Verhalen voor kinderen die nadenken.
In het weekend was Ahmed met zijn familie bij opa op bezoek geweest. Zoals gewoonlijk nam Ahmeds opa hem voor het avondeten mee naar het park. Toen zij in het park aankwamen, was Ahmed heel erg blij toen hij de eenden zag zwemmen in de vijver. Zijn opa wist dat Ahmed heel veel van eenden hield, dus nam hij voor de eenden iets te eten mee. Hij gaf het aan Ahmed en zij zaten daar samen op een bank.
Ahmed rende naar de eenden toe en zei: “Hallo, mijn naam is Ahmed. Ik heb wat eten voor jullie meegebracht.” Een van de eenden zei: “Hallo Ahmed, dank je wel.” Ahmed zei: “Lieve eend, mag ik jou iets vragen?” De eend zei: “Natuurlijk Ahmed mag je dat, vraag maar wat je wilt.” Ahmed vroeg: “Als de mensen jullie hier geen eten geven, of als jullie zouden leven op een plek waar geen mensen zijn, hoe vinden jullie dan jullie eten?”
De eend antwoordde: “Wij eenden gaan niet vaak uit het water als we in het wild leven. We halen ons eten uit het water.” Ahmed vroeg verbaasd: “Maar ik zie geen eten in het water.” De eend legde uit: “Wij halen ons eten op verschillende manieren uit het water. Sommige eenden blijven op de oppervlakte van het water en eten planten en insecten. Anderen gaan met hun hoofd onder water en met hun staart in de lucht en kijken naar voedsel onder water. Weer anderen duiken helemaal onder water en vinden op die manier hun eten.”
Ahmed had een andere vraag: “Waarom blijven jullie de hele tijd in het water? Waarom lopen jullie niet rond op het land?” De eend legde uit: “Onze voeten hebben zwemvliezen, waarmee we heel gemakkelijk kunnen zwemmen en dat kunnen we heel snel, maar het is moeilijk voor ons om er mee op land te lopen.” Daarna vroeg Ahmed aan de eend: “Als ik in het water ga, moet ik blijven bewegen om te blijven drijven. Daarom draag ik zwembandjes, zodat ik niet naar beneden zink. Hoe kun jij zo lang blijven drijven?” De eend antwoordde: “Net zoals jij je niet hoeft te bewegen om te blijven drijven als jij zwembandjes draagt, zo ook laat de lucht in onze lichamen ons op het water drijven.”
Ahmed was nog steeds in de war en zei: “Maar als ik zwembandjes draag, dan kan ik niet onder water duiken. Hoe doen jullie dat dan?” De eend zei: “Wij hebben luchtzakjes in onze lichamen die lijken op kleine ballonnetjes. Als deze zakjes gevuld zijn met lucht, dan blijven we drijven. En als we onder water willen duiken, dan drukken we de lucht uit die luchtzakjes. Daardoor kunnen we gemakkelijk duiken omdat er minder lucht in onze lichamen zit.”
Ahmed zei: “Dus jullie kunnen op het water drijven en onder water duiken, en jullie kunnen ook heel mooi zwemmen.”
De eend vertelde verder: “Doordat we zwemvliezen tussen onze tenen hebben kunnen we gemakkelijk zwemmen. Als we onze voeten naar voren en naar achteren bewegen in het water, dan drukken die zwemvliezen tegen het water aan, zodat we ons naar voren kunnen drukken.” Ahmed zei: “Ja, net zoals de flippers die grote mensen aan hun voeten doen als zij in de zomer gaan zwemmen. Daardoor kunnen zij veel sneller zwemmen.” “Inderdaad Ahmed, dat klopt,” zei de eend, “als de voeten van mensen zo zouden zijn, dan zouden jullie niet zo goed kunnen lopen. En omdat wij watervogels zij, laat de vorm van onze voeten ons heel goed zwemmen, waardoor we gemakkelijk eten kunnen vinden.”
Ahmed vroeg zich af: “Alle eenden lijken op elkaar, wat zijn dan de verschillen tussen jullie?” De eend zei: “Klopt, wij lijken allemaal op elkaar. Maar er zijn zeker enkele verschillen tussen de verschillende soorten eenden. Mannetjes eenden hebben mooiere veren dan de vrouwtjes eenden. Dit is een belangrijke bescherming voor de vrouwtjes als zij op het nest zitten om de eieren uit te broeden. Door haar onopvallende kleuren kunnen haar vijanden haar niet zien en zo is zij veel veiliger als ze op haar nest zit. Haar kleuren passen bij de kleuren van haar omgeving. Dat noemt men camouflage, en daardoor is het moeilijk om haar te zien, ook al sta je dichtbij.”
Ahmed vroeg: “Wat gebeurt er als er toch een vijand dichtbij het nest komt?” De eend legde uit: “De mannetjeseend trekt dan de aandacht naar zichzelf door zijn gekleurde en glanzende veren, om zo de aandacht van de vijand weg te trekken van het vrouwtje op haar nest. Als een vijand dichtbij het nest komt, dan vliegt het mannetje meteen in de lucht en maakt hij veel lawaai en doet hij alles wat hij kan om de indringer bij het nest weg te houden.”
Op dat moment zag Ahmed enkele babyeendjes zwemmen in het water. Hij was verbaasd dat zij al zo goed konden zwemmen, ondanks dat zij zo klein waren. Hij vroeg: “Hoe leren deze baby eendjes zo snel zwemmen?” De eend antwoordde: “Baby eendjes kunnen enkele uren nadat ze zijn geboren de weg naar het water al vinden om te zwemmen en te eten.” Ahmed vroeg zich af wat er zou gebeuren, als ze hem na enkele uren nadat hij geboren was in het water zouden laten. Hij zou zeker niet kunnen zwemmen: hij zou dan veel water inslikken en dood gaan. Hij dacht na over hoe perfect Allah de eenden geschapen heeft, zodat zij kunnen leven, zwemmen en eten in het water. Toen kwam de opa van Ahmed ook van de bank en ging hij naast Ahmed staan.
Ahmed zei: “Opa, eenden kunnen heel goed zwemmen, toch? En ze zijn zo leuk!” Zijn opa was het hiermee eens en zei: “Ja Ahmed, dat klopt. Slechts één van hun speciale eigenschappen laat ons al zien hoe perfect Allah alle dingen geschapen heeft. Wist jij dat eenden ook kunnen vliegen? Zij vliegen zo snel als auto’s kunnen rijden. Als zij vliegen, dan blijven zij van richting veranderen, zodat roofvogels hen moeilijk kunnen vangen.”
Ahmed vroeg aan zijn opa: “Opa, hoe weten de eenden dat zij constant van richting moeten veranderen om aan roofvogels te ontsnappen?” Zijn opa vertelde hem: “Net zoals Allah speciale eigenschappen heeft gegeven aan alle andere dieren, zo ook heeft Allah deze leuke eenden deze eigenschap gegeven, zodat zij zich kunnen beschermen. Allah schept wat Hij wil. In de Koran staat een Vers hierover. Allah zegt: ‘En Allah schiep ieder levend wezen uit water; onder hen zijn er die zich op hun buiken voortbewegen en onder hen zijn er die op twee (voeten) lopen en onder hen zijn er die op vier (poten) lopen. Allah schept wat Hij wil. Voorwaar, Allah is Almachtig over alle zaken’ [soerat an-Noer (24), aayah 45].”
Ahmeds opa zei verder: “Kom Ahmed, laten we weer naar huis gaan. Het is bijna tijd voor mij om te bidden en het avondeten zal ook wel bijna klaar zijn.” Ahmed zei: “Oké opa, ik vertel je onderweg wel wat ik allemaal heb geleerd over eenden!” Zijn opa zei tegen hem: “Ja ja, en van wie heb jij dit dan allemaal geleerd?” Ahmed knipoogde naar de eenden in het water en nam afscheid. Ahmed pakte de hand van zijn opa vast en ging naar huis. Samen liepen zij naar huis en spraken over Allahs perfecte schepping en dankten zij Allah daarvoor.
Meer verhalen voor kinderen die nadenken.