezien; als niet meer dan een beproeving. Nu begrijp ik ook dat je, als moslim zijnde, aan een soort andere kant van de lijn komt te staan en kijkt naar de dwalende mens die achter de betrekkelijke wereldse materie aan het rennen is, met als tussentijdse beloningen; onnodige ellende, onnodig ongeluk, verdriet, wanhoop etc. etc. en de uiteindelijke beloning na hun dood bij God: o, o, of zelfs erger.
Amien