Ad hominem is een logische drogreden die vaak wordt gebruikt in discussies. De opponent keert zich tot kenmerken van de persoon (bijv. zijn verbondenheid aan een bepaalde groep of partij). Deze drogredenering kenmerkt zich door twee belangrijke eigenschappen:
1. Een directe aanval wordt geopend op het karakter of de persoonlijkheid van degene die iets claimt.
2. Deze aanval wordt als bewijs genomen tegen de claim of het argument van de opponent.
Een voorbeeld:
Persoon X: De verplichting van de khilaafah is geen nieuw fenomeen of specifiek voor een bepaalde groep maar een verplichting welke terug te vinden is in de Koran, Soennah en consensus van de sah’aabah .
Persoon Y: Typisch holle retoriek van Hizb ut Tahrir, jullie zijn extremisten.
Persoon X: Wat heeft dat te maken met mijn argumentatie? Ik heb bewijs geleverd voor mijn positie.
Persoon Y: Dat kan me niets schelen. Zoals ik heb gezegd, jullie zijn extremisten. Je stelt dat de verplichting van de khilaafah een klassieke notie is, maar dat is jouw eigen interpretatie.
Enkele punten:
– Wat heeft het zijn van een ‘extremist’ te maken met het argument dat de khilaafah een verplichting is vanuit de Islaam? Helemaal niets. Evenals dat het zijn van een salafie, soefie, ikhwaanie, tableeghie etc. hier niets mee te maken heeft.
– Degene die de term ‘extremist’ gebruikt denkt dat zijn aanval een bewijs is om een stelling onderuit te halen, terwijl het een valse veronderstelling is en slechts ‘character assassination.’
– In de da’wah is het belangrijk om op de hoogte te zijn van ad hominem, omdat het een tactische manoeuvre is welke gebruikt wordt om de geloofwaardigheid van een persoon in twijfel te trekken bij de massa, in plaats van de argumenten, ideeën en bewijsvoeringen die hij presenteert.