Moge Allah hem genadig zijn.
Ga naar Biografieën voor meer biografieën.
En toen ging de kaars uit…de grootste h’adiethgeleerde van de 20ste eeuw…hij is er niet meer…maar zijn profijtvolle kennis wel.
Zijn opvoeding (en hoe hij groot is gebracht)
Sheikh Moh’ammed Naasieroeddien ibnoel lh’aadj Noeh’ al-Albaanie is geboren in het jaar 1333 H. (#1) (dit komt overeen met 1914) te Ashkoudra, de toenmalige hoofdstad van Albanië. Hij kwam uit een arme en gelovige familie waar het streven naar kennis heerste. Zijn vader was daarom een soort naslagwerk voor de mensen; hij leerde ze en onderwees ze.
<<<(#1) Hidjriyyah (oftewel H.) is de aanduiding voor de islamitische jaartelling. Hidjriyyah oftewel al-hidjrah is de emigratie van de profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) van Mekkah naar al-Medienah. Zie het artikel Islamitische kalender.>>>
Sheikh al-Albaanie verhuisde met zijn vader naar Damascus om er voorgoed te verblijven nadat koning Ah’med Zaghou (koning van Albanië) ontspoorde richting de westerse ‘beschaving’, dat het scheiden van godsdienst en staat als uitgangspunt heeft waarbij het westerse secularisme het woord heeft.
De geleerde al-Albaanie heeft zijn primair onderwijs op de Is‘aaf al-Khayrie school te Damascus met cum laude afgesloten.
Gezien de mening van zijn vader over openbare scholen wat betreft godsdienst, heeft hij besloten dat zijn zoon de openbare school niet meer hoefde te bezoeken en heeft voor hem zelf daarvoor in de plaats een leerprogramma opgesteld. Dit programma bevatte: het leren van de Nobele Qor-aan, tadjwied (recitatieregels van de Qor-aan), grammatica en de H’anafie fiqh (jurisprudentie). Sheikh al-Albaanie heeft door zijn vader de Qor-aan uit het hoofd geleerd en zo heeft hij ook van sheikh Sa’ied al-Boerhaanie het boek Maraaqie al-Falaah’ fie l-Fiqhie l-H’anafie bestudeerd en andere boeken over taal en uitspraak. Bovendien deed hij altijd zijn best om de lessen en lezingen van de geleerde Bahdjat al-Baytaar bij te wonen.
Van zijn vader heeft hij het vak “horloges maken” geleerd en hij blonk hierin uit totdat hij één van de beroemdste vaklieden werd en zijn brood hiermee verdiende. Door dit vak had hij tijd genoeg om te lezen en te leren, en zijn emigratie naar as-Shaam (het gebied waar nu Syrië, Libanon, Palestina en Jordanië liggen) heeft hem de mogelijkheid geboden om de Arabische taal goed onder de knie te krijgen en de sharie’ah wetenschap van haar pure bronnen te raadplegen.
Het zich richten op de h’adiethwetenschap en zijn interesse daarin
Ondanks pogingen van zijn vader om hem slechts op de H’anafie madzhab te richten en zijn waarschuwingen om zich niet met de h’adiethwetenschap bezig te houden, is al-Albaanie zich toch voor deze wetenschap gaan interesseren. Zo heeft hij op ongeveer 20-jarige leeftijd de ah’aadieth geleerd. Aanleiding hiertoe was zijn bewondering voor de onderzoeken van het Almanaar-blad dat uitgegeven werd door sheikh Moh’ammed Rashid Rida (moge Allah hem genadig zijn) en zijn eerste werk was het overschrijven hiervan! Van het boek Almoeghnie ‘an h’amlie l-asfaar fie takhridjie maa fie l-ih’ya-ie mina l-akhbaar van al-H’aafidhz al-‘Iraaqie (moge Allah hem genadig zijn) met zijn commentaar daarop.
Dit werk was een stap in de goede richting voor sheikh al-Albaanie. Zijn interesse ging alleen maar naar de h’adieth en diens wetenschappen. Hij werd daarmee bekend in de wetenschappelijke kringen te Damascus; de Daahiriyyah-bibliotheek gaf hem zelfs een kamer waarin hij zijn nuttige onderzoeken kon verrichten. Daarnaast kreeg hij een sleutel van de bibliotheek, zodat hij deze kon betreden wanneer hij wilde. Wat het schrijven betreft; hiermee is hij pas in de 2de helft van zijn leven begonnen en zijn eerste werk gebaseerd op bewijs en vergelijkende fiqh was het boek tah’dier as-saadjied mien iettikhaadie l-qoboorie masaadjied, en deze is herhaaldelijk herdrukt. Ook is één van zijn eerste h’adieth-manhadj-uitgaven het boek ar-rawdoe nnadir fie tartiebie wa takhriedjie moe’djamie ttabaraaniyyie ssaghier, en deze is nog steeds in het schrift van sheikh al-Albaanie aanwezig.
Het bezig zijn met de h’adieth van de profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) heeft een grote invloed gehad op zijn richting als het gaat om manhadj naar de selef, en zijn houvast en standvastigheid aan deze richting is verstevigd door het lezen van boeken van Shaykh al-Islaam Ibn Taymiyyah en zijn leerling Ibnoe l-Qayyiem en andere beroemdheden van de selef-school.
Sheikh al-Albaanie heeft het vaandel van de da’wah naar tawh’ied en Soennah in Syrië gedragen, waar hij veel sheikhs in Damascus heeft bezocht en daarmee discussies heeft gevoerd over zaken als: tawh’ied, het volgen en koppig vasthouden aan een madzhab en innovaties. Hierdoor kreeg de sheikh grote weerstand van mensen die koppig vasthielden aan hun madzhab, de soefieten, mensen die zich met onzin en innovaties bezighielden. Ze stookten mensen tegen hem op en lieten hem in opspraak raken en verspreidden leugens over hem dat hij “een afgedwaalde wahabie” was en waarschuwden mensen voor hem. (Zie het artikel Wahhabisme ontmaskert.) Dit terwijl de beste geleerden, bekend om hun kennis en geloof, in Damascus hem steunden in zijn da’wah en hem hebben aangemoedigd daarmee door te gaan, sheikhs zoals de geleerde Bah’djat al-Baytar, sheikh ‘Abdel-Fattah’ al-Imaam, de directeur van de jonge moslimsvereniging in Syrië, sheikh Tawfieq al-Bazrah en andere goede oprechte mensen (moge Allah hen genadig zijn).
De da’wah activiteiten van sheikh al-Albaanie
De sheikh was actief in zijn da’wah door:
1.) Zijn wetenschappelijke lessen die hij twee keer per week organiseerde, die bijgewoond werden door kennisvergaarders en sommige hoogleraren. Tot de boeken die hij onderwees in wetenschappelijke zittingen behoorden:
– Fath’ al-Madjied van ‘Abder-Rah’maan ibn H’assan ibn Moh’ammed ibn ‘Abdel-Wahhaab.
– Arrawdatoe nnadiyyah sharh’ ad-doerar al-bahieyyah van as-Shawkaanie (uitleg: Siddiq H’assan Khaan).
– Oesool al-Fiqh van ‘Abdel-Wahhaab Khallaaf.
– Al-Baa’it al-h’athieth sharh’ ikhtisaar ‘oeloom al-h’adieth van Ibn kathier (uitleg: Ah’mad Shaakir).
– Mihaadj al-islaam fie al-h’okm van Moh’ammed Assad.
– Fiqhoe ssoenah van Sayyied Saabieq.
2.) Zijn reguliere reizen van eerst één week van elke maand, werd later uitgebreid. Tijdens deze reizen bezocht de sheikh verschillende Syrische provincies. Daarnaast bezocht hij ook sommige plaatsen in Jordanië voordat hij zich er later vestigde. Dit heeft ertoe geleid dat mensen die tegen zijn da’wah waren hem hebben verklikt bij de koning waardoor hij vast kwam te zitten.
Zijn geduld voor het lastig gevallen worden en zijn emigratie
Begin 1960 begon hij vervolgd te worden door het Syrische regime, dit terwijl hij verre was van politiek. Dit heeft hem enige belemmeringen opgeleverd. Hij is twee keer gearresteerd, de eerste keer was in 1967, toen werd hij één maand gevangen gezet in de vesting van Damascus, waarin ook Shaykh al-Islaam Ibn Taymieyyah gevangen werd gezet (zie het artikel De brief van Ibn Taymiyyah vanuit de gevangenis). Toen de oorlog van 1967 begon, werden alle politieke gevangenen bevrijd.
Maar nadat de oorlog oplaaide is de sheikh weer gevangen genomen, en deze keer was het niet in de vestinggevangenis maar in de H’ieskimah gevangenis ten noordoosten van Damascus. Hier heeft de sheikh acht maanden doorgebracht. Tijdens deze periode heeft hij Moekhtasar Sah’ieh’ Moeslim lie lh’aafied al-Moendierie gerealiseerd en belangrijke personen ontmoet in de gevangenis.
Daden…realisaties…prijzen
De sheikh heeft veel wetenschappelijke inspanningen en dienstverlening verricht, waaronder:
– Onze sheikh (moge Allah hem genadig zijn) woonde lezingen bij van de grote geleerde sheikh Moh’ammed Bahdjat al-Baytar (moge Allah hem genadig zijn), samen met sommige leraren van het wetenschappelijke instituut te Damascus, waaronder ‘Ezzeddien Attannoeh’ie (moge Allah hem genadig zijn); daar leerden zij het boek al-H’amaasah van Abie Tamaam.
– De faculteit der sharie’ah te Damascus heeft hem geselecteerd om de ah’aadieth betreffende handel samen te voegen die bestemd waren voor de fiqh-encyclopedie die de universiteit heeft besloten uit te geven in het jaar 1955.
– Hij is gekozen als lid van de h’adieth-commissie die gevormd was tijdens de eenheid van Egypte en Syrië, die als doel had boeken van de Soennah uit te geven en te corrigeren.
– De salafie universiteit in Binars “India” heeft hem gevraagd om de mashyakha van h’adieth te bekleden, maar hij heeft zich verontschuldigd omdat het moeilijk zou zijn om vrouw en kinderen mee te nemen door de oorlog tussen India en Pakistan toentertijd.
– De minister van opvoeding en onderwijs in Saoedi-Arabië, sheikh H’assan ibn ‘Abdoellaah Aal as-Shaykh, heeft hem in het jaar 1388 H. gevraagd om de functie van opzichter over de faculteit der islamitische studies in de Mekkah universiteit te bekleden, maar dit kon door omstandigheden niet doorgaan.
– Hij is benoemd tot lid van de hoge raad in de universiteit van al-Medienah, van 1395 H. tot 1398 H.
– Hij heeft de uitnodiging van “de moslimstudentenunie” in Spanje geaccepteerd en heeft er een lezing gegeven die later gedrukt is met als titel: “de h’adieth is een bewijs op zich in geloofsfundamenten en oordelen in de Islam”.
– Hij heeft Qatar bezocht en heeft er een lezing gegeven met als onderwerp: “de rang van de Soennah in de Islam”
– Hij werd aangewezen door zijne eminentie sheikh ‘Abdel-‘Aziez ibn Baaz (moge Allah hem genadig zijn), president van de organisatie die zich bezighoudt met wetenschappelijke onderzoeken en fataawaa om in Egypte, Marokko en Engeland da’wah te doen voor tawh’ied en het standvastig blijven op de weg van de Qor-aan en Soennah en de pure islamitische richting.
– Hij is uitgenodigd voor veel conferenties, heeft een paar ervan bezocht en heeft zich verontschuldigd voor een paar omdat hij vele wetenschappelijke bezigheden had.
– Hij heeft Koeweit en de Arabische Emiraten bezocht en heeft er vele lezingen gegeven. Hij heeft ook veel Europese landen bezocht en er de islamitische gemeenschap en studenten ontmoet en nuttige wetenschappelijke lezingen gegeven.
– De sheikh heeft meer dan 100 voortreffelijke en nuttige publicaties uitgegeven; veel daarvan zijn vertaald naar meerdere talen, de meeste daarvan zijn vele malen herdrukt. De bekendste daarvan zijn Irwa-e al-Ghaliel fie Takhridjie Ah’aadieth Manaar s-Sabil, Sielsielat al-Ah’aadieth as-Sah’ieh’a wa Chay-e mien Fieqhieha wa Fawaa-iedieha, Sielsielat al-Ah’aadieth Adha’iefah wa l-Mawdoe’a wa Atharoeha Assay-e fie l-Oemmah en Sefat Salaat an-Nabie mien t-Takbirie iela t-Tasliem Ka-annaka Taraah.
– De selectiecommissie van de “Koning Fahds Prijs” voor islamitische studies, met als onderwerp “wetenschappelijke inspanningen – zij die zich bezighouden met het corrigeren, uitgeven en bestuderen van h’adieth” – had besloten om de prijs in 1999/1419 aan zijne eminentie sheikh Moh’ammed Naasieroeddien al-Albaanie, die de Syrische nationaliteit droeg, te overhandigen.
Uitspraken over de sheikh
1.) Zijne eminentie sheikh ‘Abdel-‘Aziez ibn Baaz zei over sheikh al-Albaanie: “Ik heb niemand gezien onder de hemel die meer kennis omtrent de h’adieth bezit in deze tijd dan de grote geleerde Moh’ammed Naasieroeddien al-Albaanie.” Zijne eminentie is gevraagd over de h’adieth van de profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) “dat Allah (Geprezen en Verheven is Hij) elke 100 jaar voor deze natie een hervormer zendt die hen hun godsdienst bij hen doet herleven.” Hij is gevraagd wie de hervormer van deze eeuw is en zei (moge Allah hem genadig zijn): “Mijns inziens is sheikh Moh’ammed Naasieroeddien al-Albaanie de hervormer van deze eeuw en Allah weet het het beste.”
2.) Zijne eminentie sheikh ‘Abdel-Moeh’sien al-‘Abbaad zei over sheikh al-Albaanie: “Hij (moge Allah hem genadig zijn) behoorde tot de ijverige geleerden die hun leven hebben gegeven voor het dienen van de Soennah en het schrijven daarover en da’wah naar Allah (Geprezen en Verheven is Hij) te doen en de selef fundamenten verdedigden en het bestrijden van innovaties en het verlaten van de Soennah van de profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) en hij is een unieke geleerde. Dit hebben zowel mensen over het algemeen als zijn naasten ervaren. En er bestaat geen twijfel dat het missen van zo’n geleerde een van de grote rampen is die moslims treffen. Moge Allah (Geprezen en Verheven is Hij) hem belonen voor wat hij heeft geboden aan grote inspanningen met de beste beloning en hem in Zijn ruime Tuinen laten wonen.”
3.) De grote geleerde Moh’ammed ibn Saalih’ al-‘Oethaymien zei over sheikh al-Albaanie: “Wat ik weet van de sheikh, door die weinige keren dat ik hem heb ontmoet, is dat hij heel waakzaam was in het praktiseren van de Soennah en het bestrijden van innovaties, of dit nou de fundamenten betrof of de daden, maar door zijn publicaties te lezen ben ik het voorgaande te weten gekomen en dat hij veel kennis bezat in h’adieth, in het overleveren en de wetenschap daarvan en Allah (Geprezen en Verheven is Hij) heeft veel mensen profijt doen hebben van hetgeen hij schreef, hetzij in kennis of in de minhadj en in de h’adiethwetenschap; en dit is een grote vrucht voor de moslims en Allah zij geprezen, wat de nieuwe wetenschappelijke onderzoeken betreft moet je echt bij hem zijn.”
4.) De grote geleerde Moh’ammed al-Amien Ashanqietie zei het volgende over sheikh al-Albaanie: (sheikh ‘Abdel-‘Aziez al-Hadah zegt:) “De grote geleerde Ashanqete prijst op een vreemde manier sheikh al-Albaanie, hij onderbrak zelfs zijn lessen in de moskee van al-Medienah en ging naar hem toe en groette hem als prijzing.”
5.) Sheikh ‘Abdoellaah al-‘Alyaan zei: “Mijn condoleances voor mezelf en voor al mijn moslimbroeders over de hele wereld voor het overlijden van de imaam en de grote geleerde, de onderzoeker sheikh Nasieroeddien al-Albaanie. En in werkelijkheid is het moeilijk om onder woorden te brengen hoe de man was. Als er in zijn geschiedenis niets te vertellen viel, dan zou het genoeg zijn om te zeggen dat hij in een omgeving leefde die verre was van selefie, en ondanks dit is hij een grote daa’iyah geworden voor de selefie da’wah en het praktiseren van de Soennah en het waarschuwen voor innovaties. Het is zelfs zo dat onze sheikh ‘Abdoellaah ad-Dawish, die overleden is op een vroege leeftijd, zei: ‘Sinds eeuwen hebben wij niet iemand gezien met dezelfde productiviteit en hoeveelheid goede onderzoeken als sheikh Nasieroeddien, en na Soeyoetie tot onze tijd is er niemand geweest die de h’adiethwetenschap zoveel en zo precies heeft onderzocht zoals sheikh Nasieroeddien.’”
Advies van de grote geleerde al-Albaanie aan de moslims
Alle lof is voor Allah. Wij doen Hem alle lof toekomen en vragen om Zijn Hulp en vragen Hem om Vergiffenis en zoeken toevlucht bij Hem tegen onze kwade ego’s en onze slechte daden; wie Allah leidt, niemand kan hem misleiden; en wie Hij laat dwalen, niemand kan hem leiden. En ik getuig dat er geen andere god is dan Allah en dat Moh’ammed Zijn dienaar en profeet is… voorts.
Mijn advies aan elke moslim op deze aardbol, en met name onze broeders die ons vergezellen in de gezegende da’wah, de da’wah tot het boek van Allah en de Soennah, op de manier van de oprechte selef.
Ik adviseer hen en mijzelf allereerst om taqwaa (vroomheid, Godsvrees) te hebben voor Allah, Gezegend en Verheven is Hij, en zoveel mogelijk nuttige kennis te vergaren, zoals Allah (Geprezen en Verheven is Hij) zegt (Nederlandstalige interpretatie): “…En vrees Allah, en Allah onderwijst jullie…” [Soerat al-Baqarah (2), aayah 282.] En dat zij hun goede daden kennen die bij ons allemaal niet afwijken van de Kitaab en Soennah en de methodologie van oprechte selef.”
En zoveel mogelijk goede daden te verrichten indien zij dit kunnen, om hun kennis in de praktijk te brengen, zodat dit geen bewijs tegen hen is, maar een bewijs voor hen op de Dag dat geen geld en geen kinderen nuttig zijn behalve degene die bij Allah (Geprezen en Verheven is Hij) met een goed hart komt. En ik waarschuw ze in het meedoen met de zo velen die afwijken van de methodologie van de selefie in veel opzichten.
En het zijn er heel veel, verenigd onder de naam “afwijken” van de moslims en waarop hun gemeenschap is. Maar wij bevelen hen om te zijn zoals de profeet (vrede en zegeningen van Allah zijn met hem) zei in de h’adieth (Nederlandstalige interpretatie): “Wees Allahs dienaren en broeders, zoals Allah, Gezegend en Verheven is Hij, jullie bevolen heeft.” En wij moeten – zoals ik al in een andere zitting heb gezegd, en ik herhaal dat nog eens – herhaling is nuttig, en wij moeten bij onze da’wah rustig omgaan met mensen die het er niet mee eens zijn.
En dat het gepaard gaat met wat Allah (Geprezen en Verheven is Hij) zegt (Nederlandstalige interpretatie): “Nodig (o Mohammed) uit naar de weg van jouw Heer, met wijsheid en goede vermaning, en debatteer met hen op de beste manier (#1)…” [Soerat an-Nah’l (16), aayah 125.] De eerste die het verdient om op deze wijze behandeld te worden is degene die heel erg ongezind is met onze normen en fundamenten, zodat wij niet in moeilijkheden belanden, wanneer wij oproepen tot de ware da’wah die Allah (Geprezen en Verheven is Hij) ons heeft gegeven enerzijds en anderzijds het niet in moeilijkheden belanden om de da’wah op goede manieren over te brengen.
<<<(#1) Noot van uwkeuze.net: nodig uit met doorslaggevende argumenten die leiden naar de juiste geloofsovertuigingen en die twijfelachtigheden, waarnaar uitgenodigd wordt, tenietdoen. Gebruik het speciaal voor degenen die naar de waarheid zoeken. De goede vermaning impliceert overtuigende bewijzen en nuttige verhalen die gebruikt kunnen worden bij de doorsnee mensen. En debatteer met hun hardnekkigen op de beste manieren van debatvoering, door zacht en vriendelijk te zijn tegenover hen, het kiezen van de makkelijkste wegen en het gebruiken van bekende introducties, om hun opstandigheid tot rust te brengen en hun vuur te blussen. (Tefsier H’adaa-ieq ar-Rawh’ wa ar-Rayh’aan fie Rawaabie ‘Oeloemie al-Qor-aan van Moh’ammed al-Amien ibn ‘Abdiellaah al-Oeramie al-‘Alawie al-Hararie as-Shaafi’ie.)>>>
Ik hoop dat al onze broeders in alle islamitische landen zich houden aan deze islamitische etiquette, en dat zij daarvan niets anders willen dan Allahs Aangezicht (Geprezen en Verheven is Hij), en geen beloning of dank.
Het laatste advies/testament van de grote geleerde
1.) Ik vraag mijn vrouw, kinderen en vrienden en iedereen die van mij houdt, als hem het bericht van mijn overlijden bereikt, dat hij Allah (Geprezen en Verheven is Hij) vraagt om mij vergeving van Allah en Zijn Barmhartigheid te schenken en dat zij niet schreien of huilen met een luide stem.
2.) Dat zij mij snel begraven en niemand van mijn naasten of broers dit laten weten alleen wat nodig is om mijn begrafenis gereed te maken en dat ik gewassen word door (‘Iezzat Khedr Aboe ‘Abdoellaah) mijn buurman, mijn trouwe vriend en iemand die hij kiest om hem daarbij te helpen.
3.) Ik kies ervoor om in de dichtstbijzijnde begraafplaats te worden begraven, zodat mensen die mij dragen mij niet in een auto hoeven te plaatsen en dat mensen die de rouwstoet volgen ook in hun auto’s gaan zitten en dat het graf in een oude begraafplaats zit, waarvan men vermoedt dat het niet geschonden zal worden….
4.) En wie zich in het land bevindt waar ik overlijd, moet dit niet doorgeven aan mijn kinderen die zich daarbuiten bevinden – laat staan andere mensen – pas nadat ik begraven ben zodat gevoelens niet overheersen en dit mijn begrafenis vertraagt.
Ik vraag de Heer dat ik bij Hem kom en Hij mijn eerdere en latere zonden heeft vergeven…
En mijn hele boekenhuis met alles wat gedrukt, gekopieerd of geschreven is – met mijn handschrift of die van een ander – laat ik achter voor de bibliotheek van de islamitische universiteit te al-Medienah, omdat ik daaraan goede herinneringen heb in da’wah naar het Boek en de Soennah en de methologie van de oprechte selef, toen ik er lesgaf, hopende dat Allah (Geprezen en Verheven is Hij) de leiders en studenten voordeel ervan doet hebben, zoals de auteur ervan toentertijd voordeel ervan heeft gehad en dat Hij mij voordeel doet behalen uit hun trouw en smeekbedes.
Mijn Heer, laat mij dankbaar zijn voor Uw Gunst, die U mij en mijn ouders hebt bewezen en laat mij het goede doen dat U behaagt en laat mij door Uw Barmhartigheid tot Uw rechtvaardige dienaren behoren.
27 Djoemaada al-Awwal 1410 H (Hidjrieyyah)
Zijn overlijden
De grote geleerde al-Albaanie is overleden op zaterdag 22 Djoemaada al-Aakhir 1420, dit komt overeen met 2 oktober 1999 en hij is begraven na het ‘ishaa-e gebed. De sheikh is snel begraven om twee redenen:
1.) Om zijn wens te vervullen, zoals dit in zijn testament stond.
2.) De dagen waarin de sheikh overleed en andere dagen waren hete dagen en men was daarom bang dat als zijn begrafenis vertraagd zou worden, dat dit tot slechte zaken zou leiden en invloed zou hebben op de mensen die zouden komen om zijn djanaazah bij te worden (moge Allah hem genadig zijn). Het is daarom dat men het beter vond om hem zo snel mogelijk te begraven.
Ondanks het feit dat niemand van het overlijden van de sheikh op de hoogte was gebracht, behalve zijn naasten zodat zij hielpen om zijn begrafenis gereed te maken, en daarnaast ook nog dat de tijd tussen het overlijden van de sheikh en zijn begrafenis heel kort was, hebben toch duizenden mensen zijn djanaazah-gebed bijgewoond omdat eenieder het heeft doorgegeven aan zijn broeders.
Ga naar Biografieën voor meer biografieën.